- aanstraalverlichting:
-
verlichting bij vluchtdeuren die de deur aanstraalt en zo zichtbaar maakt;
- accentverlichting:
-
verlichting die een bepaalde plek extra benadrukt;
- AFFF:
-
Aqueous Film Forming Foam – schuimvormend middel dat aan water wordt toegevoegd om
branden beter te kunnen blussen;
- buitenopstellingskast:
-
apparatuurkast die geschikt is om buiten opgesteld te worden, en voldoende bescherming
aan de ingebouwde apparatuur biedt;
- calamiteitendoorsteek:
-
gedeelte van de geleiderails waarmee een gedeelte van de tussenberm vrij wordt gemaakt
waardoor de hulpverleningsdienst en de tussenberm kunnen doorkruisen;
- C2000:
-
communicatiesysteem als bedoeld in de Regeling C2000 en GMS;
- contourverlichting:
-
verlichting rond een vluchtdeur die wordt aangezet als evacuatie nodig is;
- drempelwaardeverhoging:
-
mate waarin het contrast moet worden verhoogd, om het verlies aan waarneming, veroorzaakt
door verblinding ten gevolge van de armaturen van de verlichtingsinstallatie, te compenseren;
- droogloopniveau:
-
het vloeistofniveau waarop de pompen moeten worden uitgezet om drooglopen te voorkomen;
- dwarshelling:
-
helling in de richting loodrecht op de rijrichting van de weg;
- eventrecorder:
-
opnamevoorziening die gebeurtenissen vastlegt;
- grensruimte:
-
een ruimte die grenst aan een vloeistofbassin en die een directe verbinding heeft
met een vloeistofbassin die niet te allen tijde geheel dampdicht is;
- hoofdkelder:
-
vloeistofkelder waarin uit de tunnel afgevoerde vloeistoffen tijdelijk worden opgeslagen,
alvorens deze worden afgevoerd naar een lozingspunt buiten de tunnel;
- kopdeur:
-
deur aan het einde, de kop, van een middentunnelkanaal;
- langsgelijkmatigheid:
-
verhouding tussen de laagste en de hoogste waarde van de verlichting in de lengterichting
gezien;
- langsventilatie:
-
ventilatie in de lengterichting van een verkeersbuis;
- lichtreductiecoëfficient:
-
mate waarin het licht gereduceerd wordt
- luminantiemeting:
-
meting van verlichtingswaarden;
- maatgevende bui:
-
gestandaardiseerde maat voor een regenbui die door het vuilwatersysteem van een tunnel
verwerkt moet kunnen worden;
- middenkelder:
-
vloeistofkelder waarin uit de tunnel afgevoerde vloeistoffen tijdelijk worden opgeslagen,
alvorens ze worden afgevoerd naar de hoofdkelder;
- middentunnelkanaal:
-
kanaal tussen twee aangrenzende verkeersbuizen dat dienst doet als vluchtroute;
- no-break voorziening:
-
voorziening die bij uitval van de netstroomvoorziening kan zorgen voor een tijdelijke
ononderbroken stroomvoorziening;
- nuttige berging:
-
netto bergingscapaciteit die wordt bepaald door het maximum toegestane vloeistofniveau
en het droogloopniveau;
- ontwerpsnelheid:
-
de snelheid waarmee rekening gehouden is bij het wegontwerp;
- pan tilt zoom CCTV camera’s:
-
camera’s in een gesloten tv-circuit die kunnen bewegen in een horizontaal en een verticaal
vlak en waarmee het beeld kan worden uitvergroot;
- profiel van de vrije ruimte:
-
doorsnede van de verkeersbuis, loodrecht op het wegdek en loodrecht op de langsrichting,
die de begrenzing aangeeft waarbinnen objecten het verkeer niet mogen hinderen;
- RDS:
-
Radio Data System -digitale informatie die wordt meegestuurd met een FM-radiosignaal
voor autoradio’s, zoals verkeersinformatie
- raai:
-
denkbeeldige lijn dwars over een weg;
- signaleringsraai:
-
portaal dwars over de snelweg met verkeerssignaleringsborden;
- STI-waarde:
-
Speech Transmission Index – eenheid om de verstaanbaarheid van gesproken tekst aan
te geven;
- stopafstand:
-
de afstand die is vereist om een met de ontwerpsnelheid rijdend voertuig tot volledige
stilstand te brengen, daarbij rekening houdend met de reactietijd van de bestuurder
en de remvertraging;
- T-DAB kanalen:
-
Terrestrial-Digital Audio Broadcasting – methode om digitale radiosignalen over te
sturen;
- verrijdbare bermbeveiliging:
-
horizontaal bewegend geleideprofiel waarmee het verkeer van de ene rijbaan naar de
andere geleid kan worden;
- zandvang:
-
gedeelte van de vloeistofkelder waarin zand kan bezinken.