Besluit van 18 december 2006, houdende regels met betrekking tot het financiële toetsingskader
op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Besluit
financieel toetsingskader pensioenfondsen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 oktober
2006, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/PB/2006/84673;
Gelet op de artikelen 116, tweede lid, 126, derde lid, 128, derde lid, 131, tweede lid, 132, derde lid, 135, tweede lid, 136, tweede lid, 137, tweede lid, 138, zesde lid, 140, vijfde lid, 141, derde lid, 143, tweede lid, 144, vierde lid, 145, tweede lid, 147, zesde lid, en 203, vierde lid van de Pensioenwet en de artikelen 114, tweede lid, 121, derde lid, 123, derde lid, 126, tweede lid, 127, derde lid, 130, tweede lid, 131, tweede lid, 132, tweede lid, 133, zesde lid, 135, vijfde lid, 136, derde lid, 138, tweede lid, 139, vierde lid, 140, tweede lid, 142, zesde lid, en 197, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
De Raad van State gehoord (advies van 16 november 2006, nr. W1206.0450/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van
13 december 2006, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/PB/2006/101170A:
Hebben goedgevonden en verstaan: