Wet van 30 november 2006, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot medezeggenschap
op scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra
en de Wet op het voortgezet onderwijs (Wet medezeggenschap op scholen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 te vervangen door een nieuwe wet, aangezien het, in het belang van het goed functioneren
van de school, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, wenselijk is het overleg met en de vertegenwoordiging van het personeel en de ouders
en leerlingen van de school te verbeteren mede in het licht van de vergroting van
de autonomie van besturen van die scholen, dat het tevens wenselijk is de medezeggenschap
bij centrale diensten als bedoeld in genoemde wetten en regionale expertisecentra
als bedoeld in de Wet op de expertisecentra zoveel mogelijk dienovereenkomstig te regelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: