Wet van 2 februari 2006, houdende regels omtrent meeteenheden en omtrent het in de
handel brengen en het gebruik van meetinstrumenten (Metrologiewet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking
tot meeteenheden en het in de handel brengen en het gebruik van meetinstrumenten op
een aan de eisen van deze tijd aangepaste en overzichtelijke wijze vast te stellen,
daarbij onder meer rekening houdend met de implementatie van EG-regelgeving op het
terrein van de metrologie en in het bijzonder van richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten
(PbEU L 135);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: