Besluit van 14 juni 2006, houdende regels inzake de kwaliteit van werkzaamheden in
het bodembeheer en de integriteit van degenen die deze werkzaamheden uitvoeren (Besluit
uitvoeringskwaliteit bodembeheer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 18 november 2005, nr. DJZ2005201998, Directie Juridische Zaken,
Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 8.5, 8.45, 8.49, vijfde lid, 11.1, 11.2 en 11.3 van de Wet milieubeheer, de artikelen 6, 7, 8, 15, 17, 38, 39b, 70 en 72 van de Wet bodembescherming, de artikelen 2a, 2b, 2c en 2d van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en artikel 40a van de Woningwet;
De Raad van State gehoord (advies van 3 februari 2006, nr. W08.05.0516/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 7 juni 2006, nr. DJZ2006274120, Directie Juridische Zaken,
Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: