Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-07-2009 en zichtdatum 29-11-2024.
Geldend van 25-03-2009 t/m 31-07-2009

Wet van 10 november 2005, houdende regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen inzake de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede inzake de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Wijziging van andere wetten

§ 1. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 1.17. Wet werk en inkomen kunstenaars

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 2. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 2.1. Verruiming grondslag lagere regelgeving

Artikel 2.3. Overgangsrecht Wet REA

  • 1 De artikelen van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de dag waarop deze op grond van artikel 2.10, vervallen, blijven van toepassing op de persoon, instelling of organisatie die op of voor die dag in aanmerking is gebracht voor een instrument op grond van die wet of een aanvraag daartoe heeft ingediend, zolang dat instrument in dezelfde vorm wordt verstrekt.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat de artikelen van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de dag waarop deze vervallen niet meer van toepassing zijn op de persoon, instelling of organisatie, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.4. Oud overgangsrecht Wet REA

  • 1 Artikel 57 van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, blijven van toepassing op de persoon die voor die dag een aanvraag heeft ingediend of in aanmerking is gebracht voor een voorziening tot behoud, herstel of ter bevordering van de arbeidsgeschiktheid, zolang die voorziening verkeert in de staat waarin de voorziening verkeerde op de dag voorafgaande aan de dag waarop artikel 75, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten vervalt als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10 of, indien op de aanvraag niet voor die dag is beslist, op de dag waarop de voorziening wordt verstrekt.

  • 2 Artikel 57a van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, blijven van toepassing op de persoon die voor de dag een aanvraag heeft ingediend of in aanmerking is gebracht voor vergoeding van kosten als bedoeld in dat artikel, zolang deze vergoeding niet daadwerkelijk geheel is verleend.

Artikel 2.5. Opzegging ILO-Verdrag nr. 118

[Red: Wijzigt de Goedkeuringswet voornemen tot opzegging Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van eigen onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid.]

Artikel 2.6. Experimentele prb-regeling

  • 2 Een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid treedt niet eerder in werking dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 3 Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid, aan beide kamers der Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 2.7. Overgangsrecht Experimentele prb-regeling

Artikel 2.7a. Persoonsgebonden reïntegratiebudget voor zieke werknemer in dienstbetrekking

  • 1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van een werknemer die aanspraak heeft op loon als bedoeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek en van de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet, aan wie de eigenrisicodrager ziekengeld moet betalen besluiten:

    • a. aan de aanvrager subsidie te verstrekken in de vorm van een op zijn arbeidsinschakeling gericht persoonsgebonden reïntegratiebudget; of

    • b. met een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert, een overeenkomst te sluiten die is gericht op de arbeidsinschakeling van deze aanvrager;

    indien de aanvrager in verband met ziekte of gebrek een belemmering heeft bij het verrichten van arbeid.

  • 2 Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op aanvraag van een in het eerste lid bedoelde persoon uitsluitend verstrekken of sluiten, indien dit instituut van oordeel is dat in het bedrijf van zijn werkgever of een ander bedrijf geen passende arbeid aanwezig is die de betrokken persoon kan verrichten.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde subsidie-ontvanger laat de werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in het eerste lid, verrichten door een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon, die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert.

  • 4 De in het eerste lid bedoelde aanvrager verstrekt de gegevens, voorzover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in het eerste lid, alsmede zijn burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, zijn sociaal-fiscaalnummer aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf zijn inschakeling in de arbeid bevordert.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon verwerkt de in dat lid bedoelde gegevens slechts voorzover dat noodzakelijk is voor de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, en gebruikt slechts met dat doel het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer bij die verwerking.

  • 6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent dit artikel, waarbij kan worden bepaald in welke situaties een deel van de subsidiekosten in rekening kan worden gebracht bij de werkgever.

  • 7 Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het zesde lid treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 2.7b. Overgangsrecht persoonsgebonden reïntegratiebudget voor zieke werknemer in dienstbetrekking

Het Besluit SUWI berust met ingang van de dag waarop artikel 33a van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, op grond van artikel 2.10, vervalt, mede op artikel 2.7a van deze wet.

Artikel 2.7c. Beheer Reïntegratiefonds

  • 1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beheert en administreert afzonderlijk de middelen tot dekking van de uitgaven in de vorm van een Reïntegratiefonds dat deel uitmaakt van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 2.8. Middelen tot dekking van de uitgaven van het Reïntegratiefonds

  • 2 Bij ministeriële regeling worden de bijdragen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de onderlinge verhouding tussen de ten laste van de verschillende fondsen en de kas komende bijdragen, bedoeld in dat onderdeel, vastgesteld. Bij deze regeling kan worden bepaald dat in de middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het Reïntegratiefonds mede wordt voorzien door het Rijk en kunnen regels worden gesteld in verband met de besteding van die rijksbijdrage.

Artikel 2.9. Uitgaven ten laste van het Reïntegratiefonds

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels met betrekking tot het eerste en tweede lid worden gesteld.

Artikel 2.10. Intrekking Wet REA

De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip ingetrokken, waarbij het tijdstip waarop de verschillende artikelen of onderdelen daarvan vervallen, verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 2.18. Regelgevende bevoegdheden ten behoeve van de invoering

Bij ministeriële regeling kunnen met het oog op een goede invoering en werking van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen regels worden gesteld, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van de genoemde wet, deze wet en in overeenstemming met Onze Minister van Financiën van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.19. Nummering

Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad brengt Onze Minister de aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die voorkomen in deze wet in overeenstemming met de op grond van artikel 140 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen vastgestelde nummering van die wet.

Artikel 2.20. Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 2.21. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 10 november 2005

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,

A. J. de Geus

Uitgegeven de tweeëntwintigste november 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner