Bijlage
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
Model van de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen
in voertuigen met dieselmotor
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
(1) De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
hierna te noemen: de staatssecretaris
en
(2) Naam: ................................................
Gevestigd te ............................................
Adres: .....................................................
Keuringsinstantienummer (APK) ...........
hierna te noemen: de inbouwer
In aanmerking nemende dat:
(1) door de staatssecretaris ter uitvoering van het kabinetsbeleid in het kader van
de Beleidsnota verkeersemissies (Kamerstukken II 2003/04, 29 667, nr. 1) en het Nationaal
luchtkwaliteitsplan 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 28 663, nr. 32) prioriteit wordt
gegeven aan het treffen van maatregelen gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit;
(2) het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen bij voertuigen met dieselmotor
in algemene zin kan bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland;
(3) met het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen onder meer maatregelen kunnen
worden ontwikkeld met betrekking tot milieuzonering, zoals beoogd met het Convenant
stimulering schone vrachtauto’s en milieuzonering, aan de Tweede Kamer aangeboden
per brief van 14 april 2006 (Kamerstukken II 2005–2006, 29 667, nr. 22); ook zal het
voor lagere overheden mogelijk worden flankerende maatregelen te nemen, zoals het
scheppen van speciale parkeerfaciliteiten voor voertuigen met een deeltjesverminderingssysteem;
(4) voor verschillende typen voertuigen met dieselmotor subsidie-instrumenten worden
voorzien voor het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen;
(5) de staatssecretaris het wenselijk acht in verband met de uitvoering van de verschillende
maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, verband houdend met de inbouw van
deeltjesverminderingssystemen, de inbouw van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen
waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend te doen registeren
in een door de Dienst Wegverkeer bijgehouden register en dat daartoe met die Dienst
afspraken zijn gemaakt;
(6) de kwaliteitsborging van het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen bij voertuigen
met dieselmotor gediend is met procedurevoorschriften voor de inbouw en de staatssecretaris
derhalve procedurevoorschriften heeft opgesteld;
(7) deze procedurevoorschriften mede betrekking hebben op gereedmelding van de inbouw
bij de Dienst Wegverkeer van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen waarvoor de
Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend en een steekproefsgewijze controle
op de inbouw van deze deeltjesverminderingssystemen door die Dienst;
(8) deze procedurevoorschriften, althans voorschriften die het onderwerp van deze
overeenkomst regelen, zullen worden vastgesteld bij of krachtens een erkenningsregeling
in de Wegenverkeerswet 1994, waarna deze Overeenkomst dient te vervallen;
(9) de staatssecretaris (rechts)personen met een APK-erkenning als bedoeld in artikel 83 van de Wegenverkeerswet 1994, gezien de daaraan verbonden kwaliteitseisen en de borging van die kwaliteitseisen
door toezicht en controle uitgeoefend door de Dienst Wegverkeer, gekwalificeerd acht
voor het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen bij voertuigen met dieselmotor;
(10) (rechts)personen met een APK-erkenning beschikken over een faciliteit om gereedmeldingen
te doen bij de Dienst Wegverkeer;
(11) (rechts)personen met een APK-erkenning een landelijk dekkend netwerk vormen van
ongeveer 9.500 bedrijven;
(12) de staatssecretaris derhalve bereid is om de onderhavige overeenkomst te sluiten
met (rechts)personen die over een APK-erkenning beschikken;
(13) (rechts)personen) met een APK-erkenning met wie de overeenkomst is gesloten het
recht verkrijgen om de inbouw in voertuigen met dieselmotor van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen
waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend gereed te melden
bij de Dienst Wegverkeer;
(14) de inbouwer beschikt over een APK-erkenning als bedoeld in artikel 83 van de Wegenverkeerswet 1994;
(15) de inbouwer deze overeenkomst wenst aan te gaan;
Zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1. Procedurevoorschriften
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
1. De inbouwer verklaart te zullen voldoen aan de procedurevoorschriften, zoals vastgelegd
in de bijlage bij deze overeenkomst ‘Procedurevoorschriften inbouw van deeltjesverminderingssystemen
in voertuigen met dieselmotor’ (hierna: de bijlage), welke een integraal deel van
deze overeenkomst vormt.
2. De inbouwer verklaart de bijlage te hebben ontvangen. De tekst van de bijlage wordt
tevens openbaar gemaakt op de website van SenterNovem onder www.senternovem.nl/......
Artikel 2. Mededeling aan de Dienst Wegverkeer
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
De staatssecretaris zal binnen 10 werkdagen na ontvangst van de door inbouwer ondertekende
overeenkomst aan de Dienst Wegverkeer mededeling doen van het sluiten van de overeenkomst,
waarna de inbouwer het recht verkrijgt om de inbouw in voertuigen met dieselmotor
van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring
heeft verleend gereed te melden bij de Dienst Wegverkeer.
Artikel 3. Gereedmelding
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
Aan de gereedmelding van de inbouw van een deeltjesverminderingssysteem bij de Dienst
Wegverkeer zijn voor de inbouwer geen kosten verbonden.
Artikel 4. Ontbinding van de Overeenkomst
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
1. De inbouwer is verplicht zich aan een geëiste steekproefkeuring als bedoeld in
2.1. e.v. van de bijlage bij deze overeenkomst te onderwerpen.
2. In geval van tijdens de steekproefkeuring geconstateerde afwijkingen van de bijlage
die direct kunnen worden hersteld, bepaalt de steekproefcontroleur of hij overgaat
tot goedkeuring na herstel. Van de afwijking wordt rapport opgemaakt, op grond waarvan
de staatssecretaris aan de inbouwer schriftelijk mededeling kan doen van een geconstateerde
tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst.
3. In geval van tijdens de steekproefkeuring geconstateerde afwijkingen van de bijlage
die niet terstond kunnen worden hersteld, wordt rapport opgemaakt, op grond waarvan
de staatssecretaris aan de inbouwer schriftelijk mededeling kan doen van een geconstateerde
tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst.
4. Indien aan een inbouwer driemaal een mededeling is gedaan als bedoeld in het tweede
of derde lid, kan de staatssecretaris de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder
dat daartoe een voorafgaande nadere ingebrekestelling is vereist.
5. Indien uit het naar aanleiding van een steekproefkeuring opgemaakte rapport blijkt
dat de inbouwer zich aan de steekproefkeuring heeft onttrokken, de inbouw van een
deeltjesverminderingssysteem heeft gereedgemeld terwijl hij bij het betreffende voertuig
geen deeltjesverminderingssysteem heeft ingebouwd of hetzelfde individuele deeltjesverminderingssysteem
of de gegevens daarvan voor gereedmelding van de inbouw in meer dan één voertuig heeft
gebruikt, kan de staatssecretaris de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat
daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.
6. Indien uit het naar aanleiding van een steekproefkeuring opgemaakte rapport blijkt
dat de inbouwer een deeltjesverminderingssysteem heeft ingebouwd dat niet voldoet
aan het bepaalde in 1.2. van de bijlage bij deze overeenkomst, zal de inbouwer in
de gelegenheid worden gesteld aan te tonen dat het deeltjesverminderingssysteem voldoet
aan de eisen en voorschriften als bedoeld in artikel 1.1. van de bijlage. Indien de
inbouwer daarin niet slaagt, kan de staatssecretaris een mededeling doen als bedoeld
in het tweede of derde lid, dan wel de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder
dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.
7. Indien uit het naar aanleiding van een steekproefkeuring opgemaakte rapport blijkt
dat de inbouwer een gebruikt deeltjesverminderingssysteem heeft ingebouwd en afgemeld,
kan de staatssecretaris een mededeling doen als bedoeld in het tweede of derde lid,
dan wel de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande
ingebrekestelling is vereist.
8. Indien een tekortkoming in de nakoming van deze Overeenkomst wordt geconstateerd,
anders dan ter gelegenheid van een steekproefkeuring, kan de staatssecretaris een
mededeling doen als bedoeld in het tweede of derde lid, dan wel de Overeenkomst schriftelijk
ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.
9. Van ontbinding van de Overeenkomst doet de staatssecretaris onverwijld schriftelijk
mededeling aan de Dienst Wegverkeer.
10. De staatssecretaris zal na ontbinding van de Overeenkomst op een aanbod van de
inbouwer de Overeenkomst opnieuw met hem te sluiten niet eerder ingaan, dan nadat
drie maanden na de ontbinding zijn verstreken. Het staat de staatssecretaris vrij
om niet op het aanbod in te gaan.
Artikel 5. Opzegging
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
1. De staatssecretaris kan de Overeenkomst opzeggen indien beleidsoverwegingen of
ontwikkelingen die op dat beleid van invloed zijn daartoe naar zijn oordeel aanleiding
geven. De staatssecretaris zal daarbij een opzegtermijn van vier weken in acht nemen,
tenzij de omstandigheden een onmiddellijk einde van de Overeenkomst rechtvaardigen.
2. De inbouwer kan de overeenkomst te allen tijde opzeggen, zonder dat daarbij een
opzegtermijn in acht behoeft te worden genomen.
3. Indien de aan de inbouwer uit hoofde van artikel 83 van de Wegenverkeerswet 1994 verleende APK-erkenning wordt ingetrokken, eindigt de Overeenkomst op hetzelfde moment,
zonder dat daartoe voorafgaande opzegging is vereist.
Artikel 6. Beëindiging van de Overeenkomst
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
1. Vanaf het moment van inwerkingtreding van een wettelijke erkenningsregeling waarin
het onderwerp van deze overeenkomst wordt geregeld, ongeacht welk orgaan of welke
instantie in die regeling als erkenningsbevoegd wordt aangewezen, blijft de Overeenkomst
nog een maand van kracht. Daarna eindigt de Overeenkomst, zonder dat daartoe enige
opzegging is vereist, behoudens het bepaalde in het tweede lid.
2. Indien de inbouwer binnen de termijn van een maand als bedoeld in het eerste lid
een aanvraag heeft ingediend voor een erkenning uit hoofde van de bedoelde wettelijke
erkenningsregeling, blijft de Overeenkomst ook na die termijn van kracht totdat op
die aanvraag is beslist. Daarna eindigt de Overeenkomst, zonder dat daartoe enige
opzegging is vereist.
3. Dit artikel is niet van toepassing, indien de wettelijke erkenningsregeling als
bedoeld in het eerste lid anders zal bepalen.
Artikel 7. Aanvulling of wijziging van de Overeenkomst
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
De staatssecretaris kan de Overeenkomst en de bijlage, waaronder begrepen de in 1.1
van de bijlage bedoelde eisen en voorschriften, aanvullen of wijzigen indien technische
of andere ontwikkelingen daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven.
Artikel 8. Afdwingbaarheid van de Overeenkomst
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
Deze Overeenkomst is in rechte afdwingbaar.
Artikel 9. Publicatie in de Staatscourant
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
1. Een model van de Overeenkomst, dat wil zeggen zonder vermelding van de gegevens
van de inbouwer en niet door partijen ondertekend, wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
2. Binnen een maand na aanvulling of wijziging van de Overeenkomst, zoals bedoeld
in artikel 7, wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Staatssecretaris gepubliceerd
in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend,
(plaats en datum)
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
voor deze: SenterNovem
Handtekening, naam en functieaanduiding van de betrokken functionaris van SenterNovem
(plaats en datum)
Naam en firmanaam en handtekening inbouwer
Bijlage bij de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen
in voertuigen met dieselmotor
[Regeling vervallen per 01-05-2013]
Procedurevoorschriften inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met
dieselmotor
1. Inbouw en gereedmelding van deeltjesverminderingssystemen
1.1. Een deeltjesverminderingssysteem dat wordt ingebouwd dient te voldoen aan de
op het moment van inbouw van toepassing zijnde eisen en voorschriften zoals die in
opdracht van de staatssecretaris openbaar worden gemaakt op de website van SenterNovem
op www.senternovem.nl/.....
1.2. Een deeltjesverminderingssysteem wordt in elk geval geacht te voldoen aan de
eisen als bedoeld in 1.1., indien de Dienst Wegverkeer voor het deeltjesverminderingssysteem
een typegoedkeuring heeft verleend.
1.3. Een lijst van deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een
typegoedkeuring heeft verleend, wordt in opdracht van de staatssecretaris openbaar
gemaakt op de website van SenterNovem op www.senternovem.nl/…. De inbouwer mag op
de juistheid van deze lijst vertrouwen, tenzij hij weet of behoort te weten dat een
vermelding op deze lijst niet juist is.
1.4. De inbouwer is verplicht om aan de kentekenhouder van een voertuig waarin hij
een ongebruikt deeltjesverminderingssysteem beoogt in te bouwen waarvoor door de Dienst
Wegverkeer een typegoedkeuring is verleend voorafgaand aan de inbouw melding te maken
van het feit, dat de inbouw van het deeltjesverminderingssysteem zal leiden tot gereedmelding
bij de Dienst Wegverkeer en registratie van de inbouw in een door die Dienst bijgehouden
register. Deze verplichting geldt niet voor deeltjesverminderingssystemen waarvoor
de Dienst Wegverkeer geen typegoedkeuring heeft verleend en deeltjesverminderingssystemen
die gebruikt zijn.
1.5. De inbouw van een deeltjesverminderingssysteem dient overeenkomstig de inbouwvoorschriften
volgens opgave van de fabrikant en overigens met goed vakmanschap plaats te vinden.
1.6. De inbouwer meldt de inbouw van een ongebruikt deeltjesverminderingssysteem waarvoor
de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend gereed bij de Dienst Wegverkeer
op de door die Dienst voorgeschreven wijze. Deze verplichting geldt niet voor deeltjesverminderingssystemen
waarvoor de Dienst Wegverkeer geen typegoedkeuring heeft verleend en deeltjesverminderingssystemen
die gebruikt zijn.
1.7. Bij de inbouw van een ongebruikt deeltjesverminderingssysteem waarvoor de Dienst
Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend slaat de inbouwer de meldcode van het
voertuig waar het deeltjesverminderingssysteem wordt ingebouwd met slagletters in,
of graveert deze met letters op het deeltjesverminderingssysteem. Indien de montagehandleiding
volgens opgave van de fabrikant een plaats aangeeft waar dit dient te gebeuren, doet
de inbouwer dat op de aangegeven plaats. De ingeslagen of gegraveerde letters dienen
bij een controle van de inbouw duidelijk zichtbaar zijn af te lezen. Deze verplichting
geldt niet voor deeltjesverminderings-systemen waarvoor de Dienst Wegverkeer geen
typegoedkeuring heeft verleend en deeltjesverminderingssystemen die gebruikt zijn.
2. Steekproefsgewijze keuring
2.1. Van de gereedgemelde inbouwen wordt tenminste gemiddeld 5% per jaar aan een steekproefsgewijze
keuring onderworpen.
2.2. Het uitvoeren van de steekproefkeuringen wordt door de staatssecretaris opgedragen
aan de Dienst Wegverkeer. Terstond na het gereedmelden van de inbouw in een voertuig
wordt door de Dienst Wegverkeer aan de inbouwer meegedeeld of voor de betreffende
inbouw een steekproefkeuring wordt geëist.
2.3. Indien daar naar het oordeel van de staatssecretaris of de Dienst Wegverkeer
aanleiding toe bestaat, kan de inbouwer vaker dan gemiddeld als bedoeld in 2.1 aan
een steekproefkeuring worden onderworpen.
2.4. De steekproefkeuring wordt verricht door een door de directeur van de Dienst
Wegverkeer daartoe aangewezen steekproefcontroleur van die Dienst en vindt plaats
in de inrichting waar de gereedmelding is verricht.
2.5. Indien een steekproefkeuring wordt geëist, is de inbouwer verplicht het voertuig
waarvoor de inbouw is gereedgemeld tot maximaal 90 minuten na de gereedmelding voor
een steekproefkeuring beschikbaar te houden in de inrichting waar de gereedmelding
is verricht. Indien de steekproefcontroleur zich daar niet binnen die termijn heeft
gemeld, vervalt de geëiste steekproefkeuring.
2.6. Indien een steekproefkeuring wordt geëist, zal de inbouwer geen wijzingen aanbrengen
of laten aanbrengen aan de staat van het voertuig waarvoor hij de inbouw van het deeltjesverminderingssysteem
heeft gereedgemeld. De inbouwer stelt de steekproefcontroleur alle benodigde outillage
ter beschikking en verleent hem overigens alle medewerking die deze in staat stelt
de controle naar behoren te kunnen uitoefenen.
2.7. Bij een steekproefkeuring dient de inbouwer de volgende gegevens voorhanden te
hebben en deze desgevraagd aan de steekproefcontroleur over te leggen:
2.8. De steekproefkeuring omvat de volgende onderdelen:
Hierbij wordt in elk geval beoordeeld of het deeltjesverminderingssysteem:
en voorts of de meldcode van het voertuig met slagletters in het deeltjesverminderingssysteem
is ingeslagen, danwel is ingegraveerd, overeenkomstig het bepaalde in 1.7.