-
a. besluit: Besluit verhandeling teeltmateriaal;
-
b. beschikking (EG) 2004/266: beschikking nr. 2004/266/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 17 maart 2004 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens
onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van voedergewassen (PbEG
L 83);
-
c. beschikking (EG) 2004/371: beschikking nr. 2004/371/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 20 april 2004 betreffende voorwaarden voor het in de handel brengen
van zaadmengsels bestemd voor gebruik als voedergewas (PbEG L 116);
-
d. beschikking (EG) 2004/842: beschikking nr. 2004/842/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens
welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai-
of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw-
of groentegewassen is aangevraagd (PbEG L 362);
-
e.
richtlijn (EG) 2006/47: richtlijn nr. 2006/47/EG van de Commissie van 23 mei 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden met
betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen (PbEU L 136);
-
f.
richtlijn (EEG) 66/401: richtlijn nr. 66/401/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1966 betreffende het in de
handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PbEG L 125);
-
g.
richtlijn (EEG) 66/402: richtlijn nr. 66/402/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1966 betreffende het in de
handel brengen van zaaigranen (PbEG L 125);
-
h. richtlijn (EG) 2008/90: richtlijn nr. 2008/90/EG van de Raad van de Europese Unie
van 29 september 2008, betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van
fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEU
L 267);
-
i.
richtlijn (EEG) 93/17: richtlijn nr. 93/17/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 maart 1993 tot vaststelling
van communautaire klassen voor basispootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende
eisen en aanduidingen (PbEG L 106);
-
j.
richtlijn (EEG) 93/48: richtlijn nr. 93/48/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1993 tot vaststelling
van het schema met de voorwaarden waaraan fruitgewassen die voor de fruitteelt worden
gebruikt en teeltmateriaal daarvan overeenkomstig richtlijn (EEG) 92/34 moeten voldoen (PbEG L 250);
-
k.
richtlijn (EEG) 93/61: richtlijn nr. 93/61/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 tot vaststelling
van de schema's met de eisen waaraan teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen,
met uitzondering van zaad, overeenkomstig artikel 4 van richtlijn (EEG) 92/33 moeten voldoen (PbEG L 250);
-
l.
richtlijn (EEG) 93/62: richtlijn nr. 93/62/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 juli 1993 tot vaststelling
van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van
leveranciers en bedrijven overeenkomstig Richtlijn 92/33/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed
van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PbEG L 250);
-
m.
richtlijn (EEG) 93/64: richtlijn nr. 93/64/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 juli 1993 tot vaststelling
van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van
leveranciers en bedrijven overeenkomstig Richtlijn 92/34/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen,
alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEG L 250);
-
n.
richtlijn (EEG) 93/79: richtlijn nr. 93/79/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 september 1993 tot vaststelling
van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers op grond
van richtlijn (EEG) 92/34 bij te houden lijsten van fruitgewassen en teeltmateriaal daarvan (PbEG L 256);
-
o.
richtlijn (EG) 98/56: richtlijn nr. 98/56/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen
van teeltmateriaal van siergewassen (PbEG L 226);
-
p.
richtlijn (EG) 99/66: richtlijn nr. 1999/66/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1999 houdende voorschriften
voor het overeenkomstig richtlijn (EG) 98/56 door de leverancier op te maken etiket of ander document (PbEG L 164);
-
q
richtlijn (EG) 99/68: richtlijn nr. 1999/68/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1999 tot vaststelling
van aanvullende bepalingen met betrekking tot de op grond van richtlijn (EG) 98/56 door de leveranciers bij te houden rassenlijsten van siergewassen (PbEG L 172);
-
r.
richtlijn (EG) 99/105: richtlijn nr. 1999/105/EG van de Raad van de Europese Unie betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig
teeltmateriaal (PbEG 2000 L 11);
-
s.
richtlijn (EG) 2000/29: richtlijn nr. 2000/29/EG van de Raad van de Europese Unie van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen
tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor
plantaardige producten schadelijke organismen (PbEG L 169);
-
t.
richtlijn (EG) 2001/18: richtlijn nr. 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 maart 2001 inzake
de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en
tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PbEG L 106);
-
u.
richtlijn (EG) 2002/53: richtlijn nr. 2002/53/EG van de Raad van de Europese Unie 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst
van landbouwgewassen (PbEG L 193);
-
v.
richtlijn (EG) 2002/54: richtlijn nr. 2002/54/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen
van bietenzaad (PbEG L 193);
-
w.
richtlijn (EG) 2002/55: richtlijn nr. 2002/55/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen
van groentezaad (PbEG L 193);
-
x.
richtlijn (EG) 2002/56: richtlijn (EG) 2002/56 van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen
van pootaardappelen (PbEG L 193);
-
y.
richtlijn (EG) 2002/57: richtlijn nr. 2002/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen
van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PbEG L 193);
-
z. richtlijn (EG) 2008/62: richtlijn (EG) nr. 2008/62 van de Commissie van 20 juni 2008
tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen
in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale
omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel
brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen (PbEU L 162);
-
aa. richtlijn (EG) 2008/72: richtlijn (EG) nr. 2008/72 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende
het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met
uitzondering van zaad (PbEU L 205);
-
bb. richtlijn (EG) 2009/145: richtlijn nr. 2009/145/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 26 november 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor
de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen
en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd,
en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie
van gewassen maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden,
en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen (PbEU L
312);
-
cc.
verordening (EG) 1829/2003: Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003
inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEG L 268);
-
dd. derde landen: landen buiten de Europese Unie;
-
ee. hybride: product van een bewuste, voor elke zaadproductie herhaalde kruising tussen
twee of meer ouderlijnen die hiertoe afzonderlijk in stand gehouden worden;
-
ff. instandhoudingsras van een landbouwgewas:
-
1°. landras van een landbouwgewas, of
-
2°. ras van een landbouwgewas, dat zich op natuurlijke wijze heeft aangepast aan de lokale
en regionale omstandigheden, dat door genetische erosie wordt bedreigd;
-
gg. instandhoudingsras van een groentegewas:
-
1° landras van een groentegewas, of
-
2° ras van een groentegewas, dat van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden
wordt gekweekt,
dat door genetische erosie wordt bedreigd;
-
hh. landras: een stel populaties of klonen van een plantensoort die zich op natuurlijke
wijze hebben aangepast aan de milieuomstandigheden van hun gebied;
-
ii. genetische erosie: verlies, in de loop van de tijd, van genetische diversiteit tussen
en binnen populaties of rassen van dezelfde soort, of verkleining van de genetische
basis van een soort door menselijk ingrijpen of milieuveranderingen;
-
jj. voor teelt onder bijzondere omstandigheden ontwikkeld ras: ras dat geen intrinsieke
waarde heeft voor de commerciële productie van gewassen, maar dat ontwikkeld is voor
teelt onder bijzondere omstandigheden.