Stcrt. 2007, 55, datum inwerkingtreding 21-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Het netto persoonsgebonden budget bedraagt het verschil tussen het bruto persoonsgebonden
budget en de eigen bijdrage.
2 Indien de verzekerde langer dan zes weken aaneengesloten per jaar in het buitenland
verblijft, en in het buitenland zorgverleners contracteert die niet vallen onder de
Nederlandse fiscale en sociale zekerheidswetgeving, wordt het bruto persoonsgebonden
budget berekend overeenkomstig de volgende formule:
waarbij wordt verstaan onder:
A: het aantal weken dat de verzekerde in Nederland verblijft;
B: het getal 52;
C: het bruto persoonsgebonden budget waarvoor de verzekerde op grond van de vorige
leden in aanmerking komt;
D: het aantal weken dat de verzekerde in het buitenland verblijft;
E: het voor het desbetreffende land door het College zorgverzekeringen vastgestelde
aanvaardbaarheidspercentage.
3 Indien de verzekerde onmiddellijk voorafgaande aan de subsidieperiode een netto persoonsgebonden
budget werd verleend en het voor het laatste jaar van dat budget beschikbare bedrag,
gezien de verantwoording over het gebruik van dat bedrag en de subsidievaststelling,
niet volledig werd besteed, wordt het op grond van het eerste en tweede lid berekende
netto persoonsgebonden budget voor het eerste jaar waarover het wordt verleend verhoogd
met een bedrag gelijk aan dit niet bestede deel.
4 Indien de subsidieperiode in meer dan één kalenderjaar gelegen is, en het netto persoonsgebonden
budget, gezien de verantwoording daarover en de subsidievaststelling, in een kalenderjaar
niet volledig werd besteed, wordt het op grond van het eerste lid berekende netto
persoonsgebonden budget voor het daar op volgende jaar verhoogd met een bedrag gelijk
aan dit niet bestede deel, doch ten hoogste met 10% van het bedrag dat op grond van
het eerste en tweede lid voor het eerdere jaar werd berekend.
5 Het derde lid is niet van toepassing en het vierde lid is van overeenkomstige toepassing
indien de subsidieperiode aanvangt op 1 januari van enig kalenderjaar en bovendien
onmiddellijk aansluit op een eerdere subsidieperiode.
Stcrt. 2007, 245, datum inwerkingtreding 20-12-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Het netto persoonsgebonden budget bedraagt het verschil tussen het bruto persoonsgebonden
budget en de eigen bijdrage.
2 Indien de verzekerde langer dan zes weken aaneengesloten per jaar in het buitenland
verblijft, en in het buitenland zorgverleners contracteert die niet vallen onder de
Nederlandse fiscale en sociale zekerheidswetgeving, wordt het bruto persoonsgebonden
budget berekend overeenkomstig de volgende formule:
waarbij wordt verstaan onder:
A: het aantal weken dat de verzekerde in Nederland verblijft;
B: het getal 52;
C: het bruto persoonsgebonden budget waarvoor de verzekerde op grond van de vorige
leden in aanmerking komt;
D: het aantal weken dat de verzekerde in het buitenland verblijft;
E: het voor het desbetreffende land door het College zorgverzekeringen vastgestelde
aanvaardbaarheidspercentage.
3 Indien de verzekerde onmiddellijk voorafgaande aan de subsidieperiode een netto persoonsgebonden
budget werd verleend en het voor het laatste jaar van dat budget beschikbare bedrag,
gezien de verantwoording over het gebruik van dat bedrag en de subsidievaststelling,
niet volledig werd besteed, wordt het op grond van het eerste en tweede lid berekende
netto persoonsgebonden budget voor het eerste jaar waarover het wordt verleend verhoogd
met een bedrag gelijk aan dit niet bestede deel.
4 Het derde lid is niet van toepassing indien de subsidieperiode aanvangt op 1 januari
van enig kalenderjaar en bovendien onmiddellijk aansluit op een eerdere subsidieperiode.