-
1°. immateriële schadevergoedingen;
-
2°. schadevergoedingen die door de overheid, het Nederlandse Rode Kruis, of fabrikanten
van farmaceutische producten zijn betaald aan hemofiliepatiënten die met het aids-virus
zijn besmet;
-
3°. vergoedingen ingevolge de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (Stcrt. 2000, 16), die zijn uitgekeerd aan de slachtoffers zelf;
-
4°. uitkeringen van de Stichting Maror-gelden Overheid, opgericht op 1 december 2000,
gevestigd te Amsterdam;
-
5°. uitkeringen van de Stichting Het Gebaar, opgericht op 19 november 2001, gevestigd
te ’s-Gravenhage;
-
6°. uitkeringen van de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma, opgericht op 3 november
2000, gevestigd te Tilburg;
-
7°. uitkeringen van de Stichting Joods Humanitair Fonds, opgericht op 31 januari 2002,
gevestigd te ’s-Gravenhage;
-
8°. uitkeringen van de Stichting Individuele Maror Gelden, opgericht op 1 december 2000,
gevestigd te Amsterdam;
-
9°. uitkeringen van de Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa, opgericht op
22 november 1999, gevestigd te ’s-Gravenhage;
-
10°. uitkeringen van de Stichting Individuele Bankaanspraken Sjoa, opgericht op 11 maart
2002, gevestigd te ’s-Gravenhage;
-
11°. uitkeringen van de Stichting Individuele Effectenaanspraken Sjoa, opgericht op 22
november 1999, gevestigd te ’s-Gravenhage;
-
12°. uitkeringen uit het DES-Fonds die zijn verstrekt aan slachtoffers van het gebruik
van DES-preparaten;
-
13°. Tegemoetkomingen op grond van de Regeling tegemoetkoming financiële gevolgen in verband
met functionele invaliditeit nieuwjaarsbrand Volendam (Stcrt. 2003, 42) en bijdragen
op grond van de Regeling tegemoetkoming in kosten nieuwjaarsbrand Volendam II (Stcrt.
2004, 188), uitgekeerd aan de getroffenen zelf.