Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-01-2014 en zichtdatum 23-01-2014.
Geldend van 04-01-2012 t/m 31-12-2012

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 november 2006, nr. VO/OK/2006/31322, houdende regels voor de verstrekking van aanvullende bekostiging in verband met de doorontwikkeling van het praktijkonderwijs (Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 85a, eerste lid, en 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Doel van de aanvullende bekostiging

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Aan het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs wordt voor kalenderjaar 2012 een vast bedrag en een bedrag per leerling verstrekt om deel te nemen in netwerken waarin scholen samenwerken om de kwaliteit van het praktijkonderwijs te verbeteren en een goede overdracht van leerlingen naar de arbeidsmarkt te bevorderen in de samenwerking met arbeidsmarktinstanties, gemeenten, werkgevers en werknemersorganisaties. Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs ontvangt voor het kalenderjaar 2012 een vastbedrag van € 5.000 en een bedrag van € 50 per leerling.

Artikel 3. Bekostigingsverplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs werkt met andere scholen uit het netwerk tenminste twee van de volgende thema’s uit:

    • a. versterking van de relatie met de omgeving;

    • b. verbetering van de praktijkvakken;

    • c. het werken aan een kwaliteitssysteem om het onderwijs in de school op een hoger plan te brengen;

    • d. de ontwikkeling van een transitieplan waarin is omschreven hoe de leerling wordt begeleid bij de beroepskeuze en welke activiteiten noodzakelijk zijn om een goede overgang van school naar arbeidsmarkt te verwerkelijken;

    • e. De ontwikkeling van een activerende didactiek.

  • 2 Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs verleent medewerking aan de inhoudelijke evaluatie van de netwerken.

Artikel 4. Beschikking en betaling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs ontvangt zonder voorafgaande aanvraagprocedure in november 2012 een beschikking omtrent de verstrekking van de aanvullende bekostiging

  • 2 De betaling van de aanvullende bekostiging vindt in november 2012 plaats.

Artikel 5. Verantwoording aanvullende bekostiging

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De aanvullende bekostiging wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. De aanvullende bekostiging die aan andere doelen is besteed en eventueel niet-bestede middelen zullen na afloop van de periode waarop de aanvullende bekostiging ziet, worden teruggevorderd.

  • 2 De in 2012 toegekende aanvullende bekostiging kan uiterlijk in het jaar 2013 worden besteed en verantwoord in de jaarrekening die op dat jaar betrekking heeft.

  • 3 De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze aanvullende bekostiging.

Artikel 6. Intrekking andere regeling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De Regeling aanvullende regels correctie wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2006. Deze regeling vervalt op 1 januari 2013.

Artikel 8. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven