3. Beleidsregels voor de cure
[Regeling vervallen per 21-07-2007]
3.1
[Regeling vervallen per 21-07-2007]
Criteria ten behoeve van het beoordelen van aanvragen om een toelating als bedoeld
in artikel 5, eerste en tweede lid, van de wet van instellingen die worden genoemd in artikel 1.2, onder nummer 1 van het Uitvoeringsbesluit WTZi voor zover deze zien op de ziekenhuizen
1. Borging spreiding en bereikbaarheid acute zorg (acute somatische en acute gecombineerde
somatische/psychische zorg).
Basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, de crisisfunctie
in ggz-instellingen, regionale ambulance voorzieningen en huisartsenposten nemen op
een constructieve manier deel aan het op initiatief van het traumacentrum georganiseerde
regionale overleg acute zorgketen. De in dat overleg gemaakte afspraken dienen te
worden nagekomen. De instelling legt in het jaarverslag verantwoording af over de
wijze waarop de instelling invulling heeft gegeven aan de in het overleg gemaakte
afspraken.
De afspraken in het regionale overleg acute zorgketen moeten ertoe leiden dat deelnemers
aan het overleg alleen (tijdelijk) kunnen stoppen met functies op een bepaalde locatie
als de 45 minuten norm om een Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) afdeling van een basisziekenhuis te bereiken, niet in gevaar komt.
Toelichting
Ten aanzien van de spreiding van zorgvoorzieningen zijn de betrokken regionale partijen,
binnen de door de overheid gestelde kaders, zelf verantwoordelijk voor de variatie
en differentiatie en invulling. Bij de organisatie van de spoedeisende hulpverlening
wordt uitgegaan van de ketenbenadering. Allereerst is er de ‘veldnorm’ voor ambulancezorg
die aangeeft dat patiënten die acute zorg nodig hebben, binnen een kwartier door een
ambulance bereikt moeten worden om de primaire behandeling te kunnen laten beginnen.
Bij huisartsen rust de inspanningsverplichting om binnen 15 minuten bij de patiënt
te zijn. Voorts is er in het kader van de WTZi het regionale overleg acute zorgketen dat er voor dient te zorgen dat er aansluitend
een werkend systeem is (7×24 uur) waarin op voorhand duidelijk is naar welke instelling
de betreffende patiënt vervoerd kan c.q. moet worden. Daarbij moet per regio, op initiatief
van het betreffende traumacentrum, een passende oplossing worden gezocht.
De consequenties van eventuele wijzigingen in het zorgaanbod van één van de zorgaanbieders
in de keten acute zorg dienen binnen de regio te worden opgevangen. Deelnemers aan
het regionale overleg acute zorgketen kunnen alleen (tijdelijk) stoppen met functies
op een bepaalde locatie als de 45 minuten norm om een SEH-afdeling van een basisziekenhuis
te bereiken, niet in gevaar komt. Deze bereikbaarheidsnorm van 45 minuten betreft
de totaaltijd die nodig is om met een ambulance de patiënt op de plaats van het ongeval
te bereiken en vervolgens naar een SEH-locatie te rijden.
Basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen en academische ziekenhuizen dienen deel
te nemen aan het op initiatief van het traumacentrum georganiseerde regionale overleg
acute zorgketen, en dienen de in dat overleg gemaakte afspraken na te komen.
Als een instelling met een voorgenomen wijziging in het zorgaanbod niet voldoet aan
de bereikbaarheidsnorm, kan ik aan de toelating van de betreffende instelling het
voorschrift verbinden dat die instelling de noodzakelijke zorg aanbiedt. Dit kan bijvoorbeeld
resulteren in het verplicht openhouden van de SEH-afdeling op het niveau van een basisziekenhuis
op een bepaalde locatie. Indien sprake zou zijn van het niet nakomen van de in de
toelating verbonden voorschriften, biedt de wet de mogelijkheid van bestuursdwang en, indien nodig, de mogelijkheid om de toelating
in te trekken. Dit is een laatste redmiddel dat ik, met name op een dringend, gezamenlijk
verzoek van de zorgverzekeraar en het traumacentrum (als initiatiefnemer van het regionale
overleg acute zorgketen) kan gebruiken.
2. Voorbereiding op opgeschaalde hulpverlening.
Alle algemene en academische ziekenhuizen maken afspraken met de Regionaal Geneeskundig
functionaris (RGF) over hun inzet bij opgeschaalde hulpverlening en geven dit aan
op het formulier waarmee een toelating wordt aangevraagd.
Toelichting
Van opgeschaalde hulpverlening is sprake wanneer meer patiënten/slachtoffers zich
aandienen in het ziekenhuis dan waar de normale ziekenhuisbezetting op gebaseerd is.
De voorbereiding van algemene en academische ziekenhuizen op opgeschaalde inzet is
van belang bij deze bijzondere vorm van medische hulpverlening. De RGF sluit met elk
ziekenhuis een contract waarin de afspraken vastgelegd zijn. De afspraken omvatten
de voorbereidingen zoals vastgelegd in een actueel plan voor ‘ziekenhuis in bijzondere
omstandigheden’ en een afgestemde frequentie en schaal waarin een en ander geoefend
wordt.
3. Berekeningswijze normatieve ruimtebehoefte bij volledig vervangende nieuwbouw
Een aanvraag om een toelating voor een nieuwbouwinitiatief voldoet aan de gestelde
eisen met betrekking tot de voor de berekening noodzakelijke cijfers (klinische en
poliklinische adherentie, zorgzwaarte, leeftijdsopbouw).
Toelichting
Gezien de accentverschuiving in het activiteitenpatroon van het ziekenhuis is het
bed als parameterwaarde voor de bepaling van de normatieve ruimtebehoefte bij vervangende
nieuwbouw niet langer relevant. In plaats daarvan wordt een parameter gehanteerd gebaseerd
op klinische en poliklinische adherentie, zorgzwaarte en leeftijdsopbouw.
De meest recente, feitelijke adherentiecijfers (t–1) worden geëxtrapoleerd waarbij
een planningshorizon van 10 jaar zal worden gehanteerd. De zwaarte van de zorgpopulatie
komt tot uiting door gebruikmaking van de voor het betreffende ziekenhuis geldende
verwachte verpleegduur voor klinische patiënten. Dit is de landelijke verpleegduur,
gecorrigeerd voor de leeftijdsopbouw en het morbiditeitpatroon van het patiëntenbestand
van het ziekenhuis. De normatieve oppervlaktes zijn gebaseerd op de resultaten van
een door het CBZ uitgevoerd onderzoek naar de verdeling van het ruimtebeslag van het
basispakket (266 m2 per 1000 inwoners): 61% (= 162 m2) is toe te rekenen aan de klinische patiëntenstroom en 39% (=104 m2) aan de niet-klinische patiëntenstroom. De formule voor de berekening van het normatieve
vloeroppervlak luidt als volgt:
Vloeroppervlak = (polikl. adherentie × 0,104 m2) + (klin. adherentie × fv × 0,162 m2).
Fv staat voor ‘verwachte verpleegduur’. Deze factor wordt leeftijdspecifiek gehanteerd,
zodat de totaalberekening bestaat uit vijf deelformules. Binnen het berekende normatieve
vloeroppervlak is de instelling vrij zelf keuzes te maken met betrekking tot de toe
te delen ruimten aan beddencapaciteit, poliklinieken en transmurale voorzieningen.
4. 2‰-norm bij vervangende nieuwbouw
Een aanvraag om een toelating voor een nieuwbouwinitiatief bevat een opgave van het
aantal daadwerkelijk te realiseren bedden. Het aantal bedden is niet groter dan het
volgens de 2‰-norm maximaal te realiseren aantal.
Toelichting
Ten gevolge van de vergrijzing neemt het beroep op ziekenhuisvoorzieningen toe. Tegelijkertijd
neemt het bedgebruik af. Reden is de ten gevolge van de medische en technologische
ontwikkelingen nog steeds dalende gemiddelde verpleegduur en de verschuiving van klinische
opname naar dagbehandeling, en van dagbehandeling naar poliklinische behandeling.
Het bed is, zoals hierboven aangegeven, niet langer relevant als parameterwaarde voor
de bepaling van de normatieve ruimtebehoefte. Bij nieuwbouw wordt wel een norm gesteld
met betrekking tot het aantal daadwerkelijk te realiseren bedden. Een ziekenhuis mag
in zijn plannen niet meer bedden realiseren dan 2 bedden per 1000 adherente inwoners
(2‰-norm).
5. Boekwaardecriterium
Op het moment van afstoten van een gebouw dient de boekwaarde niet hoger te zijn dan
7,5% van de investeringskosten van het vervangende bouwinitiatief, berekend op basis
van de (voorheen) in het Besluit bouwmaatstaven WZV vastgestelde normen. Het boekverlies
op de afschrijving van kapitaalinvesteringen (de som van de boekwaarde minus de opbrengsten
van de verkoop) dient op het moment van afstoten bij voorkeur nihil te zijn, doch
kan in uitzonderlijke situaties maximaal 4% bedragen van de investeringskosten van
het vervangende nieuwbouwinitiatief, eveneens berekend op basis van de (voorheen)
in het Besluit bouwmaatstaven WZV vastgestelde normen.
Toelichting
Bij de beoordeling of een gebouw waarvan de kapitaallasten worden nagecalculeerd in
de tarieven, kan worden vervangen, wordt een boekwaardecriterium gehanteerd. Hiermee
wordt kapitaalvernietiging voorkomen: het is niet wenselijk dat gebouwen worden afgestoten
met een te hoge boekwaarde. In algemene zin is binnen tien jaar na ingebruikname of
renovatie van een ziekenhuis geen behoefte aan bouw tenzij het bouwinitiatief noodzakelijk
is vanwege ingrijpende functiewijzigingen of in geval van noodsituaties. Renovatie
van een ziekenhuis is in het algemeen twintig jaar na ingebruikname nodig. In de laatste
vijf jaar vóór het buiten gebruik stellen van een gebouw zijn investeringen (behoudens
in geval van onontkoombaar onderhoud of calamiteiten) niet toegestaan.
6. Prioriteitscriteria
Bij de beoordeling van aanvragen om (wijziging van) een toelating met bouw worden
in het geval er meer aanvragen zijn dan er budgettaire ruimte beschikbaar is, de volgende
prioriteitscriteria toegepast (de criteria staan in willekeurige volgorde, er is geen
rangorde aangebracht):
-
1. Initiatieven waarvoor onder de WZV een verklaring met uitstelpassage is afgegeven hebben voorrang boven initiatieven
waarvoor een toelating is aangevraagd.
-
2. Initiatieven die bijdragen aan een betere spreiding en bereikbaarheid van de acute
zorg hebben voorrang boven initiatieven waarbij de huidige spreiding en bereikbaarheid
wordt geborgd, c.q. initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
3. Initiatieven die bijdragen aan een betere spreiding en bereikbaarheid van de basiszorg
hebben voorrang boven initiatieven waarbij de huidige spreiding en bereikbaarheid
worden geborgd, c.q. initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
4. Initiatieven die bijdragen aan de verschuiving van klinische zorg naar zorg in dagverpleging
en poliklinische zorg, hebben voorrang boven initiatieven waarbij dit niet het geval
is.
-
5. Initiatieven die bijdragen aan de verschuiving van intramurale zorg naar transmurale
zorg hebben voorrang boven initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
6. Initiatieven die bijdragen aan een aanmerkelijk doelmatiger gebruik van capaciteiten,
waardoor meer patiënten kunnen worden behandeld of exploitatievoordelen worden behaald,
hebben voorrang boven initiatieven waarbij dit niet het geval is.
3.2
[Regeling vervallen per 21-07-2007]
Criteria ten behoeve van het beoordelen van aanvragen om een toelating als bedoeld
in artikel 5, eerste en tweede lid, van de wet van instellingen die worden genoemd in artikel 1.2, onder nummers 16, 17, 18, 19, 20 en 21 van het Uitvoeringsbesluit WTZi al dan niet in combinatie met verblijf als bedoeld in artikel 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ in verband met een psychische aandoening (geestelijke gezondheidszorg).
1. Bereikbaarheid van acute zorg
GGZ-aanbieders (incl. de verslavingszorg) stemmen regionaal het aanbod van acute ggz-zorg
af. Tot het moment dat de overheveling GGZ naar het tweede compartiment een feit is,
naar verwachting op 1 januari 2007, zijn de zorgkantoren hierbij betrokken.
Voor een aanvraag tot wijziging van de toelating dienen de afspraken over de beschikbaarheid
van acute zorg in een regio te worden overlegd.
Toelichting
Tot het moment van overheveling van de GGZ naar het tweede compartiment maken de aanbieders
en zorgkantoren afspraken over voldoende capaciteit voor acute zorg in de regio. Na
de overheveling maken partijen in de regio afspraken over het beschikbare aanbod van
zorg.
De acute psychiatrie is kortdurend. En goede doorstroming van cliënten van een crisisplaats
terug naar huis of naar een andere afdeling wordt door de aanbieders gewaarborgd.
De consequenties van eventuele wijzigingen in het zorgaanbod van één van de zorgaanbieders
in de keten acute zorg dienen binnen de regio te worden opgevangen. Als in de regio
aan de vraag naar de acute zorg niet wordt voldaan, en het niet mogelijk blijkt voor
de verzekeraar die zorg in te kopen omdat een bepaalde instelling weigert die zorg
aan te bieden, kan ik aan de toelating van de betreffende instelling het voorschrift
verbinden dat die instelling de noodzakelijke zorg aanbiedt. Indien sprake zou zijn
van het niet nakomen van de in de toelating opgenomen voorschriften, biedt de wet de mogelijkheid van bestuursdwang en, indien nodig, de mogelijkheid om de toelating
in te trekken.
2. Separeervoorzieningen
Elke GGZ aanbieder (incl. de verslavingszorg) die verblijf biedt met behandeling,
beschikt over separeerruimten.
Bij een aanvraag om (wijziging van) een toelating in verband met het realiseren van
verblijf geeft de aanbieder het aantal separeerruimten aan.
Toelichting
GGZ aanbieders die zich richten op de behandeling van mensen met psychiatrische cq.
verslavingsproblematiek alsmede opnames op grond van de Wet Bopz verzorgen, kunnen patiënten separeren.
3. Electieve complexe geestelijke gezondheidszorg
GGZ-aanbieders (incl. de verslavingszorg) en zorgverzekeraars/zorgkantoren stemmen
het aanbod van electieve complexe geestelijke gezondheidszorg af.
Toelichting
De aanbieders, zorgkantoren/verzekeraars maken afspraken over voldoende capaciteit
voor electieve complexe geestelijke gezondheidszorg in de regio.
De consequenties van eventuele wijzigingen in het zorgaanbod van één van de zorgaanbieders
in de keten electieve complexe geestelijke gezondheidszorg dienen binnen de keten
te worden opgevangen. Als aan de vraag naar de electieve complexe geestelijke gezondheidszorg
niet wordt voldaan, en het niet mogelijk blijkt voor de verzekeraar die zorg in te
kopen omdat een bepaalde instelling weigert die zorg aan te bieden, kan ik aan de
toelating van de betreffende instelling het voorschrift verbinden dat die instelling
de noodzakelijke zorg aanbiedt. Indien sprake zou zijn van het niet nakomen van de
in de toelating opgenomen voorschriften, biedt de wet de mogelijkheid van bestuursdwang en, indien nodig, de mogelijkheid om de toelating
in te trekken.
In het geval dat een verzekeraar een nieuwe aanbieder voorstelt voor deze zorg, dan
zal de nieuwe aanbieder moeten afstemmen met zorgaanbieders in de keten van deze zorg.
Hierbij zal de doelmatigheid moeten worden aangetoond en de kwaliteit moeten worden
gewaarborgd.
4. Boekwaardecriterium
Op het moment van afstoten van een gebouw dient de boekwaarde in beginsel niet hoger
te zijn dan 7,5% van de investeringskosten van het vervangende bouwinitiatief, berekend
op basis van de (voorheen) in het Besluit bouwmaatstaven WZV vastgestelde normen.
Het boekverlies op de afschrijving van kapitaalinvesteringen (de som van de boekwaarde
minus de opbrengsten van de verkoop) dient op het moment van afstoten bij voorkeur
nihil te zijn, doch kan in uitzonderlijke situaties maximaal 4% bedragen van de investeringskosten
van het vervangende nieuwbouwinitiatief, eveneens berekend op basis van de (voorheen)
in het Besluit bouwmaatstaven WZV vastgestelde normen.
Toelichting
Bij de beoordeling of een gebouw waarvan de kapitaallasten worden nagecalculeerd in
de tarieven, kan worden vervangen, wordt een boekwaardecriterium gehanteerd. Hiermee
wordt kapitaalvernietiging voorkomen: het is niet wenselijk dat gebouwen worden afgestoten
met een te hoge boekwaarde. In algemene zin is binnen tien jaar na ingebruikname of
renovatie van een ziekenhuis geen behoefte aan bouw tenzij het bouwinitiatief noodzakelijk
is vanwege ingrijpende functiewijzigingen of in geval van noodsituaties. Renovatie
van een psychiatrische voorziening is in het algemeen twintig jaar na ingebruikname
nodig. In de laatste vijf jaar vóór het buiten gebruik stellen van een gebouw zijn
investeringen (behoudens in geval van onontkoombaar onderhoud of calamiteiten) niet
toegestaan.
Het monitoronderzoek uit 2004 heeft uitgewezen dat 24-uur verblijfsvoorzieningen in
de ggz tekortkomingen vertonen. Hierbij bleek dat ook nieuwere voorzieningen niet
aan de huidige eisen voldoen. Het opheffen van deze tekortkomingen moet ook in nieuwere
voorzieningen kunnen worden toegestaan.
5. Prioriteitscriteria
Bij de beoordeling van aanvragen om (wijziging van) een toelating met bouw worden,
in het geval er meer aanvragen zijn dan er budgettaire ruimte beschikbaar is, de volgende
prioriteitscriteria toegepast in volgorde van weging:
-
1. Initiatieven waarvoor onder de WZV een verklaring met uitstelpassage is afgegeven hebben voorrang boven initiatieven
waarvoor een toelating is aangevraagd.
-
2. Initiatieven die tot verbetering leiden van 24 uur verblijfsvoorzieningen hebben voorrang
boven initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
3. Initiatieven die bijdragen aan een betere spreiding en bereikbaarheid van de acute
zorg hebben voorrang boven initiatieven waarbij de huidige spreiding en bereikbaarheid
wordt geborgd, c.q. initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
4. Initiatieven die bijdragen aan een betere spreiding en bereikbaarheid van de basiszorg
hebben voorrang boven initiatieven waarbij de huidige spreiding en bereikbaarheid
wordt geborgd, c.q. initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
5. Initiatieven die bijdragen aan de verschuiving van klinische zorg naar ambulante zorg,
hebben voorrang boven initiatieven waarbij dit niet het geval is.
-
6. Initiatieven die tot verbetering leiden van het langdurig verblijf in een beschermende
of beveiligde setting hebben voorrang boven initiatieven waarbij dit niet het geval
is.