Verordening HPA financieringsheffing teeltaangelegenheden jaar 2007

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 30-11-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 9 november 2006 houdende regels ter zake van de aan de onder het Hoofdproductschap Akkerbouw ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2007 (verordening HPA financieringsheffing teeltaangelegenheden jaar 2007)

Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gelet op de artikelen 95 en 126 eerste en zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 3 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen;

Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.

hoofdproductschap:

Hoofdproductschap Akkerbouw;

b.

bestuur:

bestuur van het hoofdproductschap;

c.

dagelijks bestuur:

dagelijks bestuur van het hoofdproductschap;

d.

voorzitter:

voorzitter van het hoofdproductschap;

e.

secretaris:

secretaris van het hoofdproductschap;

f.

commissie:

Commissie Teeltaangelegenheden;

g.

ondernemer:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld;

h.

braakland:

de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daaropvolgende oogstjaar niet worden beteeld;

i.

cultuurgrond:

beteelde grond, braakland;

j.

N.A.K.:

Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, gevestigd te Emmeloord;

k.

gemeten maat:

de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn;

l.

contractteelt:

de teelt van gewassen of producten ingevolge een overeenkomst.

§ 2. Heffingsbepalingen

Artikel 2

  • 1 De ondernemer, die in het jaar 2007 een onderneming drijft, met als activiteit het telen van akkerbouwgewassen, is verplicht voor dat jaar aan het hoofdproductschap een heffing te betalen.

  • 2 De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het hoofdproductschap ingevolge de bij of krachtens de Verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 verstrekte gegevens.

  • 3 De heffing wordt opgelegd naar het grondgebruik en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor:

    groep 1

    cultuurgrond, in gebruik als braakland:

    € 1,80 per ha;

    groep 2

    cultuurgrond in gebruik voor de teelt van triticale, veldbonen, koolzaad en groenbemestingsgewassen:

    € 1,80 per ha;

    groep 3

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van kapucijners en grauwe erwten en groene droog te oogsten erwten en schokkers:

    € 1,80 per ha;

    groep 4

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zomertarwe, zomergerst, rogge andere dan snijrogge en haver:

    € 1,80 per ha;

    groep 5

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van luzerne:

    € 1,80 per ha;

    groep 6

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van wintertarwe en wintergerst:

    € 1,80 per ha;

    groep 7

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van vlas:

    € 1,80 per ha;

    groep 8

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van karwijzaad en blauwmaanzaad:

    € 1,80 per ha;

    groep 9

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van corn cob mix en korrelmais:

    € 1,80 per ha;

    groep 10

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van bruine bonen:

    € 1,80 per ha;

    groep 11

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van graszaad:

    € 1,80 per ha;

    groep 12

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zetmeelaardappelen:

    € 1,80 per ha;

    groep 13

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van voederbieten:

    € 1,80 per ha;

    groep 14

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van andere dan in de groepen 1 t/m 13 en 15 t/m 20 genoemde gewassen:

    € 1,80 per ha;

    groep 15

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van suikerbieten:

    € 5,40 per ha;

    groep 16

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van consumptieaardappelen op kleigrond en op zand- of veengrond:

    € 5,40 per ha;

    groep 17

    cultuurgrond in gebruik voor de teel van pootaardappelen (bij de N.A.K. aangegeven)

    € 5,40 per ha;

    groep 18

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zaaiuien:

    € 1,80 per ha;

    groep 19

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van poot- en plantuien (inclusief sjalotten):

    € 1,80 per ha;

    groep 20

    cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zilveruien:

    € 1,80 per ha;

Artikel 3

  • 1 Voor de toepassing van artikel 2 wordt onder onderneming mede verstaan de onderneming die gedreven wordt door de ondernemer die cultuurgrond:

    • a. zaai- of pootklaar huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond waarop door de verhuurder tenminste één van de eerste werkzaamheden, zoals het bemesten, het ploegen en andere voorjaarswerkzaamheden zijn verricht;

    • b. als overig los land voor één teeltseizoen huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond die geheel geen voorbewerking door de verhuurder of verpachter heeft ondergaan;

    • c. overigens om niet in gebruik ontvangt, zoals bij landruil;

    • d. beteelt voor contractteelt, waaronder verstaan wordt dat de teler (contractnemer) de gewasverzorging (grotendeels) uitvoert en daarvoor zelf verantwoordelijk is;

      In afwijking van het eerste lid onderdelen a en b wordt cultuurgrond die door de ondernemer zaaiklaar is verhuurd voor de teelt van vlas, gerekend tot het bedrijf van de verhuurder.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 2 wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 2 worden gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de aldaar bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren.

§ 3. Ambtshalve heffing

Artikel 4

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 2, niet, niet-tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris, namens het bestuur bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

  • 3 Indien het hoofdproductschap op verzoek van de ondernemer, nadat de termijn genoemd in het tweede lid verstreken is, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het hoofdproductschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.

§ 4. Contributie-aftrek

Artikel 5

  • 1 Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het jaar 2007 aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing.

  • 2 De in de bijlage bij deze verordening vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur.

Artikel 6

Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en overigens indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur:

  • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het hoofdproductschap een taak heeft te vervullen;

  • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad;

  • c. tot de werkingssfeer van het hoofdproductschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is;

  • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

  • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

Artikel 7

Een verzoek tot aanwijzing van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 6 wordt ingediend vóór 1 januari van het jaar 2008. De aanwijzing geldt niet eerder dan voor het volgende kalenderjaar.

Artikel 8

  • 1 De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 5 bedoelde aftrek, indien uit de door de in de bijlage genoemde ondernemersorganisatie verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het jaar 2007 is betaald.

  • 2 De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 augustus 2007 de betreffende gegevens bij het hoofdproductschap aan te leveren.

  • 3 Indien het hoofdproductschap de gegevens in de periode 16 augustus 2007 tot en met 15 oktober 2007 ontvangt, brengt het hoofdproductschap een bedrag van € 5,– per lid bij de betreffende organisatie als administratiekosten in rekening. Bij ontvangst van de gegevens na 15 oktober 2007 worden deze niet meer verwerkt.

Artikel 9

De aftrek, bedoeld in artikel 5, eerste lid, bedraagt 70% van de betaalde contributie met een maximum van 50% van de voor de ondernemer geldende heffing.

Artikel 10

  • 1

Voor de toepassing van de artikelen 5 tot en met 9 wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het jaar 2007 aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is. Het bedrag aan de te betalen contributie wordt bepaald aan de hand van de door de ondernemer aan de betreffende ondernemersorganisatie verstrekte opgaven betreffende het areaal akkerbouw.

  • 2 Het bestuur kan, op voordracht van de commissie, bij besluit nadere voorschriften geven.

§ 5. Betaling van de heffing

Artikel 12

  • 1 De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het hoofdproductschap aan de hand van nota’s in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris, namens het bestuur van het hoofdproductschap, zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum.

  • 2 Het hoofdproductschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het hoofdproductschap verschuldigde bedragen met door de ondernemer van het hoofdproductschap te ontvangen bedragen over te gaan.

Artikel 13

In afwijking van artikel 12 is de nota terstond invorderbaar:

  • a. zodra het faillissement van de ondernemer is aangevraagd;

  • b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt; of

  • c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 14

De secretaris kan, namens het bestuur, besluiten nota's met een bedrag minder dan € 50,– samen te voegen tot verzamelnota’s, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben.

Artikel 15

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 12 gestelde termijn heeft betaald, kan door de secretaris, namens het bestuur, de wettelijke interest over het niet-betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 16

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen – voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald – zonder toestemming van de belanghebben de

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het hoofdproductschap;

    • b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het hoofdproductschap en de met financiële controle op het hoofdproductschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 17

Een besluit als bedoeld in artikel 10, tweede lid wordt bekendgemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van haar bekendmaking, tenzij het betreffende besluit anders bepaalt.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2006, treedt zij in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2007, met uitzondering van het in artikel 12 van de Verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 bepaalde.

Artikel 19

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening HPA financieringsheffing teeltaangelegenheden jaar 2007.

Den Haag, 9 november 2006

Th.A.M. Meijer

voorzitter

P. Hijma

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2006.

Bijlage

Als ondernemersorganisaties, bedoeld in artikel 5, tweede lid, worden aangewezen:

  • 1. Land- en Tuinbouworganisatie Noord (LTO Noord)

  • 2. Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO)

  • 3. Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB)

  • 4. Vereniging van Biologisch-Dynamische Boeren (BD-BV)

  • 5. Nederlandse Vereniging voor de Ecologische Landbouw (NVEL)

  • 6. Vereniging Beroepskring Agrariërs-GMV

  • 7. Nederlandse Akkerbouw Vakbond - NAV