3 De aanvrager van een TRI, CRI(A), IRI of SFI heeft met goed gevolg een opleiding doorlopen
die voldoet aan de volgende eisen:
a. voor TRI(A), respectievelijk TRI(H), respectievelijk TRI(E): de eisen, bedoeld
in JAR-FCL 1.365(a)(1) en JAR-FCL 1.365(b)(2), JAR-FCL 2.330B en JAR-FCL 2.330C, respectievelijk
JAR-FCL 4.365(a)(1) en JAR-FCL 4.365(b)(2);
b. voor CRI(A) voor ME bevoegdverklaringen: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380(a)(3),
en voor SE bevoegdverklaringen: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380(b)(3);
c. voor IRI(A), respectievelijk IRI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.395(b), respectievelijk
JAR-FCL 2.340C;
d. voor SFI(A), SFI(H), respectievelijk SFI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.410(a)(2)
en (4) en JAR-FCL 1.410(b)(1), JAR-FCl 2.350B en JAR-FCl 2.350C, respectievelijk JAR-FCL
4.410(a)(2) en (4) en JAR-FCL 4.410(b)(1).