Stcrt. 2010, 15160, datum inwerkingtreding 02-10-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
3 Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 31, derde lid, berekent het college rente vanaf de betaaldatum, genoemd in artikel 30, eerste en tweede lid tot de datum van de tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage.
4 Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 31, vierde lid, berekent het college rente vanaf de betaaldatum, genoemd in artikel 30, eerste en tweede lid, tot de datum van de definitieve vaststelling van de bijdrage.
5 Voor een zorgverzekeraar waarvoor krachtens artikel 30, derde en vierde lid, afwijkende
betalingen hebben plaatsgevonden, kan het college bij de renteberekening afwijken
van de vorige leden.
6 Voor het rentepercentage gaat het college uit van het gemiddelde van de maandrentes
van het Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) voor driemaands termijngelden
zonder onderpand over de periodes, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid. Voor
de laatste kalendermaand vóór de betaling wordt uitgegaan van de rente over de voorafgaande
kalendermaand. Het percentage wordt verhoogd met 0,3 procentpunt bij een voor de zorgverzekeraar
positief saldo, als bedoeld in artikel 31, vierde lid. Het percentage wordt verlaagd met 0,3 procentpunt bij een voor de zorgverzekeraar
negatief saldo, als bedoeld in artikel 31, vijfde lid.
7 De rente betreft een samengestelde rente en wordt op maandbasis berekend.
Bij de berekening wordt een maand op 30 en een jaar op 360 dagen gesteld.
8 Indien de situatie zich voordoet dat het in deze paragraaf bedoelde Euro Interbank
Offered Rate (Euribortarief) niet meer kan worden toegepast, zal een zoveel als mogelijk
overeenkomstig tarief worden gehanteerd.