Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Van schuld of nalatigheid van de gemeente als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van het Bijdragebesluit, is in ieder geval sprake indien:
-
a. bij het vooronderzoek geen of onvoldoende rekening is gehouden met de veiligheid,
de gezondheid, het milieu, het welzijn en de risico’s voor de bevolking;
-
b. in geval van opsporingswerkzaamheden in vernietigingsputten, loopgraven, schutterputten,
bomkraters, kraters van geschutsmunitie en vliegtuigwrakken bij het vooronderzoek
geen of onvoldoende rekening is gehouden met de mogelijke aanwezigheid van asbest,
bedrijfs- en huishoudelijk afval;
-
c. in geval van opsporingswerkzaamheden naar vliegtuigwrakken in bomkraters en kraters
van geschutsmunitie bij het vooronderzoek geen of onvoldoende rekening is gehouden
met de mogelijke aanwezigheid van radioactieve straling;
-
d. geen of een onvoldoende dekking biedende verzekering is afgesloten tegen de financiële
gevolgen van het onverwachts detoneren van explosieven tijdens de opsporingswerkzaamheden,
te weten het detecteren, lokaliseren, laagsgewijs ontgraven, identificeren, tijdelijk
veiligstellen van de situatie en overdragen aan een van de Explosieven Opruimingsdiensten
van het Ministerie van Defensie;
-
e. geen of een onvoldoende dekking biedende verzekering is afgesloten tegen de financiële
gevolgen van het onverwachts detoneren van explosieven tijdens de ruiming van explosieven;
-
f. de vereiste vergunningen niet of niet tijdig zijn aangevraagd.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Jaarlijks wordt na 1 oktober bezien wat in totaal door gemeenten aan (voor een bijdrage
in aanmerking komende) kosten is gedeclareerd. De hoogte van het maximaal uit te keren
percentage hangt mede af van de startdatum van het project. Projecten gestart voor
1999 vallen onder het Bijdragebesluit 1994. Daarin is bepaald dat de opsporingskosten voor een volledige vergoeding in aanmerking
komen. De kosten van de civieltechnische ondersteuning komt in aanmerking voor een
bijdrage van maximaal 90%. Vanaf 1999 geldt het Bijdragebesluit 1999 waarin de maximale bijdrage voor opsporingswerkzaamheden en civieltechnische ondersteuning
is vastgesteld op maximaal 90%. Sinds 1 januari 2003 zijn de maximale percentages
80%.
Dit betekent het volgende voor de verdeling van het budget: de opsporingskosten van
projecten die vallen onder het regime van het Bijdragebesluit 1994 worden vergoed. Het resterende bedrag wordt naar rato verdeeld over de overige declaraties.
Hierbij wordt eerst berekend of het budget toereikend is om een bijdrage te verstrekken
van 80%. Indien er dan nog budget beschikbaar is, wordt dat verdeeld onder de declaraties
die in aanmerking komen voor een maximale bijdrage van 90%.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Het aanmelden van opsporings- en ruimingswerkzaamheden, zoals beschreven in artikel 12 van het Bijdragebesluit, dient bij Dienst Regelingen te geschieden. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt
van het daartoe bestemde meldingsformulier.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
-
1 Onder het projectplan – zoals vermeld in artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e van het Bijdragebesluit – verstaat de Beoordelingsrichtlijn Opsporen Conventionele Explosieven een gedocumenteerd
plan waarin de onderlinge relaties tussen betrokken partijen, alsmede de (planmatige)
voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures zijn vastgelegd ten einde
het project op adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Het indienen van een declaratie, bedoeld in artikel 13 van het Bijdragebesluit, dient bij Dienst Regelingen te geschieden. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt
van het daartoe bestemde declaratieformulier.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Op grond van artikel 14 en 15 van het Bijdragebesluit dient een gemeente bij het indienen van een declaratie informatie over bijvoorbeeld
de feitelijke straal van de schervengevarenzone over te leggen. Als blijkt dat bepaalde
informatie reeds bij de melding van het project is overgelegd, kan de gemeente bij
het indienen van de betreffende declaratie volstaan met verwijzen naar die melding
en de vindplaats van de eerder overgelegde informatie.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
De kosten van vooronderzoek, genoemd in artikel 17, aanhef en onder a, van het Bijdragebesluit hebben betrekking op kosten die gemaakt worden bij het lokaliseren van de ligging
van het vermoedelijke conventionele explosief c.q. vermoedelijk conventionele explosieven
en waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de volgende hulpmiddelen:
-
a. archieven;
-
b. kraterkaarten/schadekaarten;
-
c. luchtfoto’s en infrarood foto’s;
-
d. processen-verbaal;
-
e. getuigenverklaringen;
-
f. uitkomsten van literatuuronderzoek.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Tot de kosten van een opsporing, bedoeld in artikel 17, aanhef en onder b, van het Bijdragebesluit, die in beginsel voor een bijdrage in aanmerking komen, behoren uitsluitend:
-
a. kosten van milieutechnisch- en grondmechanisch bodemonderzoek;
-
b. kosten van bouwkundige vooropname van de belendende percelen;
-
c. verzekeringskosten ten behoeve van de gemeente;
-
d. kosten in verband met afzettingen van het werkterrein;
-
e. kosten betreffende aan- en afvoer van materieel en materiaal;
-
f. kosten in verband met het inrichten van het werkterrein zoals het verwijderen van
obstakels, het omleggen van kabels en leidingen, het ontgraven van grond, het aanbrengen
en verwijderen van damwandkuipen, (retour) bemaling, het gebruik van grondverzetmachines
categorieën II of I en het gebruik van detectieapparatuur;
-
g. kosten in verband met noodzakelijke dienstverblijven en de aansluitingen op de nutsvoorzieningen;
-
h. kosten in verband met voorzieningen voor het tijdelijk opslaan van munitie;
-
i. kosten in verband met de inrichting van een vernietigingslocatie;
-
j. kosten van een senior OCE-deskundige, OCE-deskundige, assistent OCE-deskundige, bedrijfsleider,
(hoofd) uitvoerder, grondwerkers en bewakingsmedewerkers voor wat betreft de loonkosten,
reisuren en -kosten, risicotoeslag en overnachtingskosten;
-
k. de kosten van veiligheidsvoorzieningen zoals containers, Megablocks, beschermende
wanden en/of het gebruik van scherfwerende doeken;
-
l. kosten in verband met herstelwerkzaamheden op de opsporings- en vernietigingslocaties.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Tot de kosten van grondwerkzaamheden als gevolg van een ruiming, bedoeld in artikel 18, aanhef en onder a, van het Bijdragebesluit, die in beginsel voor een bijdrage in aanmerking komen, behoren uitsluitend kosten
van een civieltechnisch opsporingsbedrijf.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
-
1 Kosten die niet vallen onder de kostensoorten, genoemd in artikel 17, van het Bijdragebesluit, en derhalve niet voor een bijdrage in aanmerking komen, betreffen in elk geval:
-
a. kosten met betrekking tot het uitbrengen van offertes;
-
b. de door het opsporingsbedrijf in rekening gebrachte kosten met betrekking tot de Uniforme
Administratieve Voorwaarden (UAV), de Rationalisering Automatisering Wegenbouw-systematiek
(RAW), de Regeling van de Verhouding tussen opdrachtgever en het adviserende Ingenieursbureau
(RVOI), de kosten met betrekking tot de Organisatie van Advies- en Ingenieursbureaus
(ONRI) en bijdragen Fonds Collectief onderzoek GWW (Grond, Weg en Water), voorzover
zij niet het gevolg zijn van civieltechnische werkzaamheden;
-
c. kosten met betrekking tot verklaringen zoals Vrij Van Explosieven verklaringen, processen
verbaal van oplevering of evaluatieverklaringen;
-
d. kosten waarvan aangenomen mag worden dat ze onderdeel uitmaken van het gehanteerde
tarief dat door de in artikel 1, onderdeel h, van het Bijdragebesluit, omschreven opsporingsbedrijven in rekening worden gebracht;
-
e. kosten waarvan aangenomen mag worden dat ze tot de normale taakuitoefening van de
gemeente behoren komen.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
In verband met haar taak als opdrachtgever en toezichthouder mag de gemeente óf de
kosten van de (ingehuurde) directievoering (maximaal 1 Fte), óf de kosten van een
gemeentelijke toezichthouder (maximaal 1 Fte) in rekening brengen.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
-
2 Bij de beoordeling of er sprake is van nauwe verwevenheid, zoals genoemd in het eerste
lid, kunnen onder andere de volgende aspecten een rol spelen, te weten: de reden van
de opsporing of de ruiming, het tijdsbeslag, de geografische samenhang en de inzet
van materiaal en personeel.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-10-2009]
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitvoering Bijdragebesluit
kosten opsporing en ruiming conventionele explosieven Tweede Wereldoorlog 2006.