U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 28-10-2016 en zichtdatum 31-10-2024. Geldend van 04-07-2009 t/m heden
Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 24 juli 2006, nr. 2006-0000245874, CZW/WVOB, houdende regels tot bevordering van de inburgering van allochtone vrouwen in de G31 (Regeling inburgering allochtone vrouwen G31)
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie;
Gelet op artikel 16, eerste en tweede lid, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Minister: de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;
b. Besluit: het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;
c. Brede doeluitkering: brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;
d. G30: de gemeenten Alkmaar, Almelo, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo (Overijssel), ’s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Tilburg, Utrecht, Venlo, Zaanstad en Zwolle;
e. allochtone vrouw: de vrouw die
1°. behoort tot de eerste generatie niet-westerse allochtonen, dan wel de eerste generatie allochtonen afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie of voormalig Joegoslavië;
2°. geen nieuwkomer is als bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers;
3°. geen inburgeringsprogramma voor oudkomers volgt op grond van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, de Regeling inburgering oudkomers 25 gemeenten 2005, de Regeling inburgering oudkomers G25 2006 of de Regeling inburgering oudkomers niet-G56 2006;
4°. al voor langere tijd rechtmatig in Nederland verblijft, anders dan voor een tijdelijk doel als bepaald bij of krachtens de Wet inburgering nieuwkomers, en
5°. algemene bijstand of een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria of de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten, en aan wie in het kader van de uitvoering van voornoemde wetten of regelingen een voorziening is aangeboden gericht op arbeidsinschakeling, dan wel
6°. geen inkomsten uit tegenwoordige arbeid, algemene bijstand of een uitkering als bedoeld onder 5° geniet;
f. categorie ‘uitkeringsgerechtigd’: de categorie, genoemd in onderdeel e, onder 5°;
g. categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’: de categorie, genoemd in onderdeel e, onder 6°;
h. aanvullende uitkering: een verhoging van de brede doeluitkering ;
i. inburgeringsvoorziening: de inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 6;
j. inburgeringsexamen: het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7;
k. IB-Groep: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.
1 De gemeenten komen in aanmerking voor een aanvullende uitkering, onder de in deze regeling genoemde voorwaarden, teneinde hen in staat te stellen allochtone vrouwen deel te laten nemen aan een inburgeringsvoorziening en deze inburgeringsvoorziening te laten afsluiten met het inburgeringsexamen.
2 Het college van burgemeester en wethouders dient binnen vier weken na inwerkingtreding van deze regeling bij Onze Minister een aanvraag in voor de aanvullende uitkering. De aanvraag gaat vergezeld van een wijziging van het ontwikkelingsprogramma.
3 Het gewijzigde ontwikkelingsprogramma bevat een gemotiveerde keuze van de resultaten die het college van burgemeester en wethouders wil bereiken ten aanzien van:
a. het aantal allochtone vrouwen, behorend tot de categorie ‘uitkeringsgerechtigd’, en het aantal allochtone vrouwen, behorend tot de categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’, met wie in 2006 een overeenkomst als bedoeld in artikel 8 wordt gesloten;
b. het aantal allochtone vrouwen, behorend tot de categorie ‘uitkeringsgerechtigd’, en het aantal allochtone vrouwen, behorend tot de categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’, dat uiterlijk 31 december 2009 zal hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
4 Het procentuele aandeel van elke gemeente behorend tot de G30 in de middelen voor bevordering van de inburgering van allochtone vrouwen is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.
Onze Minister neemt een beschikking tot verlening van de aanvullende uitkering binnen zes weken na het tijdstip waarop de in artikel 2 bedoelde aanvraag is ontvangen.
De normvergoedingen welke ten aanzien van de resultaten, genoemd in artikel 2, derde lid, worden gehanteerd, zijn:
a. € 1854,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’, respectievelijk € 1271,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘uitkeringsgerechtigd’, met wie in 2006 een overeenkomst is gesloten;
b. € 4807,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘niet-werkend en niet-uitkeringsgerechtigd’, respectievelijk € 3294,– voor iedere allochtone vrouw, behorend tot de categorie ‘uitkeringsgerechtigd’, die uiterlijk 31 december 2009 heeft deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
1 Onze Minister verleent aan de gemeente in 2006 een voorschot ter hoogte van het bedrag dat op grond van artikel 3 is verleend.
2 Het voorschot wordt na het besluit tot verlening van de aanvullende uitkering betaald bij de eerstvolgende voorschotverlening zoals die plaatsvindt op grond van artikel 20 van het Besluit.
1 Het college van burgemeester en wethouders stelt de inburgeringsvoorziening vast, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de persoonlijke situatie van de desbetreffende allochtone vrouw.
2 Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening toeleidt naar het inburgeringsexamen en op uiterlijk 31 december 2009 wordt afgesloten door middel van deelname aan het inburgeringsexamen.
1 Het inburgeringsexamen toetst de beheersing van:
a. de Nederlandse taal op het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen voor spreekvaardigheid, luistervaardigheid en gespreksvaardigheid;
b. de Nederlandse taal op het niveau A1 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen voor schrijfvaardigheid en leesvaardigheid; en
c. Kennis van de Nederlandse Samenleving op de domeinen ‘Werk en inkomen’, ‘Omgangsvormen, waarden en normen’, ‘Wonen’, ‘Gezondheid en gezondheidszorg’, ‘Geschiedenis en geografie’, ‘Instanties’, ‘Staatsinrichting en rechtsstaat’ en ‘Onderwijs en opvoeding’.
2 Het inburgeringsexamen bestaat uit een centraal deel en uit een praktijkdeel.
3 Het centrale deel van het inburgeringsexamen wordt afgenomen door de IB-Groep en bestaat uit:
a. een elektronisch praktijkexamen;
b. een toets gesproken Nederlands, en
c. een examen in de kennis van de Nederlandse samenleving.
4 Het praktijkdeel van het inburgeringsexamen wordt afgenomen door de IB-Groep en de door de IB-Groep aangewezen exameninstellingen en bestaat uit een assessment, een portfolio dan wel een combinatie daarvan. Het praktijkdeel omvat een beoordeling van de taalvaardigheden in een aantal praktijksituaties, ontleend aan het domein ‘Burgerschap’ en het domein ‘Werk’ dan wel het domein ‘Onderwijs, gezondheid en opvoeding’.
5 Het resultaat van beide delen van het inburgeringsexamen wordt vastgesteld door de IB-Groep en de door de IB-Groep aangewezen exameninstellingen en wordt uitgedrukt in ‘geslaagd’ of ‘niet geslaagd’. Het inburgeringsexamen is behaald indien alle daartoe behorende examens met goed gevolg zijn afgelegd.
6 Ten bewijze dat het inburgeringsexamen is behaald, wordt door de IB-Groep aan de allochtone vrouw een diploma uitgereikt, waarvan het model door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie wordt vastgesteld.
1 Het college van burgemeester en wethouders sluit een overeenkomst met de allochtone vrouw die een inburgeringsvoorziening krijgt. De overeenkomst wordt door partijen niet later ondertekend dan 31 december 2006.
2 De overeenkomst bevat ten minste bepalingen met betrekking tot:
a. het doel van de inburgeringsvoorziening;
b. de onderdelen van de inburgeringsvoorziening;
c. de rechten en de verplichtingen van de partijen bij de overeenkomst;
d. de gevolgen welke zijn verbonden aan niet-nakoming van de overeenkomst.
3 Het college van burgemeester en wethouders sluit op grond van deze regeling met een allochtone vrouw slechts één overeenkomst.
[Red: Wijzigt de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inburgering allochtone vrouwen G31.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
S.M. Dekker
G30 gemeente
Aantal
Oudkomers
vrouwen
In % van totaal
Alkmaar
3.350
1,10%
Almelo
2.597
0,85%
Amersfoort
5.093
1,67%
Amsterdam
71.357
23,40%
Arnhem
6.925
2,27%
Breda
4.788
1,57%
Deventer
3.480
1,14%
Dordrecht
5.565
1,82%
Eindhoven
8.755
2,87%
Emmen
1.499
0,49%
Enschede
6.000
1,97%
Groningen
4.766
1,56%
Haarlem
4.952
1,62%
Heerlen
2.033
0,67%
Helmond
2.807
0,92%
Hengelo (O.)
2.390
0,78%
Leeuwarden
2.528
0,83%
Leiden
5.063
1,66%
Lelystad
3.427
1,12%
Maastricht
2.893
0,95%
Nijmegen
5.614
1,84%
Rotterdam
61.357
20,12%
Schiedam
4.888
1,60%
’s-Gravenhage
43.387
14,23%
’s-Hertogenbosch
3.726
1,22%
Tilburg
7.569
2,48%
Utrecht
15.304
5,02%
Venlo
Zaanstad
5.774
1,89%
Zwolle
2.587
Totaal G30G31: Sittard-Geleen; aantal oudkomers vrouwen: 1651, in % van totaal: 0,54%.
303.281
99,46%
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling inburgering allochtone vrouwen G31", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.