Wet van 2 februari 2006, houdende regels met betrekking tot de veiligheid van voor
het wegverkeer toegankelijke tunnels (Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake
minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PbEU L 167, gerectificeerd
in PbEU L 201), noodzakelijk is regels te stellen voor het bereiken van een minimaal
veiligheidsniveau van tunnels in het trans-Europese wegennet, en dat het wenselijk
is in aanvulling op deze richtlijn regels te stellen ten aanzien van de veiligheid
van deze en andere wegtunnels;
Dat het voorts wenselijk is dat de werkzaamheden van de beoogde Commissie voor de
tunnelveiligheid zich mede uitstrekken tot andere tunnels dan wegtunnels;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: