Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststelling vereveningsbijdragen van zorgverzekeraars voor 2006 en 2007), enz.

Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 30-09-2006 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 september 2006, nr. Z/F-2717267, tot wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met de vaststelling van de vereveningsbijdragen van zorgverzekeraars voor 2006 en 2007, alsmede wijziging van de Regeling beschikbare middelen verstrekkingen en vergoedingen Zfw 2005

Artikel III

De Regeling beschikbare middelen verstrekkingen en vergoedingen Zfw 2005 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1. De artikelen 12 en 13 komen te luiden als volgt:

    • Artikel 12

      1. Ter bepaling van de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp merkt het College zorgverzekeringen 87,5% van de kostencomponent van onderhandelbare dbc-tarieven, onafhankelijk van het soort instelling dat deze dbc levert, aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging.

      2. Ter bepaling van de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp merkt het College zorgverzekeringen 87,5% van de kostencomponent van landelijke dbc-tarieven B-segment, onafhankelijk van het soort instelling dat deze dbc levert, aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging.

      3. Van de kostencomponent van niet-onderhandelbare dbc-tarieven in algemene en academische ziekenhuizen, alsmede van het Oogziekenhuis, merkt het College zorgverzekeringen een door hem per ziekenhuis vast te stellen percentage aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging.

      4. Van de kostencomponent van de kosten van dbc’s geleverd door instellingen die meedoen aan door de minister goedgekeurde experimenten, die niet vallen onder de reguliere onderhandelbare dbc’s, merkt het College zorgverzekeringen een door hem per ziekenhuis vast te stellen percentage aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging.

      5. Van de kostencomponent van de vaste bedragen ter verrekening van de opbrengstresultaten in 2005 merkt het College zorgverzekeringen een door hem per ziekenhuis vast te stellen percentage aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging.

      6. Het College zorgverzekeringen bepaalt per ziekenhuis het percentage, bedoeld in het tweede, derde en vijfde lid, op basis van door de Nederlandse Zorgautoriteit te verschaffen gegevens.

      7. Het College zorgverzekeringen merkt 75% van de kostencomponent van niet-onderhandelbare dbc-tarieven van zelfstandige behandelcentra aan als variabele kosten van ziekenhuiszorg.

      8. De kosten van neventarieven en tarieven voor trajecten, voor zover gedeclareerd door algemene, categorale en academische ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra, alsmede alle kosten van overige instellingen op het gebied van de curatieve zorg voor zover zij niet overstappen op dbc-financiering, merkt het College zorgverzekeringen voor 75% aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp, met uitzondering van de kosten van verpleegdagen van klinische revalidatiecentra, epilepsiecentra en astmaklinieken waarvoor een percentage van 60% wordt aangehouden.

      9. Het College zorgverzekeringen merkt de kosten van lokale dbc-tarieven voor experiment-dbc’s voor 87,5% aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp.

      10. Het College zorgverzekeringen betrekt de renteheffing niet bij de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialisten hulp.

      11. Het College zorgverzekeringen merkt de honorariumcomponent van onderhandelbare dan wel niet-onderhandelbare dbc’s, alsmede eventuele overige declaraties van vrijgevestigde specialisten volledig aan als variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp.

      12. Het College zorgverzekeringen past hogekostenverevening toe, overeenkomstig artikel 15.

      13.Na toepassing van het twaalfde lid past het College zorgverzekeringen op door hem te bepalen wijze verevening toe ter grootte van 30%.

      14. Het College zorgverzekeringen calculeert tenslotte 35% na op het verschil tussen de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp, vastgesteld ingevolge het eerste tot en met elfde lid, en het resultaat na toepassing van het dertiende lid.

    • Artikel 13

      1. Het College zorgverzekeringen baseert de herberekening van het deelbudget vaste kosten van ziekenhuisverpleging samenhangend met overige vaste kosten, zoals genoemd in artikel 6, vierde lid, op basis van de vaste kosten in het jaar 2004, waarbij het College zorgverzekeringen deze vaste kosten schoont voor uitgaven ten behoeve van de academische component.

      2. Ter bepaling van de vaste kosten van ziekenhuisverpleging merkt het College zorgverzekeringen 12,5% van de kostencomponent van onderhandelbare dbc-tarieven, onafhankelijk van het soort instelling dat deze dbc levert, aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      3. Ter bepaling van de vaste kosten van ziekenhuisverpleging merkt het College zorgverzekeringen 12,5% van de kostencomponent van landelijke dbc-tarieven B-segment, onafhankelijk van het soort instelling dat deze dbc levert, aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      4. Van de kostencomponent van niet-onderhandelbare dbc-tarieven in algemene en academische ziekenhuizen, alsmede van het Oogziekenhuis, merkt het College zorgverzekeringen een door hem per ziekenhuis vast te stellen percentage aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      5. Het percentage per instelling genoemd in het derde lid is gelijk aan 100 minus het percentage genoemd in artikel 12, tweede lid.

      6. Van de kostencomponent van de kosten van dbc’s geleverd door instellingen die meedoen aan door de minister goedgekeurde experimenten, die niet vallen onder de reguliere onderhandelbare dbc’s, merkt het College zorgverzekeringen een door hem per ziekenhuis vast te stellen percentage aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      Het percentage per instelling genoemd in het derde lid is gelijk aan 100 minus het percentage genoemd in artikel 12, derde lid.

      7. Het percentage per instelling genoemd in het derde lid is gelijk aan 100 minus het percentage genoemd in artikel 12, derde lid.

      8. Van de kostencomponent van de vaste bedragen ter verrekening van de opbrengstresultaten in 2005 merkt het College zorgverzekeringen een door hem per ziekenhuis vast te stellen percentage aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      9. Het percentage per instelling, bedoeld in het achtste lid, is gelijk aan 100 minus het percentage bedoeld in artikel 12, vijfde lid.

      10. Het College zorgverzekeringen merkt 25% van de kostencomponent van niet-onderhandelbare dbc-tarieven van zelfstandige behandelcentra aan als vaste kosten van ziekenhuiszorg.

      11. De kosten van neventarieven en tarieven voor trajecten, voor zover gedeclareerd door algemene, categorale en academische ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra, alsmede alle kosten van overige instellingen op het gebied van de curatieve zorg voor zover zij niet overstappen op dbc-financiering, merkt het College zorgverzekeringen voor 25% aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp, met uitzondering van de kosten van verpleegdagen van klinische revalidatiecentra, epilepsiecentra en astmaklinieken waarvoor een percentage van 40% wordt aangehouden.

      12. Het College zorgverzekeringen merkt de kosten van lokale dbc-tarieven voor experiment-dbc’s voor 12,5% aan als vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      13. Het College zorgverzekeringen betrekt de renteheffing niet bij de vaste kosten van ziekenhuisverpleging.

      14. Het College zorgverzekeringen calculeert tenslotte 95% na op het verschil tussen de vaste kosten van ziekenhuisverpleging, vastgesteld ingevolge het tweede tot en met het dertiende lid, en het deelbudget vaste kosten van ziekenhuisverpleging na toepassing van het eerste lid.

  • 2. Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    • a. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

    • b. Er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

      2. Bij de toepassing van hogekostencompensatie is het College zorgverzekeringen gemachtigd de inbreng met betrekking tot het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp te corrigeren voor de vaste bedragen ter verrekening van de opbrengstresultaten.

Artikel IV

Hoofdstuk 3 van de Regeling zorgverzekering, zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van artikel II, onderdelen A tot en met E, blijft van toepassing voor de vaststelling van de voor zorgverzekeraars geldende vereveningsbijdragen in 2006.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Indien de staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 september 2006, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 oktober 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst