Hoofdstuk 2. Transactie- en vervolgingsbeleid
[Regeling vervallen per 01-07-2010]
In dit hoofdstuk komt het transactieen vervolgingsbeleid ten aanzien van de artikelen 4 en 108 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) aan de orde. Artikel 4 Vw gaat over de toegang tot Nederland en in art. 108 Vw zijn de strafbepalingen te vinden (zie bijlage).
Overtreding van artikel 4, eerste en tweede lid, het nalaten van de zorg- of afschriftplicht, kan worden bestraft met geldboete van
de vierde categorieBij inwerkingtreding van de wet herijking strafmaxima (TK 28 484)
kan een geldboete van de vierde categorie ten hoogste € 16.750,- bedragen. of hechtenis
van zes maanden.
In alle gevallen waarin als gevolg van het nalaten van de zorg- of afschriftplicht
een niet of onjuist gedocumenteerde vreemdeling binnen Nederland is gebracht, wordt
proces-verbaal opgemaakt. Alle processen-verbaal worden doorgezonden aan het Openbaar
Ministerie. Ongeacht of de zorgplicht dan wel de afschriftplicht is nagelaten zal
een sanctie volgen, waarbij in beginsel eerst een transactie wordt aangeboden door
het Openbaar Ministerie. De hoogte van het transactiebedrag wordt ingegeven door de
ernst van het feit, met name het ongewenst gevolg van het inreizen van zogenaamde
technisch onuitzetbare vreemdelingen en de daarmee gepaard gaande kosten, onder meer
veroorzaakt door het niet kunnen effectueren van de civiele terugnameclaim op grond
van artikel 65 Vw en de noodzaak tot het voeren van wellicht bij voorbaat kansloze asielaanvragen.
Voorts zullen de strafbare feiten van artikel 4 Vw veelal worden gepleegd door een rechtspersoon. Ook dit rechtvaardigt de strafmaat.
Het besluit te dagvaarden dient mede te worden genomen in het licht van de publicitaire
aandacht die aan de openbare behandeling van een strafzaak kan worden besteed.
In het beleid zoals dat gepubliceerd is in 1993 werd als basistarief genoemd een transactiebedrag
van € 1.100 per aangevoerde niet of onjuist gedocumenteerde vreemdeling gehanteerd.
De eis ter zitting bedroeg € 1.300. Het beeld met betrekking tot het aantal gepleegde
overtredingen en de aangeboden en betaalde transacties op Schiphol geeft aan dat deze
bedragen de afgelopen jaren geen afschrikwekkende werking hebben gehad. Daarom zijn
de transactiebedragen en de bedragen die ter zitting worden geëist in de onderhavige
richtlijn voor strafvordering substantieel verhoogd. In de ons omringende landen wordt
uitgegaan van vergelijkbare bedragen. Met de verhoging wordt beoogd een afname van
het aantal overtredingen bij een gelijkblijvende opsporingsinspanning.
|
Transactie
|
Eis ter zitting
|
First offender
|
€ 3000
|
€ 3600
|
1 x recidive (verhoging met 50%)
|
€ 4500
|
€ 5000
|
Mm recidive (verhoging met 100%)
|
€ 6000
|
€ 7000
|
Bij hardnekkige c.q. zeer verwijtbare recidive dagvaarden en ter zitting een aanzienlijk
hogere boete eisen.
Bij eenmalige recidive binnen vijf jaar of indien er meerdere vreemdelingen per vlucht
worden aangevoerd, wordt het basistransactiebedrag met 50% verhoogd. Bij meermalen
recidive wordt het boetbedrag met 100% verhoogd. Onder ‘recidive’ wordt in dit geval
verstaan: de volgende vlucht/vaart waarmee door de verdachte niet of onjuist gedocumenteerde
vreemdelingen zijn aangevoerd.
Bij veelvuldige recidive wordt gedagvaard voor de kantonrechter.