Verordening bestemmingsheffing ambulante handel 2007

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2017 en zichtdatum 29-06-2024.
Geldend van 19-01-2007 t/m heden

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 25 oktober 2006, houdende vaststelling bestemmingsheffing ambulante handel 2007 voor het jaar 2007 (Verordening bestemmingsheffing ambulante handel 2007)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Adviescommissie Markt-, Straat- en Rivierhandel;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder ambulante handel: markthandel, straathandel en handel te water.

Artikel 3

  • 1 Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een onderneming drijven waarin de ambulante handel wordt uitgeoefend.

  • 2 Deze verordening is niet van toepassing op ondernemers die een onderneming drijven waarin de ambulante handel uitsluitend in de vorm van handel te water wordt uitgeoefend.

§ 2. De bestemmmingsheffing

Artikel 4

  • 1 Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening, wordt voor het jaar 2007 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van de bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de ambulante handel door middel van collectieve promotie en professionalisering van de werkenden en ondernemingen in de sector.

  • 2 De bestemmingsheffing bedraagt € 59,– per onderneming.

Artikel 5

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel en over het jaar 2006 aan een van deze organisaties de volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van 50%. De aftrek bedraagt nooit meer dan 50% van de bestemmingsheffing met een maximum van 50% van de betaalde contributie (exclusief BTW).

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.

§ 3. Overige bepalingen

Artikel 6

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is artikel 6, eerste lid, van de Heffingsverordening HBD 2007 niet van overeenkomstige toepassing indien de ondernemer, die met de uitoefening van zijn bedrijf op of na 1 oktober 2007 is gestart, een bewijs van registratie wenst te ontvangen. De heffing bedraagt in dat geval 50% van de volgens deze verordening berekende heffing. Het gewenste bewijs van registratie wordt zo spoedig mogelijk na betaling van deze heffing ter beschikking gesteld.

Artikel 7

De voorzitter neemt de krachtens deze verordening te nemen besluiten, met uitzondering van het besluit voortvloeiend uit artikel 5, derde lid.

Artikel 8

Deze verordening treedt na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, met terugwerkende kracht, in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Den Haag, 25 oktober 2006

A.F. Kolkman

voorzitter

E.E. van de Lustgraaf

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 7 december 2006 en door de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 15 december 2006, nummer EP/MW 6104014.