U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-09-2010.]Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-07-2009. Geldend van 01-09-2008 t/m 31-08-2010
Besluit van de Minister van Justitie van 26 juni 2006, nr. 5425302/506/CBK, houdende aanwijzing tot het gebruik van handboeien en wapenstok door de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de HTM (Besluit toekenning politiebevoegdheden en geweldsmiddelen HTM 2006)
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 142, eerste lid, aanhef en onder c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, zevende lid van de Politiewet 1993 en artikel 17 van de Wet op de economische delicten;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-09-2010]
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. HTM: HTM Personenvervoer NV;
b. buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar in dienstbetrekking werkzaam bij de HTM;
c. FOT: het Flexibel Ondersteuningsteam van de HTM;
1 De buitengewoon opsporingsambtenaar, genoemd in artikel 1, onder b, is bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoersbedrijven 2005 genoemde strafbare feiten, gebruik te maken van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich daarbij overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.
2 Maximaal 25 buitengewoon opsporingsambtenaren, te werk gesteld bij het FOT zijn bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoersbedrijven 2002 genoemde strafbare feiten, gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich daarbij overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.
1 De buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij het FOT kan gedurende de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar uitgerust zijn met:
a. handboeien van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type;
b. een korte wapenstok van een door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type.
2 De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt eerst uitgerust met handboeien en de wapenstok nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik van en het omgaan met handboeien en de wapenstok.
De directeur van de HTM stelt in overleg met de toezichthouder en de direct toezichthouder op:
a. Een instructie, gebaseerd op artikel 22 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar, waarin zo concreet mogelijk beschreven wordt bij welke feiten en omstandigheden het aanleggen van handboeien en het gebruik van de wapenstok is toegestaan. De instructie dient aan iedere buitengewoon opsporingsambtenaar, die is uitgerust met handboeien en de wapenstok ter hand te worden gesteld.
b. Een procedure, gebaseerd op de artikelen 17 en 23 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar, voor de melding van het gebruik van handboeien en de wapenstok. Over iedere melding dienen de toezichthouder en de direct toezichthouder zo spoedig mogelijk te worden geïnformeerd.
De directeur van de HTM verstrekt de toezichthouder en de direct toezichthouder overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar alle door hen gewenste informatie en voert zo nodig en desgevraagd periodiek overleg met hen met betrekking tot het gebruik van de geweldsmiddelen.
De directeur van de HTM gaat in het, op basis van artikel 7 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoersbedrijven 2005, jaarlijks, vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand, met betrekking tot de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij dit bedrijf aan de Minister van Justitie uit te brengen verslag tevens in op de doeltreffendheid en de effecten van het gebruik van geweld, de veiligheidsfouillering, het gebruik van de handboeien en het gebruik van de wapenstok.
Dit besluit treedt in werking met ingang de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2010.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit toekenning politiebevoegdheden en geweldsmiddelen HTM 2006.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 26 juni 2006
Minister
hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden
R.R. Joesoef Djamil
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Besluit toekenning politiebevoegdheden en geweldsmiddelen HTM 2006", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.