Regeling inburgering oudkomers G30 2006

Geraadpleegd op 24-11-2024.
Geldend van 18-10-2006 t/m heden

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 3 mei 2006, nr. DDS 5403721 (Regeling inburgering oudkomers G30 2006)

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 6, tweede lid, en 14 van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Verstrekking prognose; vaststelling van de factor T

Artikel 2

Het college verstrekt binnen zes weken na inwerkingtreding van deze regeling aan de Minister een prognose conform het in bijlage 2 opgenomen model indien een gemeente in aanmerking wenst te komen voor verlening van een aandeel in de middelen voor de inburgering van oudkomers als bedoeld in artikel 10 van het Besluit.

Artikel 3

  • 2 De hoogte van de factor S wordt per gemeente met inachtneming van de ingediende prognose als volgt vastgesteld:

    • a. indien de prognose overeenkomt met het aantal oudkomers als genoemd in de vierde kolom van bijlage 1, is de factor S het in de vierde kolom genoemde getal;

    • b. indien de prognose lager is dan het in de vierde kolom van bijlage 1 genoemde aantal oudkomers, wordt de hoogte van de factor S dienovereenkomstig verlaagd;

    • c. indien de prognose hoger is dan het in de vierde kolom van bijlage 1 genoemde aantal oudkomers, wordt de hoogte van de factor S:

      • 1°. in het geval het beschikbare budget toereikend is, naar evenredigheid verhoogd;

      • 2°. in het geval het beschikbare budget niet toereikend is, vastgesteld conform het in de vierde kolom genoemde getal, welk getal wordt verhoogd met een getal dat afhankelijk is van de verdeling van de resterende middelen uit het beschikbare budget naar evenredigheid van het aantal oudkomers als genoemd in bijlage 1, vierde kolom.

  • 3 De hoogte van de factor S wordt binnen acht weken na inwerkingtreding van deze regeling vastgesteld en aan het college bekend gemaakt.

Hoofdstuk 3. Inburgeringsprogramma en overeenkomst

Artikel 4

  • 1 Het college stelt het inburgeringsprogramma vast, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de persoonlijke situatie van de desbetreffende oudkomer.

  • 2 Het inburgeringsprogramma vangt aan in 2006 en is op uiterlijk 31 december 2007 afgerond.

  • 3 Het college draagt er zorg voor dat een inburgeringsprogramma ten minste 300 contacturen omvat.

Artikel 5

  • 1 Het college sluit een overeenkomst met de oudkomer die een inburgeringsprogramma gaat volgen. De datum van ondertekening van de overeenkomst geldt als aanvangsdatum van het inburgeringsprogramma.

  • 2 De overeenkomst bevat ten minste bepalingen met betrekking tot:

    • a. het doel van het inburgeringsprogramma;

    • b. de onderdelen van het inburgeringsprogramma;

    • c. het aantal contacturen van het inburgeringsprogramma;

    • d. de aard en de omvang van de individuele begeleiding;

    • e. de verplichtingen van het college;

    • f. de verplichtingen van de oudkomer;

    • g. de informatieoverdracht tussen het college, de bij het aanbieden van het inburgeringsprogramma betrokken instellingen en de oudkomer met betrekking tot de voortgang van het inburgeringsprogramma;

    • h. de gevolgen welke zijn verbonden aan niet-nakoming van de overeenkomst door de oudkomer.

  • 3 Het college sluit op grond van deze regeling met een oudkomer slechts één overeenkomst.

Artikel 6

  • 1 Het college waaraan ingevolge artikel 15b van de Uitvoeringsregeling een voorschot op het inburgeringsdeel is verleend, draagt er zorg voor dat de oudkomer met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 5 is gesloten een begintoets en een eindtoets aflegt aan de hand waarvan het niveau Nederlands als tweede taal van de oudkomer wordt vastgesteld.

  • 2 Voor de begintoets en de eindtoets wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de hierna volgende combinaties van toetsen:

    • a. de Intaketoets NT2 als begintoets met de NT2-Profieltoets als eindtoets; of

    • b. de Intaketoets Alfabetisering NT2 als begintoets met de NT2-Profieltoets Alfabetisering als eindtoets.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inburgering oudkomers G30 2006.

De

Minister

voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

Bijlage 1

G30 gemeente

Aantal oudkomers

% G30 deel

Het aantal oudkomers dat in het eerste halfjaar van 2006 zal aanvangen met een inburgeringsprogramma

Alkmaar

6.804

1,10%

51

Almelo

5.249

0,85%

40

Amersfoort

10.271

1,65%

78

Amsterdam

146.279

23,62%

1.104

Arnhem

14.601

2,36%

110

Breda

9.582

1,55%

72

Deventer

7.460

1,20%

56

Dordrecht

11.036

1,78%

83

Eindhoven

18.185

2,94%

137

Emmen

3.121

0,50%

24

Enschede

12.922

2,09%

98

Groningen

10.660

1,72%

80

Haarlem

10.240

1,65%

77

Heerlen

4.406

0,71%

33

Helmond

5.759

0,93%

43

Hengelo (O.)

4.781

0,77%

36

Leeuwarden

5.518

0,89%

42

Leiden

10.286

1,66%

78

Lelystad

6.802

1,10%

51

Maastricht

5.953

0,96%

45

Nijmegen

11.995

1,94%

91

Rotterdam

121.945

19,69%

920

Schiedam

9.784

1,58%

74

’s-Gravenhage

88.633

14,31%

669

’s-Hertogenbosch

7.575

1,22%

57

Tilburg

15.356

2,48%

116

Utrecht

31.458

5,08%

237

Venlo

5.883

0,95%

44

Zaanstad

11.271

1,82%

85

Zwolle

5.361

0,87%

40

       

Totaal G30

619.176

100,00%

4.672