Klachtenregeling Rijksrecherche

Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2013 t/m 30-11-2014

Regeling van 15 september 2006, nr. 5443243/06, houdende regels ten aanzien van de behandeling van klachten over de Rijksrecherche (Klachtenregeling Rijksrecherche)

De Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 61 en 62 van de Politiewet 1993;

Stelt vast de volgende regels over de behandeling, het onderzoek en de afdoening van klachten over de bij de Rijksrecherche werkzame bijzondere ambtenaren van politie en de directeur Rijksrecherche:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ambtenaar van de rijksrecherche: de ambtenaar van de rijksrecherche, bedoeld in artikel 2, onder d, van de Politiewet 2012;

  • b. ambtenaar: de ambtenaar van de rijksrecherche tegen wie de klacht is ingediend;

  • c. College: het College van procureurs-generaal;

  • d. klachtencommissie: de klachtencommissie Rijksrecherche als bedoeld in artikelen 2 en 12;

  • e. Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • f. wet: de Politiewet 2012.

§ 2. Klachten over een ambtenaar van de rijksrecherche

Artikel 2. De klachtencommissie Rijksrecherche

  • 1 Er is een klachtencommissie Rijksrecherche, die het College gevraagd of ongevraagd adviseert over de afdoening van klachten over een gedraging van een ambtenaar van de rijksrecherche.

  • 2 De klachtencommissie bestaat uit een oneven aantal, doch ten minste drie onafhankelijke leden.

  • 4 In afwijking van het gestelde in het derde lid, kan het College besluiten dat de klachtencommissie bestaat uit leden die zijn benoemd in de commissie die, adviseert over de afdoening van klachten over het optreden van ambtenaren als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met c, van de wet, werkzaam bij de regionale eenheden.

  • 5 Het College wijst een ambtelijk secretaris aan. De ambtelijk secretaris neemt niet deel aan de besluitvorming van de klachtencommissie en is niet betrokken bij de behandeling of coördinatie van klachten over gedragingen van ambtenaren van de rijksrecherche.

  • 6 Artikel 3, vijfde lid, van de Regeling klachtenbehandeling politie is van toepassing op de leden van de klachtencommissie.

  • 7 Tot 1 januari 2015 blijft het vijfde lid, tweede volzin, buiten toepassing.

Artikel 4. De ontvangstbevestiging

  • 1 Het College bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk de ontvangst van de klacht en maakt daarbij melding van het verloop van de procedure.

  • 2 Tezelfdertijd wordt een afschrift van de klacht gezonden naar:

    • a. de ambtenaar;

    • b. de klachtencommissie;

    • c. de directeur van de ambtenaren van de rijksrecherche.

Artikel 5. Het onderzoek

  • 1 Het College stelt een onderzoek in naar de klacht, indien deze betrekking heeft op een gedraging van een ambtenaar.

  • 2 Indien het College heeft besloten onderzoek naar een klacht achterwege te laten, dan wel het onderzoek te schorsen, stelt hij de klager, de ambtenaar en de klachtencommissie hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 6. De wijze van onderzoek en rapportage

  • 1 De ambtenaar wordt om een schriftelijke reactie op de klacht gevraagd.

  • 2 De klager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de reactie van de ambtenaar.

  • 3 De ambtenaar, de klager en eventuele getuigen worden in de gelegenheid gesteld hun standpunt mondeling toe te lichten.

  • 4 De ambtenaar en de klager kunnen zich laten bijstaan door een door hen aan te wijzen persoon.

  • 5 Van de resultaten van het onderzoek wordt ter afdoening een rapportage opgesteld, die terstond in afschrift aan de klachtencommissie wordt gezonden.

Artikel 7. Advies van de klachtencommissie Rijksrecherche

  • 1 Het College vraagt voor afdoening van de klacht advies aan de klachtencommissie.

  • 2 In het geval de klachtencommissie het College ongevraagd van advies wil dienen, stelt zij hem hiervan zo spoedig mogelijk in kennis.

  • 3 In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, stelt het College de klager en de ambtenaar hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8. Onderzoek door de klachtencommissie Rijksrecherche

  • 1 De klachtencommissie krijgt van het College alle gegevens, die de commissie voor advisering nodig acht.

  • 2 De klachtencommissie kan de klager, de ambtenaar, getuigen of deskundigen schriftelijk dan wel mondeling horen.

Artikel 11

Het College registreert de bij hem ingediende klachten, de wijze waarop de klachten zijn afgedaan en de genomen beslissingen. Het College publiceert eenmaal per jaar een verslag over de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren van de rijksrecherche.

§ 3. Klachten over de directeur Rijksrecherche

[Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 17. Advies van de klachtencommissie Rijksrecherche

[Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 18. Onderzoek door de klachtencommissie Rijksrecherche

[Vervallen per 01-01-2013]

§ 4. Klachten die zowel de directeur Rijksrecherche als een bijzondere ambtenaar van politie betreffen

[Vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling zal met toelichting worden geplaatst in de Staatscourant. Van de plaatsing wordt mededeling gedaan in het Algemeen Politieblad.

Den Haag, 22 september 2006

De

Minister

van Justitie a.i.,

M.C.F. Verdonk