Subsidieregeling innovatieprestatiecontracten

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-01-2010 en zichtdatum 22-02-2011.
Geldend van 25-12-2008 t/m 31-12-2008

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 november 2006, nr. WJZ 6092708, houdende regels inzake subsidieverstrekking voor innovatieprojecten van samenwerkende MKB-ondernemingen (Subsidieregeling innovatieprestatie-contracten)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

Paragraaf 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. kaderregeling: Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten;

    • b. samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit een penvoerder en ten minste 15 en ten hoogste 35 niet met een andere deelnemer in een groep verbonden MKB-ondernemers, dat is aangegaan ten behoeve van de uitvoering van een innovatietraject;

    • c. deelnemer: MKB-ondernemer die deelneemt aan het samenwerkingsverband;

    • d. penvoerder: rechtspersoon zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die MKB-ondernemer is en volgens haar statuten tot doel heeft de behartiging van belangen van ondernemingen, en die namens de deelnemers optreedt als projectleider van het samenwerkingsverband op basis van een met de deelnemers gesloten samenwerkingsovereenkomst dan wel – voor de toepassing van paragraaf 2 – de mogelijkheden onderzoekt om tot een samenwerkingsverband te komen;

    • e. innovatieplan: een beschrijving van de activiteiten, inclusief de planning en kosten daarvan, die de deelnemer in het kader van het samenwerkingsverband zal verrichten met het oog op innovatie van zijn producten of productieproces, met inbegrip van de activiteiten die hij tezamen met een of meer andere deelnemers zal verrichten en van zijn verplichtingen jegens de penvoerder;

    • f. overkoepelend plan: een beschrijving van de activiteiten, die krachtens de in onderdeel d bedoelde samenwerkingsovereenkomsten gedurende de looptijd van het innovatietraject door de penvoerder ten behoeve van de deelnemers zullen worden uitgevoerd alsmede een omschrijving van de planning en de geraamde kosten van die activiteiten;

    • g. innovatietraject: de activiteiten die de penvoerder en de deelnemers binnen een periode van drie jaar verrichten ter uitvoering van de innovatieplannen en het overkoepelende plan;

    • h. collectieve activiteiten: activiteiten die op basis van de innovatieplannen door twee of meer deelnemers gezamenlijk zullen worden uitgevoerd krachtens een samenwerkingsovereenkomst tussen die deelnemers, waarin hun onderlinge rechten en verplichtingen worden geregeld en een evenredige verdeling van de resultaten van die activiteiten.

Paragraaf 2. Subsidie t.b.v. verkenning van samenwerking

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Ten behoeve van de voorbereiding en totstandkoming van en kennisoverdracht over een samenwerkingsverband verstrekt de minister aan de penvoerder een subsidie voor

    • a. het opstellen van een innovatiepositiestudie, waarin de ontwikkelingen binnen een deel van het bedrijfsleven, de behoefte aan innoverende technologieën of kennis daarbinnen en de mogelijkheden om aan die behoefte te voldoen, worden geanalyseerd,

    • b. het verspreiden van die innovatiepositiestudie onder de betrokken ondernemers,

    • c. het selecteren van deelnemers aan een samenwerkingsverband en het voorbereiden van de totstandkoming van een samenwerkingsverband;

    • d. het verspreiden van de resultaten in het kader van een tot stand gekomen samenwerkingsverband tijdens het innovatietraject.

  • 2 De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van

    • a. € 25.000 met betrekking tot de kosten, bedoeld in onderdeel d van het eerste lid en

    • b. € 175.000 in totaal.

  • 3 De activiteiten, genoemd in het eerste lid, onderdeel a tot en met c, vinden plaats binnen een periode van ten hoogste 1½ jaar, dan wel, indien het uitsluitend activiteiten betreft als bedoeld in onderdeel c van het eerste lid, binnen een periode van een half jaar.

  • 4 Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen

    • a. het aantal uren, na de indiening van de aanvraag gemaakt door direct bij de activiteiten betrokken personeel van de penvoerder, voor zover gebaseerd op een controleerbare en sluitende urenverantwoording, vermenigvuldigd met een vast uurtarief van € 60;

    • b. de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte overige kosten, verschuldigd aan derden, met wie de penvoerder niet in een groep verbonden is.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In aanvulling op artikel 7 van de kaderregeling maakt de penvoerder bij de aanvraag aannemelijk dat er een aanzienlijke kans is, dat de subsidiabele activiteiten zullen leiden tot het tot stand komen van een samenwerkingsverband, waarvan de deelnemers overeenkomstig paragraaf 3 voor subsidie in aanmerking komen.

  • 2 De penvoerder verspreidt de innovatiepositiestudie onder de ondernemers, die werkzaam zijn in dat deel van het bedrijfsleven, waarop de studie betrekking heeft, en stelt haar voorts voor een ieder op aanvraag verkrijgbaar.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Geen subsidie wordt verstrekt indien minder dan drie jaar geleden reeds subsidie krachtens deze regeling is toegekend, betrekking hebbend op eenzelfde of vergelijkbaar onderdeel van het bedrijfsleven, tenzij het een eerste aanvraag om subsidie betreft voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d.

  • 2 Indien voor de subsidiabele kosten reeds door een bestuursorgaan of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan is bepaald in artikel 2, tweede lid.

  • 3 Het bedrag van de aan de penvoerder verstrekte subsidie dat geen betrekking heeft op de kosten van externe adviseurs, wordt verlaagd voor zover dit tezamen met in de drie voorafgaande jaren door een bestuursorgaan aan de penvoerder verstrekte subsidies waarvoor geen goedkeuring van de Europese Commissie was verkregen, meer bedraagt dan € 200.000.

Paragraaf 3. Subsidie t.b.v. een innovatieprestatiecontract

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag van de penvoerder een subsidie aan de deelnemer voor de uitvoering van zijn innovatieplan.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Geen subsidie wordt verstrekt:

    • a. voor zover voor de voor subsidie in aanmerking komende kosten van de activiteiten van de deelnemer of penvoerder, reeds door een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt;

    • b. voor zover de deelnemer vóór het indienen van de aanvraag reeds verplichtingen is aangegaan ter zake van de uitvoering van het innovatietraject;

    • c. aan een deelnemer die een onderneming in stand houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun;

    • d. indien, door een of meer bestuursorganen, aan een deelnemer in de drie aan de aanvraag voorafgaande jaren reeds € 200.000 of meer aan subsidie is verstrekt zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

    • e. voor kosten die gemaakt zijn buiten de periode van drie jaar van het innovatietraject;

    • f. aan een deelnemer aan wie minder dan drie jaar geleden reeds subsidie is toegekend krachtens deze regeling;

    • g. voor kosten in verband met op verkoop gerichte marketing- en sales-activiteiten, investeringen in bedrijfsmiddelen, herhalingstesten, het opzetten van kwaliteitssystemen of het deelnemen aan tentoonstellingen en symposia.

  • 2 Geen subsidie wordt toegekend,

    • a. indien de subsidiabele kosten, zoals beschreven in het bij de aanvraag gevoegde innovatieplan, minder bedragen dan € 60.000;

    • b. indien de subsidiabele kosten voor collectieve activiteiten, zoals beschreven in de gezamenlijke bij de aanvraag gevoegde innovatieplannen, niet ten minste € 10.000, vermenigvuldigd met het aantal deelnemers, bedragen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De subsidie bedraagt

    • a. 50% van de subsidiabele kosten van de deelnemer tot een maximum van € 50.000 per deelnemer, alsmede

    • b. 100% van de kosten die hij verschuldigd is aan de penvoerder, tot een maximum van € 6500.

  • 2 Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen

    • a. het aantal uren, na de indiening van de aanvraag gemaakt door direct bij de uitvoering van het innovatieplan betrokken personeel van de deelnemer, voor zover gebaseerd op een controleerbare en sluitende urenverantwoording, vermenigvuldigd met een vast uurtarief van € 40;

    • b. de specifiek ten behoeve van de uitvoering van het innovatieplan gemaakte overige kosten.

  • 3 Met betrekking tot kosten, die de deelnemer maakt voor de inzet van personeel van een andere deelnemer ten behoeve van gezamenlijke collectieve activiteiten, is het tweede lid, onder a, van toepassing.

  • 4 Het bedrag van de aan een deelnemer verstrekte subsidie wordt verlaagd voor zover dit tezamen met in de drie voorafgaande jaren door een bestuursorgaan aan de deelnemer verstrekte subsidies waarvoor geen goedkeuring van de Europese Commissie was verkregen, meer bedraagt dan € 200.000.

  • 5 Het subsidiepercentage, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, wordt verlaagd

    • a. indien minder dan 60% van de maximaal voor subsidie in aanmerking komende subsidiabele kosten is verschuldigd aan derden, die niet met de deelnemer in een groep verbonden zijn dan wel, voor zover betrekking hebbend op collectieve activiteiten, geen deelnemer zijn met wie die collectieve activiteiten gezamenlijk worden uitgevoerd noch met die deelnemer in een groep verbonden zijn;

    • b. indien bij de vaststelling van de subsidie blijkt dat het percentage subsidiabele kosten voor collectieve activiteiten minder bedraagt dan 20% van de maximaal voor subsidie in aanmerking komende subsidiabele kosten.

    Het subsidiepercentage wordt in de onder a en b bedoelde gevallen met hetzelfde aantal procentpunten verlaagd als het aantal procentpunten dat zich bevindt tussen het bij de vaststelling van de subsidie gebleken percentage en het percentage van 60 onderscheidenlijk 20.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In aanvulling op artikel 7 van de kaderregeling gaat de aanvraag, overeenkomstig hetgeen op het aanvraagformulier is vermeld, vergezeld van

  • a. de samenwerkingsovereenkomsten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d;

  • b. de innovatieplannen van de deelnemers;

  • c. met betrekking tot collectieve activiteiten: een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken deelnemers, waarin wordt aangegeven wie welke activiteiten verricht volgens welke planning, en wat hun onderlinge rechten en verplichtingen ter zake van die activiteiten zijn;

  • d. het overkoepelend plan.

Artikel 8a

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De Minister verstrekt binnen acht weken na de datum van de verzending van de beschikking tot subsidieverlening of, indien deze later is, de datum die in het projectplan is opgenomen voor de start van de activiteiten, ambtshalve een voorschot van 50% van de maximale hoogte van de subsidie.

  • 2 De Minister verstrekt binnen twee weken na het verstrijken van 24 maanden na de in het eerste lid bedoelde datum, ambtshalve een voorschot van 30% van de maximale hoogte van de subsidie.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De penvoerder dient namens de deelnemers de aanvraag om subsidievaststelling in binnen dertien weken na afloop van het innovatietraject.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe vastgestelde formulier en gaat vergezeld van de in dat formulier genoemde stukken.

  • 3 Bij de aanvraag wordt een eindverslag van iedere deelnemer omtrent de uitvoering en resultaten van zijn innovatieplan gevoegd, alsmede een financiële verantwoording daarvan.

  • 4 De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen daarvan geldende termijn is verstreken.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag om:

  • a. een subsidie krachtens artikel 2 is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1;

  • b. een subsidie krachtens artikel 5 is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2;

  • c. een voorschot is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3;

  • d. een subsidievaststelling is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 5 en 6.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het subsidieplafond voor het in 2007 verlenen van subsidies op grond van deze regeling wordt

  • a. met betrekking tot subsidies krachtens artikel 2, vastgesteld op € 3.000.000;

  • b. met betrekking tot subsidies krachtens artikel 5, vastgesteld op € 14.000.000.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling innovatieprestatiecontracten.

Den Haag, 7 november 2006

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Niet opgenomen.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Niet opgenomen.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Niet opgenomen.]

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Niet opgenomen.]

Bijlage 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Niet opgenomen.]