1. ARCHIEFSTUKKEN DIE OP GROND VAN ALLE TAKEN GEVORMD KUNNEN WORDEN
|
N.B. Waar in het onderstaande provinciesecretaris is vermeld moet steeds gelezen worden:
griffier tot 12 maart 2003 en provinciesecretaris daarna
|
|
|
|
a. In alle gevallen te bewaren stukken
|
|
|
|
1. Stukken betreffende de voorbereiding, vaststelling en wijziging van het beleid
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld beleidsnotities en -adviezen, voorbereidende rapportages
|
|
|
|
2. Stukken, welke een samenvatting zijn van gegevens, voor zover deze voorkomen in
het archief van het dienstonderdeel, dat in hoofdzaak met de behandeling van de desbetreffende
materie is belast, en met inbegrip van voorstadia die om inhoudelijke of procedurele
redenen belangrijke wijzigingen van de tekst bevatten
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld jaarverslagen, overzichten, evaluatie- en verantwoordingsrapporten en
statistieken
|
|
|
|
3. Stukken die voorschriften inhouden, dan wel de totstandkoming of de wijziging ervan
betreffen voor zover zij voorkomen in het archief van het dienstonderdeel, dat in
hoofdzaak met de behandeling van de desbetreffende materie is belast, en met inbegrip
van voorstadia die om inhoudelijke of procedurele redenen belangrijke wijzigingen
van de tekst bevatten
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld provinciale verordeningen of andere regelingen
|
|
|
|
4. Stukken betreffende belangrijke ingrijpende wijzigingen van de ruimtelijke ordening
en het milieu, met inbegrip van voorstadia die om inhoudelijke of procedurele redenen
belangrijke wijzigingen van de tekst bevatten
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld streekplannen, infrastructuur, ontgrondingen, bodemsaneringsprojecten
|
|
|
|
5. Stukken betreffende door het provinciaal bestuur te verlenen of verleende vergunningen,
ontheffingen en vrijstellingen, alsmede het handhaven, verlengen en niet verlenen
ervan op het gebied van de ruimtelijke ordening en het milieubeheer, uitgezonderd:
|
Blijvend bewaren
|
Zie ook categorie 52; controlerapporten e.d. worden bewaard overeenkomstig de vergunningverlening;
ingevolge de jurisprudentie is de bewaring van dergelijke rapporten absoluut noodzakelijk.
Ook handhaving zonder dat een vergunning is verleend wordt hieronder begrepen. Voorbeelden:
vergunningen tot ontgronding, vervening, ontginning, onttrekking van water aan de
bodem
|
a. de gevallen vermeld onder categorie 52
|
Zie categorie 52
|
|
|
|
|
6. Stukken voorkomend in het archief van een dienstonderdeel of commissie, die een samenvatting geven van
de (her)inrichting en het functioneren van het desbetreffende dienstonderdeel of commissie
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
7. Bescheiden ontstaan als onderdeel van het communicatiebeleid van de provincie,
voorzover deze in belangrijke mate het beeld van de provincie bij de burgers bepalen
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld persberichten, magazines, provinciegidsen, vorm en inhoud van websites
|
|
|
|
8. Stukken betreffende incidentele gevallen, welke aanleiding waren tot het treffen
van regelingen van algemene aard
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
9. Feitelijke gegevens geschikt voor wetenschappelijke bewerking en onderzoek waarvan
mede gezien de wijze van opmaken herhaald gebruik te verwachten is
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld databases met gegevens omtrent natuurbeheer, register van grondwateronttrekking,
bewaking van water- en bodemkwaliteit, ontgrondingen, culturele bestanden als monumenteninventarisaties
etc.
|
|
|
|
10. Stukken betreffende precedent vormende gevallen
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
11. Stukken van bijzonder belang voor de kennis van karakteristieke regionale of provinciale
omstandigheden
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
12. Overige stukken van bijzonder belang in verband met bijzondere gebeurtenissen
|
Blijvend bewaren
|
Hierbij zijn inbegrepen stukken ontstaan bij de afwikkeling van rampen
|
|
|
|
13. Stukken gerelateerd aan personen die op enig gebied van bijzondere betekenis zijn
geweest
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
14. Stukken die door een calamiteit verloren gegane stukken kunnen vervangen
|
Blijvend bewaren
|
Door een calamiteit kunnen stukken op het bewaarniveau verloren zijn gegaan; ongeacht
of dat stukken van een provinciaal of ander overheidsorgaan of een privaatrechtelijke
instelling betreft zal men in overleg met relevante instanties een nieuw bewaarniveau
moeten afspreken. Dit kan ook de archiefbescheiden van een andere zorgdrager betreffen.
|
|
|
|
15. Stukken die in de rest van deze lijst apart als blijvend te bewaren uitzonderingen
zijn vermeld
|
Zie aldaar
|
|
|
|
|
b. Stukken waarvan de inhoud in zijn geheel of in essentie ook elders voorkomt, alwaar
bewaring is voorzien
|
|
|
|
16. Stukken voorkomend in archieven, anders dan het archief beheerd door de provinciesecretaris,
waarvan de tekst, maar niet het ontwikkelingsstadium gelijk is aan stukken, die in
het archief beheerd door de provinciesecretaris voorkomen en aldaar voor langduriger
bewaring in aanmerking komen
|
3 jaar
|
Om het gebruik van deze lijst te vergemakkelijken zijn sommige categorieën die onder
deze omschrijving vallen hieronder nogmaals opgenomen. Het gaat hier om het afstemmen
van de bewaring van inhoudelijk gelijke stukken die in verschillende dienstonderdelen
kunnen voorkomen (vaststellen van het bewaarniveau); vergelijk hoofdstuk I par. 7
|
|
|
|
17. Stukken verband houdende met de ambtsinstructie van de commissaris van de Koning
voorkomende in archieven anders dan die van de commissaris
|
3 jaar
|
|
|
|
|
18. Stukken betreffende/voortvloeiende uit deelneming in respectievelijk advisering
aan besturen, commissies en andere organen waarvan het secretariaat en het archief
elders worden beheerd, uitgezonderd:
|
3 jaar
|
Zie ook categorieën 1–15 en categorie 46; vernietigbaar zijn bijvoorbeeld stukken
afkomstig van het Inter Provinciaal Overleg, die geen deel van een zaak uitmaken
|
a. stukken betreffende deelneming in ruilverkavelingscommissies
|
Zie categorie 94
|
|
|
|
|
19. Geparafeerde of vastgestelde concepten (minuten), indien een afschrift van de
voor langere bewaring in aanmerking komende expeditie wordt bewaard, uitgezonderd:
|
1 jaar
|
|
a. indien de tekst van de expeditie om inhoudelijke of procedurele redenen belangrijke
wijzigingen van de oorspronkelijke tekst bevat
|
Even lang als de overige stukken betreffende de zaak
|
|
|
|
|
20. Concepten voor verwerking tot niet-schriftelijke registratie van gegevens
|
Na verwerking in een niet schriftelijke registratie
|
Bijvoorbeeld ingevulde formulieren
|
|
|
|
21 Overige concepten en kladaantekeningen
|
Na verwerking
|
|
|
|
|
22. Cumulatieve uitdraai van gegevens, op niet-schriftelijke wijze opgeslagen
|
Na vervanging door de volgende uitdraai
|
Bijvoorbeeld kettingformulieren met financiële administratie
|
|
|
|
23. Opgaven:
|
|
|
1. van derden van gegevens, die in het archief op te nemen zijn
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld adreswijzigingen, korte mededelingen
|
2. aan derden van gegevens, die in het archief opgenomen zijn
|
1 jaar
|
|
|
|
|
c. Stukken waarvan de inhoud slechts voor korte tijd informatieve waarde heeft, dan
wel een regelgevend of anderszins juridisch karakter van kortstondige geldigheid
|
|
|
|
24. Stukken, uitsluitend opgemaakt of ontvangen ten behoeve van de samenstelling van
verslagen, adviezen, rapporten, plannen, begrotingen, (web-)publicaties en andere
samenvattende stukken, indien de gegevens daarin zijn opgenomen, uitgezonderd:
|
1 jaar na vaststelling van het samenvattende stuk
|
Voor vernietiging in aanmerking komen bijvoorbeeld gegevens verzameld ten behoeve
van het verplaatsen van bushaltes of het verleggen van busroutes.
|
a. de gegevens omschreven in categorieën 1–15
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
25. Stukken opgemaakt ten behoeve van de routinematige coördinatie van werkzaamheden,
met inbegrip van notulen en verslagen, uitgezonderd:
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg op dagelijks of uitvoerend niveau en andere
min of meer vrijblijvende
|
a. stukken op of hoger dan directie-niveau
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
26. Verkeersgegevens betreffende e-mail-gebruik door ambtenaren
|
Zo lang als nodig is voor het technisch beheer
|
Voor authenticiteits- en integriteitsvragen is het voldoende dat de gegevens in de
zgn. headers van of bij e-mailberichten bewaard blijven; in het algemeen worden de
verkeersgegevens maximaal 1 jaar bewaard
|
|
|
|
27 Verkeersgegevens betreffende internetgebruik door ambtenaren
|
Zo lang als nodig is voor het technisch beheer
|
Voor integriteitsvragen is het voldoende dat de gegevens in de zgn. loggings bewaard
blijven; in het algemeen worden de verkeersgegevens maximaal 1 jaar bewaard
|
|
|
|
28. Stukken betreffende het routinematig postverkeer, alsmede de gegevens over de
kosten daarvan, uitgezonderd:
|
1 jaar
|
Bij voorbeeld geleidebrieven en rappelbrieven, toezending van afschriften en drukwerken
|
a. indien het betreft zaken waarin of waartegen beroep of bezwaar kan worden ingesteld
|
Even lang als de overige stukken betreffende de zaak
|
Zie categorie 14
|
|
|
|
29. Gelijkluidende zienswijzen en bedenkingen, bezwaar- en beroepschriften welke in
één besluit zijn afgehandeld na verwerking in een lijst van geadresseerden, uitgezonderd:
|
3 jaar na eindbeslissing
|
|
a. de lijst, het besluit en één exemplaar van het bezwaarschrift etc., bij voorkeur
dat afkomstig van de vermoedelijke initiatiefnemer
|
Even lang als de overige stukken betreffende de zaak
|
|
|
|
|
30. Stukken betreffende ingetrokken bezwaar- en beroepschriften
|
3 jaar
|
|
|
|
|
31. Zaken van incidenteel belang, die geen doorgang hebben gevonden
|
3 jaar
|
|
|
|
|
32. Stukken betreffende het verkrijgen of verstrekken van eenvoudige inlichtingen
|
1 jaar
|
|
|
|
|
33. Stukken betreffende officiële representatie bij feestelijkheden, ontvangsten en
lidmaatschappen van erecomités e.d., uitgezonderd:
|
1 jaar
|
|
a. indien beleidsaspecten een rol kunnen spelen
|
Blijvend bewaren
|
|
b. die betreffende officiële of ambtshalve bezoeken van leden van het Koninklijk Huis
|
Blijvend bewaren
|
Stukken betreffende niet-officiële bezoeken (bijvoorbeeld doortocht naar Schiphol)
zijn wel vernietigbaar
|
|
|
|
34. Stukken betreffende samenstelling van besturen, commissies en andere organen,
uitgezonderd:
|
1 jaar
|
|
a. benoemingsbesluiten
|
1 jaar na beëindiging van het lidmaatschap
|
|
|
|
|
35. Stukken betreffende aankondiging van vergaderingen, vaststelling van vergaderdata
en reservering van vergaderruimten
|
1 jaar
|
|
|
|
|
36. Presentielijsten van vergaderingen van commissies, werkgroepen enz., uitgezonderd:
|
1 jaar
|
|
a. presentielijsten van provinciale en gedeputeerde staten
|
Zie categorie 59
|
|
|
|
|
37. Stukken betreffende congressen, lezingen, studiereizen, excursies, oefeningen
en opleidingen
|
1 jaar na afloop
|
Indien de provincie een congres etc. zelf organiseert of het onderwerp daartoe aanleiding
geeft bewaren op grond van categorieomschrijvingen 1–15 of vernietigen overeenkomstig
de onderdelen c en d.
|
|
|
|
38. Stukken betreffende het houden van rondleidingen en het verlenen van toegang tot
gebouwen in gebruik bij de provincie, uitgezonderd:
|
1 jaar
|
Betreft musea en kantoorgebouwen
|
a. indien tegen betaling
|
7 jaar
|
|
|
|
|
39. Circulaires, aanschrijvingen en dergelijke afkomstig van de rijksorganen:
|
|
|
1. waarvan de inhoud op de provincie van toepassing is
|
1 jaar na vervallen
|
|
2. waarvan de inhoud op de organen onder toezicht van de provincie van toepassing
is, voorzover deze tot activiteit van de provincie hebben geleid dan wel kunnen leiden
|
1 jaar na vervallen
|
|
3. idem als 2. indien deze niet tot activiteit van de provincie hebben geleid of kunnen
leiden en geen deel uitmaken van een bestaande zaak
|
3 jaar
|
|
|
|
|
40. Overige circulaires en ter kennisneming ingekomen stukken die geen aanleiding
hebben gegeven tot activiteit en die geen deel uitmaken van een bestaande zaak
|
1 jaar, dan wel 1 jaar na vervallen van het belang
|
Hieronder ook verordeningen van organen onder toezicht van de provincie, al dan niet
op grond van een wettelijk voorschrift meegedeeld. Zie ook categorie 98
|
|
|
|
41. Prijscouranten en aanbiedingen, waarvan geen gebruik wordt gemaakt
|
Na afhandeling
|
|
|
|
|
42. Inschrijvingsbiljetten van aanbestedingen en leveringen, inlichtingen omtrent
inschrijvers aan wie het werk/de levering niet is gegund, uitgezonderd:
|
Na voltooiing dan wel levering
|
|
a. die betreffende Europese aanbestedingen inzake water- en energievoorzieningen telecommunicatie
|
4 jaar na gunning
|
Volgens Richtlijn 93/38/EEG/ (Europese) Raad van 14 juni 1993, artikel 41, tweede lid; deze richtlijn worden
uiterlijk in 2005 vervangen door een nieuwe, 2004/17/EG, artikel 50, tweede lid. Deze
heeft dezelfde bewaartermijn
|
|
|
|
43. Stukken betreffende klachten, uitgezonderd:
|
3 jaar
|
|
a. indien de behandeling van de klacht de tot dan toe gevolgde beleidslijn heeft gewijzigd
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
44. Stukken betreffende zaken waarbij de provincie en haar functionarissen niet rechtstreeks
betrokken zijn, maar waarbij hun bemiddeling wordt ingeroepen of hun advies wordt
gevraagd
|
3 jaar
|
Bijvoorbeeld benoeming notarissen en leden van de rechterlijke macht
|
|
|
|
d. Stukken die voor een afzienbare periode bewijskracht hebben
|
|
|
|
45. Ontvangstbewijzen, zoals reçu’s voor aangetekende zendingen
|
3 jaar
|
|
|
|
|
46. Stukken betreffende de met medewerking van de provinciale overheid ingestelde
en/of in stand gehouden instellingen, externe fondsen, commissies, raden e.d., alsmede
organen van gemeenschappelijke regelingen waarvan de provincie deel uitmaakt, uitgezonderd:
|
7 jaar
|
Zie ook categorie 3; Indien het gaat om privaatrechtelijke rechtspersonen, moeten
bij de vernietigingstermijnen de artikelen 10 en 24 van het tweede boek en 17 van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek mede in acht worden genomen
|
a. de stukken inzake de organisatie, regelingen, provinciaal financieel beleid en
provinciale voorschriften
|
Blijvend bewaren
|
|
b. indien de provincie het secretariaat dan wel de administratie van dergelijke instellingen
voert
|
Zie categorieën 1–15
|
Indien de provincie het secretariaat van een gemeenschappelijke regeling niet voert,
is het orgaan van de gemeenschappelijke regeling als overheidsorgaan zelf het bewaarniveau
(zie hoofdstuk I, par. 6) en is deze categorie niet van toepassing.
|
|
|
|
47. Stukken betreffende de bemoeienis met het personeel van de instellingen bedoeld
onder categorie 46, uitgezonderd:
|
7 jaar
|
|
a. indien het rechtspositioneel bij de provincie is ondergebracht
|
Zie categorie 74
|
|
|
|
|
48. Stukken betreffende organen, ingesteld op grond van de wet gemeenschappelijke regelingen, waarin de provincie niet deelneemt, uitgezonderd:
|
7 jaar
|
|
a. regelingen en verordeningen
|
3 jaar na vervallen dan wel 3 jaar na financiële afwikkeling
|
|
b. stukken betreffende financiële aangelegenheden
|
Zie categorie 99
|
|
c. stukken betreffende coördinatie van gemeenschappelijke regelingen
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld indeling samenwerkingsgebieden
|
|
|
|
49. Stukken betreffende administratief beroep bij gedeputeerde staten of de commissaris
van de Koning tegen besluiten van lagere organen, alsmede betreffende voorlopige voorzieningen
daarbij, uitgezonderd:
|
5 jaar na eindbeslissing
|
Aangeraden wordt voor typen zaken die weinig voorkomen een langere termijn aan te
houden.
|
a. precedentvormende gevallen
|
Blijvend bewaren
|
|
b. de stukken bedoeld onder categorie 94
|
Zie categorie 94
|
|
c. stukken betreffende ingetrokken beroepszaken
|
Zie categorie 30
|
|
|
|
|
50. Stukken betreffende de ambtshalve bemiddeling door de provincie in geschillen
van niet-principiële aard tussen derden
|
7 jaar na eindbeslissing
|
|
|
|
|
51. Stukken betreffende verzoeken om door het provinciaal bestuur te verlenen vergunning
of ontheffing, die ten onrechte zijn aangevraagd, die niet in behandeling zijn genomen,
of die, voordat een beslissing is genomen, worden ingetrokken
|
3 jaar
|
Zie ook categorie 11
|
|
|
|
52. Stukken betreffende door het provinciaal bestuur te verlenen of verleende vergunningen,
ontheffingen en vrijstellingen, alsmede het handhaven, verlengen en niet verlenen
ervan, vergunningen op grond van wettelijke voorschriften op het gebied van het milieubeheer
zonder blijvende materiële of maatschappelijke gevolgen, uitgezonderd:
|
3 jaar na afloop van de geldigheid of 3 jaar na eindbeslissing
|
Zie ook categorieën 1–15, in het bijzonder 5. Wel vernietigd mogen worden bijvoorbeeld
vergunningen voor vervoer van radioactieve stoffen, voor brandmelders voorzien van
radioactieve isotopen en dergelijke
|
a. vergunningen vermeld onder de categorieën 61, 82, 97 en 98
|
Zie categorieën 61, 82, 97 en 98
|
|
b. samenvattende stukken en precedentvormende gevallen
|
Blijvend bewaren
|
|
c. stukken bedoeld onder categorie 5
|
Zie categorie 5
|
|
|
|
|
53. Stukken betreffende verzekerings-overeenkomsten uitgezonderd:
|
1 jaar na vervallen van het belang
|
|
a. polissen, die objecten van kunst of wetenschap betreffen
|
Blijvend bewaren
|
De uitzondering is met name voor provinciale musea van belang
|
b. overige polissen
|
7 jaar na vervallen
|
|
|
|
|
54. Stukken betreffende schadeclaims, zowel ten last als ten gunste van de provincie
|
7 jaar na afwikkeling
|
|
|
|
|
55. Stukken betreffende de beschikbaarstelling van gelden of kredieten op grond van
door het bevoegd gezag gemaakte regelingen of uit daartoe beschikbaar gestelde fondsen,
of in incidentele gevallen van niet-principiële aard, uitgezonderd:
|
10 jaar na laatste individuele steunverlening
|
Samenvattende stukken en precedentvormende gevallen worden bewaard op grond van categorieomschrijving
n2. De bewaartermijn is twee zittingsperioden van de staten. Het betreft bijvoorbeeld
studiefondsen, uitvoering van subsidie- en schaderegelingen. Hieronder valt ook de
toepassing van Europese zgn. de-minimissteun, volgens Verordening (EG) 69/2001 van de commissie van 12 januari 2001, PB L 10/30, artikel 3, derde lid. De provinciale
regeling wordt bewaard op grond van categorie 2
|
a. bij niet-toekenning
|
3 jaar
|
Vergelijk categorie 11
|
|
|
|
2. ARCHIEFSTUKKEN, DIE SLECHTS OP GROND VAN EEN BEPAALDE TAAK GEVORMD WORDEN
|
|
|
|
2.1. –3.07 ORGANISME VAN DE PROVINCIE
|
N.B. Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moeten steeds de categorieomschrijvingen
1–15 in acht worden genomen.
|
|
|
|
a. (–3.07.35) Eigendommen, financiën en hulpmiddelen
|
|
|
|
56. Stukken betreffende de aankoop, de verkoop, de ruiling van gronden en opstallen
of de vestiging van een zakelijk recht op gronden uitgezonderd:
|
30 jaar
|
|
a. overeenkomsten en afstandsverklaringen
|
Blijvend bewaren
|
|
b. besluiten met bijlagen
|
Blijvend bewaren
|
|
c. bezwaarschriften
|
Blijvend bewaren
|
|
d. onteigeningsstukken
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
57. Stukken betreffende stichting, aanleg, verbetering, restauratie, wijziging en
regeling van de bestemming van en bijkomende voorzieningen aan gebouwen, terreinen,
installaties, apparatuur en machines, uitgezonderd:
|
10 jaar
|
|
a. beleidsbepalende stukken
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld bestekken met bijbehorende tekeningen, akten van aanbesteding; zie ook
categorie 42
|
b. staten van meer- en minderwerk
|
10 jaar; indien het het uit te voeren werk wezenlijk beïnvloedt:
blijvend bewaren
|
|
c. opzichtersdagboeken
|
Blijvend bewaren
|
|
d. voorzieningen welke het architectonische voorkomen van het gebouw niet beïnvloeden
|
1 jaar na goedkeuring van de rekening, mits de garantietermijn is verstreken, dan
wel eventuele voorwaarden zijn vervallen
|
|
|
|
|
58. Stukken betreffende:
|
|
|
1. vergoedingen bij verkrijging van eigendommen wegens reeds betaalde belasting of
belastingschade
|
10 jaar
|
|
2. andere vergoedingen zoals: huurdersvergoeding, rentevergoeding, vergoeding verhuiskosten
|
7 jaar
|
|
|
|
|
59. Stukken betreffende eigendom en eigendomstransacties van duurzame zaken, uitgezonderd:
|
Blijvend bewaren
|
|
a. aanbieding van kunst- en museumobjecten waarop niet is ingegaan
|
10 jaar na beslissing
|
|
b. overige eigendomstransacties welke geen doorgang hebben gevonden
|
3 jaar na beslissing
|
|
|
|
|
60. Stukken betreffende het in gebruik geven, nemen, (ver)huren of (ver)pachten van
eigendommen: uitgezonderd
|
7 jaar na afloop van het contract
|
Wanneer met een huurder of pachter na afloop een nieuw contract wordt aangegaan, is
het verstandig het voorgaande contract, alsmede andere stukken, die bij de totstandkoming
ervan hebben gediend, te bewaren tot na afloop van het laatste contract. De pachtovereenkomst,
welke geldt voor een duur van ten minste twaalf jaren voor los land, wordt telkens
van rechtswege met zes jaren verlengd (artikel 36, lid 1 van de Pachtwet).
|
a. indien de in categorieomschrijving 56 bedoelde stukken verloren zijn gegaan en
de hier bedoelde stukken kunnen strekken tot vervanging daarvan
|
Zie categorie 56
|
b. bruikleen van kunst- en museumobjecten:
|
|
|
1. indien wel bruikleen heeft plaatsgehad
|
Blijvend bewaren
|
|
2. bij niet doorgaan
|
10 jaar
|
|
|
|
|
61. Stukken betreffende het verlenen of weigeren van toestemming tot het maken van
fotografische of andere bewegende of niet-bewegende afbeeldingen van objecten van
cultuur en wetenschap en tot het gebruik van afbeeldingen en teksten voor publicaties
ongeacht de aard van die publicaties, uitgezonderd:
|
10 jaar
|
Deze termijnen zijn langer dan die in categorie 31, omdat de publicaties tot lang
na de al dan niet verleende toestemming kunnen plaatsvinden.
|
|
|
|
62. Stukken betreffende de financiële administratie, uitgezonderd:
|
7 jaar
|
|
a. stukken betreffende door de provincie verschuldigde belasting
|
7 jaar
|
Deze kunnen deel uitmaken van de bijlagen tot de rekening, vergelijk categorie 75
|
b. de begroting, alsmede begrotingswijzigingen en de daarbij overgelegde staten, overzichten
en toelichtingen
|
Blijvend bewaren
|
|
c. de rekening en de daarbij overgelegde staten, overzichten en toelichtingen
|
Blijvend bewaren
|
|
d. de grootboeken van inkomsten en uitgaven, mits zij niet uitsluitend gegevens in
cijfers bevatten
|
Blijvend bewaren
|
Deze worden bewaard om te kunnen zien of in dossiers genoemde beslissingen werkelijk
zijn uitgevoerd.
|
e. financiële bewijsstukken van aanschaf van kunst- en museumobjecten, indien deze
niet elders in het archief worden aangetroffen
|
Blijvend bewaren
|
|
f. de in dit hoofdstuk afzonderlijk vermelde categorieën
|
Zie aldaar
|
|
|
|
|
63. Stukken betreffende het leveren, verlenen en betalen van goederen en diensten
door of aan de provincie van routinematige aard:
|
|
|
1. indien zij wel deel uitmaken van de bijlagen tot de rekening
|
Zie categorie 62
|
|
2. indien zij geen deel uitmaken van de bijlagen tot de rekening
|
1 jaar, mits de garantietermijn is verstreken, dan wel eventuele voorwaarden zijn
vervallen
|
|
|
|
|
64. Stukken betreffende controle van comptabele functionarissen
|
7 jaar
|
|
|
|
|
65. Stukken betreffende belegging van gelden
|
7 jaar
|
|
|
|
|
66. Stukken betreffende kasgeldleningen
|
7 jaar na aflossing
|
|
|
|
|
67. Stukken betreffende vaste geldleningen:
|
|
|
1. betaling van rente en aflossingen
|
7 jaar
|
|
2. overeenkomsten
|
7 jaar na aflossing
|
|
|
|
|
68. Stukken betreffende waarborgen van renten en aflossingen van geldleningen
|
7 jaar na vervallen
|
Ten aanzien van bijvoorbeeld gesubsidieerde instellingen kunnen beleidsaspecten aan
de orde zijn; in dat geval worden de stukken bewaard op grond van de categorieomschrijvingen
1–15
|
|
|
|
69. Stukken betreffende rekening-, dag- en kasgeldovereenkomsten met postcheque- en
girodienst en bankinstellingen, uitgezonderd:
|
7 jaar
|
|
a. overeenkomsten
|
7 jaar, mits 1 jaar na beëindiging
|
|
|
|
|
70. Stukken betreffende registratie van ingekomen, interne en uitgaande post, daaronder
begrepen drukwerken, om advies verzonden stukken, voortgangs- en afdoeningscontrole
enz., uitgezonderd:
|
1 jaar
|
|
a. bescheiden, noodzakelijk voor het bepalen van de authenticiteit, de volledigheid,
de context alsmede voor het beheer van permanent te bewaren archiefbescheiden
|
Blijvend bewaren
|
|
b. bescheiden, noodzakelijk voor het bepalen van de authenticiteit, de volledigheid,
de context alsmede voor het beheer van op termijn te vernietigen archiefbescheiden
|
Even lang als de overige stukken betreffende de zaak
|
|
c. de agenda (inschrijfregister) of de daarvoor in de plaats tredende registratievorm
|
Na definitieve inventarisatie van het statisch geworden archief
|
Zolang de agenda als neveningang op het archief dienst kan doen, moet zij derhalve
worden bewaard
|
|
|
|
b. (–3.07.51) Organen, verkiezingen
|
N.B. Zie voor stukken betreffende individuele leden van provinciale en gedeputeerde
staten in hoofdstuk 2.2
|
|
|
|
71. Stukken betreffende verkiezingen van leden van de provinciale staten, uitgezonderd:
|
1 jaar na afloop van de zittingsperiode
|
|
a. uittreksel uit het geboorteregister en lijst van maatschappelijke functies uit
de geloofsbrieven van leden van de provinciale staten
|
Blijvend bewaren
|
|
b. overige stukken uit de geloofsbrieven
|
1 jaar na beëindiging van lidmaatschap van de staten
|
|
c. processen-verbaal van het Centraal stembureau en, indien van toepassing, van de
hoofdstembureaus voor de verkiezingen van de provinciale staten
|
Blijvend bewaren
|
De Kieswet stelt slechts vernietiging processen-verbaal van de stembureaus facultatief (Artikel M 7, tweede lid, na wetswijziging per 1 november 1989, O 5, tweede lid). Ook bij de gemeenten, die de organisatie van de verkiezingen als taak hebben worden
deze bewaard; hier wordt echter in bewaring voorzien omdat het de organisatie van
het provinciaal bestuur betreft
|
|
|
|
72. Presentielijsten van vergaderingen van provinciale en gedeputeerde staten
|
1 jaar na afloop van de zittingsperiode
|
|
|
|
|
2.2. –3.08 PERSONEEL
|
N.B. Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moeten steeds de categorieomschrijvingen
n1–n15 in acht worden genomen.
Dit hoofdstuk is mede van toepassing op individuele leden van provinciale en gedeputeerde
staten.
|
|
|
|
73. Stukken betreffende tijdelijk personeel, aan wie geen pensioenrechten toekomen
|
7 jaar
|
|
|
|
|
74. Stukken betreffende de rechtspositie, de functievervulling en het gedrag van andere
individuele personeelsleden en hun gezinsleden, uitgezonderd:
|
10 jaar na vertrek uit dienst
|
Hieronder te begrijpen zowel de in de zogenaamde personeelsdossiers als elders opgenomen
stukken (bijvoorbeeld aanmeldingsformulier IZR). Vergelijk verder categorie 78.
|
a. Stukken betreffende ambtenaren die mogelijk met gevaarlijke stoffen of arbeidsomstandigheden
in aanraking zijn gekomen
|
110 jaar na geboortedatum
|
Te bepalen in overleg met de afdelingen personeelszaken; te denken is aan kantonniers,
technische dienst, bedrijfsbrandweer, milieu-inspecteurs
|
b. stukken betreffende ambtenaren, die vóór 12 maart 2003 door provinciale staten
zijn benoemd, diensthoofden en overige ambtenaren, die een bijzondere of belangrijke
invloed hebben gehad op het beleid, dan wel anderszins op enig gebied van bijzondere
betekenis zijn geweest, indien deze stukken daadwerkelijk licht werpen op die invloed
en/of betekenis van de individuele ambtenaar
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
75. Salarisadministratie
|
7 jaar
|
Hierbij inbegrepen de gegevens over in te houden belasting; vgl. categorie 62, sub
a. samenvattende gegevens over langere perioden worden bewaard op grond van de categorieomschrijvingen
1–15
|
|
|
|
76. Rapporten van psychologische onderzoeken
|
1 jaar
|
|
|
|
|
77. Sollicitatiestukken van niet-benoemden
|
Na indiensttreding van de wel benoemde
|
|
|
|
|
78. Overige stukken van en betreffende individuele personeelsleden en hun gezinsleden:
|
|
|
1. indien deze financiële gevolgen hebben gehad
|
7 jaar
|
Bijvoorbeeld onkostenvergoedingen, buitengewoon verlof.
|
2. indien deze geen financiële gevolgen hebben gehad
|
1 jaar
|
Bijvoorbeeld gewoon verlof, gelukwensen.
Grote delen vallen onder de algemene categorieën 16–55; alleen samenvattingen in het
jaarverslag enz. blijven bewaard
|
|
|
|
2.3. TAKEN VAN DE ORGANEN, BELANGENBEHARTIGING
|
N.B. 1. Bij de beslissing tot bewaren of vernietigen moeten steeds de categorieomschrijvingen
1–15 in acht worden genomen.
N.B. 2. Op de hieronder niet genoemde taken zijn uitsluitend de categorieomschrijvingen
1–55 van toepassing.
|
|
|
|
–1.71 Belastingen
|
|
|
|
79. Stukken betreffende inning en invordering van provinciale belastingen met inbegrip
van de kohieren
|
5 jaar dan wel 5 jaar na eindbeslissing
|
De termijn staat in artikel 27 van de Invorderingswet 1990. Financieel beleid inzake belastingheffing wordt bewaard op grond van de categorieomschrijvingen
1–15
|
|
|
|
80. Stukken betreffende niet-provinciale belastingen, uitgezonderd:
|
1 jaar
|
|
a. regelingen voor gemeentelijke en waterschapsbelastingen
|
Zie categorie 99
|
|
|
|
|
–1.73 Ruimtelijke ordening
|
|
|
|
81. Stukken betreffende ruimtelijke ordening die betrekking hebben op aangrenzende
gebieden, zowel in andere provincies als in het buitenland
|
3 jaar na vervallen
|
Zie voor aangelegenheden binnen de eigen provincie categorie 98 en nabij de rijksgrens
categorie 97
|
|
|
|
82. Stukken betreffende vergunningen voor het bewonen van woonwagens, met inbegrip
van stukken betreffende geweigerde vergunningen
|
110 jaar na geboortedatum van de aanvrager
|
De vergunningen zijn persoons-gebonden; gemeentebesturen grijpen terug op door de
provincie in het verleden verleende vergunningen, hoewel deze zijn vervallen; zie
voor stukken betreffende vergunningen voor het bewonen van woonschepen categorie 51
en 52
|
|
|
|
–1.75 Openbare orde
|
|
|
|
83. Stukken betreffende strandingen, aangespoelde en geborgen strandgoederen, alsmede
verkoop of afgifte daarvan
|
7 jaar
|
De commissaris van de Koning bemiddelt ten aanzien van consuls van buitenlandse mogendheden
|
|
|
|
1.78 Openbare veiligheid
|
|
|
|
84. Stukken betreffende vervoer van gevaarlijke stoffen, uitgezonderd:
|
3 jaar
|
|
a. stukken vallende onder categorie 52
|
Zie categorie 52
|
|
|
|
|
–1.79, –1.81 Waterstaat, verkeer en vervoer
|
N.B. Zie ook categorie 98
|
|
|
|
85. Stukken betreffende onderhoud, controle van en (her)schouw over werken, wegen,
paden, installaties, waterkeringen, waterovergangen, watergangen en gebouwen al of
niet in beheer van de provincie
|
Na het volgende onderhoud, controle of schouw
|
Zie ook categorie 63
|
|
|
|
86. Stukken betreffende door de provincie ondernomen stichting, aanleg, verbetering,
restauratie, wijziging en regeling van de bestemming van en bijkomende voorzieningen
aan werken, wegen, paden, installaties, apparatuur en machines, waterkeringen, waterovergangen
en watergangen, uitgezonderd:
|
10 jaar
|
Zie voor kleinere voorzieningen categorie 63
|
a. beleidsbepalende stukken
|
Blijvend bewaren
|
Bijvoorbeeld bestekken met bijbehorende tekeningen, processen-verbaal van aanbesteding,
staten van meer- en minderwerk; zie ook categorie 42
|
b. opzichtersdagboeken
|
Blijvend bewaren
|
|
c. kleinere voorzieningen aan de verlichting van provinciale wegen, bewegwijzering,
markering
|
1 jaar na goedkeuring van de rekening, mits de garantietermijn is verstreken, dan
wel eventuele voorwaarden zijn vervallen
|
|
|
|
|
87. Stukken betreffende de regeling en de uitvoering van de dijkbewaking
|
3 jaar dan wel 3 jaar na vervallen
|
|
|
|
|
88. Stukken betreffende de uitvoering van de Wet Uitkeringen Wegen, met inbegrip van
afschrijving in annuïteiten
|
7 jaar na vervallen, mits 1 jaar na goedkeuring rekening
|
De WUW is in 1992 vervallen.
|
|
|
|
89. Stukken betreffende verkeersmaatregelen daarbij inbegrepen het aanbrengen van
borden en markeringen
|
3 jaar na vervallen
|
|
|
|
|
90. Stukken betreffende dienstregelingen en tarieven van openbare middelen van vervoer
alsmede verzekering van passagiers
|
3 jaar
|
|
|
|
|
91. Stukken betreffende opruiming van gezonken vaartuigen in vaarwegen
|
7 jaar na volledige opruiming
|
|
|
|
|
92. Scheepsjournalen van provinciale vaartuigen
|
7 jaar
|
|
|
|
|
93. Stukken betreffende tijdelijke stremming van vaarwegen
|
1 jaar na opheffing stremming
|
|
|
|
|
–1.82 Economische aangelegenheden
|
|
|
|
94. Stukken betreffende dan wel voortvloeiende uit deelneming in ruilverkavelings-
en landinrichtingscommissies, uitgezonderd:
|
7 jaar na uitvoering
|
|
a. plan van wegen, waterlopen en kaden met de daartoe behorende kunstwerken, landschapsplan
en het besluit betreffende eigendom, beheer en onderhoud van de openbare wegen, waterlopen,
kaden en kunstwerken (op grond van de Ruilverkavelingswet 1954)
|
Blijvend bewaren
|
|
b. het landinrichtingsplan of landinrichtingsprogramma en het begrenzingenplan (op
grond van de Landinrichtingswet 1985)
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
|
95. Stukken betreffende toekenning van premie ingevolge investeringspremieregelingen
|
10 jaar na laatste uitbetaling
|
Ter verklaring van de langere termijn is aangehaald de RSV-enquête; termijn komt overeen
met die in de voorwaarden voor Europese subsidies
|
|
|
|
–1.84 Maatschappelijk zorg
|
|
|
|
96. Psychiatrische patiëntendossiers, uitgezonderd:
|
110 jaar na geboortedatum
|
Deze termijn is gebaseerd op relevante wetgeving betreffende de gezondheidszorg; zie
ook Hoofdstuk I par. 4 en 5
|
a. een statistisch valide steekproef van 10%
|
Blijvend bewaren
|
|
|
|
– 1.88 Buitenlandse betrekkingen
|
|
|
|
97. Stukken betreffende vergunningen tot het bouwen nabij de rijksgrens
|
15 jaar
|
|