8. Inkoop van eigen aandelen
[Regeling vervallen per 01-01-2009 met terugwerkende kracht tot en met 12-12-2008]
De fiscale verwerking van de inkoop van aandelen bij een beleggingsinstelling is ingewikkeld.
In het bijzonder de gevolgen van de inkoop voor de berekening van de herbeleggingsreserve
en de samenstelling van het vermogen aan het einde van het desbetreffende jaar leveren
soms problemen op. De boekhoudkundige verwerking van een inkoop van aandelen bij een
beleggingsinstelling kan het beste aan de hand van een voorbeeld worden verduidelijkt.
Voorbeeld
Het vermogen van X NV (lichaam met status van beleggingsinstelling) bestaat bij het
begin van het jaar uitsluitend uit aandelenkapitaal van 100 en een herbeleggingsreserve
van 50. In het jaar ontstaat geen wijziging in het gestort kapitaal. Tot 1 juli wordt
een direct beleggingsresultaat behaald van 20. Daarnaast realiseert X NV in het eerste
halfjaar koerswinsten van 60. Op 1 juli wordt 20% van de aandelen ingekocht voor een
bedrag van 46. X NV merkt de inkoop aan als een inkoop als bedoeld in artikel 3, eerste
lid, onderdeel a, Wet DB. De inkoop wordt gefinancierd met de directe beleggingsopbrengst
van 20 en met de verkoop van beleggingen voor 26. In het tweede halfjaar worden geen
resultaten behaald.
Uitwerking
Gezien het directe beleggingsresultaat en de koerswinsten bedraagt het vermogen direct
voorafgaande aan de inkoop per 1 juli: 230 (150+20+60). De inkoop wordt gefinancierd
door verkoop van beleggingen voor 26. In het tweede halfjaar worden verder geen resultaten
behaald. De waarde van de nog aanwezige beleggingen ultimo van het jaar bedraagt dan
184 (150+60-26). Ook het vermogen per 31 december beloopt 184.
Als gevolg van artikel 4, tweede lid, BBl wordt het saldo van koerswinsten en verliezen
van 60 toegevoegd aan de herbeleggingsreserve. Daarbij moet rekening worden gehouden
met het aan de herbeleggingsreserve gestelde plafond in artikel 4, vijfde lid, BBl.
Uit deze bepaling blijkt dat de herbeleggingsreserve wordt vastgesteld nadat de verplichte
uitdeling van winst is bepaald. Bij de bepaling van de uitdelingsverplichting moet
voorts rekening worden gehouden met artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van de Wet
Vpb. Hierin is als voorwaarde opgenomen dat de ter beschikking te stellen winst gelijkelijk
over alle aandelen en bewijzen van deelgerechtigdheid wordt verdeeld.
De vennootschap boekt de inkoopprijs naar evenredigheid af op nominaal kapitaal, herbeleggingsreserve
en direct beleggingsresultaat. Met de ‘ter beschikking te stellen winst’ wordt hier
bedoeld het tot aan het moment van de inkoop behaalde directe beleggingsresultaat
van 20. Aan de ingekochte aandelen kan daarvan 20% (het percentage van de aandelen
dat wordt ingekocht) worden toegerekend. Om een gelijke winstverdeling te realiseren
moet nog 80% van 20, of te wel nog 16, worden uitgedeeld op de niet ingekochte aandelen.
Op 1 juli, na de inkoop, bedraagt de uitdelingsverplichting dus nog 16. Indien in
het tweede halfjaar nog andere directe beleggingsresultaten zouden worden behaald,
hebben deze uiteraard gevolgen voor de uitdelingsverplichting aan het einde van het
jaar.
De herbeleggingsreserve wordt niet hoger vastgesteld dan het vermogen (184) verminderd
met het gestorte kapitaal (80) en verminderd met de over het jaar vast te stellen
uitdelingen van winst (16). Het plafond van de herbeleggingsreserve is dus 88.
De balans per 31 december luidt nu als volgt:
Beleggingen
|
184
|
Aandelenkapitaal
Herbeleggingsreserve
|
80
88
|
|
|
Uitdelingsverplichting
|
16
|
Op de inkoop van aandelen is artikel 3, eerste lid, onderdeel a, Wet DB van toepassing.
Hierin is bepaald dat tot de opbrengst behoort hetgeen wordt uitgekeerd boven het
gestorte kapitaal. Indien de herbeleggingsreserve tussentijds wordt gemuteerd kan
de behaalde koerswinst tot het gestorte kapitaal worden gerekend. Gegeven is dat 20%
van de aandelen wordt ingekocht voor 46. Op de ingekochte aandelen geldt als gestort:
– 20% van het aandelenkapitaal
|
= 20
|
– 20% van de herbeleggingsreserve per 1/1
|
= 10
|
– 20% van de koersresultaten van 60
|
= 12
|
totaal gestort
|
= 42
|
Het dividend bij inkoop beloopt 46 – 42 = 4. De dividendbelasting hierover bedraagt
25% van 4 = 1. Op balansdatum bestaat nog een uitdelingsverplichting van 16. Hierover
is bij uitdeling nog dividendbelasting verschuldigd.