Besluit volmacht en machtiging SenterNovem inzake de Overeenkomst tot gecontracteerde [...] in voertuigen met dieselmotor

[Regeling vervallen per 01-05-2013.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-06-2006 en zichtdatum 21-06-2006.
Geldend van 21-06-2006 t/m 09-02-2007

Besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 juni 2006, KVI nr. 2006276607, houdende verlening van volmacht en machtiging in het kader van de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor (Besluit volmacht en machtiging SenterNovem inzake de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur van SenterNovem van 12 juni 2006, kenmerk: ZJZ0664521;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

De algemeen directeur van SenterNovem wordt gevolmachtigd tot het sluiten, opzeggen en ontbinden van overeenkomsten tot vaststelling van procedurevoorschriften voor inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor, overeenkomstig het model van de Overeenkomst, opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

De algemeen directeur van SenterNovem wordt gemachtigd tot:

  • a. het verrichten van alle handelingen in het kader van de uitvoering van de overeenkomst, en

  • b. het afdoen van alle stukken die betrekking hebben op zijn bevoegdheden bedoeld in artikel 1.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

De algemeen directeur van SenterNovem kan ten aanzien van zijn bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1 en 2, volmacht en machtiging verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 1 of 2 luidt de ondertekening:

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

voor deze: SenterNovem,

gevolgd door de handtekening, de naam en de functieaanduiding van de betrokken functionaris van SenterNovem.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit volmacht en machtiging SenterNovem inzake de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 juni 2006

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Model van de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

(1) De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

hierna te noemen: de staatssecretaris

en

(2) Naam: ................................................

Gevestigd te ............................................

Adres: .....................................................

Keuringsinstantienummer (APK) ...........

hierna te noemen: de inbouwer

In aanmerking nemende dat:

(1) door de staatssecretaris ter uitvoering van het kabinetsbeleid in het kader van de Beleidsnota verkeersemissies (Kamerstukken II 2003/04, 29 667, nr. 1) en het Nationaal luchtkwaliteitsplan 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 28 663, nr. 32) prioriteit wordt gegeven aan het treffen van maatregelen gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit;

(2) het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen bij voertuigen met dieselmotor in algemene zin kan bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland;

(3) met het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen onder meer maatregelen kunnen worden ontwikkeld met betrekking tot milieuzonering, zoals beoogd met het Convenant stimulering schone vrachtauto’s en milieuzonering, aan de Tweede Kamer aangeboden per brief van 14 april 2006 (Kamerstukken II 2005–2006, 29 667, nr. 22); ook zal het voor lagere overheden mogelijk worden flankerende maatregelen te nemen, zoals het scheppen van speciale parkeerfaciliteiten voor voertuigen met een deeltjesverminderingssysteem;

(4) voor verschillende typen voertuigen met dieselmotor subsidie-instrumenten worden voorzien voor het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen;

(5) de staatssecretaris het wenselijk acht in verband met de uitvoering van de verschillende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, verband houdend met de inbouw van deeltjesverminderingssystemen, de inbouw van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend te doen registeren in een door de Dienst Wegverkeer bijgehouden register en dat daartoe met die Dienst afspraken zijn gemaakt;

(6) de kwaliteitsborging van het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen bij voertuigen met dieselmotor gediend is met procedurevoorschriften voor de inbouw en de staatssecretaris derhalve procedurevoorschriften heeft opgesteld;

(7) deze procedurevoorschriften mede betrekking hebben op gereedmelding van de inbouw bij de Dienst Wegverkeer van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend en een steekproefsgewijze controle op de inbouw van deze deeltjesverminderingssystemen door die Dienst;

(8) deze procedurevoorschriften, althans voorschriften die het onderwerp van deze overeenkomst regelen, zullen worden vastgesteld bij of krachtens een erkenningsregeling in de Wegenverkeerswet 1994, waarna deze Overeenkomst dient te vervallen;

(9) de staatssecretaris (rechts)personen met een APK-erkenning als bedoeld in artikel 83 van de Wegenverkeerswet 1994, gezien de daaraan verbonden kwaliteitseisen en de borging van die kwaliteitseisen door toezicht en controle uitgeoefend door de Dienst Wegverkeer, gekwalificeerd acht voor het inbouwen van deeltjesverminderingssystemen bij voertuigen met dieselmotor;

(10) (rechts)personen met een APK-erkenning beschikken over een faciliteit om gereedmeldingen te doen bij de Dienst Wegverkeer;

(11) (rechts)personen met een APK-erkenning een landelijk dekkend netwerk vormen van ongeveer 9.500 bedrijven;

(12) de staatssecretaris derhalve bereid is om de onderhavige overeenkomst te sluiten met (rechts)personen die over een APK-erkenning beschikken;

(13) (rechts)personen) met een APK-erkenning met wie de overeenkomst is gesloten het recht verkrijgen om de inbouw in voertuigen met dieselmotor van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend gereed te melden bij de Dienst Wegverkeer;

(14) de inbouwer beschikt over een APK-erkenning als bedoeld in artikel 83 van de Wegenverkeerswet 1994;

(15) de inbouwer deze overeenkomst wenst aan te gaan;

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1. Procedurevoorschriften

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

1. De inbouwer verklaart te zullen voldoen aan de procedurevoorschriften, zoals vastgelegd in de bijlage bij deze overeenkomst ‘Procedurevoorschriften inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor’ (hierna: de bijlage), welke een integraal deel van deze overeenkomst vormt.

2. De inbouwer verklaart de bijlage te hebben ontvangen. De tekst van de bijlage wordt tevens openbaar gemaakt op de website van SenterNovem onder www.senternovem.nl/......

Artikel 2. Mededeling aan de Dienst Wegverkeer

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

De staatssecretaris zal binnen 10 werkdagen na ontvangst van de door inbouwer ondertekende overeenkomst aan de Dienst Wegverkeer mededeling doen van het sluiten van de overeenkomst, waarna de inbouwer het recht verkrijgt om de inbouw in voertuigen met dieselmotor van ongebruikte deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend gereed te melden bij de Dienst Wegverkeer.

Artikel 3. Gereedmelding

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Aan de gereedmelding van de inbouw van een deeltjesverminderingssysteem bij de Dienst Wegverkeer zijn voor de inbouwer geen kosten verbonden.

Artikel 4. Ontbinding van de Overeenkomst

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

1. De inbouwer is verplicht zich aan een geëiste steekproefkeuring als bedoeld in 2.1. e.v. van de bijlage bij deze overeenkomst te onderwerpen.

2. In geval van tijdens de steekproefkeuring geconstateerde afwijkingen van de bijlage die direct kunnen worden hersteld, bepaalt de steekproefcontroleur of hij overgaat tot goedkeuring na herstel. Van de afwijking wordt rapport opgemaakt, op grond waarvan de staatssecretaris aan de inbouwer schriftelijk mededeling kan doen van een geconstateerde tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst.

3. In geval van tijdens de steekproefkeuring geconstateerde afwijkingen van de bijlage die niet terstond kunnen worden hersteld, wordt rapport opgemaakt, op grond waarvan de staatssecretaris aan de inbouwer schriftelijk mededeling kan doen van een geconstateerde tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst.

4. Indien aan een inbouwer driemaal een mededeling is gedaan als bedoeld in het tweede of derde lid, kan de staatssecretaris de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande nadere ingebrekestelling is vereist.

5. Indien uit het naar aanleiding van een steekproefkeuring opgemaakte rapport blijkt dat de inbouwer zich aan de steekproefkeuring heeft onttrokken, de inbouw van een deeltjesverminderingssysteem heeft gereedgemeld terwijl hij bij het betreffende voertuig geen deeltjesverminderingssysteem heeft ingebouwd of hetzelfde individuele deeltjesverminderingssysteem of de gegevens daarvan voor gereedmelding van de inbouw in meer dan één voertuig heeft gebruikt, kan de staatssecretaris de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.

6. Indien uit het naar aanleiding van een steekproefkeuring opgemaakte rapport blijkt dat de inbouwer een deeltjesverminderingssysteem heeft ingebouwd dat niet voldoet aan het bepaalde in 1.2. van de bijlage bij deze overeenkomst, zal de inbouwer in de gelegenheid worden gesteld aan te tonen dat het deeltjesverminderingssysteem voldoet aan de eisen en voorschriften als bedoeld in artikel 1.1. van de bijlage. Indien de inbouwer daarin niet slaagt, kan de staatssecretaris een mededeling doen als bedoeld in het tweede of derde lid, dan wel de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.

7. Indien uit het naar aanleiding van een steekproefkeuring opgemaakte rapport blijkt dat de inbouwer een gebruikt deeltjesverminderingssysteem heeft ingebouwd en afgemeld, kan de staatssecretaris een mededeling doen als bedoeld in het tweede of derde lid, dan wel de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.

8. Indien een tekortkoming in de nakoming van deze Overeenkomst wordt geconstateerd, anders dan ter gelegenheid van een steekproefkeuring, kan de staatssecretaris een mededeling doen als bedoeld in het tweede of derde lid, dan wel de Overeenkomst schriftelijk ontbinden zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling is vereist.

9. Van ontbinding van de Overeenkomst doet de staatssecretaris onverwijld schriftelijk mededeling aan de Dienst Wegverkeer.

10. De staatssecretaris zal na ontbinding van de Overeenkomst op een aanbod van de inbouwer de Overeenkomst opnieuw met hem te sluiten niet eerder ingaan, dan nadat drie maanden na de ontbinding zijn verstreken. Het staat de staatssecretaris vrij om niet op het aanbod in te gaan.

Artikel 5. Opzegging

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

1. De staatssecretaris kan de Overeenkomst opzeggen indien beleidsoverwegingen of ontwikkelingen die op dat beleid van invloed zijn daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven. De staatssecretaris zal daarbij een opzegtermijn van vier weken in acht nemen, tenzij de omstandigheden een onmiddellijk einde van de Overeenkomst rechtvaardigen.

2. De inbouwer kan de overeenkomst te allen tijde opzeggen, zonder dat daarbij een opzegtermijn in acht behoeft te worden genomen.

3. Indien de aan de inbouwer uit hoofde van artikel 83 van de Wegenverkeerswet 1994 verleende APK-erkenning wordt ingetrokken, eindigt de Overeenkomst op hetzelfde moment, zonder dat daartoe voorafgaande opzegging is vereist.

Artikel 6. Beëindiging van de Overeenkomst

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

1. Vanaf het moment van inwerkingtreding van een wettelijke erkenningsregeling waarin het onderwerp van deze overeenkomst wordt geregeld, ongeacht welk orgaan of welke instantie in die regeling als erkenningsbevoegd wordt aangewezen, blijft de Overeenkomst nog een maand van kracht. Daarna eindigt de Overeenkomst, zonder dat daartoe enige opzegging is vereist, behoudens het bepaalde in het tweede lid.

2. Indien de inbouwer binnen de termijn van een maand als bedoeld in het eerste lid een aanvraag heeft ingediend voor een erkenning uit hoofde van de bedoelde wettelijke erkenningsregeling, blijft de Overeenkomst ook na die termijn van kracht totdat op die aanvraag is beslist. Daarna eindigt de Overeenkomst, zonder dat daartoe enige opzegging is vereist.

3. Dit artikel is niet van toepassing, indien de wettelijke erkenningsregeling als bedoeld in het eerste lid anders zal bepalen.

Artikel 7. Aanvulling of wijziging van de Overeenkomst

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

De staatssecretaris kan de Overeenkomst en de bijlage, waaronder begrepen de in 1.1 van de bijlage bedoelde eisen en voorschriften, aanvullen of wijzigen indien technische of andere ontwikkelingen daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven.

Artikel 8. Afdwingbaarheid van de Overeenkomst

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Deze Overeenkomst is in rechte afdwingbaar.

Artikel 9. Publicatie in de Staatscourant

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

1. Een model van de Overeenkomst, dat wil zeggen zonder vermelding van de gegevens van de inbouwer en niet door partijen ondertekend, wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

2. Binnen een maand na aanvulling of wijziging van de Overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 7, wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Staatssecretaris gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend,

(plaats en datum)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

voor deze: SenterNovem

Handtekening, naam en functieaanduiding van de betrokken functionaris van SenterNovem

(plaats en datum)

Naam en firmanaam en handtekening inbouwer

Bijlage bij de Overeenkomst tot gecontracteerde inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor

[Regeling vervallen per 01-05-2013]

Procedurevoorschriften inbouw van deeltjesverminderingssystemen in voertuigen met dieselmotor

1. Inbouw en gereedmelding van deeltjesverminderingssystemen

1.1. Een deeltjesverminderingssysteem dat wordt ingebouwd dient te voldoen aan de op het moment van inbouw van toepassing zijnde eisen en voorschriften zoals die in opdracht van de staatssecretaris openbaar worden gemaakt op de website van SenterNovem op www.senternovem.nl/.....

1.2. Een deeltjesverminderingssysteem wordt in elk geval geacht te voldoen aan de eisen als bedoeld in 1.1., indien de Dienst Wegverkeer voor het deeltjesverminderingssysteem een typegoedkeuring heeft verleend.

1.3. Een lijst van deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend, wordt in opdracht van de staatssecretaris openbaar gemaakt op de website van SenterNovem op www.senternovem.nl/…. De inbouwer mag op de juistheid van deze lijst vertrouwen, tenzij hij weet of behoort te weten dat een vermelding op deze lijst niet juist is.

1.4. De inbouwer is verplicht om aan de kentekenhouder van een voertuig waarin hij een ongebruikt deeltjesverminderingssysteem beoogt in te bouwen waarvoor door de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring is verleend voorafgaand aan de inbouw melding te maken van het feit, dat de inbouw van het deeltjesverminderingssysteem zal leiden tot gereedmelding bij de Dienst Wegverkeer en registratie van de inbouw in een door die Dienst bijgehouden register. Deze verplichting geldt niet voor deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer geen typegoedkeuring heeft verleend en deeltjesverminderingssystemen die gebruikt zijn.

1.5. De inbouw van een deeltjesverminderingssysteem dient overeenkomstig de inbouwvoorschriften volgens opgave van de fabrikant en overigens met goed vakmanschap plaats te vinden.

1.6. De inbouwer meldt de inbouw van een ongebruikt deeltjesverminderingssysteem waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend gereed bij de Dienst Wegverkeer op de door die Dienst voorgeschreven wijze. Deze verplichting geldt niet voor deeltjesverminderingssystemen waarvoor de Dienst Wegverkeer geen typegoedkeuring heeft verleend en deeltjesverminderingssystemen die gebruikt zijn.

1.7. Bij de inbouw van een ongebruikt deeltjesverminderingssysteem waarvoor de Dienst Wegverkeer een typegoedkeuring heeft verleend slaat de inbouwer de meldcode van het voertuig waar het deeltjesverminderingssysteem wordt ingebouwd met slagletters in, of graveert deze met letters op het deeltjesverminderingssysteem. Indien de montagehandleiding volgens opgave van de fabrikant een plaats aangeeft waar dit dient te gebeuren, doet de inbouwer dat op de aangegeven plaats. De ingeslagen of gegraveerde letters dienen bij een controle van de inbouw duidelijk zichtbaar zijn af te lezen. Deze verplichting geldt niet voor deeltjesverminderings-systemen waarvoor de Dienst Wegverkeer geen typegoedkeuring heeft verleend en deeltjesverminderingssystemen die gebruikt zijn.

2. Steekproefsgewijze keuring

2.1. Van de gereedgemelde inbouwen wordt tenminste gemiddeld 5% per jaar aan een steekproefsgewijze keuring onderworpen.

2.2. Het uitvoeren van de steekproefkeuringen wordt door de staatssecretaris opgedragen aan de Dienst Wegverkeer. Terstond na het gereedmelden van de inbouw in een voertuig wordt door de Dienst Wegverkeer aan de inbouwer meegedeeld of voor de betreffende inbouw een steekproefkeuring wordt geëist.

2.3. Indien daar naar het oordeel van de staatssecretaris of de Dienst Wegverkeer aanleiding toe bestaat, kan de inbouwer vaker dan gemiddeld als bedoeld in 2.1 aan een steekproefkeuring worden onderworpen.

2.4. De steekproefkeuring wordt verricht door een door de directeur van de Dienst Wegverkeer daartoe aangewezen steekproefcontroleur van die Dienst en vindt plaats in de inrichting waar de gereedmelding is verricht.

2.5. Indien een steekproefkeuring wordt geëist, is de inbouwer verplicht het voertuig waarvoor de inbouw is gereedgemeld tot maximaal 90 minuten na de gereedmelding voor een steekproefkeuring beschikbaar te houden in de inrichting waar de gereedmelding is verricht. Indien de steekproefcontroleur zich daar niet binnen die termijn heeft gemeld, vervalt de geëiste steekproefkeuring.

2.6. Indien een steekproefkeuring wordt geëist, zal de inbouwer geen wijzingen aanbrengen of laten aanbrengen aan de staat van het voertuig waarvoor hij de inbouw van het deeltjesverminderingssysteem heeft gereedgemeld. De inbouwer stelt de steekproefcontroleur alle benodigde outillage ter beschikking en verleent hem overigens alle medewerking die deze in staat stelt de controle naar behoren te kunnen uitoefenen.

2.7. Bij een steekproefkeuring dient de inbouwer de volgende gegevens voorhanden te hebben en deze desgevraagd aan de steekproefcontroleur over te leggen:

  • a. het geldige kentekenbewijs deel 1 of deel 1a van het voertuig;

  • b. de montagehandleiding volgens opgave van de fabrikant van het ingebouwde deeltjesverminderingssysteem.

2.8. De steekproefkeuring omvat de volgende onderdelen:

  • a. controle van de meldgegevens van de door de inbouwer verrichte gereedmelding bij de Dienst Wegverkeer;

  • b. aan de hand van de montagehandleiding volgens opgave van de fabrikant wordt bepaald:

    • of het deeltjesverminderingssysteem een typegoedkeuringsnummer heeft;

    • of het juiste deeltjesverminderingssyteem voor het betreffende voertuig is ingebouwd;

    • of de inbouw van het deeltjesverminderingssyteem overeenkomstig de montagehandleiding heeft plaatsgevonden.

Hierbij wordt in elk geval beoordeeld of het deeltjesverminderingssysteem:

  • op de juiste plaats is ingebouwd;

  • voldoende gasdicht is;

  • deugdelijk is ingebouwd;

en voorts of de meldcode van het voertuig met slagletters in het deeltjesverminderingssysteem is ingeslagen, danwel is ingegraveerd, overeenkomstig het bepaalde in 1.7.