Subsidieregeling innovatievouchers

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2015 en zichtdatum 01-10-2020.
Geldend van 20-03-2008 t/m 31-12-2008

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 27 april 2006, nr. WJZ 6031875, tot verstrekking van innovatievouchers aan MKB-ondernemers en van subsidies aan kennisinstellingen voor het met inzet van die vouchers beantwoorden van kennisvragen (Subsidieregeling innovatievouchers)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. minister: de Minister van Economische Zaken;

    • b. ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;

    • c. kennisinstelling:

      • 1°. een onder a, b, c, f of g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder i van de bijlage bij die wet bedoeld academisch ziekenhuis, Nyenrode Business Universiteit alsmede andere instellingen van hoger onderwijs, die op basis van artikel 6.9 of 16.14 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zijn aangewezen en zich als kennisinstelling in de zin van deze regeling bij de minister hebben aangemeld;

      • 2°. instellingen als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, artikel 12.3.8 en artikel 12.3.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

      • 3°. een andere dan onder 1° bedoelde geheel of gedeeltelijk, meerjarig door de overheid gefinancierde onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke of technische kennis uit te breiden;

      • 4°. een geheel of gedeeltelijk, meerjarig door een andere lidstaat van de Europese Unie gefinancierde

        • openbare instelling voor hoger onderwijs of een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1°;

        • instelling van middelbaar beroepsonderwijs gelijkwaardig aan een instelling als bedoeld onder 2°; of

        • onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;

      • 5°. een rechtspersoon ten aanzien waarvan een instelling als bedoeld onder 1°, 2°, 3° of 4° direct of indirect:

        • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft;

        • volledig aansprakelijk vennoot is; of

        • overwegende zeggenschap heeft;

      • 6°. een onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die tot doel heeft om, via het doen van eigen onderzoek en het ontwikkelen en testen van technische toepassingen, de technologische kennis op een specifiek terrein te bevorderen, geen instelling is als bedoeld onder 1° tot en met 5° en zich als kennisinstelling in de zin van deze regeling bij de minister heeft aangemeld;

      • 7°. een onderzoeksafdeling, die onderdeel vormt van een onderneming of groep die niet als hoofddoelstelling onderzoek en ontwikkeling heeft en die in 2005 kosten voor onderzoek en ontwikkeling had van ten minste € 60.000.000;

    • d. kennisoverdrachtproject: een door een kennisinstelling verrichte activiteit, bestaande uit het, al dan niet op basis van te verrichten nader onderzoek, beantwoorden van een toepassingsgerichte kennisvraag van een ondernemer of ten hoogste 10 ondernemers gezamenlijk, uitgaande van voor de ondernemer nieuwe kennis met betrekking tot de vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten en van welke activiteit de gevolgen naar verwachting grotendeels ten goede zullen komen aan de Nederlandse economie;

    • e. grote innovatievoucher: een op grond van artikel 2, eerste lid, van deze regeling door de minister aan een ondernemer afgegeven document, dat deze ondernemer kan inleveren bij een kennisinstelling ten behoeve van de uitvoering van een kennisoverdrachtproject waarbij van de ondernemer een eigen bijdrage verlangd wordt;

    • f. kleine innovatievoucher: een op grond van artikel 3, eerste lid, van deze regeling door de minister aan een ondernemer afgegeven document, dat deze ondernemer kan inleveren bij een kennisinstelling ten behoeve van de uitvoering van een kennisoverdrachtproject zonder dat een eigen bijdrage van de ondernemer verlangd wordt.

  • 2 Geen kennisoverdrachtproject in de zin van deze regeling is een project waarbij de beantwoording van een toepassingsgerichte kennisvraag uitsluitend plaatsvindt door het leveren van goederen, het geven van cursussen of het uitvoeren van verkoopgerichte marktactiviteiten.

§ 2. Verstrekking van innovatievouchers aan ondernemers

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een grote innovatievoucher aan een ondernemer, die een kleine of middelgrote onderneming in stand houdt in de zin van verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10), die een kennisoverdrachtproject wil laten uitvoeren waarvan de resultaten ten goede komen aan de activiteiten die de ondernemer in Nederland verricht.

  • 2 Per ondernemer kan per kalenderjaar één grote innovatievoucher worden verstrekt.

  • 3 Geen grote innovatievoucher wordt verstrekt aan een ondernemer:

    • a. aan wie door een of meer bestuursorganen in de drie aan de aanvraag voorafgaande jaren reeds tot een hoger bedrag subsidie is verstrekt zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan voor de sector waartoe de betrokken onderneming behoort is vastgesteld in de Verordeningen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun;

    • b. die failliet is verklaard, aan wie surséance van betaling is verleend, ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, of voor wie een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;

    • c. die reeds eerder een aanvraag om verstrekking van een grote of kleine innovatievoucher heeft gedaan waarop de minister nog geen beschikking heeft afgegeven als bedoeld in artikel 6.

  • 4 Indien het voor de betrokken ondernemer geldende de-minimisplafond, bedoeld in onderdeel a van het derde lid, niet al is bereikt door andere subsidies, wordt het bedrag dat gelet op dat plafond ten hoogste met inzet van de voucher kan worden vergoed, op de voucher vermeld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 3 Geen kleine innovatievoucher wordt verstrekt aan een ondernemer in het kader van een kennisoverdrachtproject dat een kennisvraag betreft van een aantal ondernemers gezamenlijk.

  • 4 Het tweede lid is niet van toepassing indien eerder een kleine of grote innovatievoucher werd verstrekt ten behoeve van een subsidie krachtens paragraaf 4, dan wel indien het betreft de aanvraag van een innovatievoucher die daarvoor wordt verstrekt; in het laatste geval wordt dat op de voucher vermeld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De aanvraag door een ondernemer van een grote of kleine innovatievoucher wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1 en gaat vergezeld van de bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.

  • 2 Een ondernemer kan ten hoogste één voucher tegelijkertijd aanvragen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Bij ministeriële regeling wordt bepaald gedurende welke periodes grote innovatievouchers en kleine innovatievouchers kunnen worden aangevraagd en wordt per periode bepaald hoeveel grote innovatievouchers en kleine innovatievouchers voor binnen dezelfde periode ingediende aanvragen beschikbaar zijn.

  • 2 Voor het jaar 2006

    • a. vangt de in het eerste lid bedoelde aanvraagperiode aan op de dag dat deze regeling in werking treedt en eindigt deze op 15 december 2006; en

    • b. bedraagt het in het eerste lid bedoelde aantal grote innovatievouchers 3000 en het aantal kleine innovatievouchers 3000.

  • 3 De minister verdeelt de beschikbare grote innovatievouchers en kleine innovatievouchers in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

  • 4 Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare aantal grote innovatievouchers of het beschikbare aantal kleine innovatievouchers zou worden overschreden, stelt de minister de onderlinge rangschikking van deze aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De minister geeft een beschikking binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.

§ 3. Verstrekking van subsidie aan kennisinstellingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een kennisinstelling die een kennisoverdrachtproject heeft uitgevoerd en in verband daarmee een of meer geldige grote innovatievouchers of een geldige kleine innovatievoucher overlegt.

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt voor een kennisoverdrachtproject in verband waarmee de ondernemer en de kennisinstelling reeds voor de afgiftedatum van de innovatievoucher verplichtingen jegens elkaar zijn aangegaan.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De subsidie bedraagt tweederde deel van het bedrag van de door de kennisinstelling voor het kennisoverdrachtproject gemaakte kosten, exclusief eventueel in rekening te brengen omzetbelasting, maar niet meer dan € 5000 dan wel het krachtens artikel 2, vierde lid, op de voucher vermelde bedrag per overgelegde grote innovatievoucher en, indien het kennisoverdrachtproject gericht is op het beantwoorden van een kennisvraag van meerdere ondernemers gezamenlijk, niet meer dan € 50.000 in totaal.

  • 2 De subsidie bedraagt het bedrag van de door de kennisinstelling voor het kennisoverdrachtproject gemaakte kosten, exclusief eventueel in rekening te brengen omzetbelasting, maar niet meer dan € 2500 dan wel het krachtens artikel 2, vierde lid, op de voucher vermelde bedrag voor de overgelegde kleine innovatievoucher.

  • 3 De door de kennisinstelling gemaakte kosten bestaan voor maximaal de helft uit kosten die de kennisinstelling heeft gemaakt doordat de kennisinstelling het onderzoek in het kader van het kennisoverdrachtproject gedeeltelijk heeft uitbesteed aan een derde, niet zijnde een bij dat kennisoverdrachtproject betrokken aanvrager. Geen subsidie wordt verstrekt voor zover het onderzoek is uitbesteed aan een persoon, die ook een dienstbetrekking heeft met de kennisinstelling.

  • 4 Indien de in het vorige lid bedoelde helft van de kosten wordt overschreden, bedragen de door de kennisinstelling gemaakte kosten, in aanmerking te nemen bij de toepassing van het eerste lid, tweemaal de kosten van het eigen onderzoek van de kennisinstelling.

  • 5 Niet subsidiabel zijn kosten die in het kader van stages van studenten van kennisinstellingen worden gemaakt, noch kosten voor activiteiten waarvoor studenten studiepunten krijgen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Een aanvraag om subsidie wordt na afloop van het kennisoverdrachtproject ingediend met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 2 De aanvraag moet binnen een jaar nadat de voucher aan de ondernemer is verstrekt, zijn ontvangen. Op een voor het einde van de termijn daartoe ingediend schriftelijk verzoek kan de minister deze termijn eenmalig verlengen.

  • 3 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. de ten behoeve van de uitvoering van het kennisoverdrachtproject bij de kennisinstelling ingeleverde grote innovatievouchers of kleine innovatievoucher;

    • b. een kopie van de factuur die de kennisinstelling in verband met het kennisoverdrachtproject aan de ondernemer heeft verstuurd, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De minister geeft een beschikking, inhoudende de subsidievaststelling, binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien de aanvraag niet voldoet aan deze regeling, dan wel indien op de overgelegde voucher is vermeld, dat zij zal worden gebruikt voor subsidiëring krachtens paragraaf 4.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De ondernemer wendt geen grote of kleine innovatievoucher aan voor een kennisoverdrachtproject waarvoor reeds door een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt of dat deel uitmaakt van een project of programma waarvoor reeds door een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt.

  • 2 De minister kan bij de subsidievaststelling verplichtingen opleggen met betrekking tot het verlenen van medewerking door de subsidie-ontvanger aan een evaluatie van de toepassing van deze regeling.

§ 4. Gebruik van een voucher ten behoeve van subsidie voor een octrooiaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De ondernemer aan wie op grond van paragraaf 2 een voucher is verstrekt, kan deze ook gebruiken ten behoeve van een subsidie in de kosten van het aanvragen en verkrijgen van een octrooi, indien dat doel bij de aanvraag is aangegeven en op de voucher is vermeld.

  • 2 De subsidie wordt, onder overlegging van de voucher, binnen een jaar nadat de voucher aan de ondernemer is verstrekt, bij de Minister aangevraagd, met gebruikmaking van een formulier dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

  • 3 De aanvraag gaat, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld, vergezeld van een kopie van facturen die een persoon, die krachtens artikel 23b van de Rijksoctrooiwet of artikel 134, eerste lid, van het Europees Octrooiverdrag, bevoegd is als gemachtigde op te treden, of een tot octrooiverlening bevoegde autoriteit aan de ondernemer heeft verstuurd in verband met de octrooiaanvraag.

  • 4 Indien een grote innovatievoucher wordt overgelegd bedraagt de subsidie tweederde deel van het bedrag dat de gemachtigde of octrooiverlenende autoriteit als bedoeld in het derde lid blijkens de factuur aan de ondernemer in rekening heeft gebracht, exclusief eventueel in rekening te brengen omzetbelasting, maar niet meer dan € 5000 dan wel het krachtens artikel 2, vierde lid, op de voucher vermelde bedrag. Indien een kleine innovatievoucher wordt overgelegd bedraagt de subsidie het factuurbedrag, exclusief eventueel in rekening te brengen omzetbelasting, maar niet meer dan € 2500 dan wel het krachtens artikel 2, vierde lid, op de voucher vermelde bedrag.

  • 5 De Minister geeft een beschikking, inhoudende de subsidievaststelling, binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 6 Geen subsidie wordt verstrekt:

    • a. indien reeds eerder met gebruikmaking van een voucher subsidie is verstrekt krachtens deze paragraaf;

    • b. voor zover de gefactureerde kosten reeds vóór de afgiftedatum van de innovatievoucher zijn gemaakt.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling innovatievouchers.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3 te Den Haag.

Den Haag, 27 april 2006

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]