Besluit beperkende bepalingen op openbaarheid van naar Nationaal Archief over te brengen archiefbescheiden

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2012.
Geldend van 12-10-2006 t/m heden

Besluit van 27 september 2006, nr. 2006-0000304114, Directie Communicatie en Informatie, tot het stellen van beperkende bepalingen op de openbaarheid van naar het Nationaal Archief over te brengen archiefbescheiden

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 15, eerste lid, onder a en c van de Archiefwet 1995 en artikel 10 van het Archiefbesluit 1995;

Besluit:

Artikel 1

Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt aan de openbaarheid van de naar het Algemeen Rijksarchief overgebrachte archiefbescheiden van het archief Bestuurs- en Kabinetszaken van de Directie Binnenlands Bestuur (1915-) 1949-1982 , de volgende beperking gesteld:

  • 1. Raadpleging van bescheiden die betrekking hebben op nog levende personen, zoals vermeld in de inventarisnummers 2371, 2612–2613, 2668, 3916–3956, 3998–5373, 5378–5430, 5445, 5462–5470, 5612, 5615, 5618–5626, 5649–5654, 5658, 6475–6557, 6560, 6575, 6593, 6609–6611, 6621 en 10708 is slechts mogelijk na ondertekening door de onderzoeker van het door het Algemeen rijksarchief gehanteerde Formulier voor toestemming tot raadpleging van niet-openbare archieven; een exemplaar van dit formulier is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Het formulier is tevens via het Internet te benaderen op de site op de site van het Nationaal Archief.

  • 2. Het formulier, bedoeld in het eerste lid, kan achterwege blijven indien:

    • a. de onderzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op zichzelf;

    • b. de onderzoeker kan aantonen dat de persoon in wiens dossier hij inzage wil hebben is overleden;

    • c. de onderzoeker een verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat de persoon op wie het dossier betrekking heeft toestemming geeft tot inzage;

    • d. er in de gevraagde dossiers geen namen van nog levende personen voorkomen.

  • 3. Het formulier, bedoeld in het eerste lid, blijft achterwege indien een periode van 75 jaar na afsluiting van het betrokken dossier is verstreken.

Artikel 2

Met het oog op het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen danwel van derden wordt aan de openbaarheid van de naar het Algemeen Rijksarchief overgebrachte archiefbescheiden van het archief Bestuurs- en Kabinetszaken van de Directie Binnenlands Bestuur (1915–) 1949–1982 , de volgende beperking gesteld:

  • 1. Raadpleging van bescheiden zoals vermeld in de inventarisnummers 5445 en 5776 is slechts mogelijk na ondertekening door de onderzoeker van het door het Algemeen rijksarchief gehanteerde Formulier voor toestemming tot raadpleging van niet-openbare archieven; een exemplaar van dit formulier is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Het formulier is tevens via het Internet te benaderen op de site van het Nationaal Archief.

  • 2. Het formulier, bedoeld in het eerste lid, kan achterwege blijven indien:

    • a. de onderzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op zichzelf;

    • b. de onderzoeker kan aantonen dat personen in wier dossier hij inzage wil hebben zijn overleden;

    • c. de onderzoeker een verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat personen op wie het dossier betrekking heeft toestemming geven tot inzage;

    • d. er in de gevraagde dossiers geen namen van nog levende personen voorkomen.

  • 3. Het formulier, bedoeld in het eerste lid, blijft achterwege indien een periode van 75 jaar na afsluiting van het betrokken dossier is verstreken.

Artikel 3

De directeur van het Algemeen Rijksarchief verplicht zich de archiefbescheiden in goede staat te bewaren of te doen bewaren, in overeenstemming met het bij of krachtens de Archiefwet 1995 bepaalde.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Bijlage

Formulier voor toestemming tot raadpleging van niet-openbare archieven

Naam en voorletters: ............................

Bezoekersnummer: ..............................

Adres: ...................................................

Postcode en woonplaats: ......................

bezig met een onderzoek naar: .............

vraagt hierbij toestemming tot het raadplegen van het archief: .........................

Nummer Toegang: ...............................

De gegevens uit dit archief zullen eventueel worden vastgelegd in een scriptie/dissertatie/artikel in een (wetenschappelijk) periodiek/boek.

Het onderzoek vindt plaats aan (instelling): ....................................................

onder leiding van: ................................

Ondergetekende verklaart hierbij dat hij/zij

  • 1. de uit bovengenoemde bescheiden verkregen gegevens slechts voor bovengenoemd doel zal aanwenden en niets zal publiceren of op andere wijze openbaar maken waardoor het recht van een ieder op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer geschonden wordt of bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke of rechtspersonen, dan wel derden, onevenredig bevoordeeld of benadeeld kunnen worden;

  • 2. met het oog op deze bescherming van nog levende personen niet tot publicatie van gegevens uit dit archief zal overgaan dan na schriftelijke toestemming van de Directeur Nationaal Archief of diens gemachtigde, aan wie daartoe de te publiceren passages vooraf dienen te worden voorgelegd;

  • 3. de overige gegevens uit dit archief die hem/haar ter kennis zullen komen en waarover geen toestemming tot publicatie is verkregen slechts voor eigen studie zal gebruiken en deze niet aan derden zal mededelen.

Indien de Directeur Nationaal Archief of diens gemachtigde afwijzend beschikt op een verzoek tot raadpleging of een verzoek tot publicatie van gegevens uit dit archief, zullen de motieven die tot deze afwijzing hebben geleid, aangegeven worden.

De geldigheidsduur van de toestemming bedraagt twaalf maanden. Indien het beoogde doel na afloop van deze periode niet is verwezenlijkt, kan een verzoek tot verlenging worden ingediend.

Handtekening aanvrager,

Datum: ...................................................

Plaats: ....................................................

Gezien en akkoord:

De Directeur Nationaal Archief,

voor deze,

Datum: ...................................................

Plaats: ....................................................