Regeling verslaggeving WTZi

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-05-2013

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2005, nr. MC/I&K-2641783, houdende voorschriften met betrekking tot de verslaggeving door zorginstellingen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 15 en 16 van de Wet toelating zorginstellingen en hoofdstuk VII van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. zorginstelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.2, onder nummer 1 of 16 tot en met 21, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

  • b. jaarverslaggeving: de verslaglegging bestaande uit de jaarrekening en de overige gegevens;

  • c. jaarrekening: de jaarrekening in de zin van artikel 361 van Titel 9 Boek 2 BW;

  • d. [Red: vervallen;]

  • e. overige gegevens: gegevens die aan de jaarrekening dienen te worden toegevoegd op grond van artikel 392 van Titel 9 Boek 2 BW;

  • f. jaardocument: verantwoordingsdocument, bestaande uit de jaarverslaggeving en specifieke informatie;

  • g. specifieke informatie: nadere gegevens, te verstrekken op grond van het in artikel 8a genoemde model-jaardocument;

  • h. richtlijnen: de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving;

  • i. BW: het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2

Op de jaarverslaggeving van een zorginstelling is Titel 9 Boek 2 BW van overeenkomstige toepassing met uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12, een en ander voor zover in deze regeling niet anders is bepaald.

Artikel 3

In afwijking van of in aanvulling op Titel 9 Boek 2 BW:

  • a. wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig de richtlijnen, in het bijzonder hoofdstuk 655;

  • b. wordt de jaarverslaggeving opgesteld en gepubliceerd in de Nederlandse taal en in de in Nederland wettige valuta;

  • c. is het verslagjaar altijd gelijk aan een kalenderjaar;

  • d. [Red: vervallen;]

  • e. worden de balans en de resultatenrekening opgesteld overeenkomstig de modellen in bijlage 1 bij hoofdstuk 655 van de richtlijnen;

  • f. kan een zorginstelling met een omzet van minder dan € 1.000.000,– per jaar en minder dan 10 fte personeel volstaan met samenstellingsverklaring van een accountant in plaats van een verklaring als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Titel 9 Boek 2 BW;

  • g. kan een zorginstelling die voldoet aan de eisen in artikel 396, eerste lid, van Titel 9 Boek 2 BW volstaan met een beoordelingsverklaring van een accountant in plaats van een verklaring als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Titel 9 Boek 2 BW;

  • h. kan een zorginstelling die zorg verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten bij de bepaling van de waarde van materiële vaste activa uitgaan van het gemiddelde rendement van de zorginstelling;

  • i. neemt de accountant, belast met de controle van de jaarrekening van de zorginstelling, de voorschriften in acht zoals neergelegd in het ‘Controleprotocol behorende bij de jaarverantwoording zorginstellingen’, dat is opgenomen in het model jaardocument, onderdeel G.

Artikel 4

Het bestuur van een academisch ziekenhuis voegt aan de jaarverslaggeving financiële gegevens toe aangaande de besteding van de bijdrage van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ten behoeve van onderwijs en onderzoek en kwantitatieve gegevens voor het verdeelmodel van die bijdrage.

Artikel 5

De toelichting bij de jaarrekening bevat de volgende overzichten:

  • a. het investeringsoverzicht overeenkomstig het in bijlage 2 bij hoofdstuk 655 van de richtlijnen uitgewerkte model, waarin de investeringen worden uitgesplitst in investeringen die ingevolge de Wet toelating zorginstellingen vergunningplichtig zijn, en de overige soorten van investeringen. Geen uitsplitsing is nodig indien de instelling niet valt onder de vergunningplicht ingevolge de Wet toelating zorginstellingen;

  • b. een overzicht van de mutaties van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten in het verslagjaar ten opzichte van het voorafgaande jaar, opgesteld overeenkomstig het in de bijlage 1 bij hoofdstuk 655 van de richtlijnen uitgewerkte model E. Dit overzicht dient aan te sluiten bij de gehanteerde segmentering in de resultatenrekening;

  • c. een overzicht van de aansluitingen tussen de in de resultatenrekening verwerkte afschrijvingslasten in het verslagjaar en de in het externe budget van het verslagjaar verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten. De instelling verwerkt in dit overzicht tevens de aanschaffings- of vervaardigingsprijs van de desbetreffende vaste activa, alsmede de cumulatieve afschrijvingslasten en cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten die betrekking hebben op de desbetreffende vaste activa.

Artikel 6

De balans vermeldt het financieringstekort of -overschot. Dit is het aan het einde van het verslagjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget.

Artikel 7

  • 1 Het bestuur van een zorginstelling die aan het hoofd staat van een groep, dan wel de besturen van de groepsmaatschappijen die gezamenlijk aan het hoofd staan van een groep, stelt onderscheidenlijk stellen gezamenlijk een geconsolideerde jaarrekening op, waarin de eigen financiële gegevens zijn opgenomen met die van de dochtermaatschappijen in de groep, de andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover de zorginstelling een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft.

  • 2 Wanneer een groepshoofd ontbreekt, wijst de centrale leiding een bestuur aan dat de geconsolideerde jaarrekening opstelt.

  • 3 Een zorginstelling die deel uitmaakt van een groep maar niet, alleen of in gezamenlijkheid met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van die groep, stelt een geconsolideerde jaarrekening op waarin de eigen financiële gegevens zijn opgenomen met die van dochtermaatschappijen in de groep, de andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover een groepslid een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft.

  • 4 De in het eerste en derde lid genoemde verplichting geldt niet, indien de geconsolideerde jaarrekening is opgenomen in de jaarrekening van een andere rechtspersoon van de groep, die jaarrekening voldoet aan de eisen van deze regeling of aan de eisen van het BW en de richtlijnen en overeenkomstig artikel 9 wordt ingediend, en het bestuur van de zorginstelling in de toelichting bij de jaarrekening naar de geconsolideerde jaarrekening verwijst.

  • 6 In de geconsolideerde jaarrekening van een groep hoeft de jaarrekening van een binnen die groep vallende steunstichting, zijnde een rechtspersoon die geen zorginstelling is, die haar middelen verkrijgt uit niet-zorggebonden gelden en die volgens haar statuten algemeen nut beoogt of specifieke activiteiten van een zorginstelling ondersteunt, niet te worden opgenomen. In de geconsolideerde jaarrekening wordt wel opgenomen de jaarrekening van een binnen de groep vallende steunstichting die een zeggenschapsrelatie heeft met of een kapitaaldeelname heeft in een andere rechtspersoon.

Artikel 8a

  • 1 De jaarverslaggeving en het jaardocument worden opgesteld met gebruikmaking van het model-jaardocument, te verkrijgen via de website www.jaarverslagenzorg.nl.

  • 2 De Minister stelt jaarlijks vóór 1 oktober na overleg met betrokken partijen het model voor het eerstvolgende verslagjaar vast.

  • 3 De Minister kan, indien beleidsmatige of wetgevingstechnische overwegingen daartoe nopen, het model tussentijds wijzigen, zo mogelijk na overleg met betrokken partijen.

Artikel 9

  • 1 Bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg worden vóór 1 juni van het jaar volgend op het verslagjaar ingediend:

    • a. de jaarverslaggeving in elektronische vorm;

    • b. het jaardocument in elektronische vorm.

  • 2 De minister kan het bestuur van een zorginstelling uitstel van indiening verlenen op een gemotiveerd verzoek, dat uiterlijk acht weken vóór het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn moet zijn ingediend.

Artikel 10

De kosten van het opstellen en indienen van de jaarverslaggeving komen ten laste van de desbetreffende zorginstelling.

Artikel 13

  • 1 Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel 12, in werking op het tijdstip waarop de Wet toelating zorginstellingen in werking treedt, met dien verstande dat zij voor het eerst wordt toegepast over het verslagjaar 2006.

  • 2 Artikel 12 treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

Bijlage 2. (bij artikel 8, eerste lid)

[Vervallen per 01-01-2013]

Voorschriften voor de inrichting van het Jaarverslag van Zorginstellingen