Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen

[Regeling vervallen per 28-10-2007.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2016.
Geldend van 01-01-2007 t/m 27-10-2007

Regeling van de Minister van Financiën van 15 mei 2006, nr. FM/2006/1209, tot vrijstelling van artikel 6a, eerste tot en met derde lid, en 6c van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen)

De Minister van Financiën,

Gelet op de richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PbEU L 142) en artikel 6c, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

Besluit:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

§ 2. Vrijstelling als bedoeld in artikel 6c, eerste en tweede lid, van de wet

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Van artikel 6a, eerste en derde lid, van de wet wordt vrijstelling verleend, indien het een openbaar bod betreft op effecten die uitsluitend:

  • a. zijn toegelaten tot de notering aan een op grond van artikel 22 van de wet erkende effectenbeurs die geen gereglementeerde markt is; of

  • b. in Nederland geregeld worden verhandeld en niet zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

  • 1 Van artikel 6a, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend, indien het een openbaar bod betreft op effecten waar geen rechtstreeks of potentieel stemrecht aan verbonden is, met uitzondering van niet-royeerbare certificaten.

  • 3 Van artikel 6b van de wet wordt vrijstelling verleend indien effecten in regelmatig beursverkeer of met toepassing van de artikelen 92a, 201a of 336 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek worden verworven of indien de effecten worden verworven ingevolge een openbaar bod waarvan de aanmeldingstermijn geheel of ten dele samenvalt met een openbaar bod dat door een derde wordt uitgebracht op de doelvennootschap.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Van artikel 6a, eerste en derde lid, van de wet wordt vrijstelling verleend, indien:

  • a. ter zake van een openbaar bod een biedingsbericht algemeen verkrijgbaar is dat met in achtneming van artikel 5, is goedgekeurd door de toezichthouder en voldaan wordt aan artikel 6; of

  • b. ter zake van een openbaar bod een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat op grond van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PbEU L 142) bevoegd is het biedingsbericht goed te keuren en voldaan wordt aan artikel 7.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

  • 1 De toezichthouder kan het biedingsbericht op aanvraag goedkeuren, indien:

    • a. de doelvennootschap zetel heeft in Nederland en de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland;

    • b. de doelvennootschap zetel heeft in een ander lidstaat, de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland en de effecten niet tevens in die andere lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt;

    • c. de doelvennootschap zetel heeft in een andere lidstaat, de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland en tevens in een andere lidstaat dan waar de doelvennootschap zetel heeft en de effecten het eerst tot de handel zijn toegelaten op de gereglementeerde markt in Nederland;

    • d. de doelvennootschap zetel heeft in een andere lidstaat, de effecten gelijktijdig en voor het eerst zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland en in een ander lidstaat dan waar de doelvennootschap zetel heeft en de doelvennootschap voor goedkeuring door de toezichthouder heeft gekozen;

    • e. de doelvennootschap zetel heeft in een andere staat, niet zijnde een lidstaat, en de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland.

  • 2 Indien het eerste lid, onderdeel d, van toepassing is, stelt de doelvennootschap de toezichthouder, de desbetreffende toezichthoudende instantie in de lidstaat waar de gereglementeerde markt is gelegen, alsmede de houder van de gereglementeerde markt in Nederland en de desbetreffende houder van de in een andere lidstaat gelegen gereglementeerde markt op de eerste handelsdag in kennis van haar keuze. De doelvennootschap maakt deze keuze openbaar met inachtneming van artikel 5:59, eerste lid, tweede en derde volzin, van de Wet op het financieel toezicht.

  • 3 De toezichthouder keurt het biedingsbericht goed, indien het biedingsbericht, voor zover van toepassing, voldoet aan artikel 9i, 9k, 9m of 9n van het besluit.

  • 4 Indien de toezichthouder het biedingsbericht heeft goedgekeurd, verstrekt zij op verzoek van de bieder aan de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat waar de desbetreffende effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten een verklaring dat het biedingsbericht is goedgekeurd, alsmede een afschrift van het goedgekeurde biedingsbericht. De toezichthouder verstrekt de verklaring en het afschrift binnen 3 werkdagen na ontvangst van het verzoek. Indien het verzoek wordt gedaan voordat goedkeuring is verleend, verstrekt de toezichthouder de verklaring binnen een werkdag nadat de goedkeuring is verleend.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

  • 2 In elke bekendmaking van het openbaar bod, bedoeld in het eerste lid, wordt verwezen naar het biedingsbericht.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

  • 1 Indien een biedingsbericht door een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat is goedgekeurd, wordt het bod door bieder uitgebracht door het biedingsbericht algemeen verkrijgbaar te stellen. De bieder zendt voorafgaand aan het uitbrengen van het bod het door de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat goedgekeurde biedingsbericht toe aan de toezichthouder.

  • 2 De toezichthouder kan in individuele gevallen verlangen dat de bieder aanvullende informatie in het biedingsbericht of in een aanvullend document opneemt voor zover die informatie specifiek is voor de Nederlandse financiële markt en betrekking heeft op de formaliteiten die moeten worden vervuld om het openbaar bod te aanvaarden of om de tegenprestatie te ontvangen die bij de gestanddoening van het openbaar bod verschuldigd is, of op voorschriften van belastingrecht die van toepassing zullen zijn op de tegenprestatie die aan de houders van effecten wordt geboden. De toezichthouder besluit hiertoe uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het biedingsbericht.

  • 3 Indien het biedingsbericht niet in de Nederlandse taal is opgesteld, kan door de toezichthouder een vertaling worden verlangd.

§ 3. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

[Red: Wijzigt de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995.]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 20 mei 2006 en vervalt op het tijdstip dat het voorstel van wet tot uitvoering van de richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod in werking treedt.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 28-10-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm