Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie (computercriminaliteit II))

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2009 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-09-2007 t/m heden

Wet van 1 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie (computercriminaliteit II)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, met het oog op nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

Een bevel aan een opsporingsambtenaar tot het door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk afnemen van een bepaald persoon van gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk, welk bevel is uitgevaardigd voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, geldt als een bevel als bedoeld in de artikelen 126i, eerste lid, onderdeel b, en 126q, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, indien het aan de in het toepasselijke artikel gestelde eisen voldoet.

Artikel IVA

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht (fraude niet-chartaal geldverkeer) (Stb. 2004/180).]

Artikel IVB

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering (bevoegdheden vorderen gegevens) (Stb. 2005/390).]

Artikel V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 1 juni 2006

Beatrix

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de dertiende juli 2006

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner