-
a.
wet:
Wet werk en bijstand;
-
b.
IOAW:
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
-
c.
IOAZ:
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
-
d.
Bbz 2004:
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
-
e.
WIJ:
Wet investeren in jongeren;
-
f.
uitkering: de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet, inclusief een uitkering voor de lasten van de door het college toegekende algemene
bijstand aan zelfstandigen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van het Bbz 2004;
-
g.
gemeentelijke lasten op grond van de WWB: de lasten in het jaar twee jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt
vastgesteld, volgens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de door het college toegekende algemene bijstand op grond van de
wet, vermenigvuldigd met het aantal huishoudens waarvan de referentiepersoon tot de
leeftijdscategorie van 15 tot en met 64 jaar behoort, in de gemeente op 1 januari
van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld, gedeeld
door het aantal dergelijke huishoudens in de gemeente op 1 januari van het jaar twee
jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld;
-
h.
gemeentelijke lasten op grond van de WIJ: de lasten in het jaar twee jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt
vastgesteld, volgens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de door het college toegekende inkomensvoorzieningen op grond van
de WIJ, vermenigvuldigd met het aantal huishoudens waarvan de referentiepersoon tot
de leeftijdscategorie van 15 tot en met 64 jaar behoort, in de gemeente op 1 januari
van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld, gedeeld
door het aantal dergelijke huishoudens in de gemeente op 1 januari van het jaar twee
jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld;
-
i.
gemeentelijke lasten op grond van de IOAW: de lasten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt
vastgesteld, volgens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de door het college toegekende uitkeringen voor uitkeringen op grond
van de IOAW, vermenigvuldigd met het aantal huishoudens waarvan de referentiepersoon
tot de leeftijdscategorie van 15 tot en met 64 jaar behoort, in de gemeente op 1 januari
van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld, gedeeld
door het aantal dergelijke huishoudens in de gemeente op 1 januari van het jaar twee
jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld;
-
j.
gemeentelijke lasten op grond van de IOAZ: de lasten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt
vastgesteld, volgens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de door het college toegekende uitkeringen voor uitkeringen op grond
van de IOAZ, vermenigvuldigd met het aantal huishoudens waarvan de referentiepersoon
tot de leeftijdscategorie van 15 tot en met 64 jaar behoort, in de gemeente op 1 januari
van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld, gedeeld
door het aantal dergelijke huishoudens in de gemeente op 1 januari van het jaar twee
jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld;
-
k.
gemeentelijke lasten op grond van het Bbz 2004: de lasten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarover de uitkering wordt
vastgesteld, volgens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de door het college toegekende algemene bijstand verleend aan zelfstandigen
als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van het Bbz 2004, vermenigvuldigd met het aantal huishoudens waarvan de referentiepersoon tot de leeftijdscategorie
van 15 tot en met 64 jaar behoort, in de gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand
aan het jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld, gedeeld door het aantal dergelijke
huishoudens in de gemeente op 1 januari van het jaar twee jaar voorafgaand aan het
jaar waarover de uitkering wordt vastgesteld;
-
l.
toetsingscommissie: de toetsingscommissie Wet werk en bijstand, bedoeld in artikel 73 van de wet;
-
m.
netto lasten: de netto lasten van het toekennen van algemene bijstand, uitkeringen of inkomensvoorzieningen
als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet;
-
n.
verdeelstoornis: de omstandigheid waarin sprake is van bijzondere lokale omstandigheden buiten de
invloedssfeer van de gemeente die wel leiden tot hogere bijstandsuitgaven maar die
niet volledig tot uitdrukking komen in de aan de hand van het verdeelmodel, opgenomen
in de bijlage bij dit besluit, objectief vastgestelde kosten.