Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (herziening vrijstelling [...] culturele prestaties alsmede aanpassing enkele onderdelen)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2007. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007 en zichtdatum 01-01-2007.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Besluit van 15 december 2005, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met een herziening van de vrijstelling voor sociale en culturele prestaties alsmede met een aanpassing op enkele onderdelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 november 2005, DV 2005-00137M;

Gelet op de artikelen 9, tweede lid, onderdeel b, 11, eerste lid, aanhef en onderdeel f, 29, derde lid, 29a, tweede lid, en 39 van de Wet op de omzetbelasting 1968;

De Raad van State gehoord (advies van 1 december 2005, nr. W06.05.0510/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 14 december 2005, DV 2005-00219U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2007. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968.]

Artikel II

Voor de toepassing van bijlage B, onderdeel c, bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968, wordt:

  • a. een ondernemer die was genoemd in bijlage B, onderdeel a, zoals dat onderdeel luidde onmiddellijk voor 1 januari 2006;

  • b. een ondernemer aan wie schriftelijk te kennen is gegeven dat het voornemen bestaat om te bevorderen dat de ondernemer zal worden opgenomen in bijlage B, onderdeel a, zoals dat onderdeel luidde onmiddellijk voor 1 januari 2006;

aangemerkt als een instelling die door de inspecteur is erkend als een instelling van sociale of culturele aard. Hierbij blijven de voorwaarden en beperkingen van kracht die met betrekking tot het verlenen van de vrijstelling zijn gesteld.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006, met uitzondering van:

die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 december 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën ,

J. G. Wijn

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner