Kaderwet overige BZK-subsidies

[Regeling treedt (deels) in werking per 10-05-2006.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-1998 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 01-07-2015 t/m heden

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst.

Artikel 2

  • 1 Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:

    • a. het bevorderen van de democratische rechtsstaat;

    • b. het decentraal bestuur;

    • c. het management en personeelsbeleid van de openbare dienst;

    • d. de Koninkrijksrelaties en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • e. het bouwen, het wonen en de woonomgeving.

  • 2 Onze Minister kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen, die zijn genoemd in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de wet, houdende vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar, voor zover daarin een beschikking tot subsidieverstrekking is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.

Artikel 3

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister kunnen de in artikel 2 bedoelde activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald en kunnen criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.

  • 2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid wordt voorzien in de vaststelling van een subsidieplafond en de regeling van de wijze van verdeling ervan, tenzij Onze Minister van Financiën heeft ingestemd met het achterwege laten daarvan.

Artikel 4

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister kunnen regels dan wel nadere regels worden gesteld met betrekking tot:

    • a. de aanvraag van de subsidie, de daarbij over te leggen gegevens en bescheiden, en de besluitvorming daarover;

    • b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

    • c. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

    • d. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;

    • e. de vaststelling van de subsidie;

    • f. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

    • g. intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

    • h. de wijze van verdeling van beschikbare bedragen;

    • i. de vergoeding die verschuldigd is bij vermogensvorming, bedoeld in artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • j. de termijn van publicatie en de inrichting van het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk;

    • k. de openbaarmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten;

    • l. het geven van informatie aan derden over de gesubsidieerde activiteiten door de subsidie-ontvanger;

    • m. de maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidie te voorkomen.

  • 2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen de aanvraag van de subsidie uitsluitend langs elektronische weg kan geschieden.

Artikel 5

  • 1 Voor zover subsidieverstrekking in strijd is met ingevolge een verdrag voor de staat geldende verplichtingen, kan Onze Minister:

    • a. de subsidieverstrekking weigeren;

    • b. de subsidie lager vaststellen dan overeenkomstig de subsidieverlening;

    • c. de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen.

  • 2 Bij de vaststelling, intrekking of wijziging, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald dat over een onverschuldigd betaalde subsidie een rentevergoeding is verschuldigd.

  • 3 De intrekking of wijziging, bedoeld in het eerste lid, werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verstrekt, tenzij bij die intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 6

  • 1 Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet aan de subsidie-ontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.

  • 3 Aan subsidies die op grond van deze wet zijn verstrekt, is de verplichting verbonden dat de subsidie-ontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijze kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

  • 4 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.