Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs, enz. (aanpassing regels bekwaamheidseisen onderwijspersoneel)

Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2011 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 22-10-2008 t/m heden

Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de beroepen in het onderwijs onder meer in verband met het aanbrengen van enkele verbeteringen in de regels over de bekwaamheid van onderwijspersoneel zoals deze komen te luiden door de Wet op de beroepen in het onderwijs (aanpassing regels bekwaamheidseisen onderwijspersoneel)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra zoals deze zullen luiden na inwerkingtreding van de Wet op de beroepen in het onderwijs, bijzondere regels te handhaven over de bekwaamheid tot het geven van onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening in de bovenbouw van het primair onderwijs, en voorts om in die wetten een onvolkomenheid weg te nemen in de regels over de bekwaamheid van de directeur in het primair onderwijs;

dat ook overigens nog enkele aanpassingen in deze wetten en in de Wet op het voortgezet onderwijs moeten worden aangebracht in verband met de bekwaamheid van onderwijspersoneel;

dat het noodzakelijk is een aantal wijzigingswetten op het terrein van het primair en voortgezet onderwijs beter op elkaar af te stemmen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel V. Invoering onderhoudsplicht bekwaamheid WPO, WEC, WVO en WEB

Artikel 12, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 21, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 24, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 1.3.6, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs wat het onderhouden van de bekwaamheid betreft, zoals luidend met ingang van 1 augustus 2006, vinden voor een bepaalde personeelscategorie voor het eerst toepassing met ingang van het tijdstip waarop de bekwaamheidseisen voor die categorie in werking treden.

Artikel VA. Wijziging Wet van 14 december 2005 (Stb. 2006, 19)

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs (verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden)(Stb. 2006, 19). ]

Artikel VI. Overgangsrecht i.v.m. tijdstip van vaststelling uitvoeringsvoorschriften Wet op de beroepen in het onderwijs

  • 3 [Red: Vervallen.]

Artikel VII. Wijziging in verband met het wetsvoorstel vraagfinanciering schoolbegeleiding en bekostiging onderwijs aan zieke leerlingen

[Red: Wijzigt deze wet.]

Artikel VIII. Wijziging in verband met het wetsvoorstel vraagfinanciering schoolbegeleiding en bekostiging onderwijs aan zieke leerlingen

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs, enz. (vraagfinanciering schoolbegeleiding en bekostiging onderwijs aan zieke leerlingen).]

Artikel IX. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Indien het koninklijk besluit dat de inwerkingtreding van deze wet bevat, wordt uitgegeven na 31 juli 2006, kan dat koninklijk besluit bepalen dat deze wet in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het koninklijk besluit wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 augustus 2006.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 28 juni 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister vanLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de achttiende juli 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner