Stb. 2008, 604, datum inwerkingtreding 31-12-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-11-2007.
Het eerste, vierde en vijfde lid zijn gewijzigd:
1 Het college kan een inburgeringsvoorziening aanbieden aan een inburgeringsplichtige.
4 Een aanbod wordt niet gedaan aan de inburgeringsplichtige die algemene bijstand of
een uitkering op grond van een van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen
socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen ontvangt, indien dat diens
arbeidsinschakeling belemmert.
5 De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot het eerste, tweede
en derde lid. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
-
a. de procedure die door het college wordt gevolgd voor het doen van een aanbod als bedoeld
in het eerste lid, en de criteria die daarbij worden gehanteerd, en
-
b. de vaststelling door het college van een passende inburgeringsvoorziening, met inbegrip
van de totstandkoming en de samenstelling van de inburgeringsvoorziening.
Stb. 2008, 604, datum inwerkingtreding 31-12-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
3 Een inburgeringsvoorziening leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen
Nederlands als tweede taal I of II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel
c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en omvat het eenmaal kosteloos afleggen
van het desbetreffende examen.
Stb. 2008, 604, datum inwerkingtreding 31-12-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2008.
Het eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid zijn gewijzigd:
1 Het college kan een inburgeringsvoorziening aanbieden aan een inburgeringsplichtige.
Het college kan in afwijking van de eerste volzin aan een inburgeringsplichtige, niet
zijnde een geestelijke bedienaar, die een beroepsopleiding als bedoeld in artikel
7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt
of zal volgen een taalkennisvoorziening aanbieden.
2 Het college biedt in ieder geval aan:
-
a. een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige
die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet
2000, dan wel
-
b. een inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige die geestelijke bedienaar
is omtrent welk aanbod bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen
worden gesteld.
3 Een inburgeringsvoorziening leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen
Nederlands als tweede taal I of II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel
c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en omvat het eenmaal kosteloos afleggen
van het desbetreffende examen. Een taalkennisvoorziening is gericht op de verwerving
van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden
van een beroepsopleiding als bedoeld in het eerste lid, tweede volzin.
5 De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot het eerste, tweede
en derde lid. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
-
a. de procedure die door het college wordt gevolgd voor het doen van een aanbod als bedoeld
in het eerste lid, en de criteria die daarbij worden gehanteerd, en
-
b. de vaststelling door het college van een passende inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening,
met inbegrip van de totstandkoming en de samenstelling van die voorziening.
6 Voor de inburgeringsplichtige die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld
in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 maakt maatschappelijke begeleiding
onderdeel uit van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening.