Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2006–2009

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2008 en zichtdatum 01-07-2008.
Geldend van 01-07-2008 t/m 31-12-2009

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies aan de Stichting Nederland Maritiem Land (Tijdelijke subsidieregeling Nederland Maritiem Land 2006–2009)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 2 aanhef, onder a, en 3 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b. de Stichting: de Stichting Nederland Maritiem Land, gevestigd te Rotterdam;

  • c. bestuurs- en bureaukosten: gemaakte en betaalde kosten die betrekking hebben op het functioneren van de organisatie van de Stichting;

  • d. activiteitenkosten: noodzakelijke, rechtstreeks aan een al dan niet thematisch ingedeeld activiteitenplan toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten;

  • e. maritiem cluster: groepering van verwante maritieme sectoren met de corresponderende toeleveranciers die een specifieke sociaal-economische dynamiek teweeg brengen en daarmee bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de Nederlandse bestaansbronnen;

  • f. Maritime Innovation Board: een op te richten college van deskundigen uit de maritieme sector ten behoeve van het stimuleren van de innovatie in de zeescheepvaart.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De Minister verstrekt de Stichting jaarlijks een subsidie om:

  • a. het maritieme cluster in Nederland als ook binnen de Europese Unie te versterken door middel van voorlichting, educatie, bewustwording, samenwerking, netwerkvorming, onderzoek en andere activiteiten die daarmee verband houden of daartoe bevorderlijk zijn;

  • b. de oprichting van de Maritime Innovation Board voor te bereiden, alsmede de inventarisatie van de in de markt levende innovatiebehoeften en overige ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van deze Maritime Innovation Board te verrichten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie voor de gezamenlijke bestuurs-, bureau- en activiteitenkosten ten behoeve van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt per boekjaar ten hoogste € 670.833,–.

  • 2 De subsidie voor de kosten ten behoeve van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt per boekjaar ten hoogste € 345.500,–.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt per kalenderjaar 50% van de totale kosten, met een maximum van € 180.000,– voor de noodzakelijke bestuurs- en bureaukosten en een maximum van € 490.833,– voor de activiteitenkosten.

  • 2 Binnen het in artikel 3, eerste lid, genoemde maximale subsidiebedrag kan de Minister ten behoeve van activiteiten, die rechtstreeks verband houden met lange termijn onderzoek met een precompetitief karakter of die uitstijgen boven het gebied van een thema, een subsidie verlenen tot 100% van de daarmee gepaard gaande bestuurs-, bureau- en activiteitenkosten, met een maximum van € 50.000,– per jaar.

  • 3 De subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt per kalenderjaar van de totale kosten:

    • a. maximaal € 67.000,– voor de inzet van personeel en bureaufaciliteiten van de Stichting voor werkzaamheden van de Maritime Innovation Board;

    • b. maximaal € 50.000,– voor de bezoldiging van de deeltijdvoorzitter van de Maritime Innovation Board, vergaderkosten en andere contante uitgaven inclusief reis- en verblijfskosten;

    • c. maximaal € 183.500,– voor de personeelskosten inclusief alle bijkomende kosten van het bij de Stichting onder te brengen bureau van de Maritime Innovation Board, voor zover deze niet behoren tot de kosten bedoeld, onder a;

    • d. maximaal € 45.000,– voor de inventarisatie van de in de markt levende innovatiebehoeften ten behoeve van de Maritime Innovation Board.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De aanvraag van de subsidie voor het kalenderjaar 2006 dient uiterlijk 1 mei 2006 te zijn ontvangen door de Directeur-Generaal Transport en Luchtvaart.

  • 2 De aanvraag van de subsidie voor de kalenderjaren 2007 t/m 2009 dient

    jaarlijks, uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaand aan het betreffend subsidiejaar, te zijn ontvangen door de Directeur-Generaal Transport en Luchtvaart.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Onder toepassing van artikel 4:50, eerste lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht, kan de Minister de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de Stichting wijzigen indien;

  • a. de Stichting voor de uitoefening van de gesubsidieerde activiteiten tevens geheel of gedeeltelijk financiële bijdragen krijgt van (overheids)instanties, anders dan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken, of anders dan al vermeld in de subsidieaanvraag;

  • b. vermogen is gevormd met de door de subsidie verstrekte gelden; of

  • c. de Stichting wordt ontbonden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De Minister kan de Stichting voorschotten verlenen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 2 De Minister of een door hem aan te wijzen accountant kan een review houden bij de fungerende derdeaccountant ter toetsing van de naleving van het controleprotocol. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Minister, tenzij van onjuistheden blijkt. Indien een review wordt gehouden wordt hierover tevens overleg gevoerd met de Stichting.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De Minister brengt in 2008 een verslag uit over de doeltreffendheid en de effecten van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 2 De Stichting verleent op verzoek van de Minister alle medewerking, nodig voor de opstelling van het verslag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De subsidies die voor 2003, 2004 en 2005 zijn verleend, op grond van de inmiddels vervallen Tijdelijke Subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land, bij beschikking nr. DGG/T&I/TZ-03/0022625, van 24 april 2003, berusten na de inwerkingtreding van deze regeling op artikel 2.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2006–2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Bijlage , als bedoeld in artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Model Controleprotocol Subsidies

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit controleprotocol heeft betrekking op de bijdrage die door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt verstrekt aan de Stichting Nederland Maritiem Land zoals geregeld in artikel 2 van de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2006–2009.

Naast de begrippen, genoemd in artikel 1, van de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2006–2009 zijn de volgende begrippen zijn van toepassing:

  • derde accountant: de externe accountant van de subsidie-ontvanger;

  • de beschikking: de beschikking tot subsidieverlening.

De volgende regelgeving en overige van belang zijnde stukken zijn van toepassing:

het Plan van Aanpak 2006–2009 versie 151105 zoals ingebracht in het bestuurlijk overleg van 9 december 2005;

het Projectbudget 2006 versie februari 2006 en de voor de jaren 2007 tot en met 2009 jaarlijks in te dienen projectbudgetten;

– alle overige van toepassing zijnde correspondentie.

Dit controleprotocol is een nadere uitwerking van artikel 9 van de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2006–2009.

In dit controleprotocol wordt uiteengezet welke algemene uitgangspunten en specifieke vereisten gelden bij de controle door de derde accountant ten behoeve van de onder 1.1. bedoelde subsidie alsmede op welke wijze de uitkomsten van deze controle dienen te worden gerapporteerd.

Wij wijzen er op dat mogelijk, op verzoek van de Minister, door accountants van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat of door door haar aangewezen accountants een review kan worden uitgevoerd bij de fungerende derde accountant ter toetsing op de naleving van dit controleprotocol. Indien een review wordt uitgevoerd wordt de subsidie-ontvanger daarover bericht. Alsdan zal de subsidie-ontvanger over de uitkomst daarvan worden geïnformeerd als ook met subsidie-ontvanger daarover overleg worden gepleegd.

2. Algemene uitgangspunten voor de controle

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

2.1. De controle dient zowel de getrouwe weergave van de ingediende verantwoording alsmede de rechtmatige besteding van de ter beschikking gestelde middelen te omvatten.

Van de derde accountant wordt derhalve verwacht dat hij niet alleen de getrouwe weergave controleert, maar ook dat hij de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen toetst.

2.2. Ten aanzien van de uitvoering van de controle door de derde accountant geldt, voor wat betreft de rechtmatigheid en/of juistheid, een controletolerantie van 1% en voor wat betreft de betrouwbaarheid een controletolerantie van 3%. Beide percentages hebben betrekking op het totaal toegezegde subsidiebedrag, conform het vastgestelde bedrag in de beschikking.

3. Specifieke vereisten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

3.1. Bij de uitvoering van de controle van de verantwoording dient, met inachtneming van de onder punt 2 genoemde uitgangspunten, door de derde accountant te worden vastgesteld dat aan de volgende specifieke vereisten is voldaan;

dat de door de subsidie-ontvanger gevoerde administratie zodanig juist is ingericht dat daaruit door de Minister op ieder moment op eenvoudige en eenduidige wijze de directe aan bestuur en bureau, alsmede aan het innovatiebureau en de activiteiten gerelateerde kosten kunnen worden afgeleid;

of er activiteiten hebben plaatsgevonden welke hebben geresulteerd in de totstandkoming van rapporten, documenten en dergelijke, welke door de subsidie-ontvanger niet ter kennisname aan de Minister zijn gezonden;

of er bij het opzetten van de verantwoording zoveel mogelijk is aangesloten bij de indeling van de subsidie-aanvraag;

of er aan de subsidie-ontvanger sursèance van betaling is aangevraagd, dan wel dat er een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

4. Rapportering

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

4.1. Een model van de goedkeurende accountantsverklaring in het kader van deze subsidieregeling luidt als volgt:

ACCOUNTANTSVERKLARING M.B.T. <TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING NEDERLAND MARITIEM LAND 2006–2009/SUBSIDIEBESCHIKKING DGLM 06/…….. >

Afgegeven t.b.v. het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Wij hebben (in dit rapport/verslag opgenomen) de door ons gewaarmerkte verantwoording inzake de kosten van <naam project> in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling Nederland Maritiem Land 2006–2009 gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording te verstrekken. Deze verantwoording is bestemd voor de bepaling van de definitieve bijdrage in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling Nederland Maritiem Land 2006–2009/Subsidiebeschikking DGLM/06……. De gewaarmerkte verantwoording is genummerd van blad <blad nummer> tot en met blad < blad nummer>.

Onze controle in verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Verder is ons onderzoek verricht met inachtneming van hetgeen is vermeld in het ‘< naam controleprotocol>’ d.d. <datum>.

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording voldoet aan de terzake geldende eisen.

<plaats>

<datum>

<handtekening>

<naam van de ondertekenaar>

<paraaf voor waarmerkingsdoeleinden>

<naam van de parafeerder>