Besluit PT verlening mandaat, volmacht en machtiging voorzitter en secretaris Productschap Tuinbouw

[Regeling vervalt op nader te bepalen datum].
[Regeling materieel uitgewerkt per 03-05-2009.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2014 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 21-05-2006 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw besluit, d.d. 25 april 2006, tot verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de voorzitter en secretaris van het Productschap Tuinbouw (Besluit PT verlening mandaat, volmacht en machtiging voorzitter en secretaris Productschap Tuinbouw)

Inleiding

Artikel 1

  • 2 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a.

    de secretaris:

    de secretarissen van het productschap;

    b.

    de afdeling:

    de Stafafdeling;

    de afdeling Heffingen;

    de afdeling Marktinformatie en Marktonderzoek;

    de afdeling Beleid en onderzoek, en

    de afdeling Medebewind,

    c.

    het afdelingshoofd:

    degene die is belast met de leiding van een afdeling;

    d.

    de functionaris:

    persoon werkzaam bij en/of voor het productschap;

    e.

    gemandateerde derde:

    persoon of groep van personen anders dan onder d, werkzaam voor het productschap;

    f.

    mandaat:

    de bevoegdheid om in naam van het bestuur besluiten te nemen;

    g.

    volmacht:

    de bevoegdheid om in naam van het bestuur privaatrechtelijke handelingen te verrichten;

    h.

    machtiging.

    de bevoegdheid om in naam van de voorzitter handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn

De voorzitter

Artikel 2

  • 1 Aan de voorzitter is voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van een besluit en het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling, neergelegd in een document, gericht tot:

    • a. de Raad van Ministers (van het Koninkrijk) of een daaruit gevormde onderraad of een commissie;

    • b. een minister of een staatssecretaris;

    • c. een autoriteit in binnen- of buitenland, gelijk of hoger in rang dan een minister of staatssecretaris;

    • d. de Voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal, of de Voorzitter van een uit één van die Kamers gevormde commissie, of een individueel lid;

    • e. de Raad van State (van het koninkrijk);

    • f. een Hoog College van Staat.

  • 2 Aan de voorzitter is voorbehouden hetgeen is vastgelegd in bijlage 1.

  • 3 Aan de voorzitter is tevens voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van een besluit inzake een bezwaar tegen een besluit dat door de secretaris dan wel een afdelingshoofd is genomen.

  • 4 Aan de voorzitter is eveneens voorbehouden de bevoegdheid tot het verrichten van een andere handeling dan het nemen van een besluit of het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling ten opzichte van één van de in het eerste lid genoemden.

  • 5 Het vierde lid geldt niet ten aanzien van handelingen ten opzichte van één van de in het eerste lid, onder a tot en met f, genoemden, voor zover het stukken betreft die van louter informatieve aard zijn.

Ondermandaat

Artikel 4

  • 1 De secretaris kan van het aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan:

    • a. een afdelingshoofd, en

    • b. een gemandateerde derde.

  • 2 De secretaris kan bij de verlening van mandaat als bedoeld in het eerste lid, onder a, toestaan dat deze vervolgens wederom onder mandaat verleent aan een rechtstreeks onder het afdelingshoofd ressorterende functionaris.

  • 3 De secretaris kan aan het afdelingshoofd als bedoeld in het eerste lid instructies geven.

  • 4 Besluiten van de secretaris als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid dienen ter goedkeuring aan de voorzitter te worden voorgelegd.

  • 5 Besluiten van het afdelingshoofd als bedoeld in het tweede en derde lid dienen ter goedkeuring aan de secretaris te worden voorgelegd.

Volmacht en machtiging

Artikel 5

  • 1 Onverminderd artikel 4 wordt aan de secretaris volmacht en machtiging verstrekt.

Artikel 6

  • 1 Het hoofd van Stafafdeling houdt een register bij van de besluiten als bedoeld in de artikelen 4 en 5.

  • 2 Een afschrift van het in het eerste lid genoemde register ligt ter inzage bij de Stafafdeling, Louis Pasteurlaan 6, Zoetermeer.

Artikel 7

  • 1 Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke of een andere handeling, dient te geschieden op briefpapier van het productschap met het hoofd:

    "Productschap Tuinbouw".

  • 2 Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door de voorzitter, vermeldt aan het slot: "De voorzitter,",

    gevolgd door de handtekening en de naam van de voorzitter.

  • 3 Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door een functionaris, vermeldt aan het slot:

    "De voorzitter,

    namens deze, ",

    gevolgd door de handtekening, de naam van de functionaris en functieaanduiding.

Artikel 8

Dit besluit en de daarbij behorende bijlage wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking de tweede dag na publicatie.

Artikel 9

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit PT verlening mandaat, volmacht en machtiging voorzitter en secretaris Productschap Tuinbouw.

Zoetermeer, 8 mei 2006

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw

D. Duijzer

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 2, tweede lid van het besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 25 april 2006, tot verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de voorzitter en secretaris van het Productschap Tuinbouw (Besluit PT verlening mandaat, volmacht en machtiging voorzitter en secretaris Productschap Tuinbouw)

Aangelegenheden die door de voorzitter worden afgedaan

  • 1. Aangelegenheden met betrekking tot de vaststelling van de hoofdlijnen van het nationale en internationale beleid op het terrein van het productschap, alsmede het afwijken van dat beleid.

  • 2. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van het algemeen communicatiebeleid van het productschap, waaronder begrepen de presentatie van belangrijke beleidsvoornemens en de daarmee verband houdende communicatiestrategieën.

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 3, eerste lid van het besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d.25 april 2006, tot verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de voorzitter en secretaris van het Productschap Tuinbouw (Besluit PT verlening mandaat, volmacht en machtiging voorzitter en secretaris Productschap Tuinbouw)

Aangelegenheden die door de secretaris worden afgedaan

  • 1 Aangelegenheden met betrekking tot het aansturen van de afdelingen:

    • a. Heffingen;

    • b. Beleid en onderzoek;

    • c. Marktinformatie en Marktonderzoek;

    • d. Medebewind, en

    • e. Het Stafbureau.

  • 2. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van het organisatie-en formatiebeleid, alsmede de verdeling van personele middelen.

  • 3. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van het financiële beleid van het productschap.

  • 4. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van het personeelsbeleid, waaronder begrepen:

    • a. het vaststellen van de kaders voor het te voeren arbeidsvoorwaardenbeleid;

    • b. het vaststellen van de kaders van het te voeren sociaal beleid, en

    • c. het voeren van het overleg met de ondernemingsraad van het productschap, alsmede de overige aangelegenheden de ondernemingsraad betreffende.

  • 5. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van de huisvesting van het productschap, de documentaire informatievoorziening, de automatisering, het vervoer, het verwerven van facilitaire goederen en diensten en de beveiliging (inclusief brandpreventie)van persenen en gebouwen: de hoofdlijnen van het beleid inzake het verwerven, afstoten, de exploitatie en het onderhoud van het gebouw/ de gebouwen van het productschap, alsmede de benodigde communicatiemiddelen voor het gebouw.

  • 6. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van het beleid inzake buitengewone omstandigheden, waaronder begrepen de bepaling van de onderwerpen die ten laste worden gebracht van de begroting bestemd voor buitengewone omstandigheden.

  • 7. Aangelegenheden betreffende de hoofdlijnen van het management ontwikkelingsbeleid, waaronder begrepen de managementopleidingen.

  • 8. Aangelegen betreffende de hoofdlijnen van het beleid op het gebied van regelgeving, bestuurlijken juridische zaken.

  • 9. Aangelegenheden de promotie-instellingen betreffende.

  • 10. Het vervullen van diverse vertegenwoordigende functies.

  • 11. Agendaverantwoordelijk voor de volgende vergaderingen:

    • a. Het bestuur;

    • b. Het dagelijks bestuur;

    • c. De commissie voor groenten en fruit;

    • d. De commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bolgewassen;

    • e. De commissie voor bloemkwekerijproducten;

    • f. De commissie voor boomkwekerijproducten;

    • g. De commissie voor hovenierswerkzaamheden;

    • h. De commissie voor energie; en

    • i. De commissie voor sociaal economische aangelegenheden.