Bijlage bedoeld in artikel 10 van het meetinstrumentenbesluit II
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
Bij de toepassing van de bijlagen B, D, E, F en G van de richtlijn meetinstrumenten
gelden de volgende voorschriften.
I.
Alle bijlagen
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
1. Voor «aangemelde instantie» wordt telkens gelezen: aangewezen instantie.
2. Onder «fabrikant» wordt verstaan de fabrikant zoals gedefinieerd in artikel 1, onderdeel m, van dit besluit.
3. Voor «de lidstaat door wie ze is aangewezen» wordt telkens gelezen: Onze Minister.
4. Verwijzingen naar normen of normatieve documenten als bedoeld in artikel 13 van
de richtlijn meetinstrumenten zijn niet van toepassing.
5. Voor «desbetreffende eisen uit deze richtlijn» of «toepasselijke eisen uit deze
richtlijn» wordt telkens gelezen: desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële
regeling.
6. Voor «certificaat van EG-type-onderzoek» wordt gelezen: verklaring van toelating.
7. Voorzover een bijlage voorziet in de verplichting tot het verstrekken van gegevens
aan de lidstaat door wie de aangewezen instantie is aangewezen, geldt dat in Nederland
de gegevens worden verstrekt aan de toezichthoudende instantie.
II.
Bijlage B
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
1. Wat betreft de aanvraag geldt ten aanzien van de technische documentatie in plaats
van het bepaalde in onderdeel 3, derde streepje, dat de technische documentatie wordt
opgesteld overeenkomstig artikel 10 van de richtlijn meetinstrumenten, met dien verstande
dat het derde lid, onderdelen f en g, niet van toepassing zijn. Op basis van de documentatie
moet kunnen worden beoordeeld of het meetinstrument in overeenstemming is met de eisen
van de desbetreffende ministeriële regeling. De documentatie verschaft, voor zover
dat voor de beoordeling nodig is, inzicht in het ontwerp, de fabricage en de werking
van het meetinstrument.
2. Voor de door de aangewezen instantie te verrichten activiteiten ten aanzien van
de monsters geldt in plaats van de onderdelen 4.1 tot en met 4.3 dat de aangewezen
instantie:
-
– de technische documentatie bestudeert en controleert of de monsters daarmee in overeenstemming
zijn;
-
– de passende onderzoeken en noodzakelijke proeven verricht om na te gaan of de door
de fabrikant gekozen oplossingen voldoen aan de desbetreffende eisen van de toepasselijke
ministeriële regeling.
3. Onderdeel 5.2, tweede alinea, tekst achter het laatste streepje en derde alinea
zijn niet van toepassing.
4. Voor de toepassing van onderdeel 5.3 geldt dat het evaluatieverslag ter beschikking
wordt gehouden van zowel Onze Minister als de toezichthoudende instantie.
5. Onderdeel 9 is niet van toepassing.
III.
Bijlage D
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
1. Voor het opschrift wordt gelezen: Kwaliteitsborging van het productieproces teneinde
overeenstemming met het type te garanderen
2. In plaats van onderdeel 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in bijlage D opgenomen
verplichtingen ter kwaliteitsborging van het productieproces en garandeert dat de
betrokken meetinstrumenten overeenstemmen met het type als beschreven in de verklaring
van toelating en met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.
3. In onderdeel 5.1 wordt voor de «CE-markering, de aanvullende metrologische markering»
gelezen: Nederlandse metrologische markering.
4. Voor het opschrift boven onderdeel 5.1 wordt gelezen: Verklaring van overeenstemming
5. Onderdeel 5.2 is niet van toepassing.
6. Bij de toepassing van onderdeel 6 wordt voor «nationale autoriteiten» gelezen:
Onze Minister en de toezichthoudende instantie.
7. Onderdeel 8 is niet van toepassing
IV.
Bijlage E
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
1. Voor het opschrift wordt gelezen: Kwaliteitsborging van de eindproductiecontrole
en beproeving teneinde overeenstemming met het type te garanderen
2. In plaats van onderdeel 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in bijlage E opgenomen
verplichtingen ter kwaliteitsborging van de eindproductcontrole en beproeving en garandeert
dat de betrokken meetinstrumenten overeenstemmen met het type als beschreven in de
verklaring van toelating en met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële
regeling.
3. Voor het opschrift boven onderdeel 5.1 wordt gelezen: Verklaring van overeenstemming
4. In onderdeel 5.1 wordt voor de «CE-markering, de aanvullende metrologische markering»
gelezen: Nederlandse metrologische markering.
5. Onderdeel 5.2 is niet van toepassing.
6. Bij de toepassing van onderdeel 6 wordt voor «nationale autoriteiten» gelezen:
Onze Minister en de toezichthoudende instantie.
7. Onderdeel 8 is niet van toepassing
V.
Bijlage F
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
1. Voor het opschrift wordt gelezen: Op productkeuring gebaseerde overeenstemming
met het type
2. In plaats van onderdeel 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in bijlage F opgenomen
verplichtingen voor de productkeuring en garandeert en verklaart dat de betrokken
meetinstrumenten overeenstemmen met het type als beschreven in de verklaring van toelating
en met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.
2. Bij de onderdelen 4.1 en 5.2 geldt dat de aanwezen instantie in alle gevallen beslist
over de te verrichten passende proeven.
3. Bij de toepassing van onderdeel 5.4 wordt voor «nationale instanties» gelezen:
Onze Minister en de toezichthoudende instantie.
4. Voor het opschrift boven onderdeel 6.1 wordt gelezen: Verklaring van overeenstemming.
5. Voor de toepassing van onderdeel 6.1 geldt dat voor «CE-markering en de aanvullende
metrologische markering» wordt gelezen: Nederlandse metrologische markering.
6. Onderdeel 8 is niet van toepassing.
VI.
Bijlage G
[Regeling vervallen per 01-11-2016]
1. Voor het opschrift wordt gelezen: Eenheidskeuring
2. In plaats van onderdeel 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in bijlage G opgenomen
verplichtingen voor de productkeuring en garandeert en verklaart dat het betrokken
meetinstrument overeenstemt met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële
regeling.
3. Wat betreft de aanvraag geldt ten aanzien van de technische documentatie in plaats
van het bepaalde in onderdeel 2 dat de technische documentatie wordt opgesteld overeenkomstig
artikel 10 van de richtlijn meetinstrumenten, met dien verstande dat het derde lid,
onderdelen f en g, niet van toepassing zijn. Op basis van de documentatie moet kunnen
worden beoordeeld of het meetinstrument in overeenstemming is met de eisen van de
desbetreffende ministeriële regeling. De documentatie verschaft, voor zover dat voor
de beoordeling nodig is, inzicht in het ontwerp, de fabricage en de werking van het
meetinstrument.
4. Bij onderdeel 4 geldt dat de aanwezen instantie in alle gevallen beslist over de
te verrichten passende proeven.
5. Bij de toepassing van de onderdelen 4 en 5.2 wordt voor «nationale instanties»
gelezen: Onze Minister en de toezichthoudende instantie.
6. De onderdelen 6.1 en 6.2 zijn niet van toepassing.