Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
Gemandateerd zijn de hieronder beschreven bevoegdheden. De bevoegdheden die niet beschreven
zijn, zijn voorbehouden aan de directeur P&O.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
De in bijlage 1 bij dit besluit genoemde functionarissen zijn binnen de grenzen van het departementale
personeelsbeleid gemachtigd tot het behandelen en afdoen van personeelsaangelegenheden
hun directie of dienst en de daaronder ressorterende diensten en instellingen betreffende,
zoals aangegeven in bijlage 2 bij dit besluit.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
De in artikel 2 bedoelde functionarissen kunnen bepalen dat personeelsaangelegenheden als bedoeld
in artikel 2 onder hun verantwoordelijkheid zullen worden behandeld en afgedaan door functionarissen
die nader door hen worden aangewezen nadat voor deze aanwijzing de instemming van
de directeur Personeel en Organisatie is verkregen.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
Bij het behandelen en afdoen van personeelsaangelegenheden als bedoeld in artikel 2 worden – onverminderd het bepaalde in algemeen verbindende voorschriften en regelingen,
richtlijnen en aanwijzingen die van algemene strekking zijn voor personen werkzaam
in de rijksdienst – de door of namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
gegeven richtlijnen in acht genomen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
-
1 De ondertekening van stukken betrekking hebbende op het behandelen en afdoen van personeelsaangelegenheden
als bedoeld in artikel 2 luidt:
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
voor deze:
DE DIRECTEUR…..
-
2 In de gevallen als bedoeld in artikel 3 luidt de ondertekening als aangegeven in het eerste lid onder de toevoeging van het
woord: loco.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
voor deze:
DE DIRECTEUR…..
loco
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
De in artikel 2 bedoelde functionarissen rapporteren periodiek aan de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit over het door hen gevoerde personeelsbeleid, in overeenstemming
met de ter zake van deze verslaglegging door of namens de Minister gegeven richtlijnen.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
Door of namens de in artikel 2 bedoelde functionarissen worden met betrekking tot personeelsaangelegenheden als
bedoeld in dat artikel aan de directeur Personeel en Organisatie alle gegevens verstrekt
die deze nodig acht voor de uitoefening van zijn functie.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2006. Hiermee vervallen de besluiten van 1 november
1991 (P91-12140), 1 december 1996 (P&O 96.6373) en 1 december 1996 (P&O 96.6374).
Hiermee vervalt ook de basis voor eventueel verstrekte ondermandaten en alle overige
verstrekte personeelsmandaten die gebaseerd zijn op een ander besluit dan dit besluit.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Mandaatbesluit personele aangelegenheden LNV’.
Bijlage 2
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
0.1. De bevoegdheden die zijn toegekend volgens dit mandaat en de uitoefening daarvan
binnen de overige richtlijnen en aanwijzingen uitgevaardigd door de directie Personeel
en Organisatie, zullen jaarlijks worden gemonitord.
0.2. De gemandateerde oefent de bevoegdheid niet uit, indien de aard of de inhoud
van een besluit een zodanig gewicht heeft dat het door de mandaatgever behoort te
worden afgedaan.
0.3. De gemandateerde oefent de gemandateerde bevoegdheid niet uit indien de betrokken
personeelsaangelegenheid ook of uitsluitend hem zelf betreft.
1. Werving en selectie
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
1.1. Het werven en selecteren van interne en externe sollicitanten voor de vervulling
van vacatures.
2. Aanstelling, indienstneming en benoemingen
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
2.1. Het aanstellen in tijdelijke en vaste dienst van medewerkers, voor zover het
betreft functies waaraan een bezoldigingsniveau is verbonden tot salarisschaal 15
van het BBRA 1984 en uitgezonderd MT-leden. Beoogde MT-leden worden na voordracht van de gemandateerde
aangesteld en/of benoemd door de Secretaris-Generaal.
Onder MT lid wordt verstaan lid van een centraal of landelijk management team.
2.2. Het inschakelen van uitzendkrachten.
2.3. Het in dienst nemen van personeel in het kader van werkgelegenheidsverruimende
maatregelen.
2.4. Het behandelen van aangelegenheden met betrekking tot stagiairs.
2.5. Het afnemen van de eed of de belofte zoals bedoeld in artikel 51 ARAR.
3. Functie en Formatie
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
3.1. Het, met inachtneming van het bepaalde ten aanzien van functiewaardering, vaststellen
van het formatieplan.
3.2. Het vaststellen van de functiewaardering tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984, voor zover het gaat om functies niet behorende tot het managementteam. De directie
Personeel en Organisatie kan de functiewaardering toetsen en daarover bindend advies
uitbrengen.
3.3. Het behandelen van de bedenkingen op grond van de Regeling bezwarenprocedure functiewaardering tot schaal 15, met uitzondering van de functies behorende tot het managementteam.
4. Opdragen van functies en verplaatsingen
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
4.1. Het – al dan niet op verzoek van de betrokkene – opdragen van een (andere) functie,
uitgezonderd MT-leden.
4.2. Het – al dan niet op verzoek van de betrokkene – verplaatsen van personeelsleden,
uitgezonderd MT-leden.
5. Bezoldiging c.a.
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
5.1. Het toekennen van de salarisschaal aan personeelsleden in tijdelijke en vaste
dienst tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984, uitgezonderd MT-leden.
5.2. Het al dan niet toekennen van een salarisverhoging als bedoeld in artikel 7 van het BBRA 1984, aan personeelsleden bezoldigd tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984.
5.3. Het al dan niet toekennen van een salarisverhoging als bedoeld in artikel 8, van het BBRA 1984, aan personeelsleden bezoldigd tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984.
5.4. Het toekennen van een eenmalige of periodieke toeslag als bedoeld in artikel 22a van het BBRA 1984 ‘bij wijze van functioneringstoelage’ alsmede ‘bij wijze van gratificatie’, aan personeelsleden
bezoldigd tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984.
5.5. Het toekennen van een toelage in verband met het waarnemen van een hoger gewaardeerde
functie als bedoeld in artikel 14 van het BBRA 1984, aan personeelsleden bezoldigd tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984.
5.6. Het toekennen van een toelage in verband met het werken op ongebruikelijke uren
als bedoeld in artikel 17 van het BBRA 1984 aan personeelsleden bezoldigd tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984, met uitzondering van het vaststellen van een afwijkende dan wel aanvullende regeling
als bedoeld in artikel 17, negende lid van het BBRA 1984.
5.7. Het toekennen van een toelage aan personeelsleden bezoldigd tot salarisschaal
15 van het BBRA 1984 in verband met het werken onder bezwarende omstandigheden als bedoeld in artikel 17b van het BBRA 1984, met uitzondering van:
5.8. Het toekennen van een consignatievergoeding als bedoeld in artikel 18a van het BBRA 1984 aan personeelsleden bezoldigd tot salarisschaal 15 van het BBRA 1984, met uitzondering van:
5.9. Het toekennen van een overwerkvergoeding als bedoeld in artikel 23 van het BBRA 1984, met uitzondering van het vaststellen van een afwijkende dan wel aanvullende regeling
als bedoeld in artikel 23 elfde lid van het BBRA 1984.
5.10. Het beoordelen of zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 14 van het ARAR.
6. Ontslag
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
6.1. Het beëindigen van het dienstverband van in tijdelijke en vaste dienst aangestelde
personen op aanvraag van de betrokkene, tenzij die bevoegdheid is voorbehouden aan
de Kroon.
6.2. Het verlenen van ontslag op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn
arbeid wegens ziekte als bedoeld in artikel 98, eerste lid sub f van het ARAR, tenzij die bevoegdheid is voorbehouden aan de Kroon.
7. Schorsing en ordemaatregelen
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
7.1. Het toepassen van schorsing als ordemaatregel als bedoeld in artikel 91 van het ARAR. Hiervan wordt direct melding gemaakt bij de directie Personeel en Organisatie.
7.2. Het ontzeggen van de toegang en het vaststellen van maatregelen van orde als
bedoeld in artikel 77 van het ARAR.
10. Arbeidsgezondheidskundige begeleiding, rechten en verplichtingen bij ziekte en
arbeidsongeschiktheid
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
10.1. Het uitvoering geven aan arbeidsgezondheidskundige begeleiding op grond van
de bepalingen in hoofdstuk VI van het ARAR en de Arbeidsomstandighedenwet.
11. Vergoedingen en uitkeringen
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
11.1. Het toepassing geven aan de Regeling Telefoonkosten.
11.2. Het schadeloos stellen, vergoeden van kosten of overigens verlenen van een geldelijke
tegemoetkoming als bedoeld in artikel 69, eerste lid van het ARAR tot een bedrag van 1000 euro.
11.3. Het toekennen van vergoedingen en gratificaties als bedoeld in de ‘Regeling
Vergoeding Bedrijfshulpverlening LNV’.
11.4. Het toekennen van een ambtsjubileumgratificatie als bedoeld in artikel 79, eerste lid van het ARAR.
11.5. Het toekennen van een diensttijdgratificatie als bedoeld in artikel 79, tweede lid van het ARAR.
11.6. Het doen uitbetalen van een bedrag overeenkomstig artikel 102, tweede lid van het ARAR (smartengeld bij het overlijden van de ambtenaar).
12. Rechten en verplichtingen bij reorganisaties
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
12.1. Het toepassen van het gestelde in hoofdstuk VII van het ARAR met inachtneming van de bij dit ministerie geldende nadere richtlijnen.
13. Scholingsaangelegenheden
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
13.1. Het uitvoeren van de Scholingsregeling LNV 2000.
13.2. Het opleggen van een verplichting tot het volgen van scholing.
16. Overige rechten en verplichtingen van de ambtenaar
[Regeling vervallen per 01-05-2007]
16.1. Het beoordelen, toelaten of verbieden van nevenwerkzaamheden, zoals bedoeld
in artikel 61 van het ARAR.
16.2. Het verlenen van toestemming tot deelname aan aannemingen en leveringen ten
behoeve van openbare diensten als bedoeld in artikel 62, eerste lid van het ARAR.
16.3. Het nemen van een beslissing inzake het aannemen van giften en geschenken als
bedoeld in artikel 64, eerste lid van het ARAR.
16.4. Het verplichten van de ambtenaar tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van
de door de dienst geleden schade als bedoeld in artikel 66 van het ARAR.
16.5. Het beoordelen of zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 73 van het ARAR.
16.6. Het beoordelen of zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 104a van het ARAR (vermissing van de ambtenaar).