Artikel 1.1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-09-2009]
-
• arbeidsbelemmerde: een persoon die jegens het college van burgemeester en wethouders
van zijn woonplaats uitsluitend aanspraak heeft op een WWB-uitkering, naar het oordeel
van dat college, gebaseerd op een verklaring van een arts, een structurele functionele
beperking heeft en jegens het UWV geen aanspraak heeft op een uitkering;
-
• begunstigde: de subsidieaanvrager aan wie krachtens deze regeling subsidie is verleend;
-
• branchegerichte cursussen met een civiel effect: cursussen, niet zijnde bedrijfsspecifieke
trainingen, gericht op een specifieke branche teneinde de leerling vakspecifieke beroepsvaardigheden
aan te leren;
-
• CREBO: het Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
• gedeeltelijk-arbeidsgeschikte: een persoon met een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten , naar een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%;
-
• gedetineerde: een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidstraf
of vrijheidsbenemende maatregel in een justitiële inrichting plaatsvindt of ten aanzien
van wie een bevel tot verpleging van overheidswege is gegeven als bedoeld in artikel 37b of 38c van het Wetboek van Strafrecht;
-
• Implementatieverordening: Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december
2006 tot vaststelling van uitvoeringbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006
van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van verordening (EG)
nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds
voor Regionale ontwikkeling (pbEU 2006, L 371);
-
• instelling: een opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.1 of 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, dan wel een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8 van die wet;
-
• IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
-
• IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
-
• jongere: een persoon van 15 jaar of ouder doch jonger dan 24 jaar;
-
• leerlingwerkplaatsen: praktisch onderwijs, waarbij werkzaamheden worden uitgevoerd
die deel uitmaken van een gesimuleerd dienstverlenings- of productieproces;
-
• minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
-
• niet-uitkeringsontvanger: een werkloze persoon van 16 jaar en ouder, doch jonger dan
65 jaar, die geen uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de IOAW, de IOAZ, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, of de Algemene nabestaandenwet, dan wel op grond van een regeling die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt;
-
• Operationeel Programma: het Operationeel Programma ESF Doelstelling 2, 2007–2013,
dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;
-
• oudere: een persoon van 45 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar;
-
• praktijkonderwijs: het onderwijs, bedoeld in artikel 10f, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
-
• project: een samenhangend geheel van activiteiten met betrekking tot een gebied als
bedoeld in artikel 1.2, eerste lid;
-
• sociale innovatiepotentie: het potentiële voordeel op het gebied van sociale innovatie
dat als gevolg van een project op dat terrein te behalen is;
-
• startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs als bedoeld in artikel 7, onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet
onderwijs;
-
• subsidieaanvrager: de aanvrager van een subsidie op grond van deze regeling;
-
• UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
-
• verordening: verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van de Europese Unie van 11 juli
2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling,
het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 1260/1999 (PbEU 2006, L210);
-
• voortgezet speciaal onderwijs; het onderwijs dat wordt gegeven op een school of instelling
waaraan voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra wordt verzorgd;
-
• werkende: een persoon, jonger dan 65 jaar, die op grond van een arbeidsovereenkomst,
dan wel een aanstelling in openbare dienst, arbeid verricht als werknemer, of die
arbeid verricht als zelfstandige zonder personeel;
-
• WWB-uitkering: uitkering op grond van de Wet werk en bijstand;
-
• 55-plusser: een persoon van 55 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar.