Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2007

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-12-2011.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Verordening van het Productschap Wijn van 1 november 2006, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2007 (Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2007)

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

productschap:

Productschap Wijn;

secretaris:

secretaris van het productschap;

ondernemer:

de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft

waarvoor het productschap is ingesteld en die wijn invoert dan wel uitslaat in de zin van de Wet op de accijns;

wijn:

stille wijn, mousserende wijn, parelwijn, likeurwijn en gearomatiseerde wijn van verse druiven, zoals aangeduid onder de GN-codes 2204 en 2205, ook indien hieraan naderhand de alcohol geheel of gedeeltelijk is onttrokken (GN-code 2202 90 10) alsmede alcoholhoudende drank, ex GN-code 2206, al dan niet mousserend, op basis van andere vruchten dan druiven met een effectief alcoholvolumegehalte van tenminste 8,5% vol en ten hoogste 15 % vol bij een temperatuur van 20 graden Celsius, waarbij het alcoholgehalte tenminste voor een deel is verkregen door vergisting;

hoofdproductschap:

Hoofdproductschap Akkerbouw;

§ 2. Heffing

Artikel 2

De ondernemer is voor het jaar 2007 verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van € 0,22 per hl. terzake van de invoer dan wel de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied.

Artikel 3

  • 1 In de gevallen waarin op basis van de Wet op de accijns teruggaaf wordt verleend van op wijn geheven accijns, wordt op verzoek van de ondernemer teruggaaf van de heffing verleend die ter zake is geheven.

  • 2 De ondernemer dient door middel van een teruggaafbeschikking van de douane voor de accijns zijn recht op teruggaaf van de heffing aan te tonen.

Artikel 4

De heffing bedoeld in artikel 2 is bestemd voor de huishoudelijke uitgaven van het productschap met het oog op zijn activiteiten ten behoeve van de sector wijn.

Artikel 5

  • 1 De ondernemer is verplicht door middel van een hiertoe dienend opgavenformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de heffing, bedoeld in artikel 2. De Verordening W algemene bepalingen 2003 is hierbij van toepassing.

  • 2 De opgave dient maandelijks te geschieden en wel uiterlijk op de laatste dag van de maand, volgend op de maand waarop de opgave betrekking heeft.

  • 3 De ondernemer is eveneens verplicht een opgavenformulier in te sturen indien in de betrokken maand géén wijn in de handel is gebracht.

Artikel 6

  • 1 De heffing, bedoeld in artikel 2, wordt vastgesteld aan de hand van de gegevens van het opgavenformulier.

  • 2 De ondernemer verstrekt gelijktijdig met het opgavenformulier aan het productschap een afschrift van zijn aangifte op grond van de Wet op de accijns over dezelfde periode.

  • 3 Indien de ondernemer niet in staat is gebleken een afschrift van de aangifte op grond van de Wet op de accijns te verstrekken, kan de secretaris de ondernemer verplichten een door een accountant afgegeven verklaring te overleggen met betrekking tot de hoeveelheid in de handel gebrachte wijn in een bepaalde periode.

  • 4 De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in artikel 5 bedoelde opgave.

§ 3. Ambtshalve Heffing

Artikel 7

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 6 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor de betreffende maand ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk ambtshalve vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

  • 3 Indien het productschap, op verzoek van de ondernemer nadat de termijn genoemd in het tweede lid is verstreken, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.

Artikel 8

Het ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedrag wordt betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgende op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening is gebracht.

Artikel 9

Het productschap kan besluiten nota’s van minder dan € 50,– samen te voegen tot verzamelnota’s welke betrekking hebben op meerdere perioden.

Artikel 10

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2007, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2007, met uitzondering van de toepassing van de Verordening W algemene bepalingen 2003.

Den Haag, 1 november 2006

Th.A.M. Meijer

voorzitter

J.N. Burghoorn

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 7 december 2006.