Wijzigingsbesluit Vreemdelingenbesluit 2000 (inburgering in buitenland)

[Regeling vervallen per 01-03-2016.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2010.
Geldend van 15-03-2006 t/m 29-02-2016

Besluit van 17 februari 2006 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met inburgering in het buitenland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2005, nr. 5344709/05/6, gedaan mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 16, eerste lid, onder h, en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000;

De Raad van State gehoord (advies van 26 mei 2005, nr. W03.05.0154/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 2 februari 2006, nr. 5400906/06/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-03-2016]

In afwijking van artikel 3.98c, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 worden de resultaten van het basisexamen inburgering, die door middel van het geautomatiseerde systeem, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, als onvoldoende zijn beoordeeld, nogmaals beoordeeld door examinatoren, indien het basisexamen is afgelegd voor een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-03-2016]

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 februari 2006

Beatrix

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie ,

M. C. F. Verdonk

De Minister van Buitenlandse Zaken ,

B. R. Bot

Uitgegeven de zevende maart 2006

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner