U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2009.]Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-12-2007. Geldend van 02-12-2007 t/m 30-04-2008
Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 14 september 2006, nr. WJZ 6070432, tot vaststelling van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
1 In deze regeling wordt verstaan onder:
a. kaderregeling: de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten;
b. FND-innovatieproject: een innovatieproject, bestaande uit industrieel onderzoek of preconcurrentiële ontwikkeling of een combinatie hiervan, dat past binnen bijlage 1;
c. FND-haalbaarheidsproject: een samenstel van activiteiten, dat leidt tot een schriftelijk rapport met een inschatting van de technische en economische mogelijkheden van een FND-innovatieproject;
d. FND-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste één onderneming en één publiek gefinancierde kennisinstelling dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een FND-innovatieproject;
e. FND-MKB-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit twee of meer niet in een groep verbonden MKB-ondernemers, welk verband is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een FND-innovatieproject;
f. publiek gefinancierde kennisinstelling:
1°. een onder a, b, c, f, of g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder i van de bijlage van die wet bedoeld academisch ziekenhuis;
2°. een andere dan onder 1° bedoelde meerjarig en voor tenminste eenderde door de rijksoverheid gefinancierde onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;
3°. een openbare instelling voor hoger onderwijs en een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1°, welke meerjarig en voor ten minste eenderde wordt gefinancierd door een ander land, of
4°. een onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden, welke meerjarig en voor ten minste eenderde wordt gefinancierd door een ander land.
2 Voor de definities van minister, innovatieproject, ondernemer, MKB-ondernemer, groep, industrieel onderzoek en preconcurrentiële ontwikkeling zijn artikel 1, onderdelen a, b, c, d, f, i en j van de kaderregeling van toepassing.
Voor een FND-innovatieproject en een FND-haalbaarheidsproject wordt geen subsidie verstrekt aan een ondernemer die activiteiten verricht op het gebied van de productie, verwerking of verhandeling van producten als bedoeld in bijlage 1 bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en op het gebied van de activiteiten bedoeld in de Europese Kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw (PbEG 2003, C317).
1 De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een MKB-ondernemer die voor eigen rekening en risico een FND-haalbaarheidsproject uitvoert.
2 De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 50.000.
3 Voor het verstrekken van subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten zijn de artikelen 4, 5, 7, 9, 11, 15 tot en met 18, 19, eerste tot en met derde lid, 20 en 28 tot en met 34 van de kaderregeling van toepassing.
Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, bedoeld in artikel 5, bedraagt € 2.000.000,–.
Aanvragen voor een subsidie voor een haalbaarheidsproject moeten zijn ontvangen voor 5 november 2007, 18.00 uur.
1 In aanvulling op artikel 15 van de kaderregeling beslist de minister afwijzend op een aanvraag voor een FND-haalbaarheidsproject indien:
a. het FND-innovatieproject waarop het FND-haalbaarheidsproject betrekking heeft technisch onvoldoende risicovol is;
b. het FND-haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht geeft in het economisch perspectief en de toepassingsmogelijkheden van de projectresultaten.
2 De in artikel 15, onderdeel c, van de kaderregeling bedoelde termijn is voor FND-haalbaarheidsprojecten 1 jaar.
In afwijking van artikel 16, derde lid, van de kaderregeling bedraagt het ambtshalve te verstrekken voorschot 50 procent van het bij de subsidieverlening voor de desbetreffende MKB-ondernemer vermelde maximale subsidiebedrag.
1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een FND-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een FND-innovatieproject uitvoert.
2 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een FND-MKB-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een FND-innovatieproject uitvoert.
3 Voor het verstrekken van de subsidie voor een FND-innovatieproject zijn de artikelen 3, eerste lid, onderdelen b en c, tweede tot en met vierde lid, 4, 7, 13 tot en met 23, 28 tot 32, 33, eerste, tweede, derde en vijfde lid, en 34, van de kaderregeling van toepassing.
1 Indien de subsidiabele kosten uitsluitend betrekking hebben op industrieel onderzoek, bedraagt, in afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de kaderregeling, de subsidie voor industrieel onderzoek 35 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze kosten worden gemaakt door een ondernemer.
2 Het bedrag, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de kaderregeling is € 1 miljoen voor een FND-innovatieproject, uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband en € 500.000 voor een FND-innovatieproject, uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband.
1 Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:
a. de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het onderzoek toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidie-ontvanger gemaakte en betaalde kosten:
1°. loonkosten voor betrokken personeel, voor zover deze rechtstreeks voor de uitvoering van het onderzoek noodzakelijk zijn. Het uurloon wordt berekend op basis van 1650 productieve uren per jaar;
2°. de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen;
3°. kosten van het gebruik van bestaande machines en apparatuur van de deelnemers;
4°. kosten van speciaal voor het onderzoek aan te schaffen machines en apparatuur;
5°. aan derden verschuldigde kosten;
6°. kosten van buitenlandstages;
7°. kosten van octrooi-aanvraag van publiek gefinancierde kennisinstellingen en MKB-ondernemers;
8°. kosten inzake kennisoverdracht en verankering;
b. een opslag voor overige algemene kosten van 50 procent van de onder a, onder 1°, bedoelde kosten.
2 Voor de directe loonkosten als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van gemiddelde uurtarieven per categorie bij het onderzoek betrokken personeel.
3 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien en voor zover de subsidie-ontvanger die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.
4 Een publiek gefinancierde kennisinstelling kan bij de aanvraag bij de minister een verzoek indienen om de berekening van de loonkosten en de algemene kosten te mogen vervangen door een in de gehele organisatie van de subsidie-ontvanger gebruikelijke, controleerbare methodiek. Dit verzoek gaat vergezeld van het gebruikte kostenmodel, de berekeningswijze en een door een accountant opgesteld assurancerapport over de aanvaardbaarheid van de voorgestelde methodiek.
5 Indien geen loonkosten als bedoeld in het eerste lid, worden gemaakt, maar niettemin arbeid ten behoeve van het project wordt verricht, wordt voor de berekening van de projectkosten uitgegaan van een uurtarief van € 35.
6 Aan een ontheffing als bedoeld in het vierde lid kunnen voorschriften worden verbonden.
1 De periode, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, is voor het in 2007 aanvragen van een subsidie voor een FND-innovatieproject: de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot 23 augustus 2007, 18.00 uur.
2 Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, voor het verlenen van subsidies voor FND-innovatieprojecten, waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 8.000.000,–, waarvan:
a. voor FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband: € 7.900.000,–;
b. voor FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband: € 3.000.000,–.
1 Er is een Adviescommissie innovatieprogramma Food & Nutrition Delta, die tot taak heeft om overeenkomstig artikel 6 van de kaderregeling de minister op zijn verzoek te adviseren over aanvragen om subsidie voor een FND-innovatieproject.
2 De minister wint over aanvragen om een subsidie voor een FND-innovatieproject waarop niet op grond van artikel 15 van de kaderregeling afwijzend wordt beslist, het advies in van de adviescommissie.
3 De minister rangschikt, daarbij geadviseerd door de adviescommissie, de aanvragen zodanig dat een FND-innovatieproject hoger gerangschikt wordt naar mate het meer bijdraagt aan:
a. de technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaande technologie;
b. het creëren van economische waarde voor de deelnemers van het samenwerkingsverband en de daarmee samenhangende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie;
c. de kwaliteit van de technologische samenwerking, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de mate van toereikendheid van de capaciteiten van de deelnemers en de mate van de kwaliteit van de projectorganisatie;
d. de verbetering van de ecologische of sociale prestaties van een deelnemer in een samenwerkingsverband, dan wel van de ecologische of sociale aspecten van de samenleving, waarbij onder verbetering van de sociale prestaties of van de sociale aspecten mede verstaan wordt: het realiseren van een bijdrage aan de volksgezondheid.
4 Voor de rangschikking wegen de in het derde lid vermelde criteria even zwaar.
De in artikel 15, onderdeel c, van de kaderregeling bedoelde termijn, is voor een FND-innovatieproject 4 jaar indien een project wordt uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband en 2 jaar indien een project wordt uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband.
In aanvulling op artikel 21 van de kaderregeling treedt voor het indienen van de aanvraag voor het samenwerkingsverband voor FND-innovatieprojecten een ondernemer op als penvoerder.
In afwijking van artikel 29, eerste lid, onderdeel c van de kaderregeling voert de subsidie-ontvanger een administratie, gerelateerd aan de kostensoorten, genoemd in artikel 10, waaruit ten allen tijde op eenvoudige een duidelijke wijze de gemaakte en betaalde kosten zijn af te leiden.
1 In aanvulling op artikel 33 van de kaderregeling draagt de subsidieontvanger zorg voor de openbaarmaking van de algemene kennis die voorvloeit uit de resultaten van het FND-innovatieproject.
2 De minister kan bij de subsidieverlening aan een MKB-ondernemer, een FND-samenwerkingsverband en een FND-MKB-samenwerkingsverband verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan.
3 De minister kan voor een periode van vijf jaar na de vaststelling van de subsidie nadere verplichtingen ter uitvoering van het eerste en het tweede lid opleggen.
Een publieke gefinancierde kennisinstelling draagt binnen een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband, waaraan de kennisinstelling deelneemt, slechts kennis of andere resultaten uit een FND-innovatieproject over aan een ondernemer die deelneemt aan het samenwerkingsverband, indien aan tenminste een van de volgende voorwaarden is voldaan:
a. de deelnemende ondernemingen dragen de volledige kosten van het project;
b. de resultaten waaraan geen intellectuele eigendomsrechten kunnen worden ontleend, mogen ruim worden verspreid en eventuele intellectuele eigendomsrechten op de resultaten die uit de activiteiten van de kennisinstelling voortvloeien, worden volledig aan de kennisinstelling toegekend;
c. de kennisinstelling ontvangt van de deelnemende ondernemingen een vergoeding die overeenstemt met de marktprijs voor de intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit de door de kennisinstelling in het kader van het project uitgevoerde activiteit en die worden overgedragen aan de deelnemende ondernemingen. Eventuele bijdragen van de deelnemende ondernemingen in de kosten van de kennisinstelling worden op deze compensatie in mindering gebracht.
Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:
a. een subsidie is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2;
b. een voorschot is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3;
c. een subsidievaststelling is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 2, 3 en 4, die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, te Den Haag.
Den Haag, 14 september 2006
Staatssecretaris
C.E.G. van Gennip
Diverse workshops en consultaties met de grootbedrijven, MKB bedrijven, brancheorganisaties en kennisinstellingen vonden plaats om het Innovatieprogramma FND inhoudelijk vorm en focus te geven. Dit is eerst voor fase 1 en daarna voor fase 2 gedaan. Ten behoeve van het opzetten van de onderzoeksprogramma’s van fase 1, het TTI WCFS+, is een zorgvuldig proces doorlopen van het identificeren van consumentenbehoeften, via functionele en wetenschappelijke doelen tot het ontwikkelen van innovatiethema’s en -projecten. De consumentenbehoeften die zijn geïdentificeerd als belangrijke marktgebieden voor de toekomst zijn:
– Lichaamsvorm
mensen willen in alle fasen van hun leven een gezond lichaam. Dit varieert bijvoorbeeld van goede bot- en spieropbouw tijdens de groeifase tot het er goed uitzien.
– Resistentie tegen ziektes
het verhogen van de resistentie tegen ziektes is gericht op het verhogen van de kwaliteit van leven en het gezond opgroeien van kinderen.
– Gevoel van welbevinden
deze behoefte varieert van het gezond en vitaal voelen tot het bestrijden van depressies.
– Kwaliteit van leven van ouderen
dit is met name gericht op het verlengen van de levensduur en het verhogen van de kwaliteit van leven in de laatste levensjaren. Specifieke voorbeelden zijn het behouden van mentale vermogens en het behouden van een goede spierfunctie bij ouderen.
– Gezondheid van kinderen
voor gezond opgroeien is het van belang dat kinderen een gevarieerd en gezond eetpatroon hebben. In westerse landen wordt overgewicht van kinderen een steeds groter probleem.
– Voorkomen van chronische ziektes
diverse ziektes zijn gerelateerd aan voeding. Voorbeelden zijn hart- en vaatziektes, diabetes en obesitas. Functionele voeding kan bijdragen aan het verminderen van deze voedingsgerelateerde ziektes.
– Smaak en gemak
dit zijn belangrijke aspecten bij voeding. Dit hangt onder andere samen met het feit dat de westerse mens steeds minder tijd besteed aan het bereiden van zijn eten. Ook ten aanzien van gezonde voeding zijn deze aspecten van essentieel belang.
– Voedselveiligheid
dit is een basisvoorwaarde bij voeding. Aspecten die hier aan de orde zijn, zijn integrale controle in de keten, gedeelde verantwoordelijkheid bij ketenpartijen en heldere communicatie.
– Beschikbaarheid en betaalbaarheid van voeding.
Het WCFS+ onderzoek is precompetitief van aard en omvat vijf innovatiethema’s: Voeding en Gezondheid, Sensoriek en Structuur, Bio-ingrediënten en Functionaliteit, Consumentengedrag, en Veiligheid en Conservering.
Tijdens de interactie met het MKB over de vormgeving van fase 2 van het Innovatieprogramma FND bleek dat de wensen en behoeften van MKB bedrijven inhoudelijk grotendeels aansluiten bij de thema’s van de WCFS+-onderzoeksagenda. Echter er zijn ook een aantal aanvullende kennisbehoeftes geïdentificeerd die voor een belangrijk deel gericht zijn op aanpalende technologie die ondersteunend is voor procesinnovaties in Food & Nutrition. Deze betreffen: processing, ICT, logistiek.
Binnen fase 2 van het Innovatieprogramma FND worden de volgende innovatiethema’s onderscheiden:
– Voeding en Gezondheid.
Er ontstaat steeds meer bewustzijn omtrent de rol van voeding en gezondheid van mensen. Dit leidt allereerst tot behoefte aan nieuwe kennis omtrent de relatie tussen voedingsmiddelen en gezondheid en de identificatie van gezondheidsbevorderende voedingsmiddelen en voedingscomponenten. Daarnaast leidt dit tot de vraag naar methoden en technologie om niet-invasief gezondheid, het ontstaan van ziekten in relatie tot voeding en het effect van gezondheidsbevorderende stoffen te monitoren. Verder zijn van belang methoden en technieken om de intrinsieke gezondheidswaarde van voedingsmiddelen te monitoren en behouden in de keten en deze gezondheidswaarde van producten actief te verhogen zonder dat dit ten koste gaat van andere gewenste eigenschappen.
Innovatieprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:
• onderbouwing van gezondheid van inhoudsstoffen bijv. gericht op het voorkomen van hart en vaatziekten, het bevorderen van darmgezondheid, het ondersteunen mentale prestaties en het voorkomen van obesitas en diabetes,
• de selectie en identificatie van gezondheidsbevorderende stoffen en methoden en technieken voor de selectie en ontwikkeling van gezondheidsbevorderende voedingsmiddelen en voedingscomponenten,
• methoden, technieken en biomarkers om bijv. gezondheid, het ontstaan van ziekten in relatie tot voeding en het effect van gezondheidsbevorderende stoffen te monitoren. Dit is mede van belang om gepersonificeerd voedingsadvies mogelijk te maken,
• (multi)analyse technieken ter identificatie/monitoring van inhoudstoffen in de keten,
• beïnvloeden van niveaus van inhoudsstoffen middels innovatie en optimalisatie van uitgangsniveaus en behoud gedurende verdere schakels in de keten,
• (multi)analyse/in-line technieken ten behoeve van tracking en tracing in de keten van componenten die gerelateerd zijn aan gezondheid.
– Sensoriek en structuur
Naast gezondheid zijn structuur en sensoriek van voedingsmiddelen belangrijke kwaliteitsaspecten die de keuze van de consument bepalen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de invloed van structuur van voedingsmiddelen op het mondgevoel en vrijkomen van geur- en smaakstoffen tijdens consumptie. Een goede controle over beide aspecten is een belangrijke vereiste om de beoogde producten met hoge toegevoegde waarde te kunnen realiseren.
• onderbouwing van effect van inhoudsstoffen of processing op structuur en sensoriek,
• beïnvloeding/optimalisatie/behoud van structuur/sensoriek door middel van innovatie en of optimalisatie van processing, bijvoorbeeld om op maat gezonde voedingsproducten te kunnen maken die zijn gericht op specifieke doelgroepen als kinderen of ouderen,
• (multi) analyse technieken ter identificatie/monitoring van structuur en sensoriek gedurende processing in de keten.
– Bio-ingrediënten en Functionaliteit
Zowel de selectie, de winning en exploitatie van functionele bio-ingrediënten, als de selectie en exploitatie van enzymen en micro-organismen die betrokken zijn bij het verkrijgen van bioactieve moleculen, als het borgen van de gewenste bio-activiteit op het moment van gebruik zijn belangrijke uitdagingen in de ontwikkeling van gezonde en functionele voedingsmiddelen.
• De selectie, winning en toepassing van functionele bio-ingrediënten,
• Enzymatische en microbiële conversie van grondstoffen om te komen tot functionele bio-ingrediënten en een optimale kwaliteit van voedingsmiddelen,
• De selectie en optimalisatie van micro-organismen die een specifiek gezondheidsbevorderend effect hebben,
• Methodes voor een optimale productie van functionele bio-ingrediënten.
– Veiligheid en Conservering
Gegarandeerde beschikbaarheid van veilig voedsel is een van de eerste vereisten waaraan de sector moet kunnen voldoen. Om gezonde voedingsmiddelen te produceren met een optimale kwaliteit (smaak, geur en structuur) en veiligheid zijn verbeterde (minimal processing) conserveringstechnieken nodig. Veranderende consumentenbehoeften en de in het kader van deze behoeften ontwikkelde nieuwe producten en productieprocessen vereisen technologie om de veiligheid, kwaliteit en functionaliteit van voedingsmiddelen gedurende processing en in de keten te kunnen borgen.
• (multi)analyse/in-line technieken ten behoeve van tracking en tracing in de keten van componenten die gerelateerd zijn aan veiligheid, kwaliteit en functionaliteit,
• methoden en technieken voor het verbeteren van houdbaarheid en conservering van voedingsmiddelen,
• intelligente verpakkingen voor o.a. versproducten.
– Consumentengedrag
De ontwikkeling van onderscheidende nieuwe processen en producten vergt dermate veel geld en de terugverdientijd is zodanig lang dat het van groot belang is om de behoefte en het gedrag van de consument van morgen goed te kunnen voorspellen.
Onderzoeksprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:
• technieken ter ondersteuning van het onderzoek naar consumentengedrag.
• innovaties ter beïnvloeding van het consumentengedrag (bijv. Life style in het kader van gezondheid).
– Aanpalende Technologie voor Food & Nutrition
Vooral voor MKB bedrijven zijn niet food gerelateerde technologische innovaties van groot belang om op het gebied van Food & Nutrition te komen tot nieuwe producten, processen en diensten.
Voorbeelden zijn technologie op het gebied van ICT, scheidingen, in line analyse voor processen, miniaturisering van productietechnologie, producttracering en intelligente verpakkingen.
[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.