Hoofdstuk 1. Investeringen op het terrein van energiebesparing
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
§ 1. Eerste energieschermen, niet zijnde teeltkundig noodzakelijke gevelschermen of
wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware, met beweegbaar energiebesparend
doek (niet zijnde gevelscherm of verduisteringsscherm) te bevestigen aan de binnenzijde
van een glastuinbouwkas bestemd voor het verminderen van het warmteverlies in glastuinbouwkassen.
De energiebesparing bij gesloten toestand van het doek is ten minste 35%.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het schermdoek;
-
– het dradenbed, en
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het energiescherm volledig kan worden benut,
of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het energiescherm volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot eerste energieschermen gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
tweede energiescherm waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. een bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot eerste energieschermen gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het tweede energiescherm volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 2. Tweede energieschermen, niet zijnde teeltkundig noodzakelijke gevelschermen of
wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware, met beweegbaar energiebesparend
doek (niet zijnde gevelscherm of verduisteringsscherm) te bevestigen aan de binnenzijde
van een glastuinbouwkas waarin al een eerste energiescherm aanwezig is of waarbij
het eerste energiescherm gelijktijdig wordt geïnstalleerd, bestemd voor het verminderen
van het warmteverlies in glastuinbouwkassen. De energiebesparing bij gesloten toestand
van alleen het tweede energiescherm is ten minste 45%.
Het tweede energiescherm moet op een zelfstandig dradenbed worden geïnstalleerd waardoor
het mogelijk is om zowel het eerste als het tweede energiescherm tegelijkertijd te
kunnen sluiten. Hierdoor wordt een additionele energiebesparing ten opzichte van een
eerste energiescherm behaald.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het schermdoek;
-
– het dradenbed; en
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het energiescherm volledig kan worden benut;
of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het energiescherm volledig kan worden benut.
In aanvulling op artikel 2:40, derde lid, komen niet voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken kosten voor
het materieel en de installatie van een tweede energiescherm geïnstalleerd op een
reeds voor het eerste energiescherm gebruikt dradenbed waarbij slechts één van de
schermen op enig moment ingezet kan worden.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot tweede energieschermen gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
tweede energiescherm waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. een bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot tweede energieschermen gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het tweede energiescherm volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 3.
[Red: Vervallen.]
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
§ 4.
[Red: Vervallen.]
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Kasdekglas voorzien van een antireflectiecoating bestemd voor verhoging van de lichtdoorlatendheid
van het glas tot ten minste 95% van direct invallend PAR-licht en ten minste 90% van
indirect PAR-licht.
Toelichting PAR-licht:
PAR staat voor Photosynthetic Active Radiation en is bepalend voor de snelheid van
de fotosynthese.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn: energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken meerkosten
van het kasdekglas ten opzichte van vergelijkbaar niet-gecoate kasdekglas.
In aanvulling op artikel 2:40, derde lid, komen niet voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken kosten voor
het installeren van het kasdekglas in het kasdek.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot antireflectie gecoat kasdekglas
gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van het antireflectie gecoat
kasdekglas waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid tussen
de kostenonderdelen is aangegeven. De offerte dient helder te vermelden wat de meerkosten
zijn ten opzichte van kasdekglas zonder antireflectie coating;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot antireflectie gecoat kasdekglas
gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het antireflectie gecoat kasdekglas volgens
de offerte is geleverd en geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product
en het onderscheid met kasdekglas zonder antireflectie coating is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 5. Warmtebuffersysteem
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Opslagtank met toebehoren bestemd voor het terugwinnen en opslaan van warmte die vrijkomt
bij warmteopwekking in glastuinbouwkassen.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
– de opslagtank;
-
– noodzakelijke aansluitmaterieel voor het centrale verwarmingsnet;
-
– noodzakelijke bekabeling en besturing, en
-
– noodzakelijke pompen en meters;
-
b. de door de aanvrager te maken kosten voor het installeren en in werking stellen van
het warmtebuffersysteem waardoor de functie van het systeem volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een warmtebuffersysteem gaat
vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
warmtebuffersysteem waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een warmtebuffersysteem gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het warmtebuffersysteem volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product, de buffercapaciteit
en het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 6 Verticale ventilatoren
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Ventilatoren met een verticaal gerichte luchtuitworp voor het homogeniseren van kaslucht
met als doel de benodigde stookenergie te reduceren. Verticale ventilatoren inclusief
montage en ondersteunde software.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve en energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in
aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– de verticale ventilatoren;
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel;
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot de verticale ventilatoren gaat
vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
verticale ventilatoren , waarop in ieder geval de typering van het product en het
onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot de verticale ventilatoren
gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de verticale ventilatoren volgens de offerte
zijn geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 7. Energieclusters
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Een voorziening tussen een samenwerkingsverband van glastuinbouwondernemingen ten
behoeve van de onderlinge uitwisseling van warmte-, en/of CO2- en/of elektriciteit met als doel een netto energiebesparing ten opzichte van de
situatie waarbij geen clustering plaatsvindt, bestaande uit:
Leidingwerk voor warmte- en CO2-transport, elektriciteitskabels, warmtemeter(s), kilowattuurmeter(s), besturingsysteem,
warmtebuffersysteem en het noodzakelijk klein materieel voor de installatie van het
energienetwerk.
B. De landbouwondernemingen en samenwerkingsverbanden, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
– leidingwerk voor warmtetransport;
-
– leidingwerk voor CO2-transport;
-
– elektriciteitskabels;
-
– warmtemeter(s);
-
– kilowattuurmeter(s);
-
– besturingsysteem;
-
– warmtebuffersysteem, en
-
– het noodzakelijk klein materiaal voor de installatie van het energienetwerk;
-
b. de door de aanvrager te maken kosten voor het installeren van het energiecluster tussen
meerdere glastuinbouwbedrijven waardoor de functies van het energiecluster volledig
benut kunnen worden;
-
c. de door de aanvrager te maken kosten voor aansluiten van de stroomvoorziening op het
openbare elektriciteitsnet.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot het energiecluster gaat vergezeld
van:
-
a. een door het samenwerkingsverband ondertekend machtigingsformulier tot aanvragen van
de subsidie;
-
b. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
installaties waarop in ieder geval de typeringen van de producten en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen zijn aangegeven;
-
c. een kaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte van de betrokken opstanden van
het samenwerkingsverband en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering
betrekking heeft inclusief opgave van lengte van de voorziening in meters en de afstand
tussen de ondernemingen in meters;
-
d. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot het energiecluster gaat vergezeld
van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het energiecluster volgens de offerte
is gerealiseerd waarop in ieder geval de typeringen van de producten en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen zijn aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 8. Hogedruk vernevelingssysteem ten behoeve van kaskoeling
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Hogedrukvernevelingssysteem ten behoeve van adiabatische koeling, waarbij de druppelgrootte
5 tot maximaal 15 micron is, voor geconditioneerd telen in kassen met het doel het
CO2-verlies en derhalve de CO2-emissie uit kassen te reduceren. Installatie bestaande uit hogedruknevelleiding,
pompen, aansluitkosten en bijbehorende software voor de aansturing.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen en energie-intensieve- glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het hogedruk vernevelingssysteem
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het hogedruk vernevelingssysteem volledig kan
worden benut, of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het hogedruk vernevelingssysteem volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot het hogedruk vernevelingssysteem
gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
hogedruk vernevelingssysteem waarop in ieder geval de typering van het product en
het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot het hogedruk vernevelingssysteem
gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het hogedruk vernevelingssysteem volgens
de offerte is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 9. Gevelscherm
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Gevelschermen ten behoeve van energiebesparing in kassen, niet zijnde (wettelijk verplichte)
lichtafschermings- of (teeltkundig vereiste) verduisteringsschermen. Installatie bestaande
uit scherminstallatie voor beweegbare gevelscherming inclusief energiebesparend doek
met een energiebesparing van tenminste 40% en montagekosten.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve en energie-intensieve glastuinbouwondernemingen
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het gevelschermdoek en
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het gevelscherm volledig kan worden benut,
of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het gevelscherm volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot gevelscherm gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
gevelscherm, waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot het gevelscherm gaat vergezeld
van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het gevelscherm volgens de offerte is
geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid tussen
de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 10. Energiebesparend ventilatiesysteem met voorverwarming en/of warmteterugwinning
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Een ventilatiesysteem met voorverwarming en/of warmteterugwinning is een systeem waarbij
de vochtbeheersing direct bij het gewas verbeterd wordt op een energiebesparende wijze.
Kenmerkend is de afvoer van vocht uit het klimaat rond het gewas door het inbrengen
van (voorverwarmde) drogere buitenlucht en/of opmenging van drogere kaslucht onder
gelijktijdige vermindering van warmtetoevoer aan en warmtetoevoer van de kas door
intensiever gebruik van een of meerdere energieschermen en minder gebruik van luchtramen
door ontvochting.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– de ventilatiesystemen inclusief warmtewisselaar en luchtverdeelsysteem, zonder voorzieningen
voor kasluchtrecirculatie;
-
– ondersteunende energiezuinige verticale ventilatoren voor het homogeniseren van kaslucht,
in combinatie met de ventilatiesystemen bedoeld onder a, danwel aanvullend op de ventilatiesystemen
bedoeld onder a.
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel.
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit de door de leverancier
in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel in een kas, zodanig
dat de functie van de ventilatiesystemen volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot de ventilatiesystemen gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
ventilatiesystemen, waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot de ventilatiesystemen gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de ventilatiesystemen volgens de offerte
zijn geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 11. Meerinvestering diffuus glas
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Kasdekglas met lichtverstrooiende werking bestemd voor verhoging van de lichtdoorlatendheid
van het glas tot tenminste 80% voor diffuus licht en tenminste 90% voor PAR-licht
en een hazefactor van tenminste 25%. De hazefactor is de lichtverstrooiingsfactor.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de door de aanvrager te maken meerkosten van diffuus kasdekglas
ten opzichte van vergelijkbaar niet diffuus kasdekglas voor subsidie in aanmerking.
In aanvulling op artikel 2:40, derde lid, komen de door de aanvrager te maken kosten voor het installeren van diffuus glas
in het kasdek niet voor subsidie in aanmerking.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot diffuus kasdekglas gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van het diffuus kasdekglas
waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid tussen de kostenonderdelen
is aangegeven en waarop inzichtelijk de meerkosten ten opzichte van niet-diffuus kasdekglas
zijn vermeld;
-
b. de bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot diffuus kasdekglas gaat vergezeld
van:
-
a. facturen of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het diffuus kasdekglas volgens offerte
is geleverd en geplaatst en waarop de typering van het product en het onderscheid
met niet diffuus kasdekglas is aangeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 12. Biomassa gestookte ketelinstallatie
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Biomassa gestookte ketel met toebehoren bestemd voor het produceren van warmte die
vrijkomt bij de verbranding van biomassa die aan de definitie in Richtlijn 2001/80/EG
voldoen.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien:
-
– de energie of warmte uitsluitend wordt gebruikt door de landbouwonderneming die de
subsidie heeft aangevraagd ten behoeve van glastuinbouwdoeleinden van die onderneming;
-
– de biomassa staat op de witte lijst.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
– de biomassa gestookte ketel, brander, branderkamer, onderbouw;
-
– de noodzakelijke ketelappendages en thermische beveiliging;
-
– de biomassaopslag (zoals bijvoorbeeld bunker of container);
-
– het biomassa invoersysteem (zoals bijvoorbeeld walking floor, schraperketting, vijzel
of hydraulische invoer);
-
– een (automatische) vlambuisreiniging en/of bordes met trap en persluchtinstallatie;
-
– een rookgasventilator, de (thermische isolatie) rookgasafvoerkanalen en schoorsteen;
-
– de rookgasreiniging (fijnstof filter; zoals bijvoorbeeld een multi-cycloon, doekenfilter,
elektrostatisch filter, deNOx-systeem);
-
– het rookgas-recirculatie systeem en shunt (ter voorkoming van condens);
-
– het biomassa-as afvoersysteem en de as container;
-
– het noodzakelijke aansluitmaterieel op het centrale verwarmingsnet/ waterzijdige aansluiting;
-
– de noodzakelijke bekabeling, besturing en regelkast;
-
– de noodzakelijke pompen- en meters, en
-
– de noodzakelijke bouw- en isolatiematerialen;
-
b. de door de aanvrager te maken kosten bij oplevering van de biomassa gestookte ketelinstallatie
waardoor de functie van het systeem volledig kan worden benut, bestaande uit:
-
– de levering op locatie;
-
– het installeren en aansluiten op het centrale verwarmingsnet/ waterzijdige aansluiting;
-
– het aansluiten elektrische bekabeling, besturing- en regelkast, pompen- en meters;
-
– de noodzakelijke graaf- en bouwwerkzaamheden.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een biomassa gestookte ketelinstallatie
gaat vergezeld van:
-
a. facturen of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de biomassa gestookte ketelinstallatie
volgens offerte is geleverd en geplaatst. Op de facturen worden tenminste onderstaande
kostenonderdelen aangegeven:
-
– het merk, het type en het vermogen (kW benutbare warmte) van de biomassa gestookte
ketel(s);
-
– de rookgasreinigingsystemen (fijnstof- en eventuele deNOx-systeem);
-
– de biomassaopslag en het aanvoersysteem;
-
– het besturingssysteem;
-
– het transport en de installatie;
-
– de graaf en bouwwerkzaamheden;
-
– de bouw- en isolatiematerialen;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 13. Aansluiting op een energie- of CO2netwerk
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Een voorziening voor de aansluiting van een glastuinbouwonderneming op een energie-
of CO2netwerk voor het afnemen van warmte, en/of CO2 en/of biogas met als doel fossiele energiebesparing, bestaande uit: leidingwerk voor
warmte-, CO2- en biogastransport, warmtemeter(s), CO2meter(s), biogasmeter(s), besturingsysteem, warmtebuffersysteem en het noodzakelijk
klein materieel voor de aansluiting op het energie- en of CO2netwerk.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de warmte, de CO2 of het biogas uitsluitend wordt afgenomen en gebruikt wordt door de landbouwonderneming
die de subsidie heeft aangevraagd ten behoeve van glastuinbouwdoeleinden van die onderneming.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen;
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
– leidingwerk voor warmtetransport;
-
– leidingwerk voor CO2-transport;
-
– leidingwerk voor biogastransport;
-
– warmtemeter(s);
-
– CO2meter(s);
-
– biogasmeter(s);
-
– besturingsysteem;
-
– warmtebuffersysteem, en
-
– het noodzakelijk klein materiaal voor de installatie van het energie- of CO2netwerk;
-
b. de door de aanvrager te maken kosten voor het aansluiten op het energie- of CO2netwerk waardoor de functies van het energie- of CO2netwerk volledig benut kunnen worden;
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een aansluiting op het energie-
of CO2netwerk gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
installaties voor de aansluiting op een energie- of CO2 netwerk, waarop in ieder geval de typeringen van de producten en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen zijn aangegeven;
-
b. een kaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte van de betrokken opstand en
met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft inclusief
opgave van lengte van de voorziening in meters en de afstand tussen de onderneming
en het energie- of CO2netwerk in meters.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een aansluiting op het energie-
of CO2netwerk gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de aansluiting op het energie- of CO2netwerk volgens de offerte is gerealiseerd waarop in ieder geval de typeringen van
de producten en het onderscheid tussen de kostenonderdelen zijn aangegeven;
-
b. een getekende overeenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager warmte, en/of CO2 en/of biogas afneemt van een energie- of CO2netwerk;
-
c. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
Hoofdstuk 2. Marktintroductie energieinnovaties
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerst lid.
-
a. Investeringen in energiesystemen, niet zijnde semi-gesloten kassystemen, die tot ten
minste 25% reductie leiden van CO2-emissie uit de glasopstanden van de glastuinbouwonderneming of uit de glasopstanden
van het samenwerkingsverband en tevens tot ten minste 15% primaire energiereductie
(nationaal niveau) leiden volgens uitgangspunten van de energiemonitoring glastuinbouw;
-
b. Investeringen in een semi-gesloten kassysteem welke tot ten minste 25% reductie leiden
van CO2-emissie uit de glasopstanden van de glastuinbouwonderneming of uit de glasopstanden
van het samenwerkingsverband en tevens tot ten minste 15% primaire energiereductie
(nationaal niveau) leiden volgens uitgangspunten van de energiemonitoring glastuinbouw;
de CO2 reductie en de primaire energie reductie wordt getoetst aan de hand van een door
de Minister vastgestelde rekenmodel.
De reductie, bedoeld in de onderdelen a en b, is gerelateerd aan de referentiesituatie
van de betrokken glastuinbouwonderneming of samenwerkingsverband van glastuinbouwondernemingen
en wordt niet geheel of gedeeltelijk behaald door afname van groene stroom. Primaire
energiereductie, bedoeld in de onderdelen a en b, is energiereductie die uitsluitend
wordt bereikt door gebruik van energie afkomstig van duurzame energiebronnen, zoals
aardwarmte. Ingeval een referentiesituatie voor CO2 reductie ontbreekt, bijvoorbeeld bij een startende glastuinbouwonderneming of een
teeltwijziging die betrekking heeft op een situatie na subsidieverlening, wordt de
reductie gerelateerd aan het in het vigerende boek ‘Kwantitatieve Informatie voor
de glastuinbouw’ opgenomen energieverbruik. De reductie van de CO2-emissie en de primaire energiereductie wordt berekend op de wijze die is aangegeven
op het aanvraagformulier.
Onderdelen van de energiesystemen kunnen op andere landbouwondernemingen dan de ondernemingen
met de glasopstanden worden geïnstalleerd en mede door die ondernemingen worden gebruikt.
De investeringen komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. het energiesysteem in de beginfase van de marktintroductie verkeert, waaronder wordt
verstaan dat het energiesysteem door minder dan 6% van de glastuinbouwondernemingen
of op minder dan 6% van de totale oppervlakte van de glasopstanden in Nederland worden
toegepast op het tijdstip van openstelling van de subsidie;
-
b. de CO2-reductie en de primaire energiereductie worden gerealiseerd uit de glasopstanden
waarop de subsidie betrekking heeft;
-
c. de glasopstanden waarop de subsidie betrekking heeft, zijn gelegen in Nederland;
-
d. investeringen in door biomassa gestookte ketelinstallatie zoals gesubsidieerd door
§ 12 van hoofdstuk 1 van deze bijlage komen niet voor subsidie in aanmerking;
-
e. de opwekkingscapaciteit niet groter is dan de gecombineerde hoeveelheid thermische
energie en elektriciteit die de landbouwonderneming of het samenwerkingsverband, bedoeld
in punt B van dit hoofdstuk, inclusief het landbouwersgezin, jaarlijks gemiddeld verbruiken;
-
f. voor zover het investeringen in de opwekking van biobrandstoffen, bedoeld in Richtlijn
2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering
van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking
van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG, de opwekkingscapaciteit van de voorzieningen
voor de opwekking van hernieuwbare energie niet groter is dan overeenkomt met de hoeveelheid
brandstof die de landbouwonderneming of het samenwerkingsverband, bedoeld in punt
B van dit hoofdstuk jaarlijks gemiddeld voor transportdoeleinden verbruikt.
Aanvullend op de hiervoor vermelde voorwaarden komen investeringen in energiesystemen,
niet zijnde semi-gesloten kassystemen, die tevens in het kader van een aardwarmteproject
plaatsvinden, uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. een locatiespecifiek geologisch onderzoek van een ISO 9001 gecertificeerde onderneming
inzicht geeft in:
-
– de potentiële warmteproductie van het bronnenpaar;
-
– het benodigd pompvermogen van het bronnenpaar;
-
– een grafiek van het debiet en het vermogen in relatie tot de slagingskans;
-
b. een opsporingsvergunning is verkregen;
-
c. de terugverdientijd aannemelijk wordt gemaakt bij een 80% slaagkans (P80) en een 90%
slaagkans (P90).
-
d. subsidie-ontvanger de resultaten van het geologisch onderzoek en de puttest(en) binnen
vier weken na voltooiing van het aardwarmteproject openbaar maakt.
B. De landbouwondernemingen en samenwerkingsverbanden, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
-
a. glastuinbouwondernemingen;
-
b. samenwerkingsverbanden van twee of meer glastuinbouwondernemingen;
-
c. samenwerkingsverbanden van een of meer glastuinbouwondernemingen en een of meer andere
landbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In aanvulling op artikel 2:40 komen voor de subsidie in aanmerking:
-
a. kosten voor de huurkoop van nieuwe machines en apparatuur, waarvan de aanvrager de
eerste gebruiker is;
-
b. algemene kosten verbonden met de activiteiten, bedoeld in onderdeel a en in artikel 2:40, eerste lid, onderdelen a en b, zoals kosten voor architecten en ingenieurs, honoraria van adviseurs, het verwerven
van patenten en vergunningen.
In aanvulling op artikel 1:15, derde lid, en artikel 2:40, derde lid, komen niet voor de subsidie in aanmerking:
-
a. de in artikel 2:40, eerste lid, onderdeel c, bedoelde kosten;
-
b. kosten voor grondaankoop;
-
c. haalbaarheidsstudies;
-
d. een warmtekrachtkoppelingsinstallatie die gebruik maakt van tropische oliën of tropische
biomassa, voor zover niet voorzien van duurzaamheidscertificaten;
-
e. kosten voor in de glastuinbouw gangbare investeringen zoals investeringen in glasopstanden,
inrichting van glasopstanden, conventionele verwarmingsnetten, aansluitingen op het
elektriciteitsnet, gasmotoren voor warmtekrachtkoppeling, conventionele warmte-opslagtanken
voor de opslag van hoogwaardige warmte of ketels en computers.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening, voorschotverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling
mee te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening gaat vergezeld van:
-
a. een plan waarin ten minste een beschrijving is opgenomen van de te subsidiëren activiteiten
en waarin de CO2-reductie en de reductie van de primaire energie aannemelijk wordt gemaakt;
-
b. een bankverklaring waaruit blijkt hoe de investering in het energiesysteem wordt gefinancierd,
ook in het geval van eigen financiering;
-
c. een gespecificeerde begroting van de te subsidiëren activiteiten met onderliggende
offertes;
-
d. een jaarafrekening van de energieleverancier aan de betrokken glastuinbouwonderneming
of glastuinbouwondernemingen van het samenwerkingsverband over het meest recente jaar;
-
e. voor zover van toepassing de aanvragen voor bescheiden, zoals aanvragen voor vergunningen,
waaruit blijkt dat de activiteiten waar de aanvraag tot subsidieverlening betrekking
op heeft uitgevoerd worden met inachtneming van de wettelijke voorschriften die daarop
van toepassing zijn.
De aanvraag voor een voorschotverlening gaat vergezeld van:
-
a. facturen en betaalwijzen waaruit de betaling van de facturen blijkt;
-
b. de door de aanvrager ondertekende offertes;
-
c. voor zover van toepassing bescheiden, zoals verleende vergunningen, waaruit blijkt
dat de activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft uitgevoerd zijn met inachtneming
van de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn.
Er worden maximaal drie voorschotten verleend; een voorschot bedraagt ten minste € 200.000.
De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:
-
a. een controleverklaring van een accountant in het geval de subsidie € 125.000 of meer
bedraagt;
-
b. de door de aanvrager ondertekende offertes, tenzij hij deze heeft overgelegd bij een
aanvraag tot voorschotverlening;
-
c. voor zover van toepassing een opgave van subsidies als bedoeld in artikel 1:16, derde lid;
-
d. voor zover van toepassing bescheiden, zoals verleende vergunningen, waaruit blijkt
dat de activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft uitgevoerd zijn met inachtneming
van de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn, tenzij deze zijn overlegd
bij de aanvraag tot voorschotverlening.
E. Verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 2:39.
Het energiesysteem is uiterlijk 2 jaar na subsidieverlening geïnstalleerd, dan wel
uiterlijk 3 jaar na subsidieverlening indien installatie binnen 2 jaar niet haalbaar
is vanwege onvoorziene omstandigheden die aantoonbaar buiten de invloedssfeer liggen
van de subsidieaanvrager, dan wel uiterlijk 4 jaar na subsidieverlening indien installatie
binnen 3 jaar niet haalbaar is vanwege onvoorziene omstandigheden die aantoonbaar
buiten de invloedssfeer liggen van de subsidieaanvrager en geen betrekking hebben
op de financiering en de opdrachtverstrekking van het project.
Energiesystemen, niet zijnde semi-gesloten kassystemen, die in het kader van een aardwarmte-
of aardwarmte-opslagproject worden geïnstalleerd en waarvoor subsidie is verleend
vóór 31 december 2013, zijn uiterlijk 5 jaar na subsidieverlening geïnstalleerd indien
installatie binnen 4 jaar niet haalbaar is vanwege onvoorziene omstandigheden die
aantoonbaar buiten de invloedssfeer liggen van de subsidieaanvrager.
De subsidieontvanger verleent gegevens omtrent:
-
a. de bereikte CO2-reductie en energiebesparing volgens de geactualiseerde CO2- en energiebalans;
-
b. een jaarafrekening van de energieleverancier aan de betrokken glastuinbouwonderneming
of glastuinbouwondernemingen van het samenwerkingsverband over het meest recente jaar;
-
c. de bereikte opbrengststijging voor zover van toepassing.
De hiervoor bedoelde gegevens worden door de subsidieontvanger één jaar na subsidievaststelling
en twee jaar na subsidievaststelling aan DR verstrekt.
De hiervoor bedoelde gegevens worden door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie in geanonimiseerde vorm gebruikt voor onderzoek en voorlichtingsactiviteiten.
De subsidieontvanger verleent tot drie jaar na de subsidievaststelling desgevraagd
medewerking aan het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie of het
Productschap Tuinbouw ten behoeve van door dit Ministerie of het productschap geëntameerd
onderzoek en voorlichting in het kader van het energietransitieprogramma (Programma
Kas als Energiebron).
Hoofdstuk 4. Investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
landbouwondernemingen met een of meer stalruimten waarbinnen dieren worden gehouden.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen in aanmerking voor subsidie de door de aanvrager in verband met de verbetering
van het welzijn van landbouwhuisdieren te maken extra kosten, en, voor zover van toepassing,
de te maken extra kosten in verband met de verbetering van het milieu of diergezondheid
voor investeringen met betrekking tot milieu of diergezondheid die verder gaan dan
hetgeen bij of krachtens wet is voorgeschreven – ten opzichte van kosten in gangbare
investeringen in stallen of houderijsystemen – voor:
-
a. de bouw, inrichting of verbetering van integraal duurzame stallen en houderijsystyemen,
en
-
b. het noodzakelijke materieel voor de werking van de integraal duurzame stal of het
integraal duurzame houderijsysteen, waaronder de door de aanvrager te maken installatiekosten,
bestaande uit door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het bouwen en
monteren van het materieel waardoor de functie van de intergraal duurzame stal of
het intergraal duurzame houderijsysteem volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een integraal duurzame stal of
houderijsysteem gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde offerte van een bouwer of leverancier van de
stal of het houderijsysteem waarop in ieder geval de typering van de stal of het houderijsysteem
en de installatie en het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. een investeringsplan, waarin de investeringen zijn opgenomen en waaruit blijkt hoe
die investeringen bijdragen aan de doelstellingen, bedoeld onder letter C.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een integraal duurzame stal
of houderijsysteem gaat vergezeld van:
-
a. facturen of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de stal of het houderijsysteem volgens
de offerte is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen kostenonderdelen is aangegeven, en
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
E. Verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 2:39.
De integraal duurzame stal of het integraal duurzame houderijsysteem is uiterlijk
2 jaar na subsidieverlening geïnstalleerd.