Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011

Geraadpleegd op 14-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-10-2015 en zichtdatum 15-10-2015.
Geldend van 15-10-2015 t/m 31-12-2015

Regeling van de Nederlandsche Bank N.V. van 12 december 2006, nr. Juza/2006/02470/IH, houdende uitvoering van de artikelen 131, eerste lid, 133, eerste lid, en 135, tweede en vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (Regeling staten financiële ondernemingen Wft)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Gelet op de artikelen 131, eerste lid, 133, eerste lid, en artikel 135, tweede en vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1:1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Besluit: Besluit prudentiële regels Wft;

  • b. DNB: de Nederlandsche Bank N.V.;

  • c. financiële onderneming: een ieder waarvoor op grond van artikel 2:1 eerste lid van deze Regeling de modellen van de staten worden vastgesteld;

  • d. wet: Wet op het financieel toezicht;

  • e. AIFM-richtlijn: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174);

  • f. CRD IV: Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn nr. 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen nr. 2006/48/EG en nr. 2006/49/EG (PbEU L 176; richtlijn kapitaalvereisten of Capital Requirements Directive IV);

  • g. CRR: Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU L 176; verordening kapitaalvereisten of Capital Requirements Regulation);

  • h. EBA: de Europese Bankenautoriteit (European Banking Authority);

  • i. technische reguleringsnormen of technische uitvoeringsnormen van de EBA: door de EBA ontwikkelde ontwerpen van technische reguleringsnormen (draft regulatory technical standards) of ontwerpen van technische uitvoeringsnormen (draft implementing technical standards), die door de Europese Commissie zijn bevestigd;

  • j. geconsolideerd: de geconsolideerde situatie als bedoeld in artikel 3:274 Wft;

  • k. gesubconsolideerd: de gesubconsolideerde situatie als bedoeld in artikel 22 van de CRR;

  • l. richtlijn Solvabiliteit II: richtlijn nr. 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (herschikking) (PbEU 2009, L 335).

Hoofdstuk 2. Staten financiële ondernemingen

Artikel 2:1

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, worden de modellen van de staten voor een clearinginstelling die tevens een beleggingsonderneming is vastgesteld zoals opgenomen in bijlage 4.

Artikel 2:2

  • 1 Een clearinginstelling, beleggingsonderneming, of bank als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van het Besluit, een elektronische geldinstelling of betaalinstelling als bedoeld in artikel 130, derde lid van het Besluit, een bijkantoor als bedoeld in artikel 130, vierde lid, van het Besluit, een premiepensioeninstelling als bedoeld in artikel 130, vijfde lid, van het Besluit en een beheerder als bedoeld in artikel 130, zesde lid, van het Besluit verstrekken de staten, bedoeld in artikel 130, eerste, derde, vierde, vijfde en zesde lid, van het Besluit aan DNB met de frequenties en binnen de termijnen, zoals vermeld in de bijlage 6 bij deze regeling.

  • 2 Een verzekeraar als bedoeld in artikel 130, tweede lid, aanhef, van het Besluit, verstrekt de staten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling, met uitzondering van de staat Eigen Risicobeoordeling, jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van ieder boekjaar met betrekking tot dat boekjaar aan DNB.

  • 3 In aanvulling op het tweede lid verstrekt de verzekeraar, op verzoek van DNB, de staten zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling aan DNB per halfjaar of kwartaal, binnen dertig werkdagen na afloop van dat halfjaar onderscheidenlijk kwartaal, indien:

    • a. de vergunning, gerekend vanaf het begin van elk boekjaar, minder dan drie jaar geleden aan de verzekeraar verleend is;

    • b. aan de verzekeraar een aanwijzing is gegeven als bedoeld in artikel 1:75, eerste of tweede lid, van de Wet, wegens het niet voldoen aan bij of krachtens de Wet gestelde regels met betrekking tot het garantiefonds, de solvabiliteitsmarge of de technische voorzieningen van de verzekeraar, onderscheidenlijk wegens tekenen van een ontwikkeling die het garantiefonds of de solvabiliteitsmarge van de verzekeraar in gevaar kan brengen; of

    • c. zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan te verwachten is dat de financiële positie van de verzekeraar zodanig verslechtert, dat deze niet langer zal kunnen voldoen aan de bij of krachtens de Wet gestelde regels met betrekking tot het garantiefonds, de solvabiliteitsmarge of de technische voorzieningen van de verzekeraar.

  • 4 De verzekeraar verstrekt de aanvullende staten, bedoeld in het derde lid, voor het eerst over het halfjaar dan wel kwartaal volgend op het moment dat:

    • a. de vergunning is verstrekt;

    • b. de aanwijzing is gegeven;

    • c. de uitzonderlijke omstandigheden zich voor het eerst voordoen.

  • 5 De verzekeraar verstrekt de aanvullende staten, bedoeld in het derde lid, gedurende:

    • a. de termijn van drie jaar volgend op het moment dat de vergunning is verstrekt;

    • b. de termijn binnen welke de in de aanwijzingsbeschikking bepaalde gedragslijn wordt gevolgd, vermeerderd met ten hoogste drie jaar;

    • c. de termijn dat de uitzonderlijke omstandigheden zich voordoen.

  • 6 Een verzekeraar waarop artikel 24a, tweede lid, van het Besluit van toepassing is, verstrekt de staat Eigen Risicobeoordeling, zoals opgenomen in bijlage 1, onderdeel Verzekeraars – Jaarset Leven Natura Schade BW IFRS, bij deze regeling, ten minste eenmaal per kalenderjaar binnen twee weken nadat de Eigen Risicobeoordeling door de verzekeraar is goedgekeurd, en uiterlijk op 31 december van ieder kalenderjaar.

  • 7 Een verzekeraar waarop artikel 131, vijfde lid, van het Besluit van toepassing is, verstrekt binnen 22 weken na afloop van het boekjaar dat eindigt op 31 december 2014 de modeljaarstaten ter voorbereiding op de richtlijn Solvabiliteit II, zoals opgenomen in bijlage 1, onderdeel Verzekeraars – Overgangsregime 2015.

  • 8 Een verzekeraar waarop artikel 131, vijfde lid, van het Besluit van toepassing is, verstrekt binnen 8 weken na afloop van de kwartalen die eindigen op 30 juni 2015 onderscheidenlijk op 30 september 2015 de modelkwartaalstaten ter voorbereiding op de richtlijn Solvabiliteit II, zoals opgenomen in bijlage 1, onderdeel Verzekeraars – Overgangsregime 2015.

  • 10 Een bank of beleggingsonderneming in de zin van artikel 4 van de CRR, verstrekt tevens de staten met de frequenties en indieningstermijnen zoals bepaald door de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van de EBA;

  • 11 [Red: Vervallen.]

Artikel 2:3

  • 1 Een financiële onderneming waardeert de posten in de staten overeenkomstig de waarderingsmethoden die de financiële onderneming in haar jaarrekening toepast.

  • 2 De staten van een financiële onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is bevatten uitsluitend de gegevens die betrekking hebben op het bedrijf uitgeoefend vanuit het bijkantoor in Nederland.

Artikel 2:4. - Geconsolideerde staten

  • 1 Een daartoe verplichte financiële onderneming dient geconsolideerde, waaronder gesubconsolideerde, staten in, in die gevallen waar dit uit de Wet, de CRR of hetgeen bij of krachtens de Wet of de CRR is vastgesteld, voortvloeit.

  • 2 Een financiële onderneming waardeert ten behoeve van de geconsolideerde, waaronder gesubconsolideerde, staten de actiefposten en de posten buiten de balansstelling overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving, tenzij uit de Wet, de CRR of hetgeen bij of krachtens de Wet of de CRR is vastgesteld, anders voortvloeit.

  • 3 Een financiële onderneming betrekt ten behoeve van geconsolideerde (waaronder gesubconsolideerde) staten uitsluitend die gerelateerde entiteiten die op grond van de Wet, de CRR of hetgeen bij of krachtens de Wet of de CRR is vastgesteld, in de reikwijdte van consolidatie opgenomen moeten worden.

Artikel 2:5

Een accountant betrekt bij zijn onderzoek, bedoeld in artikel 133, eerste lid, van het Besluit, de staten die zijn opgenomen in bijlage 7 bij deze regeling.

2:6.

DNB kan bij besluit bepalen dat een bank voorts de staten zoals opgenomen in bijlage 11 bij deze regeling verstrekt aan DNB. DNB zal bij dat besluit bepalen met welke frequentie en binnen welke termijnen de staten zoals opgenomen in bijlage 11 worden verstrekt.

Hoofdstuk 3. Branchegroepen en opgave van gesloten verzekeringen

Artikel 3:1

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, eerste lid, van het Besluit, in te dienen door een levensverzekeraar met zetel in Nederland met betrekking tot de vanuit Nederland of vanuit een bijkantoor in een andere lidstaat gesloten overeenkomsten van verzekering, wordt vastgesteld zoals het is opgenomen in het onderdeel bijkantoren en vrije dienstverrichting levensverzekeraars van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3:2

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, eerste lid, van het Besluit, in te dienen door een levensverzekeraar met zetel in een andere lidstaat, met betrekking tot de vanuit een bijkantoor in een staat die geen lidstaat is uit hoofde van het verrichten van diensten naar Nederland gesloten overeenkomsten van verzekering, wordt vastgesteld zoals het is opgenomen in bijlage 8 bij deze regeling.

Artikel 3:3

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, eerste lid, van het Besluit, in te dienen door een levensverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is, met betrekking tot de vanuit een bijkantoor in Nederland uit hoofde van het verrichten van diensten naar een andere lidstaat gesloten overeenkomsten van verzekering, wordt vastgesteld zoals het is opgenomen in het onderdeel bijkantoren en vrije dienstverrichting levensverzekeraars van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3:4

De branchegroepen en het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, tweede lid, van het Besluit, in te dienen door een schadeverzekeraar met zetel in Nederland, met betrekking tot de vanuit Nederland of vanuit een bijkantoor in een andere lidstaat gesloten overeenkomsten van verzekering, worden vastgesteld zoals zij zijn opgenomen in het onderdeel bijkantoren en vrije dienstverrichting schadeverzekeraars van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3:5

De branchegroepen en het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, tweede lid, van het Besluit, in te dienen door een schadeverzekeraar met zetel in een andere lidstaat, met betrekking tot de vanuit een bijkantoor in een staat die geen lidstaat is uit hoofde van het verrichten van diensten naar Nederland gesloten overeenkomsten van verzekering, worden vastgesteld zoals zij zijn opgenomen in bijlage 9 bij deze regeling.

Artikel 3:6

De branchegroepen en het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, tweede lid, van het Besluit, in te dienen door een schadeverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is, met betrekking tot de vanuit een bijkantoor in Nederland uit hoofde van het verrichten van diensten naar een andere lidstaat gesloten overeenkomsten van verzekering, worden vastgesteld zoals zij zijn opgenomen in het onderdeel bijkantoren en vrije dienstverrichting schadeverzekeraars van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3:7

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, derde lid, van het Besluit, in te dienen door een natura-uitvaartverzekeraar als bedoeld in artikel 3:87, eerste lid, van de wet, wordt vastgesteld zoals het is opgenomen in bijlage 10 bij deze regeling.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen 1 tot en met 5 en 11 tot en met 14, die ter inzage worden gelegd bij DNB.

De Nederlandsche Bank Directeur

,

A. Schilder

Directeur

,

D.E. Witteveen

Bijlage 6. bij artikel 2:2, eerste lid – Frequentie en indieningstermijn staten

6.1. Banken en clearinginstellingen in Nederland

 

Een bank, opt-in bank (art. 3:4) en clearinginstelling, als bedoeld in art. 3:72 lid 1 Wft

Bijkantoren

Formulieren (set)

Frequentie

Indienings- termijn

Geconso-

lideerd

Gesubconso- lideerd

Solo

EER-bijkantoor als bedoeld in art. 3:77 Wft

Niet-EER bijkantoor als bedoeld in art. 3:82

lid 1 Wft

Uitvraag financiële informatie als bedoeld in artikel 99 CRR en nader uitgewerkt in Annex IV van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA o.g.v. art. 99 vijfde lid CRR

Kwartaal

Als bedoeld in de technische uitvoeringsnormen inzake prudentiële rapportages van EBA (1)

Ja

Nee

Nee

Nee, m.u.v. de staten van Part 1, F01.01 t/m 02.00.

Nee, m.u.v. de staten van Part 1, F01.01 t/m 02.00.

8017

Incidenteel

n/a

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

LCR rapportages overeenkomstig art. 415 CRR, als bedoeld in art. 15 van Uitvoerings-verordening (EU) nr. 680/2014

Maand

Als bedoeld in de technische uitvoerings-normen inzake prudentiële rapportages van EBA

Ja

Ja

Ja

Op verzoek (by request), met het oog op toepassing van art. 153 tot en met 159 CRD IV

Nee *

* Ja, vanaf het definitief van kracht worden van EBA Final Draft Amending ITS on LCR Reporting

Nieuwe LCR rapportages, als bedoeld in de EBA Final Draft Amending ITS on LCR Reporting

Kwartaal

Ja

Ja

Ja

Ja

8028

Staat/formulier Liquiditeits-toetsing

T/m verslag-periode december 2016: Maand

Uiterlijk op de laatste werk-dag van de maand, volgend op de verslag-periode

Banken met zetel in Nederland, op het hoogste consolidatieniveau in Nederland

Nee

Nee

   

Concentratie op sectoren

Jaar

Idem (2)

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Renterisicorapportage

Kwartaal

Idem (2)

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

G-SIB rapportage

Week en maand

Voor de weekrapportage: uiterlijk op de derde dag volgend op de verslagperiode. Voor de maandrapportage: uiterlijk op de vijfde dag volgend op de verslagperiode.

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

6.2. Elektronische geldinstellingen en betaalinstellingen

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Rapportage geldt voor:

     

een betaal- of elektronische geldinstelling als bedoeld in artikel 3:72, eerste lid van de Wft, onder solo toezicht:

Balans

Per halfjaar

30 werkdagen na de verslagperiode

Ja

Winst- en verliesrekening

idem

idem

Ja

Buitenbalans en overig

idem

idem

Ja

Berekening Toetsingsvermogen

idem

idem

Ja

Methode A, B of C

idem

idem

Ja

Verklaring

idem

idem

Ja

6.3. Beleggingsondernemingen in Nederland

Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 4 CRR met solvabiliteitsvereisten op grond van artikel 92 CRR

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Solo

Geconsolideerd

STATEMENT

Per kalenderkwartaal

Uiterlijk op 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari; of indien dit valt op een feestdag, zaterdag of zondag; de eerstvolgende werkdag.

JA

JA

Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 4 CRR met solvabiliteitsvereisten op grond van artikel 95 en 96 CRR

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Solo

Geconsolideerd

FIXED OVERHEAD REQUIREMENTS

Per kalenderkwartaal

Uiterlijk op 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari; of indien dit valt op een feestdag, zaterdag of zondag; de eerstvolgende werkdag.

JA

JA

STATEMENT

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

JA

Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 4 lid 1 onderdeel 2 sub c CRR met een vergunning voor beleggingsdienst b en/of c zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de wet met solvabiliteitseisen op grond van artikel 95 CRR

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Solo

Geconsolideerd

CAPITAL ADEQUACY

       

OWN FUNDS

Per kalenderkwartaal

Uiterlijk op 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari; of indien dit valt op een feestdag, zaterdag of zondag; de eerstvolgende werkdag.

JA

NEE

OWN FUNDS

REQUIREMENTS

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

NEE

         

FINREP

       

BALANCE SHEET STATEMENT

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

NEE

PROFIT & LOSS ACCOUNT

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

NEE

BREAKDOWNS OF CERTAIN BALANCE SHEET AND INCOME EXPENSE ITEMS

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

NEE

OTHER TEMPLATES

       

FIXED OVERHEAD REQUIREMENTS

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

NEE

STATEMENT

Per kalenderkwartaal

Idem

JA

NEE

Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 4 lid 1 onderdeel 2 sub c CRR met een vergunning voor beleggingsdienst a en/of d zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de wet met eigen vermogenseisen op grond van artikel 31 CRD IV zoals geïmplementeerd in artikel 48 van het Besluit

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Solo

Geconsolideerd

FINREP

       

BALANCE SHEET STATEMENT

Per kalender halfjaar (per Q2 en per Q4)

Uiterlijk op 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari; of indien dit valt op een feestdag, zaterdag of zondag; de eerstvolgende werkdag.

JA

NEE

PROFIT & LOSS ACCOUNT

Per kalender halfjaar (per Q2 en per Q4)

Idem

JA

NEE

BREAKDOWNS OF CERTAIN BALANCE SHEET AND INCOME EXPENSE ITEMS

Per kalender halfjaar (per Q2 en per Q4)

Idem

JA

NEE

OTHER TEMPLATES

       

FIXED OVERHEAD REQUIREMENTS

Per kalender halfjaar (per Q2 en per Q4)

Idem

NEE

NEE

STATEMENT

Per kalender halfjaar (per Q2 en per Q4)

Idem

JA

NEE

6.4. Premiepensioeninstellingen

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

PPI VSJ000 t/m VSJ125

jaarlijks

Uiterlijk 31 mei na de verslagperiode

PPI VSJ135 t/m VSJ180

jaarlijks

Uiterlijk 31 mei na de verslagperiode

PPI KW

kwartaalstaat

Binnen 6 weken na de verslagperiode

6.4. Afwikkelondernemingen

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Gegevens verrichte girale transacties

Maandelijks

Uiterlijk op de tiende werkdag van de maand, volgend op de verslagperiode

6.5. Beheerders

A. Beheerders met zetel in Nederland van een icbe

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

FINREPBSACT

Solo (enkelvoudige) balans (activa)

per kalender halfjaar

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

FINREPBSPAS

Solo (enkelvoudige) balans (passiva)

FINREPVW

Solo (enkelvoudige) winst- en verliesrekening

OFF-BS

Verplichtingen buiten de balans

EV

Minimum vereist eigen vermogen

SOLVKAPB

Minimumomvang toetsingsvermogen

SOLVVKE

Vastekosteneis

COREP

Berekening toetsingsvermogen

FUNDINFO

Basisinformatie beleggingsinstellingen onder beheer

Verklaring

Verklaring beheerder

B. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in 2:65 Wft

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

FINREPBSACT

Solo (enkelvoudige) balans (activa)

per kalender halfjaar

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

FINREPBSPAS

Solo (enkelvoudige) balans (passiva)

FINREPVW

Solo (enkelvoudige) winst- en verliesrekening

OFF-BS

Verplichtingen buiten de balans

EV

Minimum vereist eigen vermogen

SOLVKAPB

Minimumomvang toetsingsvermogen

SOLVVKE

Vastekosteneis

COREP

Berekening toetsingsvermogen

Verklaring

Verklaring beheerder

C. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 2:66a, derde lid, Wft, die niet beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

AIFM FILE 24(1)1

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

Per kalenderjaar

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

ADD AIFM INFO

Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

AIF FILE 24(1)1

Te verstrekken abi-specifieke informatie

1 De vaststelling van het model voor de staat volgt uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening, de frequentie en de indieningstermijn worden bij deze regeling vastgesteld.

D. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die op vrijwillige basis een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft heeft verkregen en die portefeuilles van beleggingsinstellingen beheert waarvan het totaal aan beheerde activa niet groter is dan € 500.000.000, de beleggingsinstellingen geen gebruik maken van hefboomfinanciering, en geen recht tot inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de verschillende beleggingsinstellingen kan worden uitgeoefend gedurende een periode van vijf jaar vanaf het tijdstip waarop de rechten in de verschillende beleggingsinstellingen voor het eerst zijn verworven

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

AIFM FILE 24(1)1

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

Per kalenderjaar

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

ADD AIFM INFO

Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

AIF FILE 24(1)1

Te verstrekken abi-specifieke informatie

AIF FILE 24(2)1

Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abi-specifieke informatie, alsmede: Resultaten van stresstests

ADD INFO

informatie als bedoeld in artikel 15, tweede lid, in samenhang met artikel 20, van de AIFM-richtlijn

1 De vaststelling van het model voor de staat volgt uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening, de frequentie en de indieningstermijn worden bij deze regeling vastgesteld.

E. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die: a. op vrijwillige basis een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft heeft verkregen en die portefeuilles van beleggingsinstellingen beheert waarvan het totaal aan beheerde activa niet groter is dan € 100.000.000 en de beleggingsinstellingen gebruik maken van hefboomfinanciering; of b. die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft en die portefeuilles van beleggingsinstellingen beheert waarvan het vermogen de € 500.000.000 niet overstijgt en die gebruik maken van hefboomfinanciering.

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

AIFM FILE 24(1)1

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

Per kalenderjaar

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

ADD AIFM INFO

Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

AIF FILE 24(11

Te verstrekken abi-specifieke informatie

AIF FILE 24(2)1

Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abi-specifieke informatie, alsmede: Resultaten van stresstests

ADD INFO

informatie als bedoeld in artikel 15, tweede lid, in samenhang met artikel 20, van de AIFM-richtlijn

1 De vaststelling van het model voor de staat volgt uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening, de frequentie en de indieningstermijn worden bij deze regeling vastgesteld.

F. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft en die portefeuilles van beleggingsinstellingen beheert waarvan het totaal aan beheerde activa de in artikel 2:66a Wft bedoelde drempel van € 100.000.000 respectievelijk € 500.000.000 overstijgt, maar niet boven de € 1.000.000.000 uitkomt

Staat

Frequentie

Frequentie voor de beleggingsinstelling waarvan de activa boven de € 500 mln. uitkomt

Indieningstermijn

AIFM FILE 24(1)1

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

Per kalender halfjaar

n.v.t.

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

ADD AIFM INFO

Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

ADD INFO

informatie als bedoeld in artikel 15, tweede lid, in samenhang met artikel 20, van de AIFM-richtlijn

AIF FILE 24(1)1

Te verstrekken abi-specifieke informatie

Per kalender halfjaar

Per kalenderkwartaal

AIF FILE 24(2) 1

Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abi-specifieke informatie, alsmede: Resultaten van stresstests

1 Zowel de vaststelling van het model als de frequentie en de indieningstermijn volgen uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening.

G. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft en die portefeuilles van beleggingsinstellingen beheert waarvan het totaal aan beheerde activa boven de € 1.000.000.000 uitkomt

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

AIFM FILE 24(1)1

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

Per kalenderkwartaal

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

ADD AIFM INFO

Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

AIF FILE 24(1)1

Te verstrekken abi-specifieke informatie

AIF FILE 24(2)1

Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abi-specifieke informatie, alsmede: Resultaten van stresstests

ADD INFO

informatie als bedoeld in artikel 15, tweede lid, in samenhang met artikel 20, van de AIFM-richtlijn

1 Zowel de vaststelling van het model als de frequentie en de indieningstermijn volgen uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening.

H. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft, voor elke door hem beheerde beleggingsinstelling zonder hefboomfinanciering die overeenkomstig haar kernbeleggingsbeleid in niet-beursgenoteerde ondernemingen en uitgevende instellingen belegt om zeggenschap te verwerven

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

AIFM FILE 24(1)1

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

Per kalenderjaar

Uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode

ADD AIFM INFO

Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

AIF FILE 24(1)1

Te verstrekken abi-specifieke informatie

AIF FILE 24(2)1

Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abi-specifieke informatie, alsmede: Resultaten van stresstests

ADD INFO

informatie als bedoeld in artikel 15, tweede lid, in samenhang met artikel 20, van de AIFM-richtlijn

1 Zowel de vaststelling van het model als de frequentie en de indieningstermijn volgen uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening.

I. Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft en die beleggingsinstellingen beheert die in aanzienlijke mate met hefboomfinanciering werken als bedoeld in artikel 24, vierde lid, van de AIFM-richtlijn1

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

AIF FILE 24(4)2

Abi-specifieke informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt

Conform de overige door de betreffende beheerder in te dienen staten

Conform de overige door de betreffende beheerder in te dienen staten

1 De categorie I geldt in aanvulling op categorie E, F, of G

2 Zowel de vaststelling van het model als de frequentie en de indieningstermijn volgen uit artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening.

Bijlage 7. bij artikel 2:5 – Overzicht van de staten die de accountant betrekt bij zijn onderzoek

Overzicht van de staten die de accountant betrekt bij zijn onderzoek

A. Banken en clearinginstellingen als bedoeld in artikel 3:72, eerste lid, van de wet en bijkantoren als bedoeld in artikel 3:75, 3:77 of 3:82 van de wet

Formulieren(set)

Een bank, opt-in bank (art. 3:4) en clearinginstelling, als bedoeld

in artikel 3:72 lid 1 Wft

EER-bijkantoor als bedoeld in art. 3:77 Wft

Niet-EER bijkantoor als bedoeld in art. 3:82 lid 1 Wft

 

Certificering

Certificering

     

Eigen vermogensvereiste als bedoeld in artikel 99 CRR en uitgewerkt in Annex 1 van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA o.g.v. art. 99 vijfde lid CRR

Ja

nvt

     

Financiële informatie als bedoeld in artikel 99 CRR en nader uitgewerkt in Annex III van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA o.g.v. artikel 99 vijfde lid CRR

Ja

Nee

     

Uitvraag financiële informatie als bedoeld in artikel 99 CRR en nader uitgewerkt in Annex IV van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA o.g.v. art. 99 vijfde lid CRR

Ja

nvt (m.u.v. de staten F.01.01 t/m 02.00 van Part 1)

     

Verliezen die voortvloeien uit blootstellingen waarvoor een instelling onroerend goed als zekerheid heeft aangemerkt, als bedoeld in artikel 101 CRR en nader uitgewerkt in Annex VI van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA

Ja

Ja

     

Grote posities als bedoeld in artikel 394 CRR en nader uitgewerkt in Annex VIII van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA

Ja

nvt

     

De hefboom ratio als bedoeld in artikel 430 CRR en nader uitgewerkt in Annex X van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA

Nee

nvt

     

Liquiditeitsrapportage als bedoeld in art. 415 CRR en nader uitgewerkt in Annex XII van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA

Nee

nvt

     

Nationale rapportages (Regeling Staten)

   

8017

Nee

Nee

Concentratie op sectoren

Nee

Nvt

Renterisicorapportage

Ja **

Nvt

G-SIB rapportage

Nee

Nee

**) Geen waarmerking/certificering maar via ‘Agreed Upon Procedure’ (AUP).

B. Verzekeraars

Categorie

IFRS

BW 2.9

     

Leven

   

Jaarverslag, jaarrekening, overige gegevens

   

Alle hier opgenomen tabbladen

ja

ja

     

Aanvullende financiële gegevens

   

Alle hier opgenomen tabs behalve

   

actuarieel verslag

ja

ja

Actuarieel verslag

nee

nee

     

Categorie IFRS BW 2.9

   
     

Andere financiële gegevens

   

Solvabiliteit

ja

ja

Herverzekering

ja

ja

Standgegevens

ja

ja

Alle andere tabs

nee

nee

     

Schade

   

Jaarverslag, jaarrekening, overige gegevens

   

Alle hier opgenomen tabbladen

ja

ja

     

Aanvullende financiële gegevens

   

Resultatendeling en kortingen

ja

ja

Actuarieel verslag

nee

nee

     

Andere financiële gegevens

   

Solvabiliteit

ja

ja

Herverzekering

ja

ja

Standgegevens

ja

ja

Resultaten per te rapporteren groep

ja

ja

Schade- en afloopstatistiek

ja

ja

Aanvullende informatie zorgverzekeraars

ja

ja

Alle andere tabs

nee

nee

     

Natura-uitvaart

   

Jaarverslag, jaarrekening, overige gegevens

   

Alle hier opgenomen tabbladen

ja

ja

     

Aanvullende financiële gegevens

   

Alle hier opgenomen tabs behalve

   

actuarieel verslag

ja

ja

Actuarieel verslag

nee

nee

     

Categorie

IFRS

BW2.9

     

Andere financiële gegevens

   

Solvabiliteit

ja

ja

Herverzekering

ja

ja

Standgegevens

ja

ja

Pakketwaarde

ja

ja

Alle andere tabs

nee

nee

Bijlage 8

Bijlage bij artikel 3:2 van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, eerste lid, van het Besluit, in te dienen door een levensverzekeraar met zetel in een andere lidstaat, met betrekking tot de vanuit een bijkantoor in een staat die geen lidstaat is uit hoofde van het verrichten van diensten naar Nederland gesloten overeenkomsten van verzekering.

Naam levensverzekeraar .....................:

Boekjaar .....................:

Zetel: ...........

 

Betreft dienstverlening naar lid-staat: ..................................

 

premie x EUR 1000

Branches

 

1. Levensverzekering algemeen

...........

2. Levensverzekering i.v.m. huwelijk of geboorte

...........

3. Levensverzekering verbonden met beleggingsfondsen

...........

4. Permanent health insurance

...........

5. Deelneming in spaarkassen

...........

6. Kapitalisatieverrichtingen

...........

Ondertekening door bestuurder

 

naam:

........................

handtekening:

........................

plaats:

........................

datum:

........................

Bijlage 9

Bijlage bij artikel 3:5 van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

De branchegroepen en het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, tweede lid, van het Besluit, in te dienen door een schadeverzekeraar met zetel in een andere lidstaat, met betrekking tot de vanuit een bijkantoor in een staat die geen lidstaat is uit hoofde van het verrichten van diensten naar Nederland gesloten overeenkomsten van verzekering.

Naam schadeverzekeraar:

.....................

Boekjaar:

.....................

Zetel: ...........

 

Betreft dienstverrichting naar Nederland vanuit: ......................

   

× EUR 1000

1. Branchegroepen

 

premies

schaden

provisies

(volgens de nummering van artikel 15 van de WTV 1993)

     

– Ongevallen en ziekte (1 en 2)

 

......

......

......

– Voertuigenverzekering (3, 7, 10A en 10B)

 

......

......

......

– Brand en andere schaden aan zaken (8 en 9)

 

......

......

......

– Luchtvaart-, zee-, en transportverzekering (4, 5, 6, 7, 11 en 12)

 

......

......

......

– Algemene Wettelijke aansprakelijkheid (13)

 

......

......

......

– Krediet en borgtocht (14 en 15)

 

......

......

......

– Overige branches (16, 17 en 18)

 

......

......

......

         

2. Aansprakelijkheid motorrijtuigen (10A)

       

frequentie schadegevallen

gemiddelde kosten schadegevallen

premies

schaden

provisies

......

......

......

......

......

Ondertekening door bestuurder

 

naam:

........................

handtekening:

........................

plaats:

........................

datum:

........................

Bijlage 10

Bijlage bij artikel 3:7 van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, derde lid, van het Besluit, in te dienen door een natura-uitvaartverzekeraar als bedoeld in artikel 3:87, eerste lid, van de wet.

Naam natura-uitvaartverzekeraar: .....

Boekjaar: ......

Zetel: ...........

 

Betreft dienstverrichting naar Nederland vanuit: ......................

 

x EUR 1000

Premie

 

Ondertekening door bestuurder

 

naam:

........................

handtekening:

........................

plaats:

........................

datum:

........................