Stcrt. 2008, 183, datum inwerkingtreding 24-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Het persoonskenmerkenbestand 2007 bestaat uit de gepseudonimiseerde opgaven van de
zorgverzekeraars van de verzekerdenaantallen op 1 juni 2007 naar geslacht, geboortedatum
en viercijferige postcode.
2 Het college herberekent de verzekerdenaantallen naar risicoklasse en het normatieve
bedrag voorlopig op basis de jaarstaat 2007 van de zorgverzekeraars. Voor de verzekerdenaantallen
naar risicoklasse leeftijd en geslacht 2007, naar regioklasse 2007 en naar de verzekerdenaantallen
van 18 jaar en ouder 2007, baseert het college zich op de gepseudonimiseerde opgaven
van de zorgverzekeraars van de verzekerdenaantallen op 1 juni 2007 naar geslacht,
geboortedatum en viercijferige postcode. Voor het persoonskenmerkenbestand is de peildatum
de datum van nominale premieprolongatie voor de maand juni.
3 Voor de vaststelling van de verzekeringsduur per verzekerde per zorgverzekeraar baseert
het college zich op het Referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ) van
SA-Zorg. Wanneer een verzekerde gedurende een bepaalde periode in 2007 bij meerdere
zorgverzekeraars tegelijkertijd is ingeschreven, wordt die periode voor het vaststellen
van de verzekeringsduur verdeeld naar rato van het aantal zorgverzekeraars waar de
verzekerde gedurende die periode ingeschreven is geweest.
4 Voor de vaststelling van de aard van het inkomenklasse baseert het college zich op
de gepseudonimiseerde opgave van het UWV of de Belastingdienst naar inkomensbron in
het jaar 2007. Voor de opgave van het UWV of de Belastingdienst, bedoeld in de vorige
volzin, hanteert het CVZ de peildatum 30 juni 2007.
5 Het college bepaalt voor elke verzekerde uit het persoonskenmerkenbestand 2007 in
welke klasse een verzekerde valt voor de criteria leeftijd, geslacht, aard van het
inkomen en regio. Het college bepaalt de leeftijd op basis van de geboortemaand en
het geboortejaar op peildatum 30 juni 2007.
6 Vervolgens bepaalt het college per zorgverzekeraar het aantal verzekerden naar leeftijd
en geslacht 2007.
7 Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het
college het aantal verzekerden per FKG 2007 per zorgverzekeraar als volgt:
-
a. Uitgangspunt is de opgave van 1 juni 2008 van alle declaraties farmaceutische hulp
2007 van de zorgverzekeraar aan het college.
-
b. Op basis daarvan bepaalt het college het aantal verzekerden 2007 per FKG 2007 dat
in 2007 voldoet aan het bepaalde in artikel 4. Daarbij splitst het college per zorgverzekeraar
het aantal verzekerden zonder FKG 1t/m20 2007 in een verzekerdenaantal FKG 2007 onbekend
en een verzekerdenaantal FKG 2007 0. Het verzekerdenaantal FKG onbekend bestaat uit
verzekerden met een woonadres in het buitenland en waarvoor de zorgverzekeraar geen
informatie heeft over farmaciedeclaraties.
-
c. Het college bepaalt de gewichten voor alle FKG 2007-onbekend op 0,00.
-
d. Het college bepaalt de landelijke prevalentieontwikkeling 2006-2007 per morbiditeitsrisicoklasse
per FKG 2007 en stelt deze gelijk aan de prevalentie-ontwikkeling 2005-2006 uit bijlage
1 bij deze beleidsregels.
-
e. Het college schaalt met behulp van de onder d bepaalde prevalentieontwikkeling de
aantallen verzekerden per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2007 terug naar de prevalentie
2006, sommeert deze over de morbiditeitsrisicoklassen en rondt deze som af op nul
decimalen.
8 Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het
college het aantal verzekerden per DKG 2007 per zorgverzekeraar als volgt:
-
a. Uitgangspunt is de opgave van de zorgverzekeraar per 1 juni 2008 van de declaraties
van alle DBC’s die in 2006 geopend zijn. Op basis daarvan bepaalt het college het
aantal verzekerden per DKG volgens de indeling in artikel 4, vierde lid.
-
b. Het college bepaalt per zorgverzekeraar de rechtstreeks aan een zorgverzekeraar toe
te wijzen verzekerden 2006 in 2007 per DKG 2007 met behulp van een koppeling op basis
van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer, het persoonskenmerkenbestand 2007
en de opgave van de zorgverzekeraar genoemd onder a.
-
c. Het college splitst per zorgverzekeraar het aantal verzekerden zonder DKG 1t/m13 in
een verzekerdenaantal DKG 2007 onbekend en een verzekerdenaantal DKG 2007 0. Het verzekerdenaantal
DKG 2007 onbekend bestaat uit verzekerden met een woonadres in het buitenland en waarvoor
de zorgverzekeraar geen DBC-informatie heeft.
-
d. Het college bepaalt het gewicht DKG 2007 onbekend op 0,00.
-
e. Tot slot worden per zorgverzekeraar de verzekerdenaantallen 2007 per DKG 2007 opgeteld.
9 Het college bepaalt met behulp van opgaven van de Belastingdienst en het UWV, het
RBVZ over 2007 en de verzekerdenopgaven van de zorgverzekeraars de aantallen verzekerden
per aard van het inkomenklasse 2007.
10 Het college bepaalt met behulp van het RBVZ en de opgave van de zorgverzekeraars over
de verzekerden naar viercijferige postcode van het adres waar de verzekerde woonachtig
is, de aantallen verzekerden naar regioklasse 2007.