de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de onder zijn zorg ressorterende
actoren;
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; en de onder zijn zorg ressorterende
actoren
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder zijn zorg ressorterende
actoren;
de minister van Verkeer en Waterstaat; en de onder zijn zorg ressorterende actoren;
het Productschap Vee, vlees en eieren.
Actorenoverzicht
De minister onder wie Volksgezondheid ressorteert
De minister waar Volksgezondheid onder ressorteert van 1945:
de Minister van Sociale Zaken (1933–1951);
de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (1951–1971);
de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (1971–1982);
de Minister van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur (1982–1994);
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (1994–heden).
Actoren die onder de Minister van Volksgezondheid ressorteren
(in chronologische volgorde)
De Keuringsdienst van Waren (KvW) (1858–1991)
De eerste Keuringsdiensten van Waren zijn in 1858 door de gemeenten van Amsterdam
opgericht. De doelstelling van de keuringsdienst is het controleren van eet- en drinkwater
dat bestemd is voor de consument. Een groot aantal steden volgde het voorbeeld van
Amsterdam met de oprichting van een keuringsdienst.
Met het inwerking treden van de Warenwet (Stb. 1919, 581) werd het voor de overheid mogelijk om keuringsgebieden vast te leggen
en dus gemeenten te verplichten om eenkeuringsdienst in te stellen of de werkzaamheden
van zo’n dienst te ondersteunen.
In 1986 worden de gemeentelijke keuringsdiensten omgevormd tot een Rijkskeuringsdienst,
in 1991 wordt deze dienst opgenomen in de Inspectie Gezondheidsbescherming (IGB).
Zie voor meer over de Keuringsdienst van Waren de inleiding van Hoofdstuk 5 van het
Rapport Institutioneel Onderzoek.
De handelingen van de Keuringsdienst van Waren zullen worden opgenomen in het BSD
voor de Voedings- en Warenautoriteit (VWA).
College van directeuren van de keuringsdiensten van Waren
De directeuren van dit college stemmen periodiek de werkzaamheden op elkaar af van
de verschillende keuringsdiensten van Waren.
De Gezondheidsraad (1919–)
De Gezondheidsraad is een wetenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Gezondheidswet in 1919 (Stb. 784) en heeft als taak de minister die belast met de zorg voor de volksgezondheid
te adviseren over de stand van de wetenschap ten aanzien van vraagstukken op het gebied
van de volksgezondheid.
De Raad was voor 1954 belast met de werkzaamheden van de Voedingsraad. Zij adviseerde
de betrokken ministers inzake voeding.
De taken van de Gezondheidsraad worden uitgebreider beschreven in RIO nr. 014, Advisering
in de gezondheidszorg’. De handelingen van de Gezondheidsraad zijn opgenomen in een
inmiddels vastgestelde selectielijst (Stcrt. 1998, 61).
De Farmaceutische Inspectie (1920–1967)
Deze inspectie houdt zich op dit beleidsterrein bezig met registratie van radioactieve
stoffen.
In 1967 is haar naam gewijzigd in Inspectie voorde geneesmiddelen (IG) en later is
ze opgegaan in de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Daarom horen de handelingen van de Farmaceutische Inspectie in het BSD van de IGZ
thuis (Stcrt. 2002, 149)
De Adviescommissie Warenwet (1920–1998)
De commissie is door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert, opgericht
in 1920 bij KB van 13 maart. De adviescommissie heeft tot doel gewenst of ongewenst
de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert, de Ministers van Economomische
Zaken en Landbouw te adviseren over bijna alle aangelegenheden betreffende de Warenwet.
In de commissie hebben leden van het bedrijfsleven, consumentenkringen, de wetenschappelijke
sector en de overheid zitting. Zij worden door de Kroon aangewezen. Het secretariaat
lag bij het ministerie waaronder Volksgezondheid ressorteert.
De commissie is per 1-1-1997 opgeheven.
De Commissie van Advies (1942–1957)
Ingesteld door de Secretarissen-Generaal van Sociale Zaken, afdeling Volksgezondheid
en van Landbouw en Visserij bij Destructiebesluit 1942 (Stcrt.1942, 48).
Deze commissie bracht aan de ministeries van Sociale Zaken en Landbouw en Visserij
advies uit over het vernietigen van voor consumptie afgekeurd vlees en vleesproducten.
In 1957 heeft de Destructieraad de taken van de commissie overgenomen.
De Adviescommissie inzake het vraagstuk van het aanwenden van Röntgenstralen, enz.
(1952–)
Ingesteld door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert bij Stcrt. 1952, 164.
Deze commissie adviseerde de minister inzake het vraagstuk van de bevoegdheid tot
het aanwenden van Röntgenstralen en het gebruik van radio-actieve stoffen.
De Voedingsraad (1952–1997)
De Voedingsraad is ingesteld door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert
bij de Wet op de Voedingsraad van 23 juni 1952 (Stb. 1952, 350), die in werking is getreden op 1 maart 1954.
De raad heeft als taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de minister onder
wie Volksgezondheid ressorteert en de Minister van LNV, over onderwerpen welke de
voeding en de voedselvoorziening raken. Een groot aantal organisaties kunnen een voordracht
doen van personen die zitting nemen in de Voedingsraad. De personen moeten studie
hebben verricht inzake van voedings-, voedsel- voorzienings- of daarmee verwante vraagstukken.
De Voedingsraad is in 1997 opgeheven.
De Destructieraad (1957–1996)
De Destructieraad is door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert in 1957
ingesteld (Stcrt. 1957, 197). Deze raad kwam in de plaats van de Commissie van Advies op grond van
het Destructiebesluit 1942.
Taak van de Raad is het adviseren van de minister omtrent de vraagstukken verband
houdende met het door verwerking onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van
dierlijke herkomst. Het advies kan betrekking hebben op zowel wettelijke als uitvoerende
maatregelen.
De leden van de raad worden aangewezen door de Kroon, vertegenwoordigers van de gemeenten
(VNG), de ondernemers (destructoren) en de veehouders (Landbouwschap).
De raad is in 1996 opgeheven.
De Studiecommissie electrische en gasbedwelming slachtdieren (1975–)
Ingesteld door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert, bij Stcrt. 1975, 47.
Zij adviseerde de minister over de meest gewenste methode waarop de verschillende
soorten slachtdieren vóór de slachting bedwelmd dienen te worden.
De Adviescommissie Vleeskeuringswet (1977–1997)
De Adviescommissie Vleeskeuringswet is door de minister onder wie Volksgezondheid
ressorteert, de Minister van Economische Zaken ingesteld in 1979 (Stb. 1977, 661). Doel van de commissie is het – eventueel uit eigen beweging – adviseren
van de minister wie het aangaat omtrent de uitvoering van de Vleeskeuringswet.
Een groot aantal belangenorganisaties, zoals bijvoorbeeld de productschappen, kunnen
vertegenwoordigers aanwijzen die zitting nemen in de adviescommissie.
De commissie is per 1-1-1997 opgeheven.
De Voorlopige Commissie Veiligheid Nieuwe Voedingsmiddelen (1993–)
Ten behoeve van de veiligheidsbeoordeling van producten die met behulp van genetisch-
gemodicificeerde organismen zijn gemaakt, werd door het Ministerie van WVC deze commissie
in 1993 ingesteld bij de Warenwetregeling nieuwe voedingsmiddelen (Stcrt. 1993, 139). Ze kreeg als taak het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid
ressorteert over de veiligheid en voedingsaspecten van nieuwe voedingsmiddelen.
Het secretariaat ligt bij het ministerie waaronder Volksgezondheid ressorteert.
Ministers
De Minister van Binnenlandse Zaken
Hij is betrokken bij de vaststelling van tarieven en lonen voor de keuring van vlees.
De Minister van Defensie
Hij bepaalt de uitzonderingen die op de Warenwet worden gemaakt voor militair gebruik van waren.
De Minister van Economische Zaken
De Minister van Economische Zaken wordt betrokken bij de uitvoering van de wetgeving
op het beleidsterrein voedings- en productveiligheid voor zover het producten betreft
die geen landbouw- of visserijproducten zijn en er nationale economische belangen
in het spel zijn.
De Minister van Financiën
De Minister van Financiën wordt betrokken bij het formuleren en evalueren van beleid
en het stellen van regelgeving voor de in- en uitvoer van eetwaren. Verder worden
door hem instanties aangewezen die beschikkingen mogen afgeven op grond van de Warenwet. Tenslotte is hij mede belast met toezicht op en subsidiëring van de uitvoering van
de Warenwet door bedrijfsorganisaties en gemeenten.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Minister van LNV wordt betrokken bij de uitvoering van de wetgeving op het beleidsterrein
voedings- en productveiligheid voor zover dit producten van de nationale landbouw
en visserij betreft.
Actoren die onder de Minister van Landbouw ressorteren
(in chronologische volgorde)
De Examencommissie veeartsen (1920–1995)
Ingesteld door de Minister van Arbeid bij Besluit opleiding keurmeester vee en vlees,
art. 17 (Stb. 1920, 314)
Deze commissie houdt zich bezig met het afnemen van examens van (aankomende) keurmeesters
van vee en vlees.
De Veterinaire Inspectie van de Volksgezondheid (1920–) en de Veeartsenijkundige Dienst
(1925–1995)
De Veterinaire Inspectie van de Volksgezondheid (VI) is in 1920 ingesteld (Stb. 1920, 11) in verband met het toezicht op de naleving van de Vleeskeuringswet.
De voornaamste taak van de Veterinaire Inspectie is het handhaven van de wettelijke voorschriften op het gebied van de volksgezondheid
(keuringen van vlees, het onderzoek van vlees en vleeswaren en de destructie).
In 1998 is de Veterinaire Inspectie samengevoegd met de Inspectie Gezondheidsbescherming. De nieuwe naam: de Inspectie Gezondheids-bescherming, Waren en Veterinaire Zaken.
De Veterinaire Inspectie is uitgebreid behandeld in het RIO nr. 5, ‘Zicht op Toezicht’,
maar er bestaat geen BSD voor deze organisatie op basis van dit RIO.
Door de jaren heen is de Veterinaire Inspectie altijd blijven ressorteren onder de
minister onder wie Volksgezondheid ressorteert.
Tussen 1925 en 1984 bestond er een personele unie tussen de Veterinaire Inspectie
van het ministerie waaronder Volksgezondheid ressorteert en de Veeartsenijkundige Dienst (VD) van het Ministerie van Landbouw en Visserij. De controleurs en opzichters hadden
tussen 1924 en 1984 een soort dubbelbenoeming. Dat wil zeggen een aanstelling bij
het ene ministerie in een hoofdfunctie en bij een andere in een onbezoldigde nevenfunctie.
Vanaf 1978 heet de Veeartsenijkundige Dienst Veterinaire Dienst.
In 1984 vond een aantal ingrijpende reorganisaties plaats. De gemeentelijke vleeskeuringsdiensten
werden opgeheven en vervangen door de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees
(RVV) die op 1 januari 1985 operationeel werd. Ook de gemeentelijke en provinciale
Keuringsdiensten van Waren gingen op in één rijksdienst, de per 1 januari 1986 ingestelde
Rijkskeuringsdienst van Waren. De districtsinspecties van de VD werden samengevoegd
met de nieuwe RVV kringen. De overgebleven centrale dienst van de VD werd als directie
geplaatst bij het Directoraat-Generaal Landbouw en Voedselvoorziening (DG-LAVO).
De taakomschrijving van de VD op het beleidsterrein voedings- en productveiligheid
luidde anno 1986 in de Staatsalmanak: beleids- en besluitvorming en de advisering
op het terrein van
-
– de organisatie en kwaliteitsbewaking van de veterinaire gezondheidszorg;
-
– de keuring en exportcertificering van dieren en dierlijke producten, van vlees, vleesproducten,
en van pluimveevlees en pluimveevleesproducten ten aanzien van gezondheid en residuen;
-
– de keuring van dieren en dierlijke porducten bij import, ter wering van veezieten.
Voor de keuringstaken met betrekkingtot het beleidspakket van de VD is de RVV aangewezen.
De kringdirecteuren van de RVV zijn daartoe tevens inspecteur-districtshoofd van de
VD.
In 1987 werd de VD overgeheveld naar het Directoraat-Generaal Landelijke Gebieden
en Kwaliteitszorg (DG-LK) waartoe ook de RVV behoorde. De VD werd in 1995 als zodanig
opgeheven; de meeste taken werden overgenomen door de Directie Milieu, Kwaliteit en
Gezondheid (MKG). De taak van deze directie viel de ontwikkeling en vormgeven van
sectoroverstijgend LNV-beleid op het gebied van onder andere:
-
– de gezondheid van dier en plant mede in relatie tot de mens; kwaliteit met betrekking
tot agrarische productieketens;
-
– voedingsmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong; ethische aspecten van agrarische
productie;
-
– het realiseren, beleidsmatig voorbereiden en ontwikkelen inzake aansturing van effectieve
(keten-) garantiesystemen (kwaliteitsborgingssystemen).
De Veeartsenijkundige Dienst/Veterinaire Dienst is door de jaren heen altijd blijven
ressorteren onder de Minister van Landbouw.
Van zowel de Veterinaire Inspectie als de Veterinaire Dienst zullen de handelingen
worden opgenomen in de selectielijst van de Voedings- en Warenautoriteit (VWA).
De Algemene Inspectiedienst (AID) (1954–)
Ingesteld bij KB van 19-1-1954 door het Ministerie van LNV.
De AID kan ontheffingen verlenen van voorschriften in de Bijlagen van de Overeenkomst
inzake het internationaal vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het
gebruik van speciale vervoersmiddelen bij dit vervoer.
Tevens heeft de AID bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhavingsbevoegdheden
op het gehele beleidsterrein.
De Commissie Herstructurering Openbare Slachthuizen (1975–1976)
Ingesteld door de Minister van Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris van Volksgezondheid
en Milieuhygiëne (Stcrt. 1975, 41).
Deze commissie had tot taak te onderzoeken welke herstructurering van de openbare
slachthuizen zal plaatsvinden, mede als gevolg van een voorgenomen afschaffing van
de nadere keuring van vlees bij ‘invoer’ in een gebied van een andere vleeskeuringskring,
en welke maatregelen het Rijk eventueel in dit verband dient te nemen.
De Commissie Tarieven Keuring Vlees (1975–1977)
Ingesteld door de Minister van Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris van Volksgezondheid
en Milieuhygiëne (Stcrt. 1975, 41).
Deze commissie had tot taak een stelsel van heffingen te ontwerpen voor de financiering
van de gehele vleeskeuring. Daarnaast moest zij een stelsel van tijdelijke toeslagen
ontwerpen, bestemd voor herstructureringsmaatregelen t.b.v. openbare slachthuizen.
De Commissie van advies voor de Rijksdienst voor Vee en Vlees (1983–)
Ingesteld door het Ministerie van Landbouw en Visserij bij (Stcrt. 1983, 181)
Deze commissie adviseert de Ministers van Landbouw en Volksgezondheid inzake uitvoerende
werkzaamheden van de Rijksdienst voor Vee en Vlees.
De Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees (RVV)(1984–)
De Rijksdienst voor Vee en Vlees is in 1984 ingesteld (Stcrt. 1983, 181) en ressorteert onder het ministerie van Landbouw. De RVV is de opvolger
van de gemeentelijke keuringsdiensten voor vee en vlees. Het RVV verricht op het beleidsterrein
voedings- en productveiligheid in relatie met volksgezondheid werkzaamheden ingevolge
de Vleeskeuringswet.
De handelingen van de RVV zullen worden opgenomen in de selectielijst voor de Voedings-
en Warenautoriteit (VWA).
De minister onder wie Sociale Zaken ressorteren
Deze minister draagt verantwoordelijkheid op dit beleidsterrein i.h.k.v. arbeidsomstandigheden.
Hij moet de veiligheid van instrumenten en producten op de werkvloer in de gaten houden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat
Samen met de Minister van Landbouw en de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert
bereidt hij/zij de vaststelling, wijziging en intrekking voor van de Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen. Hij/zij is ook betrokken bij de uitvoering en toezicht op de naleving van deze wet.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu oefent toezicht uit
op het verstrekken van informatie aan andere organen uit het register inzake radioactieve
stoffen.
Zie voor de handelingen van deze minister de selectielijst voor het beleidsterrein
Milieubeheer (Stcrt.2003, 158)
De Minister-president
In bijzondere omstandigheden bepaalt hij de uitzonderingen die op de Warenwet worden gemaakt voor militair gebruik van waren.
De Officier van Justitie
De officier van justitie kan zijn goedkeuring geven aan het in beslag nemen en onbruikbaar
maken/teruggeven van vlees door een toezichthouder.
Overige actoren
(in chronologische volgorde)
De aangewezen instantie/instelling
De minister onder wie Volksgezondheid ressorteert kan instanties en instellingen aanwijzen
voor diverse zaken op het beleidsterrein:
-
– het keuren van waren;
-
– het registreren van technische constructiedossiers;
-
– het erkennen van systemen
-
– het behandelen van klachten
-
– het verstrekken van ontheffingen.
-
– Van deze instanties zijn geen handelingen opgenomen, behalve de hierboven genoemde
COKZ.
In de bijlage is een overzicht opgenomen van keuringsinstanties die zijn aangewezen
op basis van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen van 1 september 2003. Deze lijst dient een indruk te geven van instanties en instellingen
die kunnen worden aangewezen. Aangezien er voortdurend instanties worden aangewezen,
is het niet mogelijk om een volledig overzicht te geven van alle in de periode 1945–1997
aangewezen instanties en instellingen.
Het aangewezen (overheids)orgaan
De minister onder wie Volksgezondheid ressorteert kan (overheids)organen aanwijzen
die
vergunningen/toelatingen/erkenningen kunnen verlenen, wijzigen, schorsen of intrekken
inzake het bereiden, vervaardigen, behandelen, bewerken, verwerken, verpakken, bewaren
of vervoeren van waren behorend tot een bij AMvB aangewezen categorie in het kader
van de Warenwet.
Tevens kunnen deze organen onderzoeken registreren in het kader van de Warenwet.
Van deze instanties zijn geen handelingen opgenomen.
De aangewezen organisaties
Organisaties die door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en door de
Minister van LNV zijn aangewezen, mogen aan deze ministers de niet-ambtelijke leden
voordragen van de adviescommissies en adviesraden welke betrekking hebben op voedings-
en productveiligheid.
Bij Besluit tot aanwijzing van de organisaties, alsmede de vaststelling van aantal
leden en plaatsvervangende leden, als bedoeld in de Wet op de Voedingsraad (Stb.1953, 333) zijn de volgende organisaties aangewezen:
-
– de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der geneeskunst (KNMG);
-
– het Nederlandse Genootschap voor Landbouwwetenschap;
-
– het Genootschap ter bevordering van de Melkkunde;
-
– het Bedrijfschap voor Visserijproducten;
-
– de Nederlandse Huishoudraad;
-
– de Voedingsorganisatie Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek.
Bij Besluit op de Destructieraad, art. 1 (Stb.1957, 197) worden aangewezen:
Van deze instanties zijn geen handelingen opgenomen.
Ad hoc commissies
Ad hoc commissies zijn tijdelijke commissies die de minister(s) adviseren over een
bepaald onderwerp. Er zijn drie ‘soorten’ commissies. Te weten: commissies die adviseren
inzake het opstellen van beleidsstandpunten, het opstellen van wet- en regelgeving
en inzake de uitvoering van de verschillende uitvoeringsinstrumenten zoals vergunningverlening.
Ambtenaren der Invoerrechten en Accijnzen
Deze ambtenaren beschikken over controlebevoegdheden op het gehele beleidsterrein.
Zie voor handelingen van deze ambtenaren RIO 37, Invoerrechten en accijnzen 1940–1962
en het bijbehorende BSD (Stcrt.2001, 24).
KEMA (1927–)
KEMA, dat werd opgericht in 1927, is een zelfstandige onderneming die gespecialiseerd
is in hoogwaardige dienstverlening op het gebied van technische advisering, keuring,
testen en certificatie. Een groot deel van het werk draait om innovatieve technologie.
Als onafhankelijke organisatie ondersteunt KEMA zowel de leveranciers als de gebruikers
van elektriciteit en andere energievormen.
Bij de Warenwetregeling, art. 2 (Stb.1992,164) is de KEMA door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert aangewezen
om
De KEMA is van plan een eigen selectielijst op te stellen.
Het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) (1916–)
In 1916 werd door het hoofdbestuur van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid
en Handel en de Raad van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs de Hoofdcommissie
voor de Normalisatie in Nederland ingesteld. Het instituut heeft tot doel als centrale
instantie in Nederland normen te ontwikkelen en te implementeren op diverse terreinen
waaronder op het terrein van de voedings- en productveiligheid. Het adviseert de betrokken
ministers inzake het opstellen/gelijkstellen van normen voor waren.
Het NEC voert geen wettelijke taken uit en is daarom geen zorgdrager in de zin van
de archiefwet.
De stichting Nederlands Elektronisch Comité (NEC) (1911–)
De stichting is in 1911 opgericht.
Het houdt zich bezig met de normen inzake elektronische apparatuur.
Het NEC voert geen wettelijke taken uit en is daarom geen zorgdrager in de zin van
de archiefwet.
De NV Nederlandse Spoorwegen (NS) (1937–)
De NV NS was een fusie van de twee spoorwegmaatschappijen NV HIJSM en de NV MtEvSS,
die vanaf 1917 al samenwerkten onder de naam Nederlandse Spoorwegen. De fusie is in
1937 bij een notariële acte bekrachtigd en was het gevolg van de Wet tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf van de Ministeries van Waterstaat en van Financiën (Stb. 1937, 520)
De NS was een private onderneming en had de Staat als enig aandeelhouder.
Het railgoederenvervoer is in handen van NS-goederenvervoer. De NS is verantwoordelijk
voor de keuring van haar voertuigen op grond van de normen die staan in Bijlage I
van de ATP- overeenkomst (Trb. 1972, 112).
Tijdens het project dat de archieven (tot 1995) van de NS heeft bewerkt en in 2000
heeft overgedragen aan Het Utrecht Archief, is vastgesteld dat de NS geen overheidsorganisatie
was maar een private onderneming met de staat als enig aandeelhouder, en dus niet
onder AW 1962 viel. Om die reden zijn er geen handelingen van de NS in dit BSD opgenomen.
De Productschappen (1941–)
De voorlopers van de productschappen zijn de bedrijfsschappen welke in 1941 zijn opgericht
(Verordeningenblad 69). In 1954 zijn deze bedrijfschappen omgevormd tot productschappen
op grond van de Wet Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties. Een voorbeeld hiervan
is het Productschap voor Fruit welke in 1941 als bedrijfsschap is opgericht en in
1954 (Stb. 446 en 453) is omgevormd tot een productschap.
De productschappen zijn zelfstandige organisaties die functionele openbare lichamen
vormen voor delen van het bedrijfsleven. Zij hebben op grond van de Wet Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisaties beperkte regelgevende bevoegdheden inzake onderwerpen die door
de rijksoverheid zijn overgedragen. Het orgaan aan de top van de productschappen is
de Sociaal-economische Raad (SER).
-
– Productschap groenten en fruit; dit productschap is in 1954 ingesteld in 1997 opgegaan
in het Productschap Tuinbouw. Dit productschap heeft zelf een selectielijst opgesteld,
die geldt vanaf 1997 (Stcrt. 2005, 9). Daarom zijn er geen handelingen van dit productschap weergegeven;
-
– Productschap margarine vetten en oliën: dit productschap lift niet mee met de vaststelling;
-
– Productschap pluimvee en eieren;
-
– Productschap voor vee en vlees; het productschap voor vee en vlees en dat voor pluimvee
en oliën zijn later samengegaan in het Productschap voor Vee, vlees en eieren;
-
– Productschap voor vis en visproducten. Dit productschap is bezig met het opstellen
van een eigen selectielijst. Daarom zijn er geen handelingen van dit productschap
weergegeven;
-
– Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA). Het HPA heeft een eigen selectielijst opgesteld
(Stcrt. 2005, 112);
-
– Productschap granen, zaden en peulvruchten. De handelingen van dit productschap zijn
opgenomen in de selectielijst van het Hoofdproductschap Akkerbouw;
-
– Productschap zuivel; dit productschap werkt ook aan een eigen selectielijst.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) (1951–)
In 1951 werd de Rijksdienst voor het Wegverkeer een zelfstandige dienst van het ministerie
van Verkeer en Waterstaat. De dienst hield zich bezig met het ontwikkelen en uitvoeren
van het beleid op het gebied van de toelating en de registratie van voertuigen en
voertuigtypen en het toezicht hierop. Op 1 juli 1996 werd de dienst een Zelfstandig
Bestuursorgaan (ZBO) vastgesteld bij (Stb. 1996, 325). Op die datum wijzigde de naam van de organisatie in RDW en maakte de
organisatie niet langer deel uit van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De
verzelfstandiging betekende een wijziging van het takenpakket van de RDW. Voortaan
hield de RDW zich met name bezig met uitvoerende taken. De ontwikkeling van beleid
en wet- en regelgeving bleef berusten bij de minister van Verkeer en Waterstaat.
De RDW was betrokken bij de keuring van voertuigen op grond van de ATP-overeenkomst:
Overeenkomst inzake het internationaal vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
en het gebruik van speciale vervoersmiddelen bij dit vervoer (Trb. 1972, 112).
Voor de RDW bestaat een aparte selectielijst (Stcrt.1997/70), op grond van RIO 18. Daarom zijn de handelingen van de RDW uit het RIO Voedings-
en productveiligheid niet in dit BSD overgenomen.
De Isotopencommissie (1947–1958)
De Isotopencommissie is opgericht door de Koninklijke Academie van Wetenschappen na
een verzoek van regeringszijde. De commissie stelde zich tussen 1947 en 1958 jegens
de Amerikaanse producenten garant voor de deskundigheid van de afnemers van deze stoffen
hier te lande, alsmede voor het zich onthouden door deze afnemers van doorlevering.
In 1958 werden de werkzaamheden van de commissie, op grond van het Radioactieve stoffenbesluit
(Warenwet), overgenomen door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert.
De Isotopencommissie is op grond van de PIVOT-methode geen actor.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (1954–)
Het College werd in 1954 in het leven geroepen bij de inmiddels ingetrokken Wet administratieve
rechtspraak bedrijfsorganisatie. Die wet trad op 1 juli 1955 in werking (Stb. 1954, 416).
De gewone leden en de voorzitter van het College worden ter benoeming door de Koningin
door de Minister van Justitie voorgedragen. Bijzondere leden kunnen door product-,
hoofdbedrijf- en bedrijfschappen aan de Minister van Justitie worden voorgedragen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is een bestuursrechtelijk college dat
oordeelt over geschillen op het terrein van het sociaal-economisch bestuursrecht.
Daarnaast is het College hoger beroepsinstantie voor uitspraken betreffende een bepaald
aantal wetten, zoals bijvoorbeeld de Mededingingswet en de Telecommunicatiewet. Verder fungeert het College in hoger beroep als tuchtrechter.
Aanvankelijk was het College louter de administratieve rechter in het kader van de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (P.B.O.). Daarna werd het College ook aangewezen
als rechter in wetten die niets of weinig met de P.B.O. te maken hebben, maar wel
liggen op het terrein van het sociaal-economisch bestuur.
Het College valt onder de Raad voor de Rechtspraak, die de schakel vormt tussen de
minister van Justitie en de gerechten. Op het beleidsterrein voedings- en productveiligheid
beslist dit college op een beroep – aangespannen door een bedrijf – tegen een door
een productschap op grond van de Warenwet genomen besluit.
De Stichting Centraal Orgaan Zuivelcontrole (COZ) (1975–1992)
De COZ is een voortzetting van diverse boter-, melk- en kaascontrolestations. De stichting
had tot taak het toezien op de naleving van de landbouwkwaliteitsvoorschriften voor
kaasproducten en boterproducten door de bij het COZ aangeslotenenen, het keuren van
deze producten en het afgeven van certificaten. Daarnaast adviseerde COZ de Minister
van LNV inzake wijzigingen van kwaliteitsvoorschriften. De COZ had daarnaast tot taak
het bevorderen van een goede kwaliteit van melk- zuivelproducten en andere producten,
ten aanzien waarvan krachtens de Landbouwkwaliteits wet toezicht en keuring worden
opgedragen.
Het COZ is in 1992 voortgezet in de Stichting COKZ.
De Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) (1992–)
Ingesteld bij Stcrt.1992, 63 (goedkeuring statuten) op grond van de Landbouwkwaliteitswet (LKW) (Stb.1971, 371).
Deze privaatrechtelijke stichting heeft tot taak het bevorderen van de afzet d.m.v.
het handhaven van de door de overheid gestelde regelen betreffende de in artikel 2 van de LKW genoemde goede hoedanigheid, sortering, verzorging, verpakking, vorm, afwerking,
de aanduiding, de maat en het gewicht van producten als bedoeld in artikel 1 van de LKW, in het bijzonder van melk- en zuivelproducten
Ze voert deze taak uit voor de overheid en voor de zuivelsector.
Ze is de rechtsopvolger van het Centraal Orgaan Zuivelcontrole (COZ), het centraal
orgaan melkhygiene (COM) en de regionale organen voor melkhygiëne.
Het COKZ heeft het archief van COZ en COZ overgenomen.
Het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) (1984–)
Het RIVM is ontstaan als gevolg van het samengaan van de Rijksinstituut voor de Volksgezondheid
(RIV, dat in 1934 tot stand komt door een fusie van het Centraal Laboratorium met
het Rijksserologisch Instituut en de Rijks Controledienst Sera en Vaccins), het Rijksinstituut
voor Drinkwatervoorziening (RID, opgericht in 1913) en het Instituut voor Afvalstoffenonderzoek
(IVA, opgericht 1952). De samenvoeging is op 1 januari 1984 ingegaan.
Het RIVM verricht onderzoek naar waren in opdracht van de Inspectie Gezondheidsbescherming en zijn voorlopers – w.o. de Keuringdienst van Waren. Het RIVM verrichtte ook onderzoek
ten behoeve van het Adviescommissie Warenwet.
Zie verder het RIO ‘En morgen gezond weer op’, rapportnummer 41. De selectielijst
op grond van dit RIO is gepubliceerd in Stcrt.1998/61.
Het Chemisch Bureau Brabant (1990–)
In het kader van de Warenwetbesluiten kunnen bepaalde personen worden aangewezen die
toezicht houden op de uitvoering van een bepaald besluit. Zo is bijvoorbeeld op grond
van het Besluit bijzonder vet (Stb. 1990, 64), dhr. Drs. Bernard (directeur Chemisch Bureau Brabant) aangewezen als zijnde
de toezichthouder inzake de uitvoering van dit besluit. Het is een zelfstandig opererend
bureau.
Van dit bureau zijn geen handelingen opgenomen.
Selectielijsten
Actor: de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert
Algemeen
(1)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Product: o.a. het leveren van een bijdrage aan de Volksgezondheidsnota 1966; Nota
voedingsbeleid 1980
Waardering: B 1 en 2
(2)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen op het beleidsterrein van de voedings-
en productveiligheid.
Periode: 1945–
Opmerking: Onder deze handeling vallen series jaarverslagen, kwartaalverslagen etc.
Waardering: B 3
(3)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende
voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: B 3
(4)
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten- Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het beleid betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: B 3
(5)
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
voedings- en productveiligheid en het voeren van verweer in beroepschriftprocudures
voor administratief rechterlijke organen.
Periode: 1945–
Opmerking: Zie verder voor advisering door de Raad over wet- en regelgeving in hoogste
en laatste instantie het RIO ‘Driemaal ’s Raads Recht’, rapportnummer 17.
Waardering: B 3
(211)
Handeling: Het mede voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen betreffende voedings- en productveiligheid en het presenteren van Nederlandse
standpunten in intergouvernementele organisaties.
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Informatieverstrekking
(6)
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
op het beleidsterrein voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 3 jaar
(7)
Handeling: Het voorbereiden van voorlichtingsmateriaal op het terrein van voedings-
en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: B 5, 1 exemplaar
V, 2 jaar: rest
(209)
Handeling: Het behandelen van klachten en meldingen betreffende voedings- en productveiligheid
Periode: 1945–
Waardering: V 5 jaar na afhandeling
Instellen/instrueren/deelname overlegorganen
(8)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake de instelling en inrichting van overlegorganen welke
betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1 (Stb.1919, 851); Wet op de Voedingsraad, art. 3 (Stb. 1952, 350); Vleeskeuringswet, art. 30b lid 3 en 5 (Stb. 1919, 524); Destructiewet, art. 23, lid 6 (Stb. 1957, 84)
Product: o.a.:
– Besluit aanwijzing voordrachtstellende organisaties Voedingsraad (Stb. 1953, 333, zoals gewijzigd bij Stb. 1964, 238, Stb. 1974, 821, Stb. 1980, 281, Stb. 1985, 222 en Stb. 1990, 289);
– Besluit op de Destructieraad (Stb. 1957, 197);
– Besluit Adviescommissie Vleeskeuringswet (Stb. 1979, 750);
– Besluit Adviescommissie Warenwet (Stb. 1992, 494);
– Besluit op de Destructieraad (Stb. 1995, 285)
Waardering: B 1, 2
(9)
Handeling: Het – eventueel tezamen met andere ministers – instellen van ad hoc overlegorganen
welke betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Product: o.a:
– Commissie bevoegdheden aanwenden van röntgenstralen en het gebruik van radioactieve
stoffen (Stcrt. 1953, 110)
– Commissie organisatie vleeskeuring
– Commissie herstructurering openbare slachthuizen (Stcrt. 1975, 41)
– Commissie tarieven keuring vlees (secretariaat: Veterinaire Inspectie)/(Stcrt. 1975, 41)
– Studiecommissie elektrische en gasbedwelming slachtdieren (secretariaat: Veterinaire
Inspectie)/(Stcrt. 1975, 47)
Waardering: B 4
(11)
Handeling: Het – eventueel tezamen met andere ministers – aanwijzen, voordragen, schorsen
of ontslaan van de (adviserende) leden van overlegorganen welke betrekking hebben
op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Wet op de Voedingsraad, art. 2 lid 2 (Stb. 1952, 350); Vleeskeuringswet, art. 30b lid 4 (Stb. 1919, 524); Destructiewet, art. 23 lid 2 (Stb. 1957, 84); Warenwet 17 lid 1 (Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 10 jaar na ontslag
Deze handeling heeft uitsluitend betrekking op benoemingen waarbij geen sprake is
van een rechtspositionele verhouding. In gevallen waarin wel sprake is van een rechtspositionele
verhouding, moet gebruik worden gemaakt van de selectielijst voor personeelsdossiers
van de rijksoverheid (P-direkt)
(13)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement/de werkzaamheden van commissies, raden
etc. welke betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging werking reglement, werkzaamheden.
(14)
Handeling: Het deelnemen aan commissies, werkgroepen, advies- en overlegorganen inzake
product- en voedingsveiligheid waarvan de Minister van Volksgezondheid noch het voorzitterschap,
noch het secretariaat uitoefent maar waarin de minister wel vertegenwoordigd is.
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging deelname
Beleidsondersteunend onderzoek
(20)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern
(wetenschappelijk) onderzoek betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: B 1: opdracht en eindrapporten
V, 5 jaar: rest
(21)
Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende
voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar
(212)
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk)
onderzoek betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar
(213)
Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende voedings-
en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 7 jaar na afrekening, mits de afrekening is goedgekeurd
(214)
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die
actief zijn op het terrein van de voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar
Wet- en regelgeving
Warenwet
(30)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Warenwet.
Periode: 1945–
Product: Warenwet (Stb. 1919, 581/Stb. 1935, 793).
Waardering: B 1
(31)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met ministers die het mede aangaat –
voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s op basis van
de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1, artt. 4–7, artt. 11–17, art. 19, art. 22, art. 24, art.
30, art. 31, art. 33 (Stb. 1935, 793)
Product: o.a.
– Besluit van 5 januari 1921 tot uitvoering van artikel 6, 3de lid en artikel 23, 3de lid der Warenwet (Stb. 1921, 5)
– Besluit waren in zin van de wet (Stb. 1921, 638)
– Besluit papier (Stb. 1922, 109)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1924, 96)
– Besluit behangsel (Stb. 1924, 213)
– Besluit specerijen (Stb. 1924, 251)
– Besluit deegwaren (Stb. 1924, 313)
– Besluit vleesextracten (Stb. 1924, 428)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1925, 34)
– Besluit margarine (Stb. 1925, 417)
– Besluit vet (Stb. 1925, 421)
– Besluit brood (Stb. 1925, 478)
– Besluit azijn (Stb. 1926, 214)
– Besluit bier (Stb. 1926, 280)
– Besluit oliën en vetten (Stb. 1926, 339)
– Besluit kaas (Stb. 1927, 396)
– Besluit wijn (Stb. 1929, 137)
– Besluit kapok (Stb. 1930, 22)
– Besluit kapok en beddengoed (Stb. 1930, 65)
– Besluit ansjovis (Stb. 1930, 220)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1932, 57)
– Besluit margarinekaas (Stb. 1932, 327)
– Besluit maanzaadbesluit (Stb. 1933, 514)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
keuringsdiensten van waren (Stb. 1936, 881)
– Besluit jam en limonade (Stb. 1937, 854)
– Besluit vlees- en vleeswaren (Stb. 1938, 865)
– Besluit houdende vaststelling van een regeling betreffende de verbindende kracht
van enige bezettingsregelingen tot uitvoering van de Warenwet (Stb. 1945, 326)
– Besluit aroma, jus en soep (Stb. 1947, 635)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1948, I 399)
– Algemeen besluit (Stb. 1949, J. 306)
– Besluit Warenwetrecht (Stb. 1951, 8)
– Besluit meelbesluit (Stb. 1953, 232)
– Besluit likeurbesluit (Stb. 1953, 466)
– Besluit consumptie-ijs (Stb. 1954, 257)
– Besluit melk (Stb. 1955, 155)
– Besluit vulsel (Stb. 1957, 339)
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1958, 317)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1958, 407)
– Besluit honing (Stb. 1959, 218)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1959, 381)
– Besluit smeltkaas (Stb. 1959, 438)
– Besluit kaas (Stb. 1959, 439)
– Besluit honingmerken (Stb. 1959, 509);
– Besluit margarine (Stb. 1961, 398)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1964, 582)
– Besluit honing (Stb. 1965, 431)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1965, 437)
– Besluit houdende aanwijzing van opsporingsambtenaren op grond van de Warenwet (Stb. 1967, 690)
– Besluit conserveermiddelen (Stb. 1967, 691)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1968, 227)
– Besluit cosmetica (Stb. 1968, 615)
– Besluit zout (Stb. 1968, 421)
– Besluit specerijen (Stb. 1969, 214);
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1969, 514)
– Besluit mayonaise en slasaus (Stb. 1971, 78)
– Besluit mosterd (Stb. 1971, 256)
– Besluit gebruik aminozuren preparaat voor de broodbereiding (Stb. 1971, 411)
– Besluit glasartikelen (Stb. 1972, 688)
– Besluit anti-oxydanten (Stb. 1973, 142)
– Besluit textielartikelen (Stb. 1974, 512)
– Besluit melk (Stb. 1974, 669)
– Besluit helmen (Stb. 1975, 517)
– Besluit zetmeel (Stb. 1975, 660)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
Keuringsdiensten van Waren (Stb. 1976, 3)
– Besluit speelgoed (Stb. 1976, 101)
– Besluit emulgatoren (Stb. 1976, 153)
– Besluit helmen (Stcrt. 1976, 366)
– Besluit jus (Stb. 1976, 664)
– Besluit vleesextract-, aroma en bouillon (Stb. 1976, 665)
– Besluit soep (Stb. 1976, 666)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1977, 41)
– Besluit puddingpoeder (Stb. 1977, 140)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1977, 141)
– Besluit aërosolen (Stb. 1978, 116)
– Besluit consumptie-ijs 1978 (Stb. 1978, 238)
– Besluit honing (Stb. 1978, 655)
– Besluit frisdranken en siropen (Stb. 1979, 100)
– Besluit jam en- geconserveerde vruchten (Stb. 1979, 102)
– Besluit inzake verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische verpakkingen (Stb.1979, 112)
– Besluit geconserveerde aardappelen (Stb. 1979. 176)
– Besluit geconserveerde groenten (Stb. 1979, 219)
– Besluit verpakking- en gebruiksartikelen (Stb. 1979, 558)
– Besluit kokswaren (Stb. 1979, 563)
– Besluit hoeveelheidaanduidingen (Stb. 1980, 223)
– Besluit cosmetica (Stb. 1980, 256);
– Besluit aanduidingen voor bijzondere voeding (Stb. 1980, 658)
– Besluit aanduidingen sigaretten en shag (Stb. 1981, 329)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1981, 506)
– Besluit algemene aanduidingen (Stb. 1981, 621)
– Besluit siervoorwerpen (Stb. 1981, 684)
– Besluit kwark (Stb. 1982, 219)
– Besluit kaas (Stb. 1982, 227)
– Besluit vuurwerk (Stb. 1982, 488)
– Besluit reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 469)
– Besluit jam- en geconserveerde vruchten (Stb. 1982, 693)
– Besluit hulpstoffen smeltkaas (Stb. 1983, 106)
– Besluit vulsel (Stb. 1983, 556)
– Besluit kinderveilige verpakkingen huishoudchemicaliën (Stb. 1984, 688)
– Besluit garnalen (Stb. 1985, 85)
– Besluit natuurlijk mineraal- en bronwater (Stb. 1985, 422)
– Besluit speelgoed (Stb. 1985, 751)
– Besluit meel (Stb. 1985, 757)
– Besluit brood (Stb. 1985, 758)
– Besluit draagbaar klimmateriaal (Stb. 1986, 86)
– Besluit spaanplaat (Stb. 1986, 517)
– Besluit toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stb. 1986, 555)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1987, 243)
– Besluit aanduidingen voedingswaarden (Stb. 1988, 162)
– Besluit eiwitproducten (Stb. 1988, 339)
– Besluit tot toelating van johannesbroodpitmeel en xanthaangom aan halvarine (Stb. 1988, 398)
– Besluit imitatieproducten (Stb.1989, 253)
– Besluit zoetstoffen (Stb. 1989, 548)
– Besluit kinderbedden en -boxen (Sb 1990. 106);
– Besluit speelgoed (Stb. 1991, 269);
– Besluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stb. 1992, 12);
– Besluit etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14);
– Besluit aroma’s (Stb. 1992, 95)
– Besluit veilige verpakkingen van huishoudchemicaliën (Stb. 1992, 106)
– Besluit gastoestellen (Stb. 1992, 124)
– Besluit levensmiddelenadditieven (Stb. 1992, 204)
– Besluit doorstraalde waren (Stb. 1992, 205)
– Besluit producten voor bijzondere voeding (Stb. 992, 222)
– Besluit benzine (Stb. 1992, 339)
– Besluit machines (Stb. 1992, 379)
– Besluit elektrotechnische producten (Stb. 1992, 385)
– Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen (Stb. 1992, 396)
– Besluit brandveiligheid nachtkleding (Stb. 1992, 600)
– Besluit warmtebehandelde melk (Stb. 1992, 639)
– Besluit eiproducten (Stb. 1992, 660)
– Besluit bereiding en behandeling van levensmiddelen (Stb. 1992, 678)
– Besluit uitvoer van waren (Stb. 1993, 314)
– Besluit thee (Stb. 1993, 470)
– Besluit koffie en cichorei (Stb. 1993, 471)
– Besluit voedingswaarde informatie levensmiddelen (Stb. 1993, 483)
– Besluit algemene productveiligheid (Stb. 1993, 499)
– Besluit invoer levensmiddelen uit derde landen (Stb. 1993, 698)
– Besluit producten visserij (Stb. 1994, 46)
– Besluit algemene chemische productveiligheid (Stb. 1994, 105)
– Besluit veilige verpakking van huishoudchemicaliën (Stb. 1994, 106)
– Besluit asbest (Stb. 1994, 674)
– Besluit zuivel (Stb. 1994, 813)
– Besluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stb. 1994, 872)
– Besluit etikettering schoeisel (Stb. 1995, 324)
– Besluit motor- en bromfietshelmen (Stb. 1995, 424)
– Besluit cosmetische producten (Stb. 1995, 519)
– Besluit deponering informatie preparaten (Stb. 1996, 38)
– Besluit puddingpoeders (Stb. 1996, 48)
– Besluit soep, vleesextract en bouillon (Stb. 1996, 118)
– Besluit houdende regels inzake de veiligheid van verpakkingen onder druk (Stb. 1996, 251)
– Besluit toevoeging microvoedingsstoffen aan levensmiddelen (Stb. 1996, 311)
Waardering: B 1
(34)
Handeling: Het – wanneer een spoedeisende voorziening gewenst is – vaststellen, wijzigen
en intrekken van ministeriële regelingen met de strekking van een AMvB.
Periode: 1964–
Grondslag: Warenwet, art. 14m (Stb.1988, 358) en art. 15 lid 1 en 2 (Stb.1994, 573)
Opmerking: Een spoedeisende voorziening is noodzakelijk bij direct gevaar voor de
volksgezondheid. Bijvoorbeeld het verbieden van schadelijk verdikkingsmiddel in jellycups.
De regeling geldt ten hoogste voor een jaar. Een verlenging van maximaal nog een jaar
is echter mogelijk. Bijvoorbeeld:
– het verbieden van het gebruik van conserveermiddelen bij de bereiding, vervaardiging
of samenstelling van eet- en drinkwaren (Conserveermiddelenbesluit, art. 2, lid 1
(Stb. 1967, 691));
– het verbieden van een of meer kleurstoffen welke zijn genoemd in Bijlage I van het
Kleurstoffenbesluit (Kleurstoffenbesluit, art. 2 lid 1 (Stb. 1964, 582)).
Waardering: V, 5 jaar na vervallen, wijzigen en/of intrekken regeling
(35)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van (ministeriële) regelingen inzake
het bereiden, behandelen, verpakken of bewaren van eet- en drinkwaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 15 lid 1 (Stb. 1935, 793); Warenwet, art. 14L, art. 14, art. 15 lid 1–2 (Stb. 1988, 358)
Product:
– Beschikking aanduidingen bijzonder vet (Stcrt. 1925, 233)
– Regeling ontheffing algemeen besluit (Stcrt. 1949, 392)
– Besluit tot uitvoering van artikel 8, onder b, van het Broodbesluit (Stb. 1971, 411)
– Beschikking verlening toestemming tot toevoeging van vitamine C (ascorbinezuur)
aan karnemelk (Stcrt. 1974, 151)
– Uitvoeringsbeschikking melkstandaardisatie (Stcrt. 1975, 97)
– Beschikking volledige zuigelingenvoeding (Stcrt. 1976, 189)
– Besluit verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische dranken (Stcrt. 1979, 112)
– Beschikking geur- en smaakstoffen (Stcrt. 1980, 31)
– Regeling verpakking koolzuurhoudende niet-alcoholische dranken (Stcrt. 1980, 127)
– Regeling geur- en smaakstoffen (Stcrt. 1982, 31)
– Besluit datumaanduiding conserven (Stcrt. 1982, 151)
– Besluit vaststelling maximaal toelaatbaar gehalte nitraat in bladgroenten (Stcrt. 1982, 177)
– Regeling toestemming voor gebruik aspartaam in voorverpakte eetwaren in tabletvorm
(Stcrt. 1984, 178)
– Regeling toestemming vanilleyoghurt met suiker (Stcrt. 1984, 202)
– Regeling normen PCB’s (Stcrt. 1984, 239)
– Regeling normen zware metalen (Stcrt. 1985, 58)
– Regeling toestemming gezoet cider (Stcrt. 1985, 214)
– Regeling normen radioactiviteit van cesium in eet- en drinkwaren (Stcrt. 1986, 110)
– Regeling microbiologische normen garnalen (Stcrt. 1986, 124)
– Regeling soja producten bij de broodbereiding (Stcrt. 1986, 183)
– Regeling toelating emulgatoren voor de broodbereiding (Stcrt. 1986, 183)
– Regeling inrichtingseisen bedrijfsruimten voor de broodbereiding (Stcrt. 1986, 185)
– Regeling nadere eisen draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 231)
– Besluit houdende toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stcrt. 1986, 555)
– Regeling gelijkstelling normen kinderveilige verpakkingen (Stcrt. 1987, 1)
– Besluit zuigelingenvoeding (Stcrt. 1987, 136);
– Regeling toelating enzymen in meel en brood (Stcrt. 1987, 232)
– Regeling overgangsregime natriumarme waren (Stcrt. 1988, 162)
– Regeling inzake tolerante alcoholgehalte vermelding (Stcrt. 1988, 235)
– Regeling toestemming producten voor gewichtsvermindering (Stcrt. 1988, 250)
– Regeling melkbereiding (Stcrt. 1988, 254)
– Regeling sojaproducten bij de broodbereiding (Stb. 1988. 455)
– Warenwetregeling nabehandeling garnalen (Stcrt. 1989, 21)
– Regeling dioxine in melk (Stcrt. 1989, 135)
– Regeling overgangsregime natriumarme waren (Stcrt. 1989, 210)
– Besluit zuiverheideisen zoetstoffen (Stcrt. 1989, 251)
– Besluit gebruik van zoetstoffen (Stcrt. 1989, 251)
– Regeling aanvullende voedingswaardebeweringen (Stcrt. 1990, 201)
– Regeling diepgevroren levensmiddelen (Stcrt. 1991, 2)
– Regeling toestemming yoghurt met suiker (Stcrt. 1991, 88)
– Regeling stoffen in aroma’s (Stcrt. 1992, 51);
– Regeling gebruik levensmiddelenadditieven in verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt.1992, 52)
– Regeling sojaeiwitproducten (Stcrt. 1992, 94)
– Regeling tarweeiwitproducten (Stcrt. 1992, 94)
– Regeling stuksaanduiding bakkerswaren (Stcrt. 1992, 154)
– Regeling aanwijzen normen persoonlijke beschermingsmiddelen (Stcrt. 1992, 190)
– Regeling schimmeleiwitproducten regeling (Stcrt. 1993, 3)
– Regeling levensmiddelen hygiëne (Stcrt. 1993, 35)
– Regeling normen radioactiviteit van cesium in eet- en drinkwaren (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling nitraatgehalte groenten (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling normen zware metalen (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling normen PCB’s (Stcrt. 1981, 107/Stcrt. 1993, 40)
– Regeling dioxine in melk (Stcrt. 1989, 135/Stcrt. 1993, 40)
– Regeling houdende vloeibare paraffine en glutaminezuur in levensmiddelen (Stcrt.1993, 40)
– Regeling extractiemiddelen (Stcrt. 1993, 72)
– Regeling houdende levensmiddelenadditieven in zoetstoffen (Stcrt. 1993, 95)
– Bekendmaking aanvraag erkenning inzake melk en producten op basis van melk (Stcrt. 1993, 114)
– Regeling diepgevroren levensmiddelen (Stcrt. 1993, 130)
– Regeling zuigelingenvoeding (Stcrt. 1993, 183)
– Regeling nieuwe voedingsmiddelen (Stcrt. 1993, 139)
– Regeling eieren (Stcrt. 1994, 184)
– Regeling zuivelbereiding (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling gedehydrateerde dieren (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling melkeiwitten (caseïne en caseïnaten) (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling hygiëne van levensmiddelen (Stcrt. 1994, 245)
– Regeling levensmiddelenadditieven in zuivel (Stcrt. 1994, 246)
– Regeling visserijproducten en tweekleppige weekdieren (Stb. 1995, 29)
– Regeling AZO-kleurstoffen (Stb. 1996, 143)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van nadere regels met betrekking tot de bedrijfsruimten waar eet- en
drinkwaren worden bereid, behandeld, verpakt of bewaard;
– het stellen van nadere regels inzake levensmiddelenhygiëne:
– het stellen van regels inzake de aanduiding m.b.t. eet- en drinkwaren;
– het stellen van nadere regels met betrekking tot de hoeveelheid schadelijke stoffen
die eet- en drinkwaren mogen bevatten;
– het toelaten van (hulp)stoffen in eet- en drinkwaren;
– het aanwijzen van normen.
Waardering: B 1
(36)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – stellen van (ministeriële)
regelingen regels inzake de in- en uitvoer van eetwaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 14 lid 5, art. 15 lid 2, art. 16 lid 1, onder a en b (Stb. 1935, 793); zie Warenwet-AMvB’s bijlage I
Product:
– Regeling voor uitvoer bestemde waren en andere artikelen (Stcrt. 1965, 163)
– Beschikking kantoor invoer van toebereid dierlijk vet (Stcrt. 1970, 223)
– Regeling invoermodaliteiten Garnalenbesluit 1984 (Stcrt. 1984, 53)
– Regeling vaststelling invoercertificaat Garnalenbesluit (Stcrt. 1987, 213)
– Regeling importverbod bepaalde eetwaren uit Peru (Stcrt. 1991, 65)
– Regeling uitvoervrijstelling (Stcrt. 1965, 163/Stcrt. 1992, 180)
– Beschikking houdende bepalingen ter uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3185/91 van de Raad houdende maatregelen inzake de invoer van groenten en fruit uit bepaalde
door cholera getroffen regio’s (92/300/EEG)(Stcrt. 1993, 250)
– Regeling houdende Warenwetregeling invoer van bepaalde eetwaren uit door cholera
getroffen landen (Stcrt. 1993, 250)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van (nadere) regels inzake de invoer in Nederland van eetwaren uit landen
die getroffen zijn door cholera;
– het aanwijzen van eerste kantoren inzake invoer van waren;
– het om veiligheidsredenen verbieden of voorwaardelijk toelaten van de invoer van
etenswaren (Bijvoorbeeld het invoerverbod van de Jakobsschelp uit Japan nadat in de
dieren regelmatig paralyserende toxine was gevonden).
Waardering: B 1
(37)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van (ministeriële) regelingen inzake
de samenstelling van en de aanduiding op producten die geen levensmiddelen zijn.
Periode: 1988–
Grondslag: Zie bijlage I inzake Warenwet-AMvB’s
Product:
– Besluit kinderspeelgoed (Stcrt. 1973, 238)
– Beschikking ter uitvoering Textielartikel besluit (Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking reprisepercentages en vertalingen van aanduidingen van textielartikelen
(Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking uitvoering artikel 5 Aërosolenbesluit (Stcrt. 1978, 88)
– Beschikking uitvoering artikel Aërosolenbesluit (Stcrt.1978, 116 )
– Regeling verpakkingen – en gebruiksartikelen (Stcrt. 1980, 18)
– Beschikking stoffenbesluit cosmetica (Stcrt. 1980, 143)
– Beschikking houdende het stoffenbesluit cosmetica (Stcrt. 1980, 143)
– Beschikking vaststelling symbool van het verpakkingsbesluit (Stcrt. 1981, 82)
– Regeling vaststelling eisen reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 147)
– Besluit etikettering asbestbevattende artikelen (Stb. 1984, 145)
– Regeling kaliumbromaat voor beschuitbereiding (Stcrt. 1986, 11)
– Regeling contactlensvloeistoffen en oogwassingen (Stcrt. 1986, 114)
– Regeling nadere eisen draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling gelijkstelling normen kinderveilige verpakking (Stcrt. 1988, 1)
– Regeling toestemming producten voor gewichtsbeheersing (Stcrt. 1988, 250)
– Regeling nominale hoeveelheden voorverpakte breigaren (Stcrt. 1989, 199)
– Regeling imitatieproducten (Stcrt. 1989, 253)
– Regeling aanwijzing normen voor de aanduiding van speelgoed (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling inzake verklaringen van overeenstemming voor speelgoed (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling vervangingscomponenten benzine (Stcrt. 1992, 128)
– Regeling aanwijzing normen elektronische producten (Stcrt. 1992, 164)
– Regeling inzake nadere regels ten aanzien van machines (Stcrt. 1993, 127)
– Regeling houdende nadere regels ten aanzien van persoonlijke beschermingsmiddelen
(Stcrt. 1993, 186)
– Regeling persoonlijke beschermingsmiddelen (Stcrt. 1994, 13)
– Regeling pentachloorfenol (Stcrt. 1994, 25)
– Regeling algemene chemische productveiligheid (Stcrt. 1994, 39)
– Regeling houdende Warenwetregeling ontvlambaarheid aërosolen (Stcrt. 1994, 166)
– Regeling motor- en bromfietshelmen (Stcrt. 1994, 230)
– Regeling CE markering speelgoed (Stcrt. 1994, 237)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het gelijkstellen van normen of voorschriften met de (Nederlandse) normen inzake
producten;
– het aanwijzen van normen;
– het vaststellen van nadere regels inzake indeling van radioactieve nucliden volgens
hun radiotoxiteit (Besluit radioactieve stoffen, art. 2 lid 2, art. 7 lid 3 (Stb. 1963, 2233)/ 1963–1969);
– het vaststellen van het biologische affect van de verschillende soorten straling
(Besluit radioactieve stoffen, art. 1 lid 2 (Stb. 1963, 233)/ 1963 –1969).
Waardering: B 1
(38)
Handeling: Het verlenen, wijzigen of intrekken van vrijstellingen van regels, geldende
ingevolge de toepassing van de Warenwet.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, 14 lid 4 (Stb. 1965, 793), Warenwet, art.14n lid 1 (Stb. 1988, 358), Warenwet, art. 16 lid 1 (Stb. 1994, 573)
Product:
– Beschikking vrijstelling van bepalingen Jam- en limonade besluit (Stcrt. 1979, 112)
– Regeling vrijstelling aanduidingen op gemengd suikerwerk (Stcrt. 1983, 125)
– Besluit vrijstelling Aanduidingenbesluit waren voor bijzondere voeding – suikerwerk
en kauwgum (Stcrt. 1983, 135)
– Besluit vrijstelling aspartaam (Stcrt. 1983, 177)
– Regeling vrijstelling datumaanduiding van enkele dieetwaren (Stcrt. 1984, 229)
– Regeling vrijstelling portieverpakkingen dikvloeibare melkproducten (Stcrt. 1986, 234)
– Beschikking vrijstelling textielartikelen (Stcrt. 1974, 512)
– Regeling vrijstelling Algemeen besluit (Stcrt. 1983, 177)
– Regeling vrijstelling aanduidingen vlees- en vleeswarenbesluit (Stb. 1987, 35)
– Regeling vrijstelling benaming verduurzaamde vruchten (Stcrt. 1987, 73)
– Regeling vrijstelling zuigelingenvoeding (Stcrt. 1987, 136)
– Regeling vrijstelling gebruik vitamine D2 in margarine en halvarine (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling gebruik D3 in margarine en halvarine (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling garnalenbesluit (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling komijnzaad (Stcrt. 1989, 118)
– Regeling vrijstelling wei-eiwitconcentraat in melkproducten (Stcrt. 1989, 166)
– Regeling vrijstelling vlees- en vleeswarenbesluit (Stcrt. 1989, 192)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in tafelzuren (Stcrt. 1989, 214)
– Regeling vrijstelling sulfiet in schaaldieren (Stcrt. 1990, 186)
– Regeling vrijstelling margarinebesluit (Stcrt. 1990, 186)
– Regeling vrijstelling voedingswaarde aanduidingenbesluit (Stcrt. 1991, 190)
– Regeling vrijstelling paraffine in suikerwerk (Stcrt. 1990, 194)
– Regeling vrijstelling aanvullende voedingswaardebeweringen (Stcrt. 1990, 201);
– Regeling vrijstelling polyolen (Stcrt. 1990, 205)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in tafelzuren (Stcrt. 1990, 212)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in brood (Stcrt. 1990, 212)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in vla- en puddingpoeder (Stcrt. 1991, 104)
– Regeling vrijstelling conserveermiddelen in vruchtlimonades (Stcrt. 1991, 166)
– Regeling vrijstelling mosterdbesluit (Stcrt. 1991, 186)
– Regeling vrijstelling glucono-delta-lacton injectie vleeswaren (Stcrt. 1992, 63)
– Regeling vrijstelling inwerkingtreding Besluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt. 1992, 102)
– Regeling vrijstelling wasmiddelenbesluit 1976 (Stcrt. 1992, 131)
– Regeling vrijstelling zuiverheidzeisen emulgatoren (Stcrt. 1992, 139)
– Regeling vrijstelling wijnbesluit (Stcrt. 1992, 214)
– Regeling vrijstelling mayonaise- en Slasausbesluit (Stcrt. 1993, 21)
– Regeling vrijstelling doorstralen van verpakkingen en gebruiksartikelen (Stcrt. 1993, 94)
– Regeling vrijstelling anti klontermiddelen in poedersuiker (Stcrt. 1994, 9)
– Regeling vrijstelling vitaminepreparaten (Stcrt. 1994, 61)
– Regeling vrijstelling verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt. 1994, 127)
Opmerking: Bijvoorbeeld vrijstelling regels geldende ingevolge de toepassing van de
artikelen 4 tot en met 15 van de Warenwet. De vrijstelling die hierboven wordt genoemd,
geldt in principe voor alle houders van een bepaald product. Een ontheffing is een
beschikking die slechts geldig is voor degene die de ontheffing verkrijgt.
Waardering: B 1
(39)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – aanwijzen van
toezichthoudende diensten/personen en stellen van nadere regels inzake (de werkwijze
van) deze diensten en personen.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 18 (Stb. 1935, 793, zoals gewijzigd bij Stb. 1988, 358 en Stb. 1994, 573)
Product:
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1921, 87)
– Beschikking van 29 juli 1926 (Stcrt. 1926, 216)
– Besluit uitvoering artikelen 2 en 33 der Warenwet (Stcrt. 1936, 18)
– Vaststelling vergoeding aan gemeenten van kosten voor inning van Warenwetrecht (Stcrt. 1974, 96)
– Instelling Rijkskeuringsdienst van Waren (Stcrt. 1985, 251)
– Besluit gebiedsindeling Keuringsdiensten van Waren (Stcrt. 1986, 251/Stcrt. 1989, 114)
– Regeling specialisatie Rijkskeuringsdienst van Waren (Stcrt. 1989, 9)
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1989, 89)
– Regeling van specialisatie Rijkskeuringsdiensten (Stcrt. 1989, 179)
– Beschikking aanwijzing nieuwe deskundigen (Stcrt. 1990, 64)
– Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Warenwet en Vleeskeuringswet (Stcrt.1990, 180)
– Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Warenwet en Destructiewet (Stcrt. 1990, 180)
– Regeling houdende vaststelling Warenwet
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1992, 86)
– Regeling houdende aanwijzing controlerend orgaan naleving Warenwetbesluit benzine
(Stcrt. 1992, 128)
– Beschikking houdende aanwijzing toezichthoudende ambtenaren artikel 25 Warenwet
(Stcrt. 1994, 46)
– Regeling gezondheidscontroles van dierlijke oorsprong (derde landen)/(Stcrt. 1994, 245)
– Regeling gezondheidscontroles van dierlijke oorsprong (intraverkeer)/(Stcrt. 1994, 245)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit het: het regelen van de taakverdeling
van de ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Warenwet, art. 2, lid
1, sub. 1 (Stb. 1935, 793).
Waardering: B 4: richtlijnen en regelingen
V, 10 jaar: overige neerslag
(40)
Handeling: Het aanwijzen van (overheids-) instanties die voor de betrokken ministers
Warenwetbeschikkingen afgeven (w.o. vergunningen, ontheffingen, certificaten etc.)
en het stellen van (nadere) regels inzake de werkzaamheden van deze instanties.
Grondslag: Warenwet, art. 14b lid 2, 14 lid 3 en 5, art. 14i lid 4, art. 14n lid 2–3,
art. 3, art. 7 lid 3 en 5, art. 11 lid 4, art. 14n lid 2–3, art. 16 lid 2–3, art 17
lid 4 (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573); EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen (nr. 2082/92) art. 7 lid 4; zie ook Warenwet-AMvB’s bijlage I
Periode: 1945–
Product: o.a.:
– Warenwetregeling aanwijzing normalisatie- en keuringsinstituten producten (Stcrt. 1992, 164)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie voor verkeershelmen (Stcrt. 1993, 77)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie reddings- en zwemvesten (Stcrt. 1993, 121)
– Beschikking houdende aanwijzing keuringsinstantie (Stcrt. 1994, 137)
– Beschikking aanwijzing instantie onderzoek veiligheid kinderspeelgoed (Stcrt. 1994, 203)
Opmerking: Het stellen van (nadere) regels m.b.t. de manier waarop aangewezen instanties
hun werkzaamheden verrichten kan een activiteit vormen, onder de andere handelingen
in het hoofdstuk Wet- en regelgeving Warenwet in het RIO. Deel van deze handeling
maakt uit:
– het stellen van regels inzake de wijze van betaling van gelden ter bestrijding van
de kosten van de keuring van waren, niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending
schadelijk kunnen zijn voor veiligheid of gezondheid;
– het stellen van (nadere) regels aan overheidsinstanties die de door de minister
overgedragen bevoegdheid uitoefenen inzake het verlenen van ontheffingen van regels
gesteld in de Warenwet (Warenwet (Stb. 1994, 573), art. 16, lid 2);
– het stellen van regels inzake de betaling voor het verlenen van ontheffingen van
regels gesteld in de Warenwet;
– het aanwijzen van normalisatie en keuringsinstellingen inzake keuringen van waren,
niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending schadelijk kunnen zijn voor veiligheid
of gezondheid;
– het aanwijzen van instanties die EG-type-onderzoeksverklaringen voor beschermingsmiddelen
afgeven zoals bedoeld in artikel 10 van de Richtlijn 89/686/EEG (Besluit beschermingsmiddelen, art. 5, lid 2, sub 3 (Stb. 1992, 376));
– het aanwijzen van een instantie die de registratieaanvraag voor een specificiteitcertificaat
behandelt;
– het aanwijzen van een instantie die een bewijs van oorsprong afgeeft inzake wijn;
– het aanwijzen van instanties die certificaten afgeven inzake voor de uitvoer bestemde
garnalen die voldoen aan bepalingen zoals die staan in de Recommended Code of Practice
for Shrimps and Prawns (Recommended Code of Practice for Shrimps and Prawns is uitgegeven
door de FAO/WHO en bevat onder andere regels ter identificatie van garnalen);
– het aanwijzen van instanties die bedrijfscontrolesystemen erkennen;
– het aanwijzen van instanties die technische constructiedossiers registreren en die
EG-type- onderzoeksverklaringen afgeven zoals bedoeld in Bijlage VI van de Richtlijn 89/368/EEG.
Waardering: B 4: richtlijnen en regelingen
V, 10 jaar: overige neerslag
(41)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake
methoden van onderzoek met betrekking tot waren.
Periode: 1992–
Grondslag: Zie bijlage I inzake Warenwet-AMvB’s in het RIO.
Product:
– Regeling onderzoeksmethoden textielartikelen (Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking onderzoeksmethoden aërosolen (Stcrt. 1978, 88)
– Regeling onderzoeksmethoden meel (Stcrt. 1986, 65)
– Regeling onderzoeksmethoden draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling onderzoeksmethoden brood (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling onderzoeksmethoden speelgoed (Stcrt. 1986, 225)
– Regeling onderzoeksmethoden melkeiwitten (Stcrt. 1988, 174)
– Regeling onderzoeksmethoden nicotine- en teergehalte in sigaretten (Stcrt. 1989, 56)
– Regeling onderzoeksmethoden kinderwaren (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling onderzoeks- en meetmethoden benzine (Stcrt. 1992, 128)
– Regeling onderzoeksmethoden brandveiligheid nachtkleding (Stcrt. 1993, 62)
– Regeling onderzoeksmethode voedingsvezelgehalte (Stcrt. 1993, 189)
– Regeling onderzoeksmethoden kinderwaren (Stcrt. 1995, 119)
Waardering: B 1
(46)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van beoordelingsnormen, beleidsregels
en wetsinterpreterende regels inzake voedings- en productveiligheid
Periode: 1945–
Product: Circulaire inzake de uitvoering van het Bijzonder vetbesluit (Stb. 1919, 581) Circulaire inzake de uitvoering van het Bijzonder vetbesluit (1926)
Opmerking: Deze regels worden veelal bekend gemaakt in circulaires.
Waardering: B 1
Verordeningen & besluiten bedrijfsorganisaties/productschappen
(48)
Handeling: Het goedkeuren van door bedrijfsorganisaties opgestelde verordeningen en
daarop gebaseerde besluiten en andere voorschriften voor zover deze betrekking hebben
op waren.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, art. 22 lid 1 (Stb. 1965, 368, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Opmerking: De verordening behoeft de goedkeuring van de ministers die het mede aangaat
(Warenwet, Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken verordening
Gemeentelijke verordeningen en besluiten
(52)
Handeling: Het toestaan dat gemeenteraden, in het belang van de volksgezondheid, eisen
stellen waaraan een bepaald waar moet voldoen.
Periode: 1965–1988
Grondslag: Warenwet, art.16 lid 2 (Stb. 1935, 793, zoals gewijzigd bij Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging gemeentelijke eisen
(53)
Handeling: Het behandelen van een beroep inzake het al dan niet goedkeuren van verordeningen,
instructies en besluiten van gemeenten door Gedeputeerde Staten inzake de keuring
en de wering van waren.
Periode: 1945–1988
Grondslag: Warenwet, art. 7 (Stb. 1935, 793)
Waardering: V, 10 jaar na uitspraak
(54)
Handeling: Het goedkeuren/opstellen van verordeningen, instructies en besluiten van
gemeenten inzake de keuring en de wering van waren.
Periode: 1945–1988
Grondslag: Warenwet, art. 8–9 en 9 lid 3 (Stb. 1935, 793)
Opmerking: Indien de verordeningen betrekkingen hebben op een gebied dat in meer dan
een provincie is gelegen wordt de verordening door de minister goedgekeurd. Indien
een verordening, in het geval van een beroep, is afgekeurd, dient de nieuwe verordening
door de minister goedgekeurd te worden. De inspecteur van het Staatstoezicht op de
Volksgezondheid wordt daarbij gehoord. Als een gemeenteraad weigerachtig is een verordening/instructie
te wijzigen kan de minister deze zelf opstellen. De minister verricht deze handeling
indien de verordening/de instructie betrekking heeft op een gebied dat is gelegen
in meer dan een provincie.
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging besluit, instructie etc.
(55)
Handeling: Het behandelen van een beroep inzake het voorschrijven van een bepaalde
voorziening, door gedeputeerde staten, met betrekking tot de keuring van waren.
Periode: 1945–1988
Grondslag: Warenwet, art. 11 lid 2 (Stb. 1935, 793)
Waardering: V, 10 jaar na uitspraak
(56)
Handeling: Het voorschrijven van bepaalde voorzieningen – waaronder het wijzigen van
verordeningen en instructies – inzake de keuring van waren.
Periode: 1945–1988
Grondslag: Warenwet, art. 11 lid 1 (Stb. 1935, 793)
Opmerking: Deze handeling wordt verricht indien de keuring van waren niet voldoende
is in een gemeente. Het gaat hier niet om fysieke voorzieningen. De voorzieningen
liggen eerder op het regulatieve vlak, in de zin van extra verordeningen, benoemingen
van extra personeel, opdrachten tot de aanschaf van materiaal.
Waardering: V, 5 jaar na buitenwerking treden voorziening
(64)
Handeling: Het erkennen van instellingen die toestellen en installaties voor elektrische
bedwelming testen.
Periode: 1957–
Grondslag: Beschikking, art. 3 (Stcrt. 1957, 105)
Waardering: V, 5 jaar na afloop erkenning
(139)
Handeling: Het goedkeuren van type toestellen en installaties voor elektrische bedwelming.
Periode: 1957–
Grondslag: Beschikking van 10 december 1954, 18395, art. 3 (Stcrt. 1954, 242)
Waardering: V, 10 jaar na afloop geldigheid goedkeuring
(190)
Handeling: Het maken van bezwaar indien andere dan internationale organen of nationale
overheidsorganen inlichtingen uit het register inzake radioactieve stoffen krijgen.
Periode: 1969–2002
Grondslag: Besluit registratie radioactieve stoffen en kosten keuringsdiensten Kernenergiewet,
art. 2 lid 5 (Stb. 1969, 472)
Waardering: V, 2 jaar na uitspraak
(195)
Handeling: Het jaarlijks registreren van verslagen inzake de handelingen en bevindingen
van Colleges van B&W met betrekking tot de uitoefening van hun taken inzake het registreren
voor invoer, aflevering of bereiding van radioactieve stoffen.
Periode: 1969–2002
Grondslag: Besluit registratie radioactieve stoffen en kosten keuringsdiensten Kernenergiewet,
art. 13 (Stb. 1969, 472)
Waardering: B 3 (verslagen zelf)
V, 5 jaar: overige neerslag
(215)
Handeling: Het in overeenstemming met de Minister van Landbouw vaststellen van nadere
regels wat betreft de invoer van voedingswaren uit derde landen
Periode: 1993–
Grondslag: Warenwetbesluit invoer levensmiddelen uit derde landen, art. 4 (Stb.1993, 698)
Opmerking: Ter uitvoering van de richtlijnen 97/78/EG; 92/118/EEG
Waardering: B 1
(216)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en Economische Zaken vaststellen
van nadere eisen voor de aanduiding, samenstelling en zuiverheid van ingrediënten
en van in brood toe te laten hoeveelheden
Periode: 1985–
Grondslag: Broodbesluit Warenwet 1985, artt. 4.2, 4.6 (Stb.1985, 758)
Waardering: B 1
(217)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en Economische Zaken besluiten
tot het toelaten van hulpstoffen in brood
Periode: 1985–
Grondslag: Broodbesluit Warenwet 1985, art. 85 (Stb.1985, 758)
Waardering: B 1
(218)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en Economische Zaken vaststellen
van symbolen voor verpakkingen van eet- of drinkwaren
Periode: 1980–
Grondslag: Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art. 3 lid 1a (Stb.1979, 558)
Waardering: B 1
(219)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en Economische Zaken stellen
van eisen voor verpakkingen en gebruiksartikelen van eet- of drinkwaar
Periode: 1980–
Grondslag: Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art. 2 lid 1a (Stb.1979, 558)
Opmerking: Het gaat om eisen met betrekking tot het te gebruiken materiaal en om het
stellen van regels met betrekking tot de stoffen waarvan dat materiaal is gemaakt
Waardering: B 1
(220)
Handeling: Het onderling met de Minister van Landbouw overeenstemmen inzake de benoeming
van de voorzitter uit de leden van de Voorlopige Commissie Veiligheid Nieuwe Voedingsmiddelen
Periode: 1995–1997
Grondslag: Warenwetregeling Toelating nieuwe Voedingsmiddelen, art. 6 lid 4 (Stcrt.1995, 139)
Opmerking: De Voorlopige Commissie Veiligheid Nieuwe Voedingsmiddelen is een onderdeel
van de Voedingsraad.
Waardering: V, 10 jaar na ontslag
V, 75 jaar bij rechtspositionele en/of pensioenrechtelijke aangelegenheden
(221)
Handeling: Het met de Ministers van Landbouw en Economische Zaken overeenstemmen inzake
het stellen van nadere regels op het gebied van voeding
Periode: 1979–
Grondslag:
– Warenwetbesluit aroma’s, art. 13 lid 1 (Stb. 1992, 95)
– Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen, art. 3 lid 3-4, art.
12 lid 3, artt. 13, 15 lid 5, art. 18 lid 2 (Stb.1992, 678)
– Warenwetbesluit eieren, art. 4 (Stb.1996, 476)
– Eiwitproductenbesluit Warenwet, artt. 3 lid 2 en 4 lid 2 (Stb.1988, 339)
– Warenwetbesluit etikettering van levensmiddelen, art. 31 (Stb.1992, 14)
– Besluit geconserveerde groenten, art. 5 (Stb. 1979, 219)
– Warenwetbesluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (intraverkeer),
art. 4 (Stb. 1994, 872)
– Warenwetbesluit produkten voor bijzondere voeding, art. 12 lid 2 (niet met EZ) (Stb. 1992, 222)
– Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit Warenwet, art. 5 lid 1 (Stb.1979, 558)
– Warenwetbesluit Visserijproducten, art. 3 lid 2, artt. 4, 5, 6 lid 2 (niet met EZ)
(Stb. 1995, 46)
– Vlees- en vleeswarenbesluit Warenwet 1987, art. 10 lid 2 (niet EZ) (Stb.1987, 242)
– Warenwetbesluit zuivel, art. 3 lid 4, art. 12a lid 3 (Stb 1994, 813)
Product:
– Warenwetregeling eieren (Stcrt.1996, 243)
– Regeling inwerkingtreding Eiwitproductenbesluit Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Regeling sojaeiwitprodukten Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Regeling Tarwe-eiwitprodukten Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Schimmeleiwitproducten- Regeling Warenwet (Stcrt.1993, 2)
– Warenwetregeling Gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (intraverkeer)
(Stcrt.1994, 245)
– Warenwetregeling visserijproducten en tweekleppige weekdieren (Stcrt.1995, 29)
Opmerking: De regels worden door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert,
opgesteld met betrekking tot het gebruik van aroma’s, de behandeling van levensmiddelen,
verhandelen, verwerken, verpakken, bewaren en vervoeren van eieren (zonder EZ), kleur,
geur etc deugdelijkheid van eiwitten
Waardering: B 1
(222)
Handeling: Het met de Ministers van Economische Zaken en van Landbouw overeenstemmen
inzake vast te stellen methoden van onderzoek
Periode: 1979–
Grondslag :
– Broodbesluit Warenwet 1985, art. 24 (Stb.1985, 758)
– Warenwetbesluit doorstraalde waren, art. 11 lid 1 (Stb.1997, 20)
– Warenwetbesluit Frisdranken, art. 7 lid 2 (Stb.1995, 425)
– Meelbesluit Warenwet, art. 19 (Stb.1985, 757)
– Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art 5 lid 2 (Stb.1979, 558)
Product: Regeling Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) Stcrt.1980, 18 + bijlagen
Opmerking: De methoden van onderzoek worden vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid
Bij het Warenwetbesluit Frisdranken is EZ niet betrokken.
Waardering: B 1
(223)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Landbouw inzake het stellen van
regels ter uitvoering van
a. Richtlijn 90/675/EEG;
b. Richtlijn 92/118/EEG;
c. een bindende EEG-regeling
Periode: 1994–
Grondslag: Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen, art. 4 (Stb.1993, 698)
Waardering: B 1
(224)
Handeling: Het vaststellen van het vetgehalte van andere gestandaardiseerde melk dan
gestandaardiseerde halfvolle melk
Periode: 1975–
Grondslag: Beschikking Melkstandaardisatie 1975, art. 3 lid 1 (Stcrt. 1975, 97)
Opmerking: Deze handeling wordt verricht in overleg met de minister onder wie Landbouw
ressorteert.
Waardering: B 1
(225)
Handeling: Het overeenstemmen met de Ministers van Economische Zaken en van Landbouw
inzake de vervanging van de aanduidingen ‘produkt met x% vlees’ met andere aanduidingen
Periode: 1987–
Grondslag: Vlees- en Vleeswarenbesluit (Warenwet) 1987, art. 7 lid 3 (Stb.1987, 242)
Waardering: B 1
Vleeskeuringswet
(58)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van Vleeskeuringswet
Periode: 1945–
Product: Vleeskeuringswet (Stb. 1919, 524)
Waardering: B 1
(59)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – voorbereiden
van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s betreffende vlees en vleeswaren
voor zover deze voortkomen uit de Vleeskeuringswet
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 1 lid 2, art. 2 lid 2, art. 5 lid 2, art. 18, lid
1–3 art. 19 en 19 onder a, art. 20 lid 2, art. 25, art. 27 lid 2, art. 28, art. 30,
art. 30a, c–d (Stb. 1919, 524)
Product:
– Besluit uitvoering artikel 18 en 25 Vleeskeuringswet (Stb. 1920, 285)
– Besluit opleiding keurmeester vee en vlees (Stb. 1920, 314)
– Besluit betreffende het verlenen van rentedragende voorschotten aan gemeenten (Stb. 1921, 637)
– Besluit tot uitvoering van artikel 19 (Stb. 1921, 754)
– Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vlees (Stb. 1922, 225)
– Besluit tot uitvoering van artikel 2, lid 2, onder a (Stb. 1922, 379)
– Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vleeswaren (Stb. 1922, 395)
– Besluit voorschriften voor het verwerken van vlees tot vleeswaren (Stb. 1924, 448)
– Besluit eisen (Stb. 1926, 233)
– Besluit tot vernietiging raadsbesluit benoeming van W. Graafsma tot hoofd van de
vleeskeuringsdienst (Stb. 1955, 79)
– Besluit vleeskeuring (Stb. 1957, 29)
– Besluit wat niet onder vleeswaren moet worden verstaan (Stb. 1957, 513)
– Besluit tot uitvoering van artikel 2, lid 2, van de Vleeskeuringswet (Stb. 1958, 92)
– Besluit eisen (Stb. 1960, 71)
– Besluit invoer vlees uit het buitenland (Stb. 1965, 345)
– Besluit toepassing op buffels en rendieren (Stb. 1974, 423)
– Besluit aanwijzing ambtenaren belast met keuring (Stb. 1976, 330)
– Besluit vergoeding kosten vleeskeuringdiensten (Stb. 1979, 629)
– Besluit voorwaarden voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten van
de Europese Gemeenschap (Stb. 1985, 174);
– Besluit invoer van vleesproducten en vleesbereiding uit andere lidstaten van de
EEG (Stb. 1985, 175)
– Besluit bijzondere slachtplaatsen (Stb. 1985, 421)
– Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen (Stb. 1991, 557)
– Besluit betreffende de productie van en de handel in vleesproducten (Stb. 1994, 11)
– Besluit betreffende de productie van en de handel in vers vlees (Stb. 1994, 12)
– Besluit productie en handel vlees van vrij wild (Stb. 1994, 563)
– Besluit aanwijzing ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1 van de Vleeskeuringswet
(Stb. 1995, 551)
Waardering: B 1
(60)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – vaststellen
wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake de veiligheid van vlees en
vleeswaren ter bescherming van de volksgezondheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Zie AMvB’s Vleeskeuringswet Bijlage I
Product:
– Voorwaarden bij de overbrenging van ingevoerd nog te keuren vlees naar een eerste
kantoor (Stcrt. 1922, 103)
– Voorschriften omtrent verpakking, bewaring, vervoer en merking van door afkoeling
verduurzaamd vlees (Stcrt. 1922, 104)
– Beschikking vaststelling van stempelwerk voor niet door afkoeling verduurzaamd vlees
(Stcrt. 1922, 136)
– Beschikking betreffende de invoer van monsters vleeswaren (Stcrt. 1929, 143)
– Beschikking betreffende de keuring van per post ingevoerde vleeswaren (Stcrt. 1930, 2)
– Beschikking ontheffing van het verbod van invoer van darmen bestemd voor uitvoer
(Stcrt. 1947, 66)
– Beschikking aanwijzing van inrichtingen, waarvan het diploma wordt geëist voor toelating
tot een cursus voor opleiding tot keurmeester van vee en vlees (Stcrt. 1949, 64)
– Beschikking invoer van afgekeurde levers voor farmaceutische doeleinden (Stcrt. 1949, 85)
– Beschikking vaststelling van een leerplan (Stcrt. 1952, 18)
– Besluit aanwijzing ambtenaren belast met de keuring (Stcrt. 1952, 218)
– Beschikking van 10 december 1954, nr. 18395 (Stcrt. 1954, 242)
– Regeling onderzoeksregulatief (Stcrt. 1957, 23, 55)
– Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het algemene
(Stcrt. 1957, 34)
– Beschikking (Stcrt. 1957, 105)
– Vaststelling vergoeding voor de kosten der kosten der keuring in het algemeen (Stcrt. 1957, 164)
– Besluit houdend vaststelling van het rijksinvoerkeurloon van vlees (Stcrt. 1957, 164)
– Besluit inzake regelen voor de keuring van gesmolten vetten, afkomstig van slachtdieren
(Stcrt. 1957, 167)
– Beschikking merken (Stcrt. 1957, 222)
– Regeling voorschriften inzake elektrische bedwelming van slachtdieren (Stcrt. 1957, 253)
– Voorschriften keuring toestellen en installaties met wisselstroom van 50 Hertz en
aanwijzing van deskundige bureaus voor controle van installaties (Stcrt. 1958, 33)
- Voorschriften voor het vervoer, de aflevering en de behandeling van voorwaardelijk
goedgekeurd vlees (Stcrt. 1958, 5)
– Voorschriften ten aanzien van slachtdieren en vlees (Stcrt. 1958, 19)
– Beschikking slachtdieren en vlees bestemd voor wetenschappelijk onderzoek (Stcrt. 1958, 19)
– Regeling andere bouwtechnische eisen (Stcrt. 1960, 154)
– Nadere voorschriften ten aanzien van hetgeen in vleeswinkels aanwezig mag zijn (Stcrt. 1961, 155)
– Regeling nadere voorschriften ten aanzien van het vervoer van vlees (Stcrt. 1961, 121);
– Regeling verkoop van uit het buitenland ingevoerd geslacht pluimvee in vleeswinkels
(Stcrt.1962, 226)
– Beschikking merking van vleeswaren bij invoer uit het buitenland (Stcrt. 1964, 25)
– Voorwaarden bij overbrenging van uit lidstaten van de EEG ingevoerde vlees naar
een eerste kantoor (Stcrt.1966, 210)
– Nadere voorschriften voor de invoer van vlees uit de lidstaten van de EEG (Stcrt. 1966, 226)
– Besluit houdende vaststelling van rijksinvoerkeurloon voor vlees (Stcrt. 1966, 226)
– Bijzondere voorwaarden bij overbrenging van ingevoerd nog te keuren vlees en vleeswaren
naar een eerste kantoor (Stcrt. 1968, 82)
– Besluit houdende vaststelling van het rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleeswaren
(Stcrt. 1968, 47)
– Rijksinvoerkeurloon voor bevroren darmen, organen voor bereiding van farmaceutische
producten en vleeswaren (Stcrt. 1968, 47)
– Beschikking invoer van ortherapeutische doeleinden bestemde organen of delen van
slachtdieren uit België of Luxemburg (Stcrt. 1970, 85)
– Regeling vaststelling van de keuringsstaten (Stcrt. 1972, 244)
– Aanwijzing gedroogde bloedcellen als verduurzaamd vlees (Stcrt. 1976, 74)
– Invoer organen bestemd voor de bereiding van orgaanpreparaten (Stcrt. 1976, 95)
– Regeling nadere bouwtechnische voorschriften op grond van het Eisenbesluit (Stcrt. 1977, 25)
– Regeling bekleding van wanden (Stcrt. 1977, 28)
– Regeling nadere voorschriften t.a.v. luchtoverdruk en luchtcirculatie als bedoeld
in artikel 1 van het Eisenbesluit (Stcrt. 1977, 28)
– Regeling keuringsregulatief (Stcrt. 1978, 201)
– Regeling vaststelling modellen (Stcrt. 1979, 251)
– Invoer vlees (art. 4 van het KB. Stb. 225/1922) (Stb. 1980, 222)
– Invoer van vlees uit andere landen dan de lidstaten van de Europese Gemeenschap
(Stcrt. 1981, 137, 189)
– Regeling eisen verpakking voorverpakt vlees (Stcrt. 1981, 155)
– Regeling aanwijzing gemeenten waarheen voorwaardelijk goedgekeurd vlees mag worden
vervoerd (Stcrt. 1981, 198)
– Regeling invoer- en afleveringsverbod stoffen met hormonale en thyreostatische werking
(Stcrt. 1981, 221)
– Regeling aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1984, 124)
– Besluit aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1984, 125)
– Invoer vleesproducten uit lidstaten van de EG (Stcrt. 1985, 116)
– Besluit verbod stoffen, niet eigen aan vlees, in te voeren stoffen (Stcrt. 1986, 159)
– Aanwijzing eerste kantoor voor keuring van vlees en/of vleeswaren, gesmolten vetten
afkomstig van slachtdieren, gedroogd vlees, bloedplasmapoeder en gedroogde bloedcellen
en aanwijzing percelen van keuring (Stcrt. 1986, 177)
– Regeling opslag en vervoer voorwaardelijk goedgekeurd vlees (Stcrt. 1987, 31, 90, 147)
– Regeling vlees goedgekeurd onder voorwaarde van sterilisatie (Stcrt. 1987, 79)
– Regeling gezondheidsverklaring voor personen werkzaam in de vleesindustrie (Stcrt. 1987, 198)
– Besluit tarieven vlees en vleesproducten (Stcrt. 1993, 99)
– Regeling invoer van vleeswaren uit lidstaten en derde landen (Stcrt. 1993, 121)
– Regeling aanwijzing personen die kunnen worden belast met de controle van veterinaire
documenten voor vlees en vleesproducten verzonden uit derde landen (Stcrt. 1993, 76)
– Besluit aanwijzing autoriteit belast met het in kennis stellen van de Europese Commissie
van onregelmatigheden bij de invoer uit derde landen van vlees en vleesproducten (Stcrt. 1993, 80)
– Regeling kalverlebmagen afkomstig uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen
bestemd voor de bereiding van stremsel (Stcrt. 1993, 81)
– Regeling identificatie en registratie slachtdieren (Stcrt. 1993, 87)
– Regeling nadere voorwaarden voor vlees uit lidstaten van de EG (Stcrt. 1993, 146)
– Regeling nadere voorwaarden voor vleesproducten en vleesbereidingen verzonden uit
lidstaten van de EG (Stcrt. 1993, 146)
– Regeling vlees uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen, bestemd voor
ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1993, 183)
– Beschikking merken 1994 (Stcrt. 1994, 10)
– Besluit toepassing productie en in handel brengen vers vlees (Stcrt. 1994, 10)
– Regeling aanwijzing inspectieposten aan de grens (Stcrt. 1994, 23)
– Regeling vervoer niet volledig gekoeld varkensvlees (Stcrt. 1994, 39)
– Regeling voorwaarden waaronder wordt verstaan dat rund- en varkensvlees wordt uitgesneden
(Stcrt.1994, 39)
– Regeling inzake de invoer van vlees, bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie
(Stcrt. 1994, 127)
– Regeling houdende vaststelling formulier speciale noodslachtingen (Stcrt. 1994, 200)
– Regeling nadere voorwaarden voor vlees uit andere lidstaten (Stcrt. 1994, 209)
– Regeling aanwijzing van bedrijven voor het verwerken, het opslaan, het drogen of
het sorteren van vlees niet bestemd voor menselijk consumptie (Stcrt. 1994, 231)
– Regeling invoer vlees bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 239)
– Regeling nadere voorwaarden inzake vlees uit andere lidstaten (Stcrt. 1995, 77)
– Regeling nadere voorwaarden inzake vleesproducten, vleesbereiding en bepaalde andere
producten van dierlijke oorsprong uit andere lidstaten (Stcrt. 1995, 77)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het aanwijzen van onderscheidings- en herkenningstekens voor daarbij aangewezen
categorieën van ter slachting aangeboden slachtdieren. (Vleeskeuringbesluit, art.
17a, lid 1 (Stb. 1957, 29), Besluit betreffende de productie van ven de handel in vers vlees, art.
10, lid 4 (Stb. 1994, 12));
– het stellen van nadere regels met betrekking tot kennisgevingen inzake vlees en
vleeswaren;
– het aanwijzen van eerste kantoren, inspectieposten en douane entreedepot alwaar
de Rijkskeurmeester (eventueel) vlees controleert.
Waardering: B 1
(61)
Handeling: Het aanwijzen van landen van waaruit (geen) vlees mag worden ingevoerd.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit invoer vleeswaren, art. 2 (Stb. 1922, 395)
Product: o.a.:
– Besluit invoer van vleeswaren uit lidstaten en derde landen (Stcrt. 1921, 121)
– Beschikking landen, waaruit vleeswaren mogen worden ingevoerd (Stcrt. 1957, 164)
– Beschikking invoer van vlees uit o.a.: Argentinië (Stcrt. 1985, 218), Australië (Stcrt. 1985, 233), Uruguay (Stcrt. 1985, 233), Zwitserland (Stcrt. 1986, 220)
Waardering: B 1
(62)
Handeling: Het toelaten van ambtenaren die (her-)keuringen van vlees verrichten en
het stellen van nadere regels inzake de werkzaamheden van deze ambtenaren en diensten.
Periode: 1957–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 20 onder a (Stb. 1919, 524), Vleeskeuringbesluit, art. 51, lid 1, art. 2 (Stb. 1957, 29), Regeling Keuringsdienst 1984 (Stcrt. 1984, 125)
Product:
– Besluit aanwijzing ambtenaren vleeskeuring (Stcrt. 1984, 125)
– Regeling keuringsdienst 1984 (Stcrt. 1984, 125)
– Regeling tot aanwijzing RVV-ambtenaren (Stcrt. 1989, 3)
– Regeling kringindeling RVV 1995 (Stcrt. 1995, 164)
Opmerking: in plaats van ‘toelaten’ kan ook ‘aanwijzen’ en in plaats van ‘ambtenaren’
kan ook ‘diensten’ worden gelezen.
Waardering: B 4: richtlijnen en regelingen
V, 10 jaar: overige neerslag
(63)
Handeling: Het toelaten van ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Vleeskeuringswet
en het stellen van nadere regels inzake de werkwijze van de diensten en ambtenaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 31 (Stb. 1919, 524)
Product:
– KB houdende aanwijzing van ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1, van de Vleeskeuringswet
(Stcrt. 1952, 218)
– Aanwijzing opsporingsambtenaren Vleeskeuringswet en Destructiewet (Stcrt. 1992, 242)
– Besluit werkzaamheden hoofdinspecteur Veterinaire Inspectie (Stcrt. 1993, 34).
– Regeling aanwijzing ambtenaren belast met toezicht op naleving Vleeskeuringswet
(Stcrt. 139)
– Besluit houdende aanwijzing van ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1, van
de Vleeskeuringswet (Stb. 1995, 551)
Opmerking: deze handeling geschiedt eventueel in overeenstemming met andere ministers.
In plaats van ‘toelaten’ kan ook ‘aanwijzen’ en in plaats van ‘ambtenaren’ kan ook
‘diensten’ worden gelezen.
Waardering: B 4: richtlijnen en regelingen
V, 10 jaar: overige neerslag
Wet op de Voedingsraad
(68)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Wet
op de Voedingsraad.
Periode: 1954–
Product: Wet op de Voedingsraad (Stb. 1952, 350)
Opmerking: De wet is bij KB (Stb. 1954, 94) inwerking getreden.
Waardering: B 1
Destructiebesluit 1942
(69)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van het Destructiebesluit
1942.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Verordening No 3/1940, art. 2 en 3; Verordening No 23/1940, art. 1
Product: Destructiebesluit 1942 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: B 1
(70)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of intrekken van ministeriële regelingen inzake
de destructie van vlees en vleeswaren.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 2 lid 5, art. 3, art. 10 lid 2 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: B 1
Destructiewet
(71)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Destructiewet.
Periode: 1957–
Product: Destructiewet (Stb. 1957, 84)
Waardering: B 1
(72)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake de destructie van voor menselijke consumptie ondeugdelijk
vlees en vleeswaren.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 7, art. 9 lid 1, art. 13 lid 3, art. 10 lid 6, art.
13 lid 5, art. 14 (Stb. 1957, lid 84)
Product:
– Destructiebesluit (Stb. 1958, 71)
– Besluit van 30 maart 1978, houdende uitvoering van artikel 2, derde lid, onder c,
van de Destructiewet (Stb. 222)
– Destructiebesluit 1996 (Stb. 1996, 126)
Waardering: B 1
(73)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake
(de houders van) destructiemateriaal, de verwerkers en het eindproduct van de verwerking.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 2 lid 2, art. 3 lid 4, art. 4a lid 4, art. 4b lid 1–2,
art. 7, art. 12 lid 1 en 3–4 (Stb. 1957, 84, zoals gewijzigd Stb. 1994, 784); Destructiebesluit, art. 16 lid 2, art. 18 lid 1 en 3, art. 20 lid 1,
22 lid 4, art. 26 lid 1, art. 27, art. 28 lid 1, art. 30 lid 5, 7 -8 en 11, art. 31
lid 3 en 5 (Stb. 1958, 710); Destructiebesluit 1996, art. 16 lid 1, art. 18 lid 2, art. 28 lid 1 (Stb. 1996, 126)
Product: o.a.:
– Regeling eisen eigenaar of hinder van hoog- en laagrisico materiaal (Stcrt. 1995, 77)
– Regeling aanwijzing hoog-risico materiaal (Stb. 1996, 68)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van (nadere) regels inzake het begraven en verbranden van destructiemateriaal
en de invoer van het eindproduct van verwerking in Nederland;
– het stellen van (nadere) regels aan de eigenaar of houder van laag- en hoog-risico
materiaal;
– het stellen van regels inzake de invoer en uitvoer van laag-risico destructie materiaal;
– het stellen van het (nadere) regels inzake het verhalen van de extra kosten door
de verwerker op degene van wie het destructiemateriaal afkomstig is (het destructiemateriaal
wat hier wordt bedoeld is vermengd met ander materiaal of zodanig verpakt dat de kosten
van destructie aanmerkelijk hoger zijn dan normaal);
– het aanwijzen van dierlijk afval als hoog-risico materiaal.
Waardering: B 1
(74)
Handeling: Het aanwijzen van een instantie die bevoegd is tot het bijhouden van het
register met een overzicht van verwerkingsbedrijven die laag-risico materiaal gebruiken
voor de bereiding van voeder voor gezelschapsdieren of farmaceutische of technische
producten.
Periode: 1995–
Grondslag: Destructiewet, art. 5 lid 2 (Stb. 1957, 84, zoals gewijzigd bij Stb.1994, 784)
Product: Aanwijzingsbesluit Destructiewet (Stcrt. 1995, 183)
Opmerking: Bij wijziging van de Destructiewet in 1995 is het begrip laag-risico-materiaal
geintroduceerd
Waardering: B 4
(75)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – toelaten/aanwijzen
van diensten en ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Destructiewet
en het stellen van nadere regels inzake de werkwijze van de diensten en ambtenaren.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 24 (Stb. 1957, lid 84); Destructiewet, art. 24 lid 2 (Stb. 1994, lid 784)
Product: Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Destructiewet (Stcrt. 1995, 82)
Waardering: B 4
Verordeningen product-, hoofdbedrijf- en bedrijfsschap
(76)
Handeling: Het ordonneren aan een product-, een hoofdbedrijf- of een bedrijfsschap
van het opstellen van verordeningen inzake destructiemateriaal en het eindproduct
van de verwerking van destructiemateriaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art. 4d lid 1, art. 9 lid 2 (Stb. 1994, 784)
Waardering: B 5
(78)
Handeling: Het goedkeuren van verordeningen van een product-, een hoofdbedrijf- of
een bedrijfsschap inzake destructiemateriaal en het eindproduct van de verwerking
van destructiemateriaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art 4d lid 2, art. 9 lid 3 (Stb. 1994, 784)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken, wijziging, vervallen of soortgelijk van de verordening.
Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
(80)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Wet
grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
Periode: 1978–
Product: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
(Stb. 1978, 430)
Waardering: B 1
(81)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake het grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige
levensmiddelen.
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 12 (Stb. 1978, 430)
Waardering: B 1
(83)
Handeling: Het aanwijzen van instanties die voor de minister de machtigingen verlenen
inzake het in verkeer brengen van levensmiddelen die niet voldoen aan de voor schriften
zoals die staan in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst (Trb. 1972, 112).
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 7 lid 2 (Stb. 1978, 430)
Product: Beschikking van 3 juni 1980, nr. 65613 (Stcrt. 1986, 11)
Opmerking: Door de ministers zijn de Keuringsdienst van Waren en de AID aangewezen.
Waardering: B 4
(84)
Handeling: Het stellen van nadere regels (aan aangewezen instanties) bij het verlenen
van een machtiging inzake het in verkeer brengen van levensmiddelen die niet vol doen
aan de voorschriften zoals die staan in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst
(Trb. 1972, 112).
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
art. 7, lid 2–3 (Stb. 1978, 430)
Opmerking: Het vaststellen van de vergoeding voor de aanvraag van een machtiging maakt
deel uit van deze handeling.
Waardering: B 1
(86)
Handeling: Het toelaten van ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Wet
grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen (Stb. 1978, 430) en het stellen van nadere regels inzake de werkwijze van de diensten en
de ambtenaren
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 6 lid 1 (Stb. 1978, 430)
Product: Ministeriële beschikking van 21 mei 1979, nr. J 1862 (Stcrt. 1980, 126)
Opmerking: deze handeling vindt eventueel plaats in overeenstemming met andere ministers.
In plaats van ‘toelaten’ kan ook ‘aanwijzen’ en in plaats van ‘ambtenaren’ kan ook
‘diensten’ worden gelezen
Waardering: B 4
Kernenergiewet
(87)
Handeling: Het leveren van een bijdrage bij de voorbereiding van de vaststelling,
wijziging en intrekking van Kernenergiewet voor wat betreft ioniserende en niet-ioniserende
straling in relatie met de volksgezondheid
Periode: 1963–
Product: Kernenergiewet (Stb. 1963, 82)
Waardering: B 5
Uitvoeringsinstrumenten
Warenwet
Vergunningen
(99)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – verlenen, wijzigen,
schorsen of intrekken van vergunningen/toelatingen/erkenningen inzake het bereiden,
vervaardigen, behandelen, bewerken, verwerken, verpakken, bewaren of vervoeren van
waren behorend tot een bij AMvB angewezen categorie.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 14b lid 1 sub 2 onder b, art. 5, lid 1, onder b (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Product: o.a. erkenning natuurlijk mineraal- en bronwater (Stcrt. 1986, 34 )
Opmerking: Bovenstaande erkenning is gebaseerd op het Natuurlijk Mineraal- en bronwaterbesluit
(Stb.1985, 422).
Deze handeling kan ook worden verricht door een ander bij AMvBaangewezen overheidsorgaan
zoals bijvoorbeeld het COKZ; zie handeling 100.
Deel van deze handeling maakt uit:
– het weigeren, verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen voor het invoeren/bereiden
van radioactieve stoffen (Besluit radioactieve stoffen, art. 2 lid 1–2, art. 3 lid
1, art. 4 lid 4 (Stb. 1958, 317),Besluit radioactieve stoffen, art. 3 lid 1, art. 4 lid 1 (Stb. 1963, 233)).
– het geven van toestemming aan de vervoerder om in een collo een radioactieve stof
te vervoeren die een hogere waarde heeft dan staat omschreven in het Besluit radioactieve
stoffen 1958/1963 (Besluit radioactieve stoffen, art. 2 lid 1 (Stb. 1958, 317), Besluit radioactieve stoffen, art. 10 lid 4 (Stb. 1963, 233)).
– het toelaten van natuurlijke personen of rechtspersonen die in het bezit mogen zijn
van radioactieve stoffen (Besluit radioactieve stoffen, art. 2 lid 1, art. 3 lid 1
(Stb.1958, 317), Besluit radioactieve stoffen, art. 3 lid 1, art. 4 lid 1 (Stb.1963, 233)).
– het toelaten van (namen op) waren die naar aard en samenstelling gelijk zijn aan
de waren zoals genoemd in AMvB‘s op grond van de Warenwet (Warenwet, art. 14 lid 3
(Stb. 1935, 793), zie ook AMvB’s Warenwet);
– het opstellen van voorschriften die worden verbonden aan een vergunning;
– het verzoeken aan de regionaal inspecteur voor de Gezondheidsbescherming om een
centraal melkdepot of centrum voor standaardisering te erkennen als melkbehandelingsinrichting
of melkverwerkingsinrichting (- Regeling zuivelbereiding , art. 3 lid 1 en 2 (Stcrt. 1994, 243));
– het erkennen een onderneming – waaraan krachtens de Kernenergiewet een vergunning
is verleend inzake ioniserende straling uitzendende toestellen – voor het mogen uitvoeren
van behandelingen van drink- en eetwaren met ioniserende straling (Besluit doorstraalde
waren, art. 3, lid 2 (Stb.1992, 205);
– het erkennen van bronnen van natuurlijk mineraal en bronwater (Natuurlijk mineraal-
en bron waterbesluit, art. 2, lid 4-5 (Stb. 1985, 422)).
Deze handeling komt gedeeltelijk overeen met handelingen 137 en 150 uit RIO 82, Energiebeleid.
Neerslag van handelingen op grond van de Kernenergiewet moet geselecteerd worden met
behulp van de selectielijst Energiebeleid (Stcrt. 2006, 10)
Waardering: B 5
(101)
Handeling: Het behandelen van een beroep – welke is ingesteld door een betrokkene
– tegen een beschikking van een aangewezen overheidsorgaan inzake het verlenen, wijzigen
of intrekken van een vergunning voor het bereiden, vervaardigen, behandelen, bewerken,
verwerken, verpakken, bewaren of vervoeren van waren behorend tot een bij AMvBaangewezen
categorie.
Periode: 1988–
Grondslag: Warenwet, art. 5 lid 5, 14b lid 5 (Stb. 1988, 358)
Waardering: V, 5 jaar na uitspraak
(102)
Handeling: Het registreren van de te gebruiken aanduidingen en vermeldingen en de
samenstelling van producten van bijzondere voeding welke niet behoort tot een in de
bijlagen van het Besluit producten voor bijzondere voeding (Stcrt. 1992, 222) genoemde categorieën.
Periode: 1992–
Grondslag: Besluit producten voor bijzondere voeding, art. 2 lid 2, art. 4 lid 2–3
(Stcrt. 1992, 222)
Waardering: B 5
Ontheffingen
(103)
Handeling: Het verlenen (eventueel ook wijzigen of intrekken) van een ontheffing aan
een bedrijf ten aanzien van verplichtingen of verboden welke zijn gesteld op grond
van de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 16 lid 2 (1935, 793)
Product:
– Beschikking ontheffing met het oog op het pellen van garnalen en huisarbeid (Stcrt. 1979, 43)
– Beschikking houdende ontheffing aan Vroom & Dreesman inzake marktrestaurant (Stcrt. 1993, 199)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 145)
– Beschikking houdende ontheffing warenwetbesluit doorstraalde waren (Stcrt. 1994, 173)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 215)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 217)
Opmerking: Bij AMvBkan deze handeling worden overgedragen aan een daarbij aangewezen
instelling (art. 22, lid 4, WW).
Waardering: V, 5 jaar na wijziging en intrekking van ontheffing
(106)
Handeling: Het behandelen van een beroep inzake de weigering, wijziging of intrekking
van een ontheffing door een bij AMvBaangewezen overheidsorgaan.
Periode: 1988–
Grondslag: Warenwet, art. 16 lid 6 (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Waardering: V, 10 jaar na uitspraak
Typekeuringen
(110)
Handeling: Het behandelen van een beroep tegen een beschikking van een aangewezen
overheidsorgaan inzake de weigering van goedkeuring van waren – niet zijnde eet- en
drinkwaren – behorend tot een bij AMvB aangewezen categorie.
Periode: 1975–
Grondslag: Warenwet, 14h lid 5 (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij art. 7 lid 5 Stb. 1994, 573)
Waardering: V, 10 jaar na uitspraak
Onderzoeksverplichtingen bedrijven/bedrijfscontrolesystemen waren
(114)
Handeling: Het registreren van onderzoek verricht door de houders/vervaardigers van
waren behorend tot een bij AMvB aangewezen categorie.
Periode: 1988–
Grondslag: Warenwet, art. 11 lid 1 (Stb. 1988, 573, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Opmerking: Deze handeling kan eventueel worden verricht door een ander bij AMvB aangewezen
overheidsorgaan.
Waardering: B 5
Certificering voedingswaren in- en uitvoer
(116)
Handeling: Het registreren van certificaten – afkomstig van administratieve instanties
uit landen waar cholera heerst – inzake de veiligheid van etenswaren die voor de export
naar de Europese Unie is bedoeld.
Periode: 1991–
Grondslag: Verordening (EEG nr.3185/91) Bijlage V.
Opmerking: CERPER uit Peru geeft onder andere deze certificaten af.
Waardering: V,1 jaar na afloop certificaat
Gecontroleerde benaming van oorsprong
(117)
Handeling: Het behandelen van registratieaanvragen inzake de bescherming van de oorsprongsbenamingen
en de geografische aanduidingen van voor menselijke voeding bestemde landbouwproducten.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit inzake wijn, art. 1 bis (Stb. 1929, 137); Verordening inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen
van landbouwproducten en levensmiddelen, art. 5 (nr.2081/92 (EEG))
Product:
– Beschikking nr. 9430 (Stcrt. 1958, 126);
– Beschikking nr. 16 464 (Stcrt. 1954, 231);
– Beschikking nr. 190 801 (Stcrt. 1966, 248);
– Beschikking oorsprong van wijnen en cognac uit Frankrijk (Stcrt. 1972, 56)
Opmerking: De behandeling van deze aanvragen wordt meestal uitgevoerd door het Hoofdproductschap
Akkerbouw (HPA) en het Productschap Wijn. Deze organisaties bewaren de aanvragen.
De behandeling geschiedt echter onder de verantwoordelijkheid van de minister onder
wie Volksgezondheid ressorteert. Deze minister zorgt dan ook voor de publicatie van
de beschikkingen in de Staatscourant.
Waardering: B 5
Specificiteitcertificering landbouwproducten en levensmiddelen
(120)
Handeling: Het behandelen van klachten inzake onregelmatigheden met betrekking tot
specificiteitcertificaten.
Periode: 1992–
Grondslag: EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen, art. 10 en 11 (nr. 2082/92)
Opmerking: De klacht wordt onderzocht en stelt de betrokken lidstaat op de hoogte
van zijn bevindingen. Mochten de betrokken lidstaten niet tot overeenstemming kunnen
komen, dan wordt de klacht gericht aan de Europese Commissie.
Waardering: V 5 jaar na afhandeling
Vleeskeuringswet
Financiering gemeentelijke keuringsdiensten
(121)
Handeling: Het aanwijzen van gemeenten die moeten samenwerken bij het opzetten van
een keuringsdienst voor vlees.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 23 onder a lid 1–3 (Stb. 1919, 524)
Waardering: V, 5 jaar na afloop aanwijzing
(122)
Handeling: Het vaststellen van een tarief/keurloon voor de keuring van vlees.
Periode: 1957–
Grondslag: Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het
algemeen, art. 3 (Stcrt. 1957, 34); Vleeskeuringswet, art. 26a lid 1 (Stb. 1984, 109); Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen, art. 10 lid 4 (Stb. 1991, 557); Besluit betreffende productie van en de handel in vers vlees, art. 13a
(Stb. 1994, 12)
Product:
– Beschikking van 9 augustus 1957, nr. 11942 (Stcrt. 1957, 166)
– Beschikking van 11 september 1957, nr. 12769 (Stcrt. 1957, 179)
– Beschikking van 24 september 1957, (Stcrt. 1957, 186)
– Besluit rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleesproducten uit andere landen dan de
lidstaten van de EG (Stcrt. 1968, 50)
– Regeling tarieven keuring vee en vleesproducten (Stcrt. 1993, 99)
Waardering: V, 5 jaar na een hernieuwde vaststelling
(123)
Handeling: Het beheren van de heffingen – afkomstig van de gemeenten/(Rijks)keurmeesters
– inzake de keuring van vlees en verlenen van een bijdrage aan gemeenten ter verlichting
van de kosten voor het operationeel houden van een keuringsdienst voor vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 24 onder b, art. 26b lid 1 (Stb. 1919, 524); esluit tot uitvoering van artikel 24 van de Vleeskeuringswet, art. 2
(Stb. 1921, 637); Besluit vergoeding kosten vleeskeuringdiensten, art. 2, art. 3, art.
7, art. 8 (Stb. 1979, 629).
Waardering: V, 10 jaar
Educatie keurmeesters van vee en vlees
(124)
Handeling: Het vaststellen van het maximum aantal keurmeesters.
Periode: 1994–
Grondslag: Besluit betreffende de productie van en het in de handel brengen van vers
vlees, art. 8 onder d sub 4 (Stb. 1994, 12)
Waardering: V, 2 jaar
(125)
Handeling: Het aanwijzen van slachtinrichtingen op het gebied van het slagersvakonderwijs.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 13 onder b (Stb. 1920, 314)
Product: o.a. Beschikking (Stcrt. 1949, 64).
Waardering: V, 5 jaar na afloop aanwijzing
(126)
Handeling: Het opstellen van leerplannen, cursusschema’s e.d. voor de opleiding van
(aankomende) keurmeesters van vee en vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 6 en 9 (Stb. 1920, 314
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit: het aanwijzen van examens die dienen
te worden afgelegd door de keurmeesters.
Het Ministerie van Landbouw was de bevoegde autoriteit voor het inhoudelijk bepalen
van de examens (opstellen ervan) en het uitgeven van diploma’s.
Waardering: V, 5 jaar
(127)
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de leraren die de opleidingen verzorgen
voor de (aankomende) keurmeesters van vee en vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 8 (Stb. 1920, 314)
Waardering: V, 10 jaar na ontslag
Deze handeling heeft uitsluitend betrekking op benoemingen waarbij geen sprake is
van een rechtspositionele verhouding. In gevallen waarin wel sprake is van een rechtspositionele
verhouding, moet gebruik worden gemaakt van de selectielijst voor personeelsdossiers
van de rijksoverheid (P-direkt)
(128)
Handeling: Het benoemen, schorsen of ontslaan van de waarnemend voorzitter. secretaris
en de leden van de examencommissie die examens afnemen van (aankomende) keurmeesters
van vee en vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 17 (Stb. 1920, 314)
Waardering: V, 10 jaar na ontslag
Deze handeling heeft uitsluitend betrekking op benoemingen waarbij geen sprake is
van een rechtspositionele verhouding. In gevallen waarin wel sprake is van een rechtspositionele
verhouding, moet gebruik worden gemaakt van de selectielijst voor personeelsdossiers
van de rijksoverheid (P-direkt)
(129)
Handeling: Het toelaten van personen tot de opleiding voor keurmeester van vee en
vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 13 lid 1 onder a en b
en lid 4, art. 19 lid 2 (Stb. 1920, 314)
Opmerking: Toelating vindt plaats door selectie op leeftijd, ervaring en door onderwerping
aan een openbaar examen van de kennis van het Nederlands (lezen en schrijven), rekenen
en kennis van het metrieke stelsel.
Waardering: V, 5 jaar na behalen diploma of na verlaten opleiding
Vergunningen inrichtingen
(132)
Handeling: Het verlenen van renteloze voorschotten aan een gemeente voor de oprichting
van een centrale slachtplaats.
Periode: 1945–1972
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 24 onder a (Stb. 1919, 524); Besluit tot uitvoering van artikel 24 van de Vleeskeuringswet, art. 1
(Stb. 1921, 637)
Waardering: V, 5 jaar na teruggave voorschot
(133)
Handeling: Het afgeven, intrekken en eventueel schorsen van erkenningen en vergunningen
voor inrichtingen zoals slachthuizen, uitsnijderijen en koel- en vrieshuizen.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vleeswaren (Stb. 1922, 395) art. 4 onder d; Vleeskeuringbesluit (Stb. 1957, 29) art. 9 lid 4, art. 54 lid 1 onder b; Besluit invoer van vlees uit het buitenland
(Stb. 1965, 345), art. 6 lid 2; Regeling vlees uit andere lidstaten van de EG en uit derde
landen, bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1993, 183), art. 2 onder a sub 1-3; Regeling kalverleb-magen afkomstig uit andere
lidstaten van EG en uit derde landen bestemd voor de bereiding van stremsel (Stcrt. 1993, 81), art. 2; Besluit betreffende de productie van en de handel in vers vlees
(Stcrt. 1994, 12), art. 7 lid 1, art. 9 lid 1 en 3–4, art. 10; Regeling productie en handel
vlees vrij wild (Stb. 1994, 563), art. 10 lid 1
Product:
– Regeling aanwijzing bedrijven voor de opslag en verwerking van vlees niet bestemd
voor menselijk consumptie (Stcrt. 1993, 78)
– Regeling aanwijzing bedrijven voor opslag of het drogen van vlees niet bestemd voor
menselijk consumptie (Stcrt. 1994, 160)
– Regeling aanwijzing van bedrijven voor het verwerken, het opslaan, het drogen of
het sorteren van vlees voor menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 165)
– Regeling aanwijzing bedrijven voor opslag of verwerking van vlees niet bestemd voor
menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 210)
– Regeling aanwijzing bedrijven voor opslag of verwerking van vlees niet bestemd voor
menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 252)
Opmerking: Zie voor vergunningen inzake ritueel slachten, bedwelming en sterilisatie
van vlees de hier opvolgende sub-paragrafen. Deel van deze handeling maakt onder andere
uit:
– het afgeven/opschorten/intrekken van erkenningen van inrichtingen die voldoen aan
het eisen die zijn gesteld in het Besluit betreffende de productie van en de handel
in vers vlees;
– het aanwijzen van bedrijven waar de verwerking of opslag plaatsvindt van vlees niet
bestemd voor consumptie en afkomstig uit landen van buiten de Europese Unie;
– het aanwijzen van bedrijven waar de verwerking van vlees plaats vindt tot voeder
voor gezelschapsdieren, een farmaceutisch product of een technisch product;
– het erkennen van inrichtingen als vrij wildinrichtingen.
Waardering: V, 5 jaar na afloop erkenning/vergunning
Toelating (instellingen) ritueel slachten
(135)
Handeling: Het aanwijzen van slachthuizen waar ritueel geslacht mag worden.
Periode: 1957–
Grondslag: Vleeskeuringbesluit, art. 12 lid 1 (Stb.1957, 29)
Product:
– Beschikking (Stcrt. 1948, 224)
– Regeling inzake de aanwijzing van slachthuizen waar volgens de Israëlische ritus
geslacht mag worden (Stcrt.1957, 252)
– Besluit aanwijzing slachthuizen waar volgens Islamitische ritus mag worden geslacht
(Stcrt. 1988,149)
– Besluit aanwijzing slachthuizen waar volgens Islamitische ritus mag worden geslacht
(Stcrt.1992, 97)
Waardering: V, 5 jaar na afloop aanwijzing
(136)
Handeling: Het goedkeuren van methoden/toestellen die runderen immobiliseren voor
de slacht volgens Israëlitische of Islamitische ritus.
Periode: 1945–
Grondslag: K.B. tot uitvoering van de artikelen 18 en 25, art. 10 onder a (Stb.1920, 285); Vleeskeuringbesluit, art. 11 onder a, (Stb. 1957, 29, zoals gewijzigd bij Stb.1977, 28)
Opmerking: De handeling wordt feitelijk verricht door een keuringsdierenarts.
De opperrabbijn kan op grond van het Vleeskeuringbesluit geraadpleegd worden. Het
intrekken van de goedkeuring maakt deel uit van deze handeling.
Vanaf 1977 zijn bovengenoemde grondslagen ook op de islamitische slachtrituelen van
toepassing.
Waardering: V, 5 jaar na afloop goedkeuring
(138)
Handeling: Het vaststellen van het maximum aantal slachtdieren waarvan bloed in één
vat van niet-corroderend materiaal mag worden opgevangen.
Periode: 1958–
Grondslag: Vleeskeuringbesluit, art. 12 lid 3, art. 17 lid 1 (Stb. 1957, 29)
Waardering: V, 5 jaar na afloop vaststelling
Toelating (instellingen) bedwelming
(141)
Handeling: Het verlenen van vergunningen inzake het mogen toepassen van bedwelming.
Periode: 1954–
Grondslag: K.B. tot uitvoering van artikel 18 en 25 van de Vleeskeuringswet, art.
8 (Stb.1919, 285, zoals gewijzigd bij Stb. 1954, 424); Vleeskeuringbesluit (Stb. 1957, 29)
Waardering: V, 5 jaar na afloop vergunning
Vergunning sterilisatie vlees
(142)
Handeling: Het verlenen van vergunningen inzake het gebruik van andere stoffen dan
zout, water en kruiden voor en tijdens de sterilisatie van vlees.
Periode: 1957–
Grondslag: Vleeskeuringbesluit, art. 53 lid 2 (Stb. 1957, 29)
Waardering: V, 5 jaar na afloop vergunning
(144)
Handeling: Het aanwijzen van gemeenten waarheen vlees voor sterilisatie mag worden
vervoerd en mag worden gesteriliseerd.
Periode: 1957–1984
Grondslag: Vleeskeuringbesluit, art. 53 lid 6, art. 54 lid 2 (Stb. 1957, 29)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken aanwijzing
Ontheffingen inzake (afvoer) water
(147)
Handeling: Het verlenen van een ontheffing van de verplichting dat bedrijfsruimten
moeten zijn aangesloten op een drinkwaterleiding.
Periode: 1960–
Grondslag: Eisenbesluit, art. 11 lid 1 (Stb. 1960, 71)
Waardering: V, 3 jaar na afloop ontheffing
Herkenningstekens en merken slachtdieren en vlees
(148)
Handeling: Het voorschrijven aan bepaalde gemeenten of slachterijen dat metalen merken
moeten worden aangebracht.
Periode: 1957–1977
Grondslag: Vleeskeuringbesluit, art. 34 lid 3 (Stb. 1957, 29)
Waardering: V, 5 jaar na afloop voorschrift
(149)
Handeling: Het verlenen of intrekken van ontheffingen inzake voorschriften met betrekking
tot het gebruik van onderscheidings- en herkenningstekens voor bepaalde categorieën
van ter slachting aangeboden slachtdieren
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit tot uitvoering van artikel 18 en 25 van de Vleeskeuringswet, art.
42 (Stb. 1920, 285); Vleeskeuringbesluit, art. 17a lid 3, art. 36 (Stb. 1957, 29)
Product: Regeling (Stcrt. 1993, 87)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit: het geven van toestemming om stempelwerk
te laten vervangen door een overeenkomstig brandmerk op daar voor in aanmerking komende
organen (Vleeskeuringbesluit, art. 38, lid 4 (Stb. 1957, 29)).
Waardering: V, 5 jaar na afloop/intrekking ontheffing]
Keuringen
(154)
Handeling: Het goedkeuren van methoden die kunnen garanderen dat karkassen van niet-gecastreerde
varkens met een uitgesproken seksuele geur kunnen worden opgespoord.
Periode: 1994–
Grondslag: Besluit betreffende de productie van en de handel in vers vlees, art. 5
lid 2 (Stb. 1994, 12)
Waardering: V, 5 jaar na stopzetting gebruik methode
(155)
Handeling: Het verlenen of intrekken van ontheffingen/toestemmingen aan gemeenten
inzake het uitvoeren van nadere keuringen met betrekking tot vlees.
Periode: 1945–1988
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 8 lid 2–4 (Stb. 1919, 524)
Opmerkingen: Deel van deze handeling maakt uit: het verlenen van toestemming aan een
groep gemeenten tot het voorschrijven van nadere keuringen inzake vlees en vleeswaren
binnen deze groep (Vleeskeuringswet, art. 8, lid 2 (Stb. 1919, 524))
Waardering: V, 5 jaar na intrekken ontheffing/toestemming
Invoer vlees
(161)
Handeling: Het bepalen dat degene die vlees invoert, verplicht is tot of af kan zien
van handelingen die direct of indirect betrekking hebben op de keuring van dat vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 27 lid 3, art. 30 lid 2 (Stb. 1919, 524); Besluit invoer vleeswaren, art. 2 (Stb. 1922, 395);
Product: o.a.:
– Ministeriële beschikking (Stcrt.1929, 143)
– Ministeriële beschikking (Stcrt. 1930, 2)
– Besluit voorwaarden voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten van
de Europese Gemeenschap (Stb.1985, 174).
Opmerkingen: Deel van deze handeling maakt uit:
– het verlenen van ontheffing van de verplichting om met een vergunning, afgegeven
door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert, gesmolten vet in te voeren
uit door de minister aangewezen landen (Besluit invoer vleeswaren, art. 2 (Stb. 1922, 395));
– het al dan niet toestaan van de invoer van vlees en vleeswaren welke zich bevindt
op een middel van transport en uitsluitend bestemd is voor persoonlijk gebruik van
hen, die op of in het middel van transport verblijven (Vleeskeuringswet, art. 27,
lid 3, art. 30, lid 2 (Stb. 1919, 524); Besluit invoer van vlees, en vleeswaren, vleesproducten en vleesbereidingen,
art. 3, lid 2 (Stb. 1965, 345));
– het bepalen dat een materiële controle niet hoeft plaats te vinden (Besluit voorwaarden
voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten van de Europese Gemeenschap,
art. 6 (Stb.1985, 174));
– het bepalen dat een controle op varkens waarin skeletspieren aanwezig zijn in het
land van herkomst op de aanwezigheid van trichinen wordt onderzocht (Besluit voorwaarden
voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten van de Europese Gemeenschap,
art. 16, lid 1 (Stb. 1985, 174));
– het toestaan dat varkens waarin skeletspieren aanwezig zijn op een door de minister
te bepalen wijze wordt ingevroren (Besluit voorwaarden voor vlees verzonden uit andere
landen dan de lidstaten van de Europese Gemeenschap, art. 16, lid 2 (Stb. 1985, 174));
– het geven van toestemming voor het gebruik van vlees voor een andere dan voor menselijk
consumptie (Besluit invoer van vlees uit het buitenland, art. 6a, onder a (Stb. 1965, 345); Besluit voorwaarden voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten
van de Europese Gemeenschap, art. 7, onder a (Stb. 1985, 174)).
Waardering: V, 1 jaar na afloop van de handelingen met betrekking tot de keuring van
importvlees.
V, 1 jaar: overige neerslag
(165)
Handeling: Het – na machtiging van de Europese Commissie – verbieden van de import
van vlees in Nederland vanuit een slachtinrichting gelegen in een andere staat van
de Europese Unie.
Periode: 1965–
Grondslag: Besluit invoer van vlees uit het buitenland, 13 lid 3 (Stb.1965, 345)
Opmerking: Indien een inrichting niet voldoet aan de bepalingen van de door de Europese
Commissie (EC) afgegeven erkenning kan deze worden ingetrokken. Voordat deze procedure
is doorlopen kan de minister met een machtiging van de EC de import van vlees tegenhouden.
De minister kan de EC notificeren over het niet naleven van de bepalingen door een
inrichting die is erkend door de EC; zie voor deze handeling het RIO Internationale
Volksgezondheidsaangelegenheden.
Waardering: V, 1 jaar naar afloop machtiging
Destructiebesluit 1942
Toelating destructoren
(167)
Handeling: Het toelaten van destructoren voor de destructie van vee, vlees of vleeswaren.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 2 lid 2, art. 4, art. 6 lid 1–2, art. 7, art.
8 (Stcrt. 1942, 48)
Product: Vaststelling werkgebied en toelating van Destructoren (Stcrt. 1951, 85).
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– de schadeloosstelling die bij de intrekking van een toelating wordt uitbetaald;
– het vaststellen/wijzigen van de gebiedsindeling.
Na toelating mogen de destructoren contracten met gemeenten sluiten. Dit contract
kan worden ontbonden als gevolg van een wijziging van de gebiedsindeling. Een gemeente
kan namelijk dan in een gebied komen te liggen van een andere destructor.
Waardering: V, 5 jaar na afloop contract tussen destructor en gemeente
(168)
Handeling: Het goedkeuren van de contracten die destructoren met de gemeenten hebben
gesloten.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 9 lid 2 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: V, 5 jaar na afloop goedkeuring
Ontheffingen
(169)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen van de verplichting om vee, vlees of vleeswaren
te laten behandelen door een destructor.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 2 lid 3 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: V, 5 jaar na afloop ontheffing
Destructiewet
Vergunningen verwerkers
(170)
Handeling: Het vaststellen van een tarief ter vergoeding van het verlenen van een
vergunning aan een verwerkingsbedrijf.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art. 5 lid 4 (Stb. 1994, 784)
Waardering: V, 3 jaar
(171)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – al dan
niet verlenen en intrekken van vergunningen voor het inwerking hebben en uitbreiden
van een verwerkingsbedrijf voor destructiemateriaal.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 5 lid 1–4, art. 6, art. 8 lid 1 (Stb. 1957, 84); Destructiewet, art. 5a 1–2, art. 7, art. 13 lid 1 onder b (Stb. 1979, 443); Destructiebesluit 1996, art. 13 lid 3 (Stb. 1996, 126)
Product: o.a. Besluit van 29 juli 1972, houdende de beslissing waarbij een vergunning
als bedoeld in artikel 5 van de Destructiewet is geweigerd (Stb. 1972, 435).
Opmerking: Deel uit van deze handeling maakt uit:
– het verlenen van een vergunning voor de opslag en voorbewerking van risicomateriaal;
– het voor vervallen verklaren van een vergunning.
Waardering: V, 5 jaar na intrekken vergunning
(173)
Handeling: Het, eventueel tijdens bijzondere omstandigheden, vaststellen en (tijdelijk)
wijzigen van een gebied waarin door een (buitenlandse) verwerker bepaalde (categorieën
van) hoog-risico materialen mogen worden verwerkt.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 10 lid 1–7 (Stb. 1957, 84); Destructiebesluit, art. 2–7 (Stb. 1958, 710); Destructiebesluit 1996, art. 31–34 (Stb.1996, 126)
Product: Regeling vaststelling werkgebied destructoren (Stcrt. 1958, 38)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het vaststellen van de schadeloosstelling voor een ondernemer die bij een wijziging
van het gebied schade heeft geleden;
– het tijdelijk de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk laten verrichten door een
andere ondernemer.
Waardering: V, 5 jaar na afloop vaststelling
(174)
Handeling: Het goedkeuren van de tariefstelling en wijzigingen daarvan inzake het
ophalen van hoog-risico materiaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art. 21 lid 1 (Stb. 1994, 84)
Product: – Regeling goedkeuring vastgestelde tarieven ophalen landbouwhuisdieren (Stcrt. 1996, 24)
Waardering: V, 3 jaar na afloop van de geldigheid van de regeling.
(175)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met betrokken gemeenten – treffen van
een voorziening voor een verzamelplaats inzake het bijeenbrengen van destructiemateriaal.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 21 lid 1 (Stb. 1957, 84); Regeling eisen eigenaar of houder van hoog- en laag risicomateriaal, art.
3 lid 1 (Stcrt. 1995, 77)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het geven van een bijdrage voor het opzetten van een voorziening voor een verzamelplaats
inzake het bijeenbrengen van destructiemateriaal (periode: 1957–1994);
– het – naar aanleiding van een geschil tussen destructor en houder of eigenaar van
destructiemateriaal – aanwijzen van een plaats van deponering van destructiemateriaal
(periode: 1995–).
Waardering: V, 10 jaar
Ontheffingen
(176)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen aan verboden of verplichtingen gesteld in
de Destructiewet.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 3 lid 1, art. 13 lid 1–3 (Stb. 1957, 84); Destructiewet, art. 4a lid 2 (Stb. 1994, 784)
Product: o.a. Regeling ontheffing ex artikel 13, eerste lid, Destructiewet
Opmerking: Deel van deze handeling maakt onder andere uit:
– het verlenen van ontheffingen aan verplichtingen gesteld in de gemeentelijke verordeningen
aan de gemeenten en de eigenaren of houders van laag- en hoog-risico materiaal;
– het verlenen van ontheffingen – aan de houder, eigenaar of bedrijf dat voeder voor
edelpelsdieren bereidt – aan verplichting om laag-risico materiaal volgens bij deze
wet bepaalde te verwerken tot ingrediënten van diervoeder;
– het aanwijzen van inrichtingen – welke wetenschappelijk onderzoek verrichten op
hoog-risico materiaal – die de verplichtingen, gesteld aan de eigenaars of houders
van hoog-risico materiaal, niet hoeven toe te passen.
Waardering: V, 5 jaar na afloop ontheffing
Keuring en controle (verwerkt) destructiemateriaal
(178)
Handeling: Het vaststellen van een tarief voor de vergoeding van de kosten inzake
keuringen of controles van (verwerkt) destructiemateriaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art. 4c (Stb. 1994, 784)
Waardering: V, 3 jaar
Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
Machtiging voortzetten vervoer levensmiddelen
(180)
Handeling: Het verlenen van een machtiging aan de transporteur inzake het in het verkeer
brengen van levensmiddelen welke niet voldoen aan de voorschriften zoals die staan
in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst (Trb. 1972, 112)..
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 12 (Stb. 1978, 430)
Waardering: V, 1 jaar na afloop machtiging
Kernenergiewet
Ontheffingen
(185)
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de Minister van SZW en VROM inzake het
verlenen, wijzigen of intrekken van ontheffingen inzake ioniserende straling uitzendende
toestellen en radioactieve stoffen.
Periode: 1969–
Grondslag: Kernenergiewet, art. 75 lid 1 en 2 (Stb. 1969, 82); Besluit uitvoering radioactieve stoffen Kernenergiewet, art. 28–32, 43
(Stb. 1969, 404); Besluit toestellen Kernenergiewet (Stb. 1969, 406); Besluit stralingsbescherming Kernenergiewet, art. 6 lid 3, art. 76 lid
3, art. 77 (Stb. 1986, 465)
Waardering: V, 5 jaar na afloop/wijziging/intrekking ontheffing
Handhaving, handelingen m.b.t. de Keuringsdienst van Waren
Algemeen
(196)
Handeling: Het financieren van diensten die belast zijn met de controle en opsporing
inzake wet- en regelgeving betreffende de product- en voedselveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 13 lid 1 (Stb. 1935, 793); Financieel besluit, art. 2, 12-13, 15, 17 (Stb. 1936, 793)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het vaststellen van de omvang van de rijksbijdragen aan een keuringsdienst dit n.a.v.
de hoeveelheid recht een centrumgemeente heeft binnengehaald (Stb. 1951, 8);
– het instemmen met de aankoop van een pand door de keuringsdienst;
– het verlenen van ontheffing van een voorschrift inzake de toezending van de begroting
naar de gemeenteraad (Stb. 1935, 793, art. 2, onder 10);
– het terugvorderen van verleende bijdragen (Stb. 1935, 793, art. 17).
Waardering: V, 10 jaar
(199)
Handeling: Het registeren van verslagen – opgesteld door de Inspectie van het Staatstoezicht
op de Volksgezondheid – omtrent de bevindingen van de handelingen verricht door de
Keuringsdiensten van Waren.
Periode: 1945–1986
Waardering: V, 5 jaar
(201)
Handeling: Het behandelen van een beroep, ingesteld door de inspecteur van het Staatstoezicht
op de Volksgezondheid tegen Gedeputeerde Staten, inzake het goedkeuren van een begroting
van een Keuringsdienst van Waren.
Periode: 1945–1986
Grondslag: Financieel besluit, art. 2 lid 10 (Stb. 1935, 793)
Waardering: V, 5 jaar na uitspraak
Toezicht
(204)
Handeling: Het op kosten van de houder – producent of handelaar – uitvoeren van door
de minister gelaste maatregelen inzake beoordeelde eet- en drinkwaren, alsmede roerende
zaken, welke zijn bestemd voor particuliere huishoudens.
Periode: 1988–
Grondslag: Warenwet, art. 21, lid 1 en 2 (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Waardering: V, 10 jaar na afloop uitvoering maatregel
Actoren die onder de Minister van Volksgezondheid ressorteren
Actor: de adviescommissie inzake het vraagstuk van het aanwenden van Röntgenstralen,
enz.
(232)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake
het vraagstuk van de bevoegdheid tot het aanwenden van Röntgenstralen en het gebruik
van radio-actieve stoffen.
Periode: 1952–
Grondslag: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1952, 164)
Waardering: B 5
Actor: de adviescommissie Vleeskeuringswet
(27)
Handeling: Het adviseren van de ministers die het aangaat inzake het opstellen van
wet- en regelgeving met betrekking tot de keuring van vlees.
Periode: 1979–1996
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 30b lid 1–2 (Stb. 1977, 661)
Product: adviesrapport
Waardering: B 1
(94)
Handeling: Het adviseren van de ministers die het aangaat inzake de uitvoering van
de Vlees keuringwet.
Periode: 1979–1996
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 30b lid 1–2 (Stb. 1977, 661)
Waardering: V, 5 jaar
Actor: de adviescommissie Warenwet
(19)
Handeling: Het adviseren van de betrokken ministers inzake beleidsstandpunten betreffende
voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–1996
bron: ‘Gezien het advies, 75 jaar adviescommissie Warenwet’, Rijswijk 1995
Product: adviesrapport
Waardering: B 1
(29)
Handeling: Het adviseren van de betrokken ministers bij het voorbereiden van wet-
en regelgeving inzake waren.
Periode: 1945–1996
Grondslag: Warenwet, art. 24 lid 4 (Stb. 1988, 360)
Product: adviesrapport
Waardering: B 1
(92)
Handeling: Het adviseren van de betrokken ministers inzake de uitvoering van de Warenwet.
Periode: 1945–1996
Grondslag: Warenwet, art. 24 lid 2 (Stb. 1988, 360)
Product: adviesrapport
Waardering: B 1
Actor: de Commissie van Advies (Destructiebesluit)
(23)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake
het opstellen van wet- en regelgeving met betrekking tot het onschadelijk maken van
ondeugdelijk materiaal van dierlijke afkomst.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 11 (Stcrt. 1942, 48)
Product: adviesrapport
Waardering: B 1
(96)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake
het onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van dierlijke afkomst.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 11 (Stcrt. 1942, 48)
Product: adviesrapport
Waardering: V, 5 jaar
Actor: de voorlopige Commissie Veiligheid Nieuwe Voedingsmiddelen
(18)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake
het opstellen van beleidsstandpunten betreffende de veiligheid- en voedingsaspecten
van nieuwe voedingsmiddelen.
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling nieuwe voedingsmiddelen, art. 6 (Stcrt. 1993, 139)
Product: adviesrapport
Waardering: B 1
(97)
Handeling: Het adviseren van de betrokken ministers inzake de veiligheidsaspecten
betreffende nieuwe voedingsmiddelen.
periode:1993–
Grondslag: Regeling nieuwe voedingsmiddelen, art. 6 (Stcrt. 1993, 139)
Waardering: V, 5 jaar
Actor: de Destructieraad
(23)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake
het opstellen van wet- en regelgeving met betrekking tot het onschadelijk maken van
ondeugdelijk materiaal van dierlijke afkomst.
Periode: 1957–1996
Grondslag: Destructiewet, art. 23 lid 5 (Stb. 1957, 84, zoals gewijzigd bij Stb.1995, 355, art. 21)
Waardering: B 1
(96)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert omtrent
vraagstukken verband houdende met het door verwerking onschadelijk maken van ondeugdelijk
materiaal van dierlijke afkomst.
Periode: 1957–1996
Grondslag: Destructiewet, art. 23 lid 5 (Stb. 1957, 84, zoals gewijzigd bij Stb.1995, 355, art. 21)
Waardering: B 1
Actor: de Studiecommissie electrische en gasbedwelming slachtdieren
(228)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert over
de meest gewenste methode waarop de verschillende soorten slachtdieren vóór de slachting
bedwelmd dienen te worden.
Periode: 1975–
Grondslag: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1975, 47)
Waardering: B 5
Actor: de Voedingsraad
(95)
Handeling: Het adviseren van de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en
de Minister van Landbouw inzake onderwerpen die de voeding en voedselvoorziening raken.
Periode: 1954–1996
Grondslag: Wet op de voedingsraad, art. 1 lid 2, 3 en 4 (Stb. 1952, 350)
Waardering: B 1
Actor: de Minister van Defensie
(33)
Handeling: Het – ten tijde van bijzondere omstandigheden – aanwijzen van gebieden
waar de Warenwet niet van toepassing is met betrekking tot het militair gebruik van
waren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, artt. 2, 2a en 3 (Stb. 1935, 793), zoals gewijzigd bij (Stb. 1994, 573)
Opmerking: In het geval van oorlog of oorlogsgevaar kon tot 1996 de Minister van Defensie
gebieden aanwijzen alwaar de Warenwet niet van toepassing is op de voor de militairen
bestemde waren. In 1996 is een nieuwe – Regeling opgenomen in de Warenwet. Op grond
van deze regeling kan – tijdens bijzondere omstandigheden – de Minister-president
bij KB de Minister van Defensie de mogelijkheid geven gebruik te maken van de bevoegdheid
inzake het aanwijzen van gebieden waar de Warenwet niet van toepassing is op voor
militair gebruik bestemde waren.
Waardering: B 6
Actor: de Minister van Economische Zaken
(1)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Product: o.a. het leveren van een bijdrage aan de Volksgezondheidsnota 1966
Nota voedingsbeleid 1980
Waardering: B 1
(8)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake de instelling en inrichting van overlegorganen welke
betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1 (Stb. 1919, 851); Wet op de Voedingsraad, art. 3 (Stb. 1952, 350); Vleeskeuringswet, art. 30b lid 3 en 5 (Stb. 1919, 524); Destructiewet, art. 23, lid 6 (Stb. 1957, 84)
Product: o.a.:
– Besluit aanwijzing voordrachtstellende organisaties Voedingsraad (Stb. 1953, 333, zoals gewijzigd bij Stb. 1964, 238, Stb. 1974, 821, Stb. 1980, 281, Stb. 1985, 222 en Stb. 1990, 289)
– Besluit op de Destructieraad (Stb. 1957, 197)
– Besluit Adviescommissie Vleeskeuringswet (Stb. 1979, 750)
– Besluit Adviescommissie Warenwet (Stb. 1992, 494)
– Besluit op de Destructieraad (Stb. 1995, 285)
Waardering: B 4
(11)
Handeling: Het – eventueel tezamen met andere ministers – aanwijzen, voordragen, schorsen
of ontslaan van de (adviserende) leden van overlegorganen welke betrekking hebben
op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Wet op de Voedingsraad, art. 2 lid 2 (Stb. 1952, 350); Vleeskeuringswet, art. 30b lid 4 (Stb. 1919, 524); Destructiewet, art. 23 lid 2 (Stb. 1957, 84); Warenwet, art. 17 lid 1 (Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 75 jaar na geboorte
(13)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement/de werkzaamheden van commissies, raden
etc. welke betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging werking reglement etc.
(30)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Warenwet.
Periode: 1945–
Product: Warenwet (Stb. 1919, 581/Stb. 1935, 793).
Waardering: B 1
(31)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met ministers die het mede aangaat –
voor bereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s op basis van
de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1, artt. 4–7, artt. 11–17, art. 19, art. 22, art. 24, art.
30, art. 31, art. 33 (Stb. 1935, 793)
Product: o.a.
– Besluit van 5 januari 1921 tot uitvoering van artikel 6, 3de lid en artikel 23, 3de lid der Warenwet (Stb. 1921, 5)
– Besluit waren in zin van de wet (Stb. 1921, 638)
– Besluit papier (Stb. 1922, 109)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1924, 96)
– Besluit behangsel (Stb. 1924, 213)
– Besluit specerijen (Stb. 1924, 251)
– Besluit deegwaren (Stb. 1924, 313)
– Besluit vleesextracten (Stb. 1924, 428)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1925, 34)
– Besluit margarine (Stb. 1925, 417)
– Besluit vet (Stb. 1925, 421)
– Besluit brood (Stb. 1925, 478)
– Besluit azijn (Stb. 1926, 214)
– Besluit bier (Stb. 1926, 280)
– Besluit oliën en vetten (Stb. 1926, 339)
– Besluit kaas (Stb. 1927, 396)
– Besluit wijn (Stb. 1929, 137)
– Besluit kapok (Stb. 1930, 22)
– Besluit kapok en beddengoed (Stb. 1930, 65)
– Besluit ansjovis (Stb. 1930, 220)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1932, 57)
– Besluit margarinekaas (Stb. 1932, 327)
– Besluit maanzaadbesluit (Stb. 1933, 514)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
keuringsdiensten van waren (Stb. 1936, 881)
– Besluit jam en limonade (Stb. 1937, 854)
– Besluit vlees- en vleeswaren(Stb. 1938, 865)
– Besluit houdende vaststelling van een regeling betreffende de verbindende kracht
van enige bezettingsregelingen tot uitvoering van de Warenwet (Stb. 1945, 326)
– Besluit aroma, jus en soep (Stb. 1947, 635)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1948, I 399)
– Algemeen Besluit (Stb. 1949, J. 306)
– Besluit Warenwetrecht (Stb. 1951, 8)
– Besluit meelbesluit (Stb. 1953, 232)
– Besluit likeurbesluit (Stb. 1953, 466)
– Besluit consumptie-ijs (Stb. 1954, 257)
– Besluit melk (Stb. 1955, 155)
– Besluit vulsel (Stb. 1957, 339)
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1958, 317)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1958, 407)
– Besluit honing (Stb. 1959, 218)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1959, 381)
– Besluit smeltkaas (Stb. 1959, 438)
– Besluit kaas (Stb. 1959, 439)
– Besluit honingmerken (Stb. 1959, 509);
– Besluit margarine (Stb. 1961, 398)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1964, 582)
– Besluit honing (Stb. 1965, 431)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1965, 437)
– Besluit houdende aanwijzing van opsporingsambtenaren op grond van de Warenwet (Stb. 1967, 690)
– Besluit conserveermiddelen (Stb. 1967, 691)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1968, 227)
– Besluit cosmetica (Stb. 1968, 615)
– Besluit zout (Stb. 1968, 421)
– Besluit specerijen (Stb. 1969, 214);
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1969, 514)
– Besluit mayonaise en slasaus (Stb. 1971, 78)
– Besluit mosterd (Stb. 1971, 256)
– Besluit gebruik aminozuren preparaat voor de broodbereiding (Stb. 1971, 411)
– Besluit glasartikelen (Stb. 1972, 688)
– Besluit anti-oxydanten (Stb. 1973, 142)
– Besluit textielartikelen (Stb. 1974, 512)
– Besluit melk (Stb. 1974, 669)
– Besluit helmen (Stb. 1975, 517)
– Besluit zetmeel (Stb. 1975, 660)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
Keuringsdiensten van Waren (Stb. 1976, 3)
– Besluit speelgoed (Stb. 1976, 101)
– Besluit emulgatoren (Stb. 1976, 153)
– Besluit helmen (Stcrt. 1976, 366)
– Besluit jus (Stb. 1976, 664)
– Besluit vleesextract-, aroma en bouillon (Stb. 1976, 665)
– Besluit soep (Stb. 1976, 666)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1977, 41)
– Besluit puddingpoeder (Stb. 1977, 140)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1977, 141)
– Besluit aërosolen (Stb. 1978, 116)
– Besluit consumptie-ijs 1978 (Stb. 1978, 238)
– Besluit honing (Stb. 1978, 655)
– Besluit frisdranken en siropen (Stb. 1979, 100)
– Besluit jam en- geconserveerde vruchten (Stb. 1979, 102)
– Besluit inzake verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische verpakkingen (Stb.1979, 112)
– Besluit geconserveerde aardappelen (Stb. 1979. 176)
– Besluit geconserveerde groenten (Stb. 1979, 219)
– Besluit verpakking- en gebruiksartikelen (Stb. 1979, 558)
– Besluit kokswaren (Stb. 1979, 563)
– Besluit hoeveelheidaanduidingen (Stb. 1980, 223)
– Besluit cosmetica (Stb. 1980, 256);
– Besluit aanduidingen voor bijzondere voeding (Stb. 1980, 658)
– Besluit aanduidingen sigaretten en shag (Stb. 1981, 329)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1981, 506)
– Besluit algemene aanduidingen (Stb. 1981, 621)
– Besluit siervoorwerpen (Stb. 1981, 684)
– Besluit kwark (Stb. 1982, 219)
– Besluit kaas (Stb. 1982, 227)
– Besluit vuurwerk (Stb. 1982, 488)
– Besluit reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 469)
– Besluit jam- en geconserveerde vruchten (Stb. 1982, 693)
– Besluit hulpstoffen smeltkaas (Stb. 1983, 106)
– Besluit vulsel (Stb. 1983, 556)
– Besluit kinderveilige verpakkingen huishoudchemicaliën (Stb. 1984, 688)
– Besluit garnalen (Stb. 1985, 85)
– Besluit natuurlijk mineraal- en bronwater (Stb. 1985, 422)
– Besluit speelgoed (Stb. 1985, 751)
– Besluit meel (Stb. 1985, 757)
– Besluit brood (Stb. 1985, 758)
– Besluit draagbaar klimmateriaal (Stb. 1986, 86)
– Besluit spaanplaat (Stb. 1986, 517)
– Besluit toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stb. 1986, 555)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1987, 243)
– Besluit aanduidingen voedingswaarden (Stb. 1988, 162)
– Besluit eiwitproducten (Stb. 1988, 339)
– Besluit tot toelating van johannesbroodpitmeel en xanthaangom aan halvarine (Stb. 1988, 398)
– Besluit imitatieproducten (Stb.1989, 253)
– Besluit zoetstoffen (Stb. 1989, 548)
– Besluit kinderbedden en -boxen (Sb 1990. 106);
– Besluit speelgoed (Stb. 1991, 269);
– Besluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stb. 1992, 12);
– Besluit etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14);
– Besluit aroma’s (Stb. 1992, 95)
– Besluit veilige verpakkingen van huishoudchemicaliën (Stb. 1992, 106)
– Besluit gastoestellen (Stb. 1992, 124)
– Besluit levensmiddelenadditieven (Stb. 1992, 204)
– Besluit doorstraalde waren (Stb. 1992, 205)
– Besluit producten voor bijzondere voeding (Stb. 992, 222)
– Besluit benzine (Stb. 1992, 339)
– Besluit machines (Stb. 1992, 379)
– Besluit elektrotechnische producten (Stb. 1992, 385)
– Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen (Stb. 1992, 396)
– Besluit brandveiligheid nachtkleding (Stb. 1992, 600)
– Besluit warmtebehandelde melk (Stb. 1992, 639)
– Besluit eiproducten (Stb. 1992, 660)
– Besluit bereiding en behandeling van levensmiddelen (Stb. 1992, 678)
– Besluit uitvoer van waren (Stb. 1993, 314)
– Besluit thee (Stb. 1993, 470)
– Besluit koffie en cichorei (Stb. 1993, 471)
– Besluit voedingswaarde informatie levensmiddelen (Stb. 1993, 483)
– Besluit algemene productveiligheid (Stb. 1993, 499)
– Besluit invoer levensmiddelen uit derde landen (Stb. 1993, 698)
– Besluit producten visserij (Stb. 1994, 46)
– Besluit algemene chemische productveiligheid (Stb. 1994, 105)
– Besluit veilige verpakking van huishoudchemicaliën (Stb. 1994, 106)
– Besluit asbest (Stb. 1994, 674)
– Besluit zuivel (Stb. 1994, 813)
– Besluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stb. 1994, 872)
– Besluit etikettering schoeisel (Stb. 1995, 324)
– Besluit motor- en bromfietshelmen (Stb. 1995, 424)
– Besluit cosmetische producten (Stb. 1995, 519)
– Besluit deponering informatie preparaten (Stb. 1996, 38)
– Besluit puddingpoeders (Stb. 1996, 48)
– Besluit soep, vleesextract en bouillon (Stb. 1996, 118)
– Besluit houdende regels inzake de veiligheid van verpakkingen onder druk (Stb. 1996, 251)
– Besluit toevoeging microvoedingsstoffen aan levensmiddelen (Stb. 1996, 311)
Waardering: B 1
(34)
Handeling: Het – wanneer een spoedige voorziening gewenst is – vaststellen, wijzigen
en intrekken van ministeriële regelingen met de strekking van een AMvB.
Periode: 1964–
Grondslag: Kleurstoffenbesluit, 2 lid 1 (Stb. 1964, 582); Conserveermiddelenbesluit, art. 2 lid 1 (Stb. 1967, 691); Warenwet, art. 14m, 15 lid 1–2 (Stb.1988, 358)
Opmerking: Een spoedeisende voorziening is noodzakelijk bij direct gevaar voor de
volksgezondheid. Bijvoorbeeld het verbieden van schadelijk verdikkingsmiddel in jellycups.
De regeling geldt ten hoogste voor een jaar. Een verlenging van maximaal nog een jaar
is echter mogelijk. Bijvoorbeeld:
– het verbieden van het gebruik van conserveermiddelen bij de bereiding, vervaardiging
of samenstelling van eet- en drinkwaren (Conserveermiddelenbesluit, art. 2 lid 1 (Stb. 1967, 691));
– het verbieden van een of meer kleurstoffen welke zijn genoemd in Bijlage I van het
Kleurstoffenbesluit (Kleurstoffenbesluit, 2 lid 1 (Stb. 1964, 582))
Waardering: V, 5 jaar na vervallen regeling
(35)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van (ministeriële) regelingen inzake
het bereiden, behandelen, verpakken of bewaren van eet- en drinkwaren.
Periode: 1992–
Grondslag: Warenwet, art. 15 lid 1 (Stb. 1935, 793); Warenwet, art. 14L (Stb. 1988, 358), Warenwet, art. 14, art. 15 lid 1–2 (Stb. 1994, 537); Zie ook AMvB’s Warenwet bijlage I
Product:
– Beschikking aanduidingen bijzonder vet (Stcrt. 1925, 233)
– Regeling ontheffing algemeen Besluit (Stcrt. 1949, 392)
– Besluit tot uitvoering van artikel 8, onder b, van het Broodbesluit (Stb. 1971, 411)
– Beschikking verlening toestemming tot toevoeging van vitamine C (ascorbinezuur)
aan karnemelk (Stcrt. 1974, 151)
– Uitvoeringsbeschikking melkstandaardisatie 1975 (Stcrt. 1975, 97)
– Beschikking volledige zuigelingenvoeding (Stcrt. 1976, 189)
– Besluit verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische dranken (Stcrt. 1979, 112)
– Beschikking geur- en smaakstoffen (Stcrt. 1980, 31)
– Regeling verpakking koolzuurhoudende niet-alcoholische dranken (Stcrt. 1980, 127)
– Regeling geur- en smaakstoffen (Stcrt. 1982, 31)
– Besluit datumaanduiding conserven (Stcrt. 1982, 151)
– Besluit vaststelling maximaal toelaatbaar gehalte nitraat in bladgroenten (Stcrt. 1982, 177)
– Regeling toestemming voor gebruik aspartaam in voorverpakte eetwaren in tabletvorm
(Stcrt. 1984, 178)
– Regeling toestemming vanilleyoghurt met suiker (Stcrt. 1984, 202)
– Regeling normen PCB’s (Stcrt. 1984, 239)
– Regeling normen zware metalen (Stcrt. 1985, 58)
– Regeling toestemming gezoet cider (Stcrt. 1985, 214)
– Regeling normen radioactiviteit van cesium in eet- en drinkwaren (Stcrt. 1986, 110)
– Regeling microbiologische normen garnalen (Stcrt. 1986, 124)
– Regeling soja producten bij de broodbereiding (Stcrt. 1986, 183)
– Regeling toelating emulgatoren voor de broodbereiding (Stcrt. 1986, 183)
– Regeling inrichtingseisen bedrijfsruimten voor de broodbereiding (Stcrt. 1986, 185)
– Regeling nadere eisen draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 231)
– Besluit houdende toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stcrt. 1986, 555)
– Regeling gelijkstelling normen kinderveilige verpakkingen (Stcrt. 1987, 1)
– Besluit zuigelingenvoeding (Stcrt. 1987, 136);
– Regeling toelating enzymen in meel en brood (Stcrt. 1987, 232)
– Regeling overgangsregime natriumarme waren (Stcrt. 1988, 162)
– Regeling inzake tolerante alcoholgehalte vermelding (Stcrt. 1988, 235)
– Regeling toestemming producten voor gewichtsvermindering (Stcrt. 1988, 250)
– Regeling melkbereiding (Stcrt. 1988, 254)
– Regeling sojaproducten bij de broodbereiding (Stb. 1988. 455)
– Regeling nabehandeling garnalen (Stcrt. 1989, 21)
– Regeling dioxine in melk (Stcrt. 1989, 135)
– Regeling overgangsregime natriumarme waren (Stcrt. 1989, 210)
– Besluit zuiverheideisen zoetstoffen (Stcrt. 1989, 251)
– Besluit gebruik van zoetstoffen (Stcrt. 1989, 251)
– Regeling aanvullende voedingswaardebeweringen (Stcrt. 1990, 201)
– Regeling diepgevroren levensmiddelen (Stcrt. 1991, 2)
– Regeling toestemming yoghurt met suiker (Stcrt. 1991, 88)
– Regeling stoffen in aroma’s (Stcrt. 1992, 51);
– Regeling gebruik levensmiddelenadditieven in verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt.1992, 52)
– Regeling sojaeiwitproducten (Stcrt. 1992, 94)
– Regeling tarweeiwitproducten (Stcrt. 1992, 94)
– Regeling stuksaanduiding bakkerswaren (Stcrt. 1992, 154)
– Regeling aanwijzen normen persoonlijke beschermingsmiddelen (Stcrt. 1992, 190)
– Regeling schimmeleiwitproducten – Regeling (Stcrt. 1993, 3)
– Regeling levensmiddelen hygiëne (Stcrt. 1993, 35)
– Regeling normen radioactiviteit van cesium in eet- en drinkwaren (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling nitraatgehalte groenten (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling normen zware metalen (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling normen PCB’s (Stcrt. 1981, 107/Stcrt. 1993, 40)
– Regeling dioxine in melk (Stcrt. 1989, 135/Stcrt. 1993, 40)
– Regeling houdende vloeibare paraffine en glutaminezuur in levensmiddelen (Stcrt.1993, 40)
– Regeling extractiemiddelen (Stcrt. 1993, 72)
– Regeling houdende levensmiddelenadditieven in zoetstoffen (Stcrt. 1993, 95)
– Bekendmaking aanvraag erkenning inzake melk en producten op basis van melk (Stcrt. 1993, 114)
– Regeling diepgevroren levensmiddelen (Stcrt. 1993, 130)
– Regeling zuigelingenvoeding (Stcrt. 1993, 183)
– Regeling nieuwe voedingsmiddelen (Stcrt. 1993, 139)
– Regeling eieren (Stcrt. 1994, 184)
– Regeling zuivelbereiding (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling gedehydrateerde dieren (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling melkeiwitten (caseïne en caseïnaten) (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling hygiëne van levensmiddelen (Stcrt. 1994, 245)
– Regeling levensmiddelenadditieven in zuivel (Stcrt. 1994, 246)
– Regeling visserijproducten en tweekleppige weekdieren (Stb. 1995, 29)
– Regeling AZO-kleurstoffen (Stb. 1996, 143)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van nadere regels met betrekking tot de bedrijfsruimten waar eet- en
drinkwaren worden bereid, behandeld, verpakt of bewaard;
– het stellen van nadere regels inzake levensmiddelenhygiëne:
– het stellen van regels inzake de aanduiding m.b.t. eet- en drinkwaren;
– het stellen van nadere regels met betrekking tot de hoeveelheid schadelijke stoffen
die eet- en drinkwaren mogen bevatten;
– het toelaten van (hulp)stoffen in eet- en drinkwaren;
– het aanwijzen van normen.
Waardering: B 1
(36)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – stellen van (ministeriële)
regelingen regels inzake de in- en uitvoer van eetwaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 14 lid 5, art. 15 lid 2, art. 16 lid 1, onder a en b (Stb. 1935, 793); zie Warenwet-AMvB’s bijlage I
Product:
– Regeling voor uitvoer bestemde waren en andere artikelen (Stcrt. 1965, 163)
– Beschikking kantoor invoer van toebereid dierlijk vet (Stcrt. 1970, 223)
– Regeling invoermodaliteiten Garnalenbesluit 1984 (Stcrt. 1984, 53)
– Regeling vaststelling invoercertificaat Garnalenbesluit (Stcrt. 1987, 213)
– Regeling importverbod bepaalde eetwaren uit Peru (Stcrt. 1991, 65)
– Regeling uitvoervrijstelling (Stcrt. 1965, 163/Stcrt. 1992, 180)
– Beschikking houdende bepalingen ter uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3185/91 van de Raad houdende maatregelen inzake de invoer van groenten en fruit uit bepaalde
door cholera getroffen regio’s (92/300/EEG)(Stcrt. 1993, 250)
– Regeling houdende warenwetregeling invoer van bepaalde eetwaren uit door cholera
getroffen landen (Stcrt. 1993, 250)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van (nadere) regels inzake de invoer in Nederland van eetwaren uit landen
die getroffen zijn door cholera;
– het aanwijzen van eerste kantoren inzake invoer van waren;
– het om veiligheidsredenen verbieden of voorwaardelijk toelaten van de invoer van
etenswaren (Bijvoorbeeld het invoerverbod van de Jakobsschelp uit Japan nadat in de
dieren regelmatig paralyserende toxine was gevonden).
Waardering: B 1
(37)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van (ministeriële) regelingen inzake
de samenstelling van en de aanduiding op producten die geen levensmiddelen zijn.
Periode: 1988–
Grondslag: Zie bijlage I inzake Warenwet-AMvB’s
Product:
– Besluit kinderspeelgoed (Stcrt. 1973, 238)
– Beschikking ter uitvoering Textielartikelbesluit (Stcrt. 1974, 244) – Beschikking reprisepercentages en vertalingen van aanduidingen van textielartikelen
(Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking uitvoering artikel 5 Aërosolenbesluit (Stcrt. 1978, 88)
– Beschikking uitvoering artikel Aërosolenbesluit (Stcrt.1978, 116 )
– Regeling verpakkingen- en gebruiksartikelen (Stcrt. 1980, 18)
– Beschikking stoffenbesluit cosmetica (Stcrt. 1980, 143)
– Beschikking houdende het stoffenbesluit cosmetica (Stcrt. 1980, 143)
– Beschikking vaststelling symbool van het verpakkingsbesluit (Stcrt. 1981, 82)
– Regeling vaststelling eisen reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 147)
– Besluit etikettering asbestbevattende artikelen (Stb. 1984, 145)
– Regeling kaliumbromaat voor beschuitbereiding (Stcrt. 1986, 11)
– Regeling contactlensvloeistoffen en oogwassingen (Stcrt. 1986, 114)
– Regeling nadere eisen draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling gelijkstelling normen kinderveilige verpakking (Stcrt. 1988, 1)
– Regeling toestemming producten voor gewichtsbeheersing (Stcrt. 1988, 250)
– Regeling nominale hoeveelheden voorverpakte breigaren (Stcrt. 1989, 199)
– Regeling imitatieproducten (Stcrt. 1989, 253)
– Regeling aanwijzing normen voor de aanduiding van speelgoed (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling inzake verklaringen van overeenstemming voor speelgoed (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling vervangingscomponenten benzine (Stcrt. 1992, 128)
– Regeling aanwijzing normen elektronische producten (Stcrt. 1992, 164)
– Regeling inzake nadere regels ten aanzien van machines (Stcrt. 1993, 127)
– Regeling houdende nadere regels ten aanzien van persoonlijke beschermingsmiddelen
(Stcrt. 1993, 186)
– Regeling persoonlijke beschermingsmiddelen (Stcrt. 1994, 13)
– Regeling pentachloorfenol (Stcrt. 1994, 25)
– Regeling algemene chemische productveiligheid (Stcrt. 1994, 39)
– Regeling houdende warenwetregeling ontvlambaarheid aërosolen (Stcrt. 1994, 166)
– Regeling motor- en bromfietshelmen (Stcrt. 1994, 230)
– Regeling CE markering speelgoed (Stcrt. 1994, 237)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het gelijkstellen van normen of voorschriften met de (Nederlandse) normen inzake
producten;
– het aanwijzen van normen;
– het vaststellen van nadere regels inzake indeling van radioactieve nucliden volgens
hun radiotoxiteit (Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1963, 2233), art. 2, lid 2, art. 7, lid 3/1963–1969);
– het vaststellen van het biologische affect van de verschillende soorten straling
(Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1963, 233), art. 1, lid 2/1963–969).
Waardering: B 1
(38)
Handeling: Het verlenen, wijzigen of intrekken van vrijstellingen van regels, geldende
ingevolge de toepassing van de Warenwet.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, 14 lid 4 (Stb. 1965, 793), Warenwet, art.14n lid 1 (Stb. 1988, 358), Warenwet, art. 16 lid 1 (Stb. 1994, 573)
Product:
– Beschikking vrijstelling van bepalingen Jam- en limonadebesluit (Stcrt. 1979, 112)
– Regeling vrijstelling aanduidingen op gemengd suikerwerk (Stcrt. 1983, 125)
– Besluit vrijstelling Aanduidingenbesluit waren voor bijzondere voeding – suikerwerk
en kauwgum (Stcrt. 1983, 135)
– Besluit vrijstelling aspartaam (Stcrt. 1983, 177)
– Regeling vrijstelling datumaanduiding van enkele dieetwaren (Stcrt. 1984, 229)
– Regeling vrijstelling portieverpakkingen dikvloeibare melkproducten (Stcrt. 1986, 234)
– Beschikking vrijstelling textielartikelen (Stcrt. 1974, 512)
– Regeling vrijstelling Algemeenbesluit (Stcrt. 1983, 177)
– Regeling vrijstelling aanduidingen vlees- en vleeswarenbesluit (Stb. 1987, 35)
– Regeling vrijstelling benaming verduurzaamde vruchten (Stcrt. 1987, 73)
– Regeling vrijstelling zuigelingenvoeding (Stcrt. 1987, 136)
– Regeling vrijstelling gebruik vitamine D2 in margarine en halvarine (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling gebruik D3 in margarine en halvarine (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling garnalenbesluit (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling komijnzaad (Stcrt. 1989, 118)
– Regeling vrijstelling wei-eiwitconcentraat in melkproducten (Stcrt. 1989, 166)
– Regeling vrijstelling vlees- en vleeswarenbesluit (Stcrt. 1989, 192)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in tafelzuren (Stcrt. 1989, 214)
– Regeling vrijstelling sulfiet in schaaldieren (Stcrt. 1990, 186)
– Regeling vrijstelling margarinebesluit (Stcrt. 1990, 186)
– Regeling vrijstelling voedingswaarde aanduidingenbesluit (Stcrt. 1991, 190)
– Regeling vrijstelling paraffine in suikerwerk (Stcrt. 1990, 194)
– Regeling vrijstelling aanvullende voedingswaardebeweringen (Stcrt. 1990, 201);
– Regeling vrijstelling polyolen (Stcrt. 1990, 205)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in tafelzuren (Stcrt. 1990, 212)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in brood (Stcrt. 1990, 212)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in vla- en puddingpoeder (Stcrt. 1991, 104)
– Regeling vrijstelling conserveermiddelen in vruchtlimonades (Stcrt. 1991, 166)
– Regeling vrijstelling mosterdbesluit (Stcrt. 1991, 186)
– Regeling vrijstelling glucono-delta-lacton injectie vleeswaren (Stcrt. 1992, 63)
– Regeling vrijstelling inwerkingtredingbesluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt. 1992, 102)
– Regeling vrijstelling wasmiddelenbesluit 1976 (Stcrt. 1992, 131)
– Regeling vrijstelling zuiverheidzeisen emulgatoren (Stcrt. 1992, 139)
– Regeling vrijstelling wijnbesluit (Stcrt. 1992, 214)
– Regeling vrijstelling mayonaise- en Slasausbesluit (Stcrt. 1993, 21)
– Regeling vrijstelling doorstralen van verpakkingen en gebruiksartikelen (Stcrt. 1993, 94)
– Regeling vrijstelling anti klontermiddelen in poedersuiker (Stcrt. 1994, 9)
– Regeling vrijstelling vitaminepreparaten (Stcrt. 1994, 61)
– Regeling vrijstelling verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt. 1994, 127)
Opmerking: Bijvoorbeeld vrijstelling regels geldende ingevolge de toepassing van de
artikelen 4 tot en met 15 van de Warenwet. De vrijstelling die hierboven wordt genoemd,
geldt in principe voor alle houders van een bepaald product. Een ontheffing is een
beschikking die slechts geldig is voor degene die de ontheffing verkrijgt.
Waardering: B 1
(40)
Handeling: Het aanwijzen van (overheids-) instanties die voor de betrokken ministers
Warenwetbeschikkingen afgeven (w.o. vergunningen, ontheffingen, certificaten etc.)
en het stellen van (nadere) regels inzake de werkzaamheden van deze instanties.
Grondslag: Warenwet, art. 14b lid 2, 14 lid 3 en 5, art. 14i lid 4, art. 14n lid 2–3
(Stb. 1988, 358), zoals gewijzigd: art. 3, art.7, lid 3 en 5, art. 11 lid 4, art. 14n lid
2–3, art. 16 lid 2–3, art 17 lid 4 (Stb. 1994, 573); EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen, art. 7 lid 4 (nr. 2082/92); zie ook Warenwet-AMvB’s bijlage I
Periode: 1945–
Product:
o.a. Warenwetregeling aanwijzing normalisatie- en keuringsinstituten producten (Stcrt. 1992, 164)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie voor verkeershelmen (Stcrt. 1993, 77)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie reddings- en zwemvesten (Stcrt. 1993, 121)
– Beschikking houdende aanwijzing keuringsinstantie (Stcrt. 1994, 137)
– Beschikking aanwijzing instantie onderzoek veiligheid kinderspeelgoed (Stcrt. 1994, 203)
Opmerking: Het stellen van (nadere) regels m.b.t. de manier waarop aangewezen instanties
hun werkzaamheden verrichten kan een activiteit vormen, onder de andere handelingen
in het hoofdstuk Wet- en regelgeving Warenwet in het RIO. Deel van deze handeling
maakt uit:
– het stellen van regels inzake de wijze van betaling van gelden ter bestrijding van
de kosten van de keuring van waren, niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending
schadelijk kunnen zijn voor veiligheid of gezondheid;
– het stellen van (nadere) regels aan overheidsinstanties die de door de minister
overgedragen bevoegdheid uitoefenen inzake het verlenen van ontheffingen van regels
gesteld in de Warenwet. (Warenwet (Stb. 1994, 573), art. 16, lid 2);
– het stellen van regels inzake de betaling voor het verlenen van ontheffingen van
regels gesteld in de Warenwet;
– het aanwijzen van normalisatie en keuringsinstellingen inzake keuringen van waren,
niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending schadelijk kunnen zijn voor veiligheid
of gezondheid;
– het aanwijzen van instanties die EG-type-onderzoeksverklaringen voor beschermingsmiddelen
afgeven zoals bedoeld in artikel 10 van de Richtlijn 89/686/EEG (Besluit beschermingsmiddelen) (Stb. 1992, 376), art. 5, lid 2, sub 3);
– het aanwijzen van een instantie die de registratieaanvraag voor een specificiteitcertificaat
behandelt;
– het aanwijzen van een instantie die een bewijs van oorsprong afgeeft inzake wijn;
– het aanwijzen van instanties die certificaten afgeven inzake voor de uitvoer bestemde
garnalen die voldoen aan bepalingen zoals die staan in de Recommended Code of Practice
for Shrimps and Prawns (Recommended Code of Practice for Shrimps and Prawns is uitgegeven
door de FAO/WHO en bevat onder andere regels ter identificatie van garnalen);
– het aanwijzen van instanties die bedrijfscontrolesystemen erkennen;
– het aanwijzen van instanties die technische constructiedossiers registreren en die
EG-type- onderzoeksverklaringen afgeven zoals bedoeld in Bijlage VI van de Richtlijn 89/368/EEG.
Waardering: B 4
(41)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake
methoden van onderzoek met betrekking tot waren.
Periode: 1992–
Grondslag: Zie bijlage I inzake Warenwet-AMvB’s
Product:
– Regeling onderzoeksmethoden textielartikelen (Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking onderzoeksmethoden aërosolen (Stcrt. 1978, 88)
– Regeling onderzoeksmethoden meel (Stcrt. 1986, 65)
– Regeling onderzoeksmethoden draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling onderzoeksmethoden brood (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling onderzoeksmethoden speelgoed (Stcrt. 1986, 225)
– Regeling onderzoeksmethoden melkeiwitten (Stcrt. 1988, 174)
– Regeling onderzoeksmethoden nicotine- en teergehalte in sigaretten (Stcrt. 1989, 56)
– Regeling onderzoeksmethoden kinderwaren (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling onderzoeks- en meetmethoden benzine (Stcrt. 1992, 128)
– Regeling onderzoeksmethoden brandveiligheid nachtkleding (Stcrt. 1993, 62)
– Regeling onderzoeksmethode voedingsvezelgehalte (Stcrt. 1993, 189)
– Regeling onderzoeksmethoden kinderwaren (Stcrt. 1995, 119)
Waardering: B 1
(48)
Handeling: Het goedkeuren van door bedrijfsorganisaties opgestelde verordeningen en
daarop gebaseerde besluiten en andere voorschriften voor zover deze betrekking hebben
op waren.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, art. 22 lid 1 (Stb. 1965, 368, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Opmerking: De verordening behoeft de goedkeuring van de ministers die het mede aangaat
(Warenwet, Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken verordening
(103)
Handeling: Het verlenen (eventueel ook wijzigen of intrekken) van een ontheffing aan
een bedrijf ten aanzien van verplichtingen of verboden welke zijn gesteld op grond
van de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 16 lid 2 (1935, 793)
Product:
– Beschikking ontheffing met het oog op het pellen van garnalen en huisarbeid (Stcrt. 1979, 43)
– Beschikking houdende ontheffing aan Vroom & Dreesman inzake marktrestaurant (Stcrt. 1993, 199)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 145)
– Beschikking houdende ontheffing warenwetbesluit doorstraalde waren (Stcrt. 1994, 173)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 215)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 217)
Opmerking: Bij AMvBkan deze handeling worden overgedragen aan een daarbij aangewezen
instelling (art. 22, lid 4, WW).
Waardering: V, 5 jaar na wijziging en intrekking van ontheffing
(120)
Handeling: Het behandelen van klachten inzake onregelmatigheden met betrekking tot
specificiteitcertificaten.
Periode: 1992–
Grondslag: EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen, art. 10 en 11 (nr. 2082/92)
Opmerking: De klacht wordt onderzocht en stelt de betrokken lidstaat op de hoogte
van zijn bevindingen. Mochten de betrokken lidstaten niet tot overeenstemming kunnen
komen, dan wordt de klacht gericht aan de Europese Commissie.
Waardering: V, 5 jaar na afhandeling
(122)
Handeling: Het vaststellen van een tarief/keurloon voor de keuring van vlees.
Periode: 1957–
Grondslag: Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het
algemeen, art. 3 (Stcrt. 1957, 34); Vleeskeuringswet, art. 26a lid 1 (Stb. 1984, 109); Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen, art. 10 lid 4 (Stb. 1991, 557); Besluit betreffende productie van en de handel in vers vlees, art. 13a
(Stb. 1994, 12)
Product:
– Beschikking van 9 augustus 1957, nr. 11942 (Stcrt. 1957, 166)
– Beschikking van 11 september 1957, nr. 12769 (Stcrt. 1957, 179)
– Beschikking van 24 september 1957, (Stcrt. 1957, 186)
– Besluit rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleesproducten uit andere landen dan de
lidstaten van de EG (Stcrt. 1968, 50)
– Regeling tarieven keuring vee en vleesproducten ( Stcrt. 1993, 99)
Waardering: V, 5 jaar na een hernieuwde vaststelling
(216)
Handeling: Het gezamenlijk met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en
de Minister van Landbouw vaststellen van nadere eisen voor de aanduiding, samenstelling
en zuiverheid van ingrediënten en van in brood toe te laten hoeveelheden
Periode: 1985–
Grondslag: Broodbesluit Warenwet 1985, artt. 4.2, 4.6 (Stb.1985, 758)
Waardering: B 5
(217)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en de minister onder wie
Volksgezondheid ressorteert, besluiten tot het toelaten van hulpstoffen in brood
Periode: 1985–
Grondslag: Broodbesluit Warenwet 1985, art. 85, (Stb.1985, 758)
Waardering: B 5
(218)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en de minister onder wie
Volksgezondheid ressorteert, vaststellen van symbolen voor verpakkingen van eet- of
drinkwaren
Periode: 1980–
Grondslag: Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art. 3 lid 1a (Stb.1979, 558)
Waardering: B 5
(219)
Handeling: Het gezamenlijk met de Ministers van Landbouw en minister onder wie Volksgezondheid
ressorteert, stellen van eisen voor verpakkingen en gebruiksartikelen van eet- of
drinkwaar
Periode: 1980–
Grondslag: Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art. 2.1a (Stb.1979, 558)
Opmerking: Het gaat om eisen met betrekking tot het te gebruiken materiaal en om het
stellen van regels met betrekking tot de stoffen waarvan dat materiaal is gemaakt
Waardering: B 5
(221)
Handeling: Het met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en de Minister
van Landbouw overeenstemmen inzake het stellen van nadere regels op het gebied van
voeding
Periode: 1979–
Grondslag:
– Warenwetbesluit aroma’s, art. 13 lid 1 (Stb. 1992, 95)
– Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen, art. 3 lid 3-4, art.
12 lid 3, artt. 13, 15 lid 5, art. 18 lid 2 (Stb.1992, 678)
– Warenwetbesluit eieren, art. 4 (Stb.1996, 476)
– Eiwitproductenbesluit Warenwet, artt. 3 lid 2 en 4 lid 2 (Stb.1988, 339)
– Warenwetbesluit etikettering van levensmiddelen, art. 31 (Stb.1992, 14)
– Besluit geconserveerde groenten, art. 5 (Stb. 1979, 219)
– Warenwetbesluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (intraverkeer),
art. 4 (Stb. 1994, 872)
– Warenwetbesluit produkten voor bijzondere voeding, art. 12 lid 2 (geen EZ) (Stb. 1992, 222)
– Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit Warenwet, art. 5 lid 1 (Stb.1979, 558)
– Warenwetbesluit Visserijproducten, art. 3 lid 2, artt. 4, 5, 6 lid 2 (niet met EZ)
(Stb. 1995, 46)
– Vlees- en vleeswarenbesluit Warenwet 1987, art. 10 lid 2 (niet EZ) (Stb.1987, 242)
– Warenwetbesluit zuivel, art. 3 lid 4, art. 12a lid 3 (Stb. 1994, 813)
Product:
– warenwetregeling eieren (Stcrt.1996, 243)
– Regeling inwerkingtreding Eiwitproductenbesluit Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Regeling sojaeiwitprodukten Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Regeling Tarwe-eiwitprodukten Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Schimmeleiwitproducten- Regeling Warenwet (Stcrt.1993, 2)
– warenwetregeling Gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (intraverkeer)
(Stcrt.1994, 245)
– warenwetregeling visserijproducten en tweekleppige weekdieren (Stcrt.1995, 29)
Opmerking: De regels worden door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert,
opgesteld met betrekking tot het gebruik van aroma’s, de behandeling van levensmiddelen,
verhandelen, verwerken, verpakken, bewaren en vervoeren van eieren (zonder EZ), kleur,
geur etc deugdelijkheid van eiwitten
Waardering: B 5
(222)
Handeling: Het met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en de Minister
van Landbouw overeenstemmen inzake vast te stellen methoden van onderzoek
Periode: 1979–
Grondslag:
– Broodbesluit Warenwet 1985, art. 24 (Stb.1985, 758)
– Warenwetbesluit doorstraalde waren, art. 11 lid 1 (Stb.1997, 20)
– Warenwetbesluit Frisdranken, art. 7 lid 2 (Stb.1995, 425)
– Meelbesluit Warenwet, art. 19 (Stb.1985, 757)
– Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art 5 lid 2 (Stb.1979, 558)
Product: Regeling Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) Stcrt.1980, 18 + bijlagen
Opmerking: De methoden van onderzoek worden vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid
Bij het Warenwetbesluit Frisdranken is EZ niet betrokken.
Waardering: B 5
(225)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Landbouw en de minister onder wie
Volksgezondheid ressorteert inzake de vervanging van de aanduidingen ‘produkt met
x%’ vlees’ met andere aanduidingen
Periode: 1987–
Grondslag: Vlees- en Vleeswarenbesluit (Warenwet) 1987, art. 7 lid 3 (Stb.1987, 242)
Waardering: B 5
Actor: de Minister van Financiën
(1)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Product: o.a. het leveren van een bijdrage aan de Volksgezondheidsnota 1966: Nota
voedingsbeleid 1980
Waardering: B 1
(36)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – stellen van (ministeriële)
regelingen regels inzake de in- en uitvoer van eetwaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet (Stb. 1935, 793), art. 14 lid 5, art. 15 lid 2, art. 16 lid 1, onder a en b; zie Warenwet-AMvB’s
bijlage I
Product:
– Regeling voor uitvoer bestemde waren en andere artikelen (Stcrt. 1965, 163)
– Beschikking kantoor invoer van toebereid dierlijk vet (Stcrt. 1970, 223)
– Regeling invoermodaliteiten Garnalenbesluit 1984 (Stcrt. 1984, 53)
– Regeling vaststelling invoercertificaat Garnalenbesluit (Stcrt. 1987, 213)
– Regeling importverbod bepaalde eetwaren uit Peru (Stcrt. 1991, 65)
– Regeling uitvoervrijstelling (Stcrt. 1965, 163/Stcrt. 1992, 180)
– Beschikking houdende bepalingen ter uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3185/91 van de Raad houdende maatregelen inzake de invoer van groenten en fruit uit bepaalde
door cholera getroffen regio’s (92/300/EEG)(Stcrt. 1993, 250)
– Regeling houdende warenwetregeling invoer van bepaalde eetwaren uit door cholera
getroffen landen (Stcrt. 1993, 250)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van (nadere) regels inzake de invoer in Nederland van eetwaren uit landen
die getroffen zijn door cholera;
– het aanwijzen van eerste kantoren inzake invoer van waren;
– het om veiligheidsredenen verbieden of voorwaardelijk toelaten van de invoer van
etenswaren (Bijvoorbeeld het invoerverbod van de Jakobsschelp uit Japan nadat in de
dieren regelmatig paralyserende toxine was gevonden).
Waardering: B 1
(122)
Handeling: Het vaststellen van een tarief/keurloon voor de keuring van vlees.
Periode: 1957–
Grondslag: Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het
algemeen, art. 3 (Stcrt. 1957, 34); Vleeskeuringswet, art. 26a lid 1 (Stb. 1984, 109); Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen, art. 10 lid 4 (Stb. 1991, 557); Besluit betreffende productie van en de handel in vers vlees, art. 13a
(Stb. 1994, 12)
Product:
– Beschikking van 9 augustus 1957, nr. 11942 (Stcrt. 1957, 166)
– Beschikking van 11 september 1957, nr. 12769 (Stcrt. 1957, 179)
– Beschikking van 24 september 1957, (Stcrt. 1957, 186)
– Besluit rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleesproducten uit andere landen dan de
lidstaten van de EG (Stcrt. 1968, 50)
– Regeling tarieven keuring vee en vleesproducten ( Stcrt. 1993, 99)
Waardering: V, 5 jaar na een hernieuwde vaststelling
(132)
Handeling: Het verlenen van renteloze voorschotten aan een gemeente voor de oprichting
van een centrale slachtplaats.
Periode: 1945–1972
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 24 onder a (Stb. 1919, 524); Besluit tot uitvoering van artikel 24 van de Vleeskeuringswet, art. 1
(Stb. 1921, 637)
Waardering: V, 5 jaar na teruggave voorschot
Actor: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Algemeen
(1)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Product: o.a. het leveren van een bijdrage aan de Volksgezondheidsnota 1966; Nota
voedingsbeleid 1980
Waardering: B 1
(8)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maat-regelen van bestuur inzake de instelling en inrichting van overlegorganen welke
betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1 (Stb.1919, 851); Wet op de Voedingsraad, art. 3 (Stb. 1952, 350); Vleeskeuringswet, art. 30b lid 3 en 5 (Stb. 1919, 524); Destructiewet, art. 23, lid 6 (Stb. 1957, 84)
Product: o.a.:
– Besluit aanwijzing voordrachtstellende organisaties Voedingsraad (Stb. 1953, 333, zoals gewijzigd bij Stb. 1964, 238, Stb. 1974, 821, Stb. 1980, 281, Stb. 1985, 222 en Stb. 1990, 289)
– Besluit op de Destructieraad (Stb. 1957, 197)
– Besluit Adviescommissie Vleeskeuringswet (Stb. 1979, 750)
– Besluit Adviescommissie Warenwet (Stb. 1992, 494)
– Besluit op de Destructieraad (Stb. 1995, 285)
Waardering: B 4
(9)
Handeling: Het – eventueel tezamen met andere ministers – instellen van ad hoc overlegorganen
welke betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Product: Commissie bevoegdheden aanwenden van röntgenstralen en het gebruik van radioactieve
stoffen (Stcrt. 1953, 110)
– Commissie organisatie vleeskeuring
– Commissie herstructurering openbare slachthuizen (Stcrt. 1975, 41)
– Commissie tarieven keuring vlees (secretariaat: Veterinaire Inspectie) (Stcrt. 1975, 41)
- Studiecommissie elektrische en gasbedwelming slachtdieren (secretariaat: Veterinaire
Inspectie) (Stcrt. 1975, 47)
Waardering: B 4
(11)
Handeling: Het – eventueel tezamen met andere ministers – aanwijzen, voordragen, schorsen
of ontslaan van de (adviserende) leden van overlegorganen welke betrekking hebben
op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Wet op de Voedingsraad, art. 2 lid 2 (Stb. 1952, 350); Vleeskeuringswet, art. 30b lid 4 (Stb. 1919, 524); Destructiewet, art. 23 lid 2 (Stb. 1957, 84); Warenwet 17 lid 1 (Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 75 jaar na geboorte
(13)
Handeling: Het goedkeuren van het reglement/de werkzaamheden van commissies, raden
etc. welke betrekking hebben op voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging werking reglement etc.
Warenwet
(30)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Warenwet.
Periode: 1945–
Product: Warenwet (Stb. 1919, 581/Stb. 1935, 793).
Waardering: B 1
(31)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met ministers die het mede aangaat –
voor bereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s op basis van
de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1, artt. 4–7, artt. 11–17, art. 19, art. 22, art. 24, art.
30, art. 31, art. 33 (Stb. 1935, 793)
Product: o.a.
– Besluit van 5 januari 1921 tot uitvoering van artikel 6, 3de lid en artikel 23, 3de lid der Warenwet (Stb. 1921, 5)
– Besluit waren in zin van de wet (Stb. 1921, 638)
– Besluit papier (Stb. 1922, 109)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1924, 96)
– Besluit behangsel (Stb. 1924, 213)
– Besluit specerijen (Stb. 1924, 251)
– Besluit deegwaren (Stb. 1924, 313)
– Besluit vleesextracten (Stb. 1924, 428)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1925, 34)
– Besluit margarine (Stb. 1925, 417)
– Besluit vet (Stb. 1925, 421)
– Besluit brood (Stb. 1925, 478)
– Besluit azijn (Stb. 1926, 214)
– Besluit bier (Stb. 1926, 280)
– Besluit oliën en vetten (Stb. 1926, 339)
– Besluit kaas (Stb. 1927, 396)
– Besluit wijn (Stb. 1929, 137)
– Besluit kapok (Stb. 1930, 22)
– Besluit kapok en beddengoed (Stb. 1930, 65)
– Besluit ansjovis (Stb. 1930, 220)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1932, 57)
– Besluit margarinekaas (Stb. 1932, 327)
– Besluit maanzaadbesluit (Stb. 1933, 514)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
keuringsdiensten van waren (Stb. 1936, 881)
– Besluit jam en limonade (Stb. 1937, 854)
– Besluit vlees- en vleeswaren(Stb. 1938, 865)
– Besluit houdende vaststelling van een – Regeling betreffende de verbindende kracht
van enige bezettingsregelingen tot uitvoering van de Warenwet (Stb. 1945, 326)
– Besluit aroma, jus en soep (Stb. 1947, 635)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1948, I 399)
– Algemeen
– Besluit (Stb. 1949, J. 306)
– Besluit Warenwetrecht (Stb. 1951, 8)
– Besluit meelbesluit (Stb. 1953, 232)
– Besluit likeurbesluit (Stb. 1953, 466)
– Besluit consumptie-ijs (Stb. 1954, 257)
– Besluit melk (Stb. 1955, 155)
– Besluit vulsel (Stb. 1957, 339)
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1958, 317)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1958, 407)
– Besluit honing (Stb. 1959, 218)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1959, 381)
– Besluit smeltkaas (Stb. 1959, 438)
– Besluit kaas (Stb. 1959, 439)
– Besluit honingmerken (Stb. 1959, 509);
– Besluit margarine (Stb. 1961, 398)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1964, 582)
– Besluit honing (Stb. 1965, 431)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1965, 437)
– Besluit houdende aanwijzing van opsporingsambtenaren op grond van de Warenwet (Stb. 1967, 690)
– Besluit conserveermiddelen (Stb. 1967, 691)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1968, 227)
– Besluit cosmetica (Stb. 1968, 615)
– Besluit zout (Stb. 1968, 421)
– Besluit specerijen (Stb. 1969, 214);
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1969, 514)
– Besluit mayonaise en slasaus (Stb. 1971, 78)
– Besluit mosterd (Stb. 1971, 256)
– Besluit gebruik aminozuren preparaat voor de broodbereiding (Stb. 1971, 411)
– Besluit glasartikelen (Stb. 1972, 688)
– Besluit anti-oxydanten (Stb. 1973, 142)
– Besluit textielartikelen (Stb. 1974, 512)
– Besluit melk (Stb. 1974, 669)
– Besluit helmen (Stb. 1975, 517)
– Besluit zetmeel (Stb. 1975, 660)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
Keuringsdiensten van Waren (Stb. 1976, 3)
– Besluit speelgoed (Stb. 1976, 101)
– Besluit emulgatoren (Stb. 1976, 153)
– Besluit helmen (Stcrt. 1976, 366)
– Besluit jus (Stb. 1976, 664)
– Besluit vleesextract-, aroma en bouillon (Stb. 1976, 665)
– Besluit soep (Stb. 1976, 666)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1977, 41)
– Besluit puddingpoeder (Stb. 1977, 140)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1977, 141)
– Besluit aërosolen (Stb. 1978, 116)
– Besluit consumptie-ijs 1978 (Stb. 1978, 238)
– Besluit honing (Stb. 1978, 655)
– Besluit frisdranken en siropen (Stb. 1979, 100)
– Besluit jam en- geconserveerde vruchten (Stb. 1979, 102)
– Besluit inzake verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische verpakkingen (Stb.1979, 112)
– Besluit geconserveerde aardappelen (Stb. 1979. 176)
– Besluit geconserveerde groenten (Stb. 1979, 219)
– Besluit verpakking- en gebruiksartikelen (Stb. 1979, 558)
– Besluit kokswaren (Stb. 1979, 563)
– Besluit hoeveelheidaanduidingen (Stb. 1980, 223)
– Besluit cosmetica (Stb. 1980, 256);
– Besluit aanduidingen voor bijzondere voeding (Stb. 1980, 658)
– Besluit aanduidingen sigaretten en shag (Stb. 1981, 329)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1981, 506)
– Besluit algemene aanduidingen (Stb. 1981, 621)
– Besluit siervoorwerpen (Stb. 1981, 684)
– Besluit kwark (Stb. 1982, 219)
– Besluit kaas (Stb. 1982, 227)
– Besluit vuurwerk (Stb. 1982, 488)
– Besluit reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 469)
– Besluit jam- en geconserveerde vruchten (Stb. 1982, 693)
– Besluit hulpstoffen smeltkaas (Stb. 1983, 106)
– Besluit vulsel (Stb. 1983, 556)
– Besluit kinderveilige verpakkingen huishoudchemicaliën (Stb. 1984, 688)
– Besluit garnalen (Stb. 1985, 85)
– Besluit natuurlijk mineraal- en bronwater (Stb. 1985, 422)
– Besluit speelgoed (Stb. 1985, 751)
– Besluit meel (Stb. 1985, 757)
– Besluit brood (Stb. 1985, 758)
– Besluit draagbaar klimmateriaal (Stb. 1986, 86)
– Besluit spaanplaat (Stb. 1986, 517)
– Besluit toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stb. 1986, 555)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1987, 243)
– Besluit aanduidingen voedingswaarden (Stb. 1988, 162)
– Besluit eiwitproducten (Stb. 1988, 339)
– Besluit tot toelating van johannesbroodpitmeel en xanthaangom aan halvarine (Stb. 1988, 398)
– Besluit imitatieproducten (Stb.1989, 253)
– Besluit zoetstoffen (Stb. 1989, 548)
– Besluit kinderbedden en -boxen (Sb 1990. 106);
– Besluit speelgoed (Stb. 1991, 269);
– Besluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stb. 1992, 12);
– Besluit etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14);
– Besluit aroma’s (Stb. 1992, 95)
– Besluit veilige verpakkingen van huishoudchemicaliën (Stb. 1992, 106)
– Besluit gastoestellen (Stb. 1992, 124)
– Besluit levensmiddelenadditieven (Stb. 1992, 204)
– Besluit doorstraalde waren (Stb. 1992, 205)
– Besluit producten voor bijzondere voeding (Stb. 992, 222)
– Besluit benzine (Stb. 1992, 339)
– Besluit machines (Stb. 1992, 379)
– Besluit elektrotechnische producten (Stb. 1992, 385)
– Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen (Stb. 1992, 396)
– Besluit brandveiligheid nachtkleding (Stb. 1992, 600)
– Besluit warmtebehandelde melk (Stb. 1992, 639)
– Besluit eiproducten (Stb. 1992, 660)
– Besluit bereiding en behandeling van levensmiddelen (Stb. 1992, 678)
– Besluit uitvoer van waren (Stb. 1993, 314)
– Besluit thee (Stb. 1993, 470)
– Besluit koffie en cichorei (Stb. 1993, 471)
– Besluit voedingswaarde informatie levensmiddelen (Stb. 1993, 483)
– Besluit algemene productveiligheid (Stb. 1993, 499)
– Besluit invoer levensmiddelen uit derde landen (Stb. 1993, 698)
– Besluit producten visserij (Stb. 1994, 46)
– Besluit algemene chemische productveiligheid (Stb. 1994, 105)
– Besluit veilige verpakking van huishoudchemicaliën (Stb. 1994, 106)
– Besluit asbest (Stb. 1994, 674)
– Besluit zuivel (Stb. 1994, 813)
– Besluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stb. 1994, 872)
– Besluit etikettering schoeisel (Stb. 1995, 324)
– Besluit motor- en bromfietshelmen (Stb. 1995, 424)
– Besluit cosmetische producten (Stb. 1995, 519)
– Besluit deponering informatie preparaten (Stb. 1996, 38)
– Besluit puddingpoeders (Stb. 1996, 48)
– Besluit soep, vleesextract en bouillon (Stb. 1996, 118)
– Besluit houdende regels inzake de veiligheid van verpakkingen onder druk (Stb. 1996, 251)
– Besluit toevoeging microvoedingsstoffen aan levensmiddelen (Stb. 1996, 311)
Waardering: B 1
(34)
Handeling: Het – wanneer een spoedige voorziening gewenst is – vaststellen, wijzigen
en intrekken van ministeriële regelingen met de strekking van een AMvB.
Periode: 1964–
Grondslag: Kleurstoffenbesluit, 2 lid 1 (Stb. 1964, 582); Conserveermiddelenbesluit, art. 2 lid 1 (Stb. 1967, 691); Warenwet, art. 14m, art. 15 lid 1–2 (Stb.1988, 358)
Opmerking: Een spoedeisende voorziening is noodzakelijk bij direct gevaar voor de
volksgezondheid. Bijvoorbeeld het verbieden van schadelijk verdikkingsmiddel in jellycups.
De regeling geldt ten hoogste voor een jaar. Een verlenging van maximaal nog een jaar
is echter mogelijk. Bijvoorbeeld:
– het verbieden van het gebruik van conserveermiddelen bij de bereiding, vervaardiging
of samenstelling van eet- en drinkwaren (Conserveermiddelen besluit, art. 2, lid 1
(Stb. 1967, 691));
– het verbieden van een of meer kleurstoffen welke zijn genoemd in Bijlage I van het
Kleurstoffenbesluit (Kleurstoffenbesluit, art. 2, lid 1 (Stb. 1964, 582)).
Waardering: V, 5 jaar na vervallen regeling
(35)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van (ministeriële) regelingen inzake
het bereiden, behandelen, verpakken of bewaren van eet- en drinkwaren.
Periode: 1992–
Grondslag: Warenwet, art. 15 lid 1 (Stb. 1935, 793); Warenwet, art. 14L (Stb. 1988, 358), Warenwet, art. 14, art. 15 lid 1–2 (Stb. 1994, 537); Zie ook AMvB’s Warenwet bijlage I
Product:
– Beschikking aanduidingen bijzonder vet (Stcrt. 1925, 233)
– Regeling ontheffing algemeen Besluit (Stcrt. 1949, 392)
– Besluit tot uitvoering van artikel 8, onder b, van het Broodbesluit (Stb. 1971, 411)
– Beschikking verlening toestemming tot toevoeging van vitamine C (ascorbinezuur)
aan karnemelk (Stcrt. 1974, 151)
– Uitvoeringsbeschikking melkstandaardisatie (Stcrt. 1975, 97)
– Beschikking volledige zuigelingenvoeding (Stcrt. 1976, 189)
– Besluit verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische dranken (Stcrt. 1979, 112)
– Beschikking geur- en smaakstoffen (Stcrt. 1980, 31)
– Regeling verpakking koolzuurhoudende niet-alcoholische dranken (Stcrt. 1980, 127)
– Regeling geur- en smaakstoffen (Stcrt. 1982, 31)
– Besluit datumaanduiding conserven (Stcrt. 1982, 151)
– Besluit vaststelling maximaal toelaatbaar gehalte nitraat in bladgroenten (Stcrt. 1982, 177)
– Regeling toestemming voor gebruik aspartaam in voorverpakte eetwaren in tabletvorm
(Stcrt. 1984, 178)
– Regeling toestemming vanilleyoghurt met suiker (Stcrt. 1984, 202)
– Regeling normen PCB’s (Stcrt. 1984, 239)
– Regeling normen zware metalen (Stcrt. 1985, 58)
– Regeling toestemming gezoet cider (Stcrt. 1985, 214)
– Regeling normen radioactiviteit van cesium in eet- en drinkwaren (Stcrt. 1986, 110)
– Regeling microbiologische normen garnalen (Stcrt. 1986, 124)
– Regeling soja producten bij de broodbereiding (Stcrt. 1986, 183)
– Regeling toelating emulgatoren voor de broodbereiding (Stcrt. 1986, 183)
– Regeling inrichtingseisen bedrijfsruimten voor de broodbereiding (Stcrt. 1986, 185)
– Regeling nadere eisen draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 231)
– Besluit houdende toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stcrt. 1986, 555)
– Regeling gelijkstelling normen kinderveilige verpakkingen (Stcrt. 1987, 1)
– Besluit zuigelingenvoeding (Stcrt. 1987, 136);
– Regeling toelating enzymen in meel en brood (Stcrt. 1987, 232)
– Regeling overgangsregime natriumarme waren (Stcrt. 1988, 162)
– Regeling inzake tolerante alcoholgehalte vermelding (Stcrt. 1988, 235)
– Regeling toestemming producten voor gewichtsvermindering (Stcrt. 1988, 250)
– Regeling melkbereiding (Stcrt. 1988, 254)
– Regeling sojaproducten bij de broodbereiding (Stb. 1988. 455)
– Regeling nabehandeling garnalen (Stcrt. 1989, 21)
– Regeling dioxine in melk (Stcrt. 1989, 135)
– Regeling overgangsregime natriumarme waren (Stcrt. 1989, 210)
– Besluit zuiverheideisen zoetstoffen (Stcrt. 1989, 251)
– Besluit gebruik van zoetstoffen (Stcrt. 1989, 251)
– Regeling aanvullende voedingswaardebeweringen (Stcrt. 1990, 201)
– Regeling diepgevroren levensmiddelen (Stcrt. 1991, 2)
– Regeling toestemming yoghurt met suiker (Stcrt. 1991, 88)
– Regeling stoffen in aroma’s (Stcrt. 1992, 51);
– Regeling gebruik levensmiddelenadditieven in verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt.1992, 52)
– Regeling sojaeiwitproducten (Stcrt. 1992, 94)
– Regeling tarweeiwitproducten (Stcrt. 1992, 94)
– Regeling stuksaanduiding bakkerswaren (Stcrt. 1992, 154)
– Regeling aanwijzen normen persoonlijke beschermingsmiddelen (Stcrt. 1992, 190)
– Regeling schimmeleiwitproducten – Regeling (Stcrt. 1993, 3)
– Regeling levensmiddelen hygiëne (Stcrt. 1993, 35)
– Regeling normen radioactiviteit van cesium in eet- en drinkwaren (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling nitraatgehalte groenten (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling normen zware metalen (Stcrt. 1993, 40)
– Regeling normen PCB’s (Stcrt. 1981, 107/Stcrt. 1993, 40)
– Regeling dioxine in melk (Stcrt. 1989, 135/Stcrt. 1993, 40)
– Regeling houdende vloeibare paraffine en glutaminezuur in levensmiddelen (Stcrt.1993, 40)
– Regeling extractiemiddelen (Stcrt. 1993, 72)
– Regeling houdende levensmiddelenadditieven in zoetstoffen (Stcrt. 1993, 95)
bekendmaking aanvraag erkenning inzake melk en producten op basis van melk (Stcrt. 1993, 114)
– Regeling diepgevroren levensmiddelen (Stcrt. 1993, 130)
– Regeling zuigelingenvoeding (Stcrt. 1993, 183)
– Regeling nieuwe voedingsmiddelen (Stcrt. 1993, 139)
– Regeling eieren (Stcrt. 1994, 184)
– Regeling zuivelbereiding (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling gedehydrateerde dieren (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling melkeiwitten (caseïne en caseïnaten) (Stcrt. 1994, 243)
– Regeling hygiëne van levensmiddelen (Stcrt. 1994, 245)
– Regeling levensmiddelenadditieven in zuivel (Stcrt. 1994, 246)
– Regeling visserijproducten en tweekleppige weekdieren (Stb. 1995, 29)
– Regeling AZO-kleurstoffen (Stb. 1996, 143)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van nadere regels met betrekking tot de bedrijfsruimten waar eet- en
drinkwaren worden bereid, behandeld, verpakt of bewaard;
– het stellen van nadere regels inzake levensmiddelenhygiëne:
– het stellen van regels inzake de aanduiding m.b.t. eet- en drinkwaren;
– het stellen van nadere regels met betrekking tot de hoeveelheid schadelijke stoffen
die eet- en drinkwaren mogen bevatten;
– het toelaten van (hulp)stoffen in eet- en drinkwaren;
– het aanwijzen van normen.
Waardering: B 1
(36)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – stellen van (ministeriële)
regelingen regels inzake de in- en uitvoer van eetwaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 14 lid 5, art. 15 lid 2, art. 16 lid 1, onder a en b (Stb. 1935, 793); zie Warenwet-AMvB’s bijlage I
Product:
– Regeling voor uitvoer bestemde waren en andere artikelen (Stcrt. 1965, 163)
– Beschikking kantoor invoer van toebereid dierlijk vet (Stcrt. 1970, 223)
– Regeling invoermodaliteiten Garnalenbesluit 1984 (Stcrt. 1984, 53)
– Regeling vaststelling invoercertificaat Garnalenbesluit (Stcrt. 1987, 213)
– Regeling importverbod bepaalde eetwaren uit Peru (Stcrt. 1991, 65)
– Regeling uitvoervrijstelling (Stcrt. 1965, 163/Stcrt. 1992, 180)
– Beschikking houdende bepalingen ter uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3185/91 van de Raad houdende maatregelen inzake de invoer van groenten en fruit uit bepaalde
door cholera getroffen regio’s (92/300/EEG)(Stcrt. 1993, 250)
– Regeling houdende warenwetregeling invoer van bepaalde eetwaren uit door cholera
getroffen landen (Stcrt. 1993, 250)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van (nadere) regels inzake de invoer in Nederland van eetwaren uit landen
die getroffen zijn door cholera;
– het aanwijzen van eerste kantoren inzake invoer van waren;
– het om veiligheidsredenen verbieden of voorwaardelijk toelaten van de invoer van
etenswaren (Bijvoorbeeld het invoerverbod van de Jakobsschelp uit Japan nadat in de
dieren regelmatig paralyserende toxine was gevonden).
Waardering: B 1
(37)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van (ministeriële) regelingen inzake
de samenstelling van en de aanduiding op producten die geen levensmiddelen zijn.
Periode: 1988–
Grondslag: Zie bijlage I inzake Warenwet-AMvB’s
Product:
– Besluit kinderspeelgoed (Stcrt. 1973, 238)
– Beschikking ter uitvoering Textielartikel Besluit (Stcrt. 1974, 244) – Beschikking reprisepercentages en vertalingen van aanduidingen van textielartikelen
(Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking uitvoering artikel 5 Aërosolenbesluit (Stcrt. 1978, 88)
– Beschikking uitvoering artikel Aërosolenbesluit (Stcrt.1978, 116 )
– Regeling verpakkingen – en gebruiksartikelen (Stcrt. 1980, 18)
– Beschikking stoffenbesluit cosmetica (Stcrt. 1980, 143)
– Beschikking houdende het stoffenbesluit cosmetica (Stcrt. 1980, 143)
– Beschikking vaststelling symbool van het verpakkingsbesluit (Stcrt. 1981, 82)
– Regeling vaststelling eisen reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 147)
– Besluit etikettering asbestbevattende artikelen (Stb. 1984, 145)
– Regeling kaliumbromaat voor beschuitbereiding (Stcrt. 1986, 11)
– Regeling contactlensvloeistoffen en oogwassingen (Stcrt. 1986, 114)
– Regeling nadere eisen draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling gelijkstelling normen kinderveilige verpakking (Stcrt. 1988, 1)
– Regeling toestemming producten voor gewichtsbeheersing (Stcrt. 1988, 250)
– Regeling nominale hoeveelheden voorverpakte breigaren (Stcrt. 1989, 199)
– Regeling imitatieproducten (Stcrt. 1989, 253)
– Regeling aanwijzing normen voor de aanduiding van speelgoed (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling inzake verklaringen van overeenstemming voor speelgoed (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling vervangingscomponenten benzine (Stcrt. 1992, 128)
– Regeling aanwijzing normen elektronische producten (Stcrt. 1992, 164)
– Regeling inzake nadere regels ten aanzien van machines (Stcrt. 1993, 127)
– Regeling houdende nadere regels ten aanzien van persoonlijke beschermingsmiddelen
(Stcrt. 1993, 186)
– Regeling persoonlijke beschermingsmiddelen (Stcrt. 1994, 13)
– Regeling pentachloorfenol (Stcrt. 1994, 25)
– Regeling algemene chemische productveiligheid (Stcrt. 1994, 39)
– Regeling houdende warenwetregeling ontvlambaarheid aërosolen (Stcrt. 1994, 166)
– Regeling motor- en bromfietshelmen (Stcrt. 1994, 230)
– Regeling CE markering speelgoed (Stcrt. 1994, 237)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het gelijkstellen van normen of voorschriften met de (Nederlandse) normen inzake
producten;
– het aanwijzen van normen;
– het vaststellen van nadere regels inzake indeling van radioactieve nucliden volgens
hun radiotoxiteit (Besluit radioactieve stoffen, art. 2, lid 2, art. 7, lid 3 (Stb. 1963, 2233)/ 1963–1969);
– het vaststellen van het biologische affect van de verschillende soorten straling
(Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1963, 233), art. 1, lid 2/1963 –1969).
Waardering: B 1
(38)
Handeling: Het verlenen, wijzigen of intrekken van vrijstellingen van regels, geldende
ingevolge de toepassing van de Warenwet.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, 14 lid 4 (Stb. 1965, 793), Warenwet, art.14n lid 1 (Stb. 1988, 358), Warenwet, art. 16 lid 1 (Stb. 1994, 573)
Product:
– Beschikking vrijstelling van bepalingen Jam- en limonade Besluit (Stcrt. 1979, 112)
– Regeling vrijstelling aanduidingen op gemengd suikerwerk (Stcrt. 1983, 125)
– Besluit vrijstelling Aanduidingenbesluit waren voor bijzondere voeding – suikerwerk
en kauwgum (Stcrt. 1983, 135)
– Besluit vrijstelling aspartaam (Stcrt. 1983, 177)
– Regeling vrijstelling datumaanduiding van enkele dieetwaren (Stcrt. 1984, 229)
– Regeling vrijstelling portieverpakkingen dikvloeibare melkproducten (Stcrt. 1986, 234)
– Beschikking vrijstelling textielartikelen (Stcrt. 1974, 512)
– Regeling vrijstelling Algemeen Besluit (Stcrt. 1983, 177)
– Regeling vrijstelling aanduidingen vlees- en vleeswarenbesluit (Stb. 1987, 35)
– Regeling vrijstelling benaming verduurzaamde vruchten (Stcrt. 1987, 73)
– Regeling vrijstelling zuigelingenvoeding (Stcrt. 1987, 136)
– Regeling vrijstelling gebruik vitamine D2 in margarine en halvarine (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling gebruik D3 in margarine en halvarine (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling garnalenbesluit (Stcrt. 1988, 120)
– Regeling vrijstelling komijnzaad (Stcrt. 1989, 118)
– Regeling vrijstelling wei-eiwitconcentraat in melkproducten (Stcrt. 1989, 166)
– Regeling vrijstelling vlees- en vleeswarenbesluit (Stcrt. 1989, 192)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in tafelzuren (Stcrt. 1989, 214)
– Regeling vrijstelling sulfiet in schaaldieren (Stcrt. 1990, 186)
– Regeling vrijstelling margarinebesluit (Stcrt. 1990, 186)
– Regeling vrijstelling voedingswaarde aanduidingenbesluit (Stcrt. 1991, 190)
– Regeling vrijstelling paraffine in suikerwerk (Stcrt. 1990, 194)
– Regeling vrijstelling aanvullende voedingswaardebeweringen (Stcrt. 1990, 201);
– Regeling vrijstelling polyolen (Stcrt. 1990, 205)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in tafelzuren (Stcrt. 1990, 212)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in brood (Stcrt. 1990, 212)
– Regeling vrijstelling kleurstoffen in vla- en puddingpoeder (Stcrt. 1991, 104)
– Regeling vrijstelling conserveermiddelen in vruchtlimonades (Stcrt. 1991, 166)
– Regeling vrijstelling mosterdbesluit (Stcrt. 1991, 186)
– Regeling vrijstelling glucono-delta-lacton injectie vleeswaren (Stcrt. 1992, 63)
– Regeling vrijstelling inwerkingtredingbesluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt. 1992, 102)
– Regeling vrijstelling wasmiddelenbesluit 1976 (Stcrt. 1992, 131)
– Regeling vrijstelling zuiverheidzeisen emulgatoren (Stcrt. 1992, 139)
– Regeling vrijstelling wijnbesluit (Stcrt. 1992, 214)
– Regeling vrijstelling mayonaise- en Slasausbesluit (Stcrt. 1993, 21)
– Regeling vrijstelling doorstralen van verpakkingen en gebruiksartikelen (Stcrt. 1993, 94)
– Regeling vrijstelling anti klontermiddelen in poedersuiker (Stcrt. 1994, 9)
– Regeling vrijstelling vitaminepreparaten (Stcrt. 1994, 61)
– Regeling vrijstelling verduurzaamde vruchtenproducten (Stcrt. 1994, 127)
Opmerking: Bijvoorbeeld vrijstelling regels geldende ingevolge de toepassing van de
artikelen 4 tot en met 15 van de Warenwet. De vrijstelling die hierboven wordt genoemd,
geldt in principe voor alle houders van een bepaald product. Een ontheffing is een
beschikking die slechts geldig is voor degene die de ontheffing verkrijgt.
Waardering: B 1
(39)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – aanwijzen van
toezichthoudende diensten/personen en stellen van nadere regels inzake (de werkwijze
van) deze diensten en personen.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 2 lid 1 sub. 1, art. 18 (Stb. 1935, 793), zoals gewijzigd bij, art. 18 lid 3, art. 20 lid 4, art. 21 lid 3 (Stb. 1988, 358), zoals gewijzigd bij, art. 25 lid 3, art. 26 lid 4, art. 27 lid 3 (Stb. 1994, 573)
Product:
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1921, 87)
– Beschikking van 29 juli 1926 (Stcrt. 1926, 216)
– Besluit uitvoering artikelen 2 en 33 der Warenwet (Stcrt. 1936, 18)
- Vaststelling vergoeding aan gemeenten van kosten voor inning van Warenwetrecht (Stcrt. 1974, 96)
- Instelling Rijkskeuringsdienst van Waren (Stcrt. 1985, 251)
– Besluit gebiedsindeling Keuringsdiensten van Waren (Stcrt. 1986, 251/Stcrt. 1989, 114)
– Regeling specialisatie Rijkskeuringsdienst van Waren (Stcrt. 1989, 9)
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1989, 89)
– Regeling van specialisatie Rijkskeuringsdiensten (Stcrt. 1989, 179)
– Beschikking aanwijzing nieuwe deskundigen (Stcrt. 1990, 64)
– Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Warenwet en Vleeskeuringswet (Stcrt.1990, 180)
– Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Warenwet en Destructiewet (Stcrt. 1990, 180)
– Regeling houdende vaststelling warenwetregeling monsterneming (Stcrt. 1992, 86)
– Regeling houdende aanwijzing controlerend orgaan naleving Warenwetbesluit benzine
(Stcrt. 1992, 128)
– Beschikking houdende aanwijzing toezichthoudende ambtenaren artikel 25 Warenwet
(Stcrt. 1994, 46)
– Regeling gezondheidscontroles van dierlijke oorsprong (derde landen)/(Stcrt. 1994, 245)
– Regeling gezondheidscontroles van dierlijke oorsprong (intraverkeer)/(Stcrt. 1994, 245)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit het: het regelen van de taakverdeling
van de ambtenaren die toezicht houden op (1935, 793), art. 2, lid 1, sub. 1).
Waardering: B 4
(40)
Handeling: Het aanwijzen van (overheids-) instanties die voor de betrokken ministers
Warenwetbeschikkingen afgeven (w.o. vergunningen, ontheffingen, certificaten etc.)
en het stellen van (nadere) regels inzake de werkzaamheden van deze instanties.
Grondslag: Warenwet, art. 14b lid 2, 14 lid 3 en 5, art. 14i lid 4, art. 14n lid 2–3
(Stb. 1988, 358), zoals gewijzigd, art. 3, art.7, lid 3 en 5, art. 11 lid 4, art. 14n lid
2–3, art .16 lid 2–3, art 17 lid 4 (Stb. 1994, 573); EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen (nr. 2082/92), art. 7 lid 4; zie ook Warenwet-AMvB’s bijlage I
Periode: 1945–
Product:
– o.a. warenwetregeling aanwijzing normalisatie- en keuringsinstituten producten (Stcrt. 1992, 164)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie voor verkeershelmen (Stcrt. 1993, 77)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie reddings- en zwemvesten (Stcrt. 1993, 121)
– Beschikking houdende aanwijzing keuringsinstantie (Stcrt. 1994, 137)
– Beschikking aanwijzing instantie onderzoek veiligheid kinderspeelgoed (Stcrt. 1994, 203)
Opmerking: Het stellen van (nadere) regels m.b.t. de manier waarop aangewezen instanties
hun werkzaamheden verrichten kan een activiteit vormen, onder de andere handelingen
in het hoofdstuk Wet- en regelgeving Warenwet in het RIO. Deel van deze handeling
maakt uit:
– het stellen van regels inzake de wijze van betaling van gelden ter bestrijding van
de kosten van de keuring van waren, niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending
schadelijk kunnen zijn voor veiligheid of gezondheid;
– het stellen van (nadere) regels aan overheidsinstanties die de door de minister
overgedragen bevoegdheid uitoefenen inzake het verlenen van ontheffingen van regels
gesteld in de Warenwet. (Warenwet (Stb. 1994, 573), art. 16, lid 2);
– het stellen van regels inzake de betaling voor het verlenen van ontheffingen van
regels gesteld in de Warenwet;
– het aanwijzen van normalisatie en keuringsinstellingen inzake keuringen van waren,
niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending schadelijk kunnen zijn voor veiligheid
of gezondheid;
– het aanwijzen van instanties die EG-type-onderzoeksverklaringen voor beschermingsmiddelen
afgeven zoals bedoeld in artikel 10 van de Richtlijn 89/686/EEG (Besluit beschermingsmiddelen) (Stb. 1992, 376), art. 5, lid 2, sub 3);
– het aanwijzen van een instantie die de registratieaanvraag voor een specificiteitcertificaat
behandelt;
– het aanwijzen van een instantie die een bewijs van oorsprong afgeeft inzake wijn;
– het aanwijzen van instanties die certificaten afgeven inzake voor de uitvoer bestemde
garnalen die voldoen aan bepalingen zoals die staan in de Recommended Code of Practice
for Shrimps and Prawns (Recommended Code of Practice for Shrimps and Prawns is uitgegeven
door de FAO/WHO en bevat onder andere regels ter identificatie van garnalen);
– het aanwijzen van instanties die bedrijfscontrolesystemen erkennen;
– het aanwijzen van instanties die technische constructiedossiers registreren en die
EG-type- onderzoeksverklaringen afgeven zoals bedoeld in Bijlage VI van de Richtlijn 89/368/EEG.
Waardering: B 4
(41)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake
methoden van onderzoek met betrekking tot waren.
Periode: 1992–
Grondslag: Zie bijlage I inzake Warenwet-AMvB’s
Product:
– Regeling onderzoeksmethoden textielartikelen (Stcrt. 1974, 244)
– Beschikking onderzoeksmethoden aërosolen (Stcrt. 1978, 88)
– Regeling onderzoeksmethoden meel (Stcrt. 1986, 65)
– Regeling onderzoeksmethoden draagbaar klimmaterieel (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling onderzoeksmethoden brood (Stcrt. 1986, 161)
– Regeling onderzoeksmethoden speelgoed (Stcrt. 1986, 225)
– Regeling onderzoeksmethoden melkeiwitten (Stcrt. 1988, 174)
– Regeling onderzoeksmethoden nicotine- en teergehalte in sigaretten (Stcrt. 1989, 56)
– Regeling onderzoeksmethoden kinderwaren (Stcrt. 1991, 106)
– Regeling onderzoeks- en meetmethoden benzine (Stcrt. 1992, 128)
– Regeling onderzoeksmethoden brandveiligheid nachtkleding (Stcrt. 1993, 62)
– Regeling onderzoeksmethode voedingsvezelgehalte (Stcrt. 1993, 189)
– Regeling onderzoeksmethoden kinderwaren (Stcrt. 1995, 119)
Waardering: B 1
(48)
Handeling: Het goedkeuren van door bedrijfsorganisaties opgestelde verordeningen en
daarop gebaseerde besluiten en andere voorschriften voor zover deze betrekking hebben
op waren.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, art. 22 lid 1 (Stb. 1965, 368, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Opmerking: De verordening behoeft de goedkeuring van de ministers die het mede aangaat
(Warenwet, Stb. 1965, 368)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken verordening
(215)
Handeling: Het overeenstemmen met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert
inzake het vaststellen van nadere regels wat betreft de invoer van voedingswaren uit
derde landen
Periode: 1993–
Grondslag: Warenwetbesluit invoer levensmiddelen uit derde landen, art. 4 (Stb.1993, 698)
Opmerking: Ter uitvoering van de richtlijnen 97/78/EG; 92/118/EEG
Waardering: B 1
(216)
Handeling: Het gezamenlijk met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en
de Minister van Economische Zaken vaststellen van nadere eisen voor de aanduiding,
samenstelling en zuiverheid van ingrediënten en van in brood toe te laten hoeveelheden
Periode: 1985–
Grondslag: Broodbesluit Warenwet 1985, artt. 4.2, 4.6 (Stb.1985, 758)
Waardering: B 1
(217)
Handeling: Het gezamenlijk met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en
de Minister van Economische Zaken besluiten tot het toelaten van hulpstoffen in brood
Periode: 1985–
Grondslag: Broodbesluit Warenwet 1985, art. 85 (Stb.1985, 758)
Waardering: B 1
(218)
Handeling: Het gezamenlijk met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en
de Minister van Economische Zaken vaststellen van symbolen voor verpakkingen van eet-
of drinkwaren
Periode: 1980–
Grondslag: Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art. 3 lid 1a (Stb.1979, 558)
Waardering: B 1
(219)
Handeling: Het gezamenlijk met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en
de Minister Economische Zaken stellen van eisen voor verpakkingen en gebruiksartikelen
van eet- of drinkwaar
Periode: 1980–
Grondslag: Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art. 2.1a (Stb.1979, 558)
Opmerking: Het gaat om eisen met betrekking tot het te gebruiken materiaal en om het
stellen van regels met betrekking tot de stoffen waarvan dat materiaal is gemaakt
Waardering: B 1
(220)
Handeling: Het onderling met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert, overeenstemmen
inzake de benoeming van de voorzitter uit de leden van de Voorlopige Commissie Veiligheid
Nieuwe Voedingsmiddelen
Periode: 1995–1997
Grondslag: warenwetregeling Toelating nieuwe Voedingsmiddelen, art. 6 lid 4 (Stcrt.1995, 139)
Opmerking: De Voorlopige Commissie Veiligheid Nieuwe Voedingsmiddelen is een onderdeel
van de Voedingsraad.
Waardering: V, 10 jaar na ontslag
V, 75 jaar bij rechtspositionele en/of pensioenrechtelijke aangelegenheden
(221)
Handeling: Het met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en de Minister
van Economische Zaken overeenstemmen inzake het stellen van nadere regels op het gebied
van voeding
Periode: 1979–
Grondslag:
– Warenwetbesluit aroma’s, art. 13 lid 1 (Stb. 1992, 95)
– Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen, art. 3 lid 3-4, art.
12 lid 3, artt. 13, 15 lid 5, art. 18 lid 2 (Stb.1992, 678)
– Warenwetbesluit eieren, art. 4 (Stb.1996, 476)
– Eiwitproductenbesluit Warenwet, artt. 3 lid 2 en 4 lid 2 (Stb.1988, 339)
– Warenwetbesluit etikettering van levensmiddelen, art. 31 (Stb.1992, 14)
– Geconserveerde-Groente Besluit Warenwet, art. 5 (Stb. 1979, 219)
– Warenwetbesluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (intraverkeer),
art. 4 (Stb. 1994, 872)
– Warenwetbesluit produkten voor bijzondere voeding, art. 12 lid 2 (geen EZ) (Stb. 1992, 222)
– Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit Warenwet, art. 5 lid 1 (Stb.1979, 558)
– Warenwetbesluit Visserijproducten, art. 3 lid 2, artt. 4, 5, 6 lid 2 (niet met EZ)
(Stb. 1995, 46)
– Vlees- en vleeswarenbesluit Warenwet 1987, art. 10 lid 2 (niet EZ) (Stb.1987, 242)
– Warenwetbesluit zuivel, art. 3 lid 4, art. 12a lid 3 (Stb 1994, 813)
Product:
– warenwetregeling eieren (Stcrt.1996, 243)
– Regeling inwerkingtreding Eiwitproductenbesluit Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Regeling sojaeiwitprodukten Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Regeling Tarwe-eiwitprodukten Warenwet (Stcrt.1992, 94)
– Schimmeleiwitproductenregeling Warenwet (Stcrt.1993, 2)
– Warenwetregeling Gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (intraverkeer)
(Stcrt.1994, 245)
– Warenwetregeling visserijproducten en tweekleppige weekdieren (Stcrt.1995, 29)
Opmerking: De regels worden door de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert,
opgesteld met betrekking tot het gebruik van aroma’s, de behandeling van levensmiddelen,
verhandelen , verwerken, verpakken, bewaren en vervoeren van eieren (zonder EZ), kleur,
geur etc deugdelijkheid van eiwitten
Waardering: B 1
(222)
Handeling: Het met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert en de Minister
van Economische Zaken overeenstemmen inzake vast te stellen methoden van onderzoek
Periode: 1979–
Grondslag:
– Broodbesluit Warenwet 1985, art. 24 (Stb.1985, 758)
– Warenwetbesluit doorstraalde waren, art. 11 lid 1 (Stb.1997, 20)
– Warenwetbesluit Frisdranken, art. 7 lid 2 (Stb.1995, 425)
– Meelbesluit Warenwet, art. 19 (Stb.1985, 757)
– Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet), art 5 lid 2 (Stb.1979, 558)
Product: egeling Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) (Stcrt.1980, 18) + bijlagen
Opmerking: De methoden van onderzoek worden vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid
Bij het Warenwetbesluit Frisdranken is EZ niet betrokken.
Waardering: B 1
(226)
Handeling: Het belasten van ambtenaren met toezicht op de naleving van hetgeen bij
of krachtens de Warenwet is bepaald
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling tot aanwijzing RVV-ambtenaren, art. 1 (Stcrt. 1989, 3)
Opmerking: Het gaat om ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het ministerie
van Landbouw en de kring-directeuren van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees (RVV) van het ministerie van Landbouw, de onder hen ressorterende dierenartsen
alsmede de onder hen ressorterende keurmeesters.
Waardering: B 1
(223)
Handeling: Het overeenstemmen met de minister onder wie Volksgezondheid ressorteert
inzake het stellen van regels ter uitvoering van
Richtlijn 90/675/EEG;
Richtlijn 92/118/EEG;
een bindende EEG-regeling
Periode: 1994–
Grondslag: Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen, art. 4 (Stb.1993, 698)
Waardering: B 1
(224)
Handeling: Het vaststellen van het vetgehalte van andere gestandaardiseerde melk dan
gestandaardiseerde halfvolle melk
Periode: 1975–
Grondslag: Beschikking Melkstandaardisatie 1975, art. 3 lid 1 (Stcrt. 1975, 97)
Opmerking: Deze handeling wordt verricht in overleg met de minister onder wie Volksgezondheid
ressorteert.
Waardering: B 1
(227)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van hetgeen bij of krachtens de Beschikking
Melkstandaardisatie 1975 is geregeld
Periode: 1975–
Grondslag: Beschikking Melkstandaardisatie 1975, art. 4 (Stcrt.1975, 97)
Product: Uitvoeringsbeschikking Melkstandaardisatie 1975 (Stcrt.1975, 97)
Waardering: V, 10 jaar
Vleeskeuringswet
(58)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van Vleeskeuringswet
Periode: 1945–
Product: Vleeskeuringswet (Stb. 1919, 524)
Waardering: B 1
(59)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – voorbereiden
van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s betreffende vlees en vleeswaren
voor zover deze voortkomen uit de Vleeskeuringswet
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 1 lid 2, art. 2 lid 2, art. 5 lid 2, art. 18, lid
1–3, art. 19 en 19 onder a, art. 20 lid 2, art. 25 art. 27 lid 2, art. 28, art. 30,
art. 30a, c –d (Stb. 1919, 524)
Product:
– Besluit uitvoering artikel 18 en 25 Vleeskeuringswet (Stb. 1920, 285)
– Besluit opleiding keurmeester vee en vlees (Stb. 1920, 314)
– Besluit betreffende het verlenen van rentedragende voorschotten aan gemeenten (Stb. 1921, 637)
– Besluit tot uitvoering van artikel 19 (Stb. 1921, 754)
– Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vlees (Stb. 1922, 225)
– Besluit tot uitvoering van artikel 2, lid 2, onder a (Stb. 1922, 379)
– Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vleeswaren (Stb. 1922, 395)
– Besluit voorschriften voor het verwerken van vlees tot vleeswaren (Stb. 1924, 448)
– Besluit eisen (Stb. 1926, 233)
– Besluit tot vernietiging raadsbesluit benoeming van W. Graafsma tot hoofd van de
vleeskeuringsdienst (Stb. 1955, 79)
– Besluit vleeskeuring (Stb. 1957, 29)
– Besluit wat niet onder vleeswaren moet worden verstaan (Stb. 1957, 513)
– Besluit tot uitvoering van artikel 2, lid 2, van de Vleeskeuringswet (Stb. 1958, 92)
– Besluit eisen (Stb. 1960, 71)
– Besluit invoer vlees uit het buitenland (Stb. 1965, 345)
– Besluit toepassing op buffels en rendieren (Stb. 1974, 423)
– Besluit aanwijzing ambtenaren belast met keuring (Stb. 1976, 330)
– Besluit vergoeding kosten vleeskeuringdiensten (Stb. 1979, 629)
– Besluit voorwaarden voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten van
de Europese Gemeenschap (Stb. 1985, 174);
– Besluit invoer van vleesproducten en vleesbereiding uit andere lidstaten van de
EEG (Stb. 1985, 175)
– Besluit bijzondere slachtplaatsen (Stb. 1985, 421)
– Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen (Stb. 1991, 557)
– Besluit betreffende de productie van en de handel in vleesproducten (Stb. 1994, 11)
– Besluit betreffende de productie van en de handel in vers vlees (Stb. 1994, 12)
– Besluit productie en handel vlees van vrij wild (Stb. 1994, 563)
– Besluit aanwijzing ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1 van de Vleeskeuringswet
(Stb. 1995, 551)
Waardering: B 1
(60)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – vaststellen
wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake de veiligheid van vlees en
vleeswaren ter bescherming van de volksgezondheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Zie AMvB’s Vleeskeuringswet Bijlage I
Product:
– Voorwaarden bij de overbrenging van ingevoerd nog te keuren vlees naar een eerste
kantoor (Stcrt. 1922, 103)
– Voorschriften omtrent verpakking, bewaring, vervoer en merking van door afkoeling
verduurzaamd vlees (Stcrt. 1922, 104)
– Beschikking vaststelling van stempelwerk voor niet door afkoeling verduurzaamd vlees
(Stcrt. 1922, 136)
– Beschikking betreffende de invoer van monsters vleeswaren (Stcrt. 1929, 143)
– Beschikking betreffende de keuring van per post ingevoerde vleeswaren (Stcrt. 1930, 2)
– Beschikking ontheffing van het verbod van invoer van darmen bestemd voor uitvoer
(Stcrt. 1947, 66)
– Beschikking aanwijzing van inrichtingen, waarvan het diploma wordt geëist voor toelating
tot een cursus voor opleiding tot keurmeester van vee en vlees (Stcrt. 1949, 64)
– Beschikking invoer van afgekeurde levers voor farmaceutische doeleinden (Stcrt. 1949, 85)
– Beschikking vaststelling van een leerplan (Stcrt. 1952, 18)
– Besluit aanwijzing ambtenaren belast met de keuring (Stcrt. 1952, 218)
– Beschikking van 10 december 1954, nr. 18394 (Stcrt. 242)
– Regeling onderzoeksregulatief (Stcrt. 1957, 23, 55)
– Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het algemene
(Stcrt. 1957, 34)
– Beschikking (Stcrt. 1957, 105)
– Vaststelling vergoeding voor de kosten der kosten der keuring in het algemeen (Stcrt. 1957, 164)
– Besluit houdend vaststelling van het rijksinvoerkeurloon van vlees (Stcrt. 1957, 164)
– Besluit inzake regelen voor de keuring van gesmolten vetten, afkomstig van slachtdieren
(Stcrt. 1957, 167)
– Beschikking merken (Stcrt. 1957, 222)
– Regeling voorschriften inzake elektrische bedwelming van slachtdieren (Stcrt. 1957, 253)
– Voorschriften keuring toestellen en installaties met wisselstroom van 50 Hertz en
aanwijzing van deskundige bureaus voor controle van installaties (Stcrt. 1958, 33)
– Voorschriften voor het vervoer, de aflevering en de behandeling van voorwaardelijk
goedgekeurd vlees (Stcrt. 1958, 5)
– Voorschriften ten aanzien van slachtdieren en vlees (Stcrt. 1958, 19)
– Beschikking slachtdieren en vlees bestemd voor wetenschappelijk onderzoek (Stcrt. 1958, 19)
– Regeling andere bouwtechnische eisen (Stcrt. 1960, 154)
– Nadere voorschriften ten aanzien van hetgeen in vleeswinkels aanwezig mag zijn (Stcrt. 1961, 155)
– Regeling nadere voorschriften ten aanzien van het vervoer van vlees (Stcrt. 1961, 121);
– Regeling verkoop van uit het buitenland ingevoerd geslacht pluimvee in vleeswinkels
(Stcrt.1962, 226)
– Beschikking merking van vleeswaren bij invoer uit het buitenland (Stcrt. 1964, 25)
– Voorwaarden bij overbrenging van uit lidstaten van de EEG ingevoerde vlees naar
een eerste kantoor (Stcrt.1966, 210)
– Nadere voorschriften voor de invoer van vlees uit de lidstaten van de EEG (Stcrt. 1966, 226)
– Besluit houdende vaststelling van rijksinvoerkeurloon voor vlees (Stcrt. 1966, 226)
– Bijzondere voorwaarden bij overbrenging van ingevoerd nog te keuren vlees en vleeswaren
naar een eerste kantoor (Stcrt. 1968, 82)
– Besluit houdende vaststelling van het rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleeswaren
(Stcrt. 1968, 47)
– Rijksinvoerkeurloon voor bevroren darmen, organen voor bereiding van farmaceutische
producten en vleeswaren (Stcrt. 1968, 47)
– Beschikking invoer van ortherapeutische doeleinden bestemde organen of delen van
slachtdieren uit België of Luxemburg (Stcrt. 1970, 85)
– Regeling vaststelling van de keuringsstaten (Stcrt. 1972, 244)
– Aanwijzing gedroogde bloedcellen als verduurzaamd vlees (Stcrt. 1976, 74)
– Invoer organen bestemd voor de bereiding van orgaanpreparaten (Stcrt. 1976, 95)
– Regeling nadere bouwtechnische voorschriften op grond van het Eisenbesluit (Stcrt. 1977, 25)
– Regeling bekleding van wanden (Stcrt. 1977, 28)
– Regeling nadere voorschriften t.a.v. luchtoverdruk en luchtcirculatie als bedoeld
in artikel 1 van het Eisenbesluit (Stcrt. 1977, 28)
– Regeling keuringsregulatief (Stcrt. 1978, 201)
– Regeling vaststelling modellen (Stcrt. 1979, 251)
– Invoer vlees (art. 4 van het KB. Stb. 225/1922) (Stb. 1980, 222)
– Invoer van vlees uit andere landen dan de lidstaten van de Europese Gemeenschap
(Stcrt. 1981, 137, 189)
– Regeling eisen verpakking voorverpakt vlees (Stcrt. 1981, 155)
– Regeling aanwijzing gemeenten waarheen voorwaardelijk goedgekeurd vlees mag worden
vervoerd (Stcrt. 1981, 198)
– Regeling invoer- en afleveringsverbod stoffen met hormonale en thyreostatische werking
(Stcrt. 1981, 221)
– Regeling aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1984, 124)
– Besluit aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1984, 125)
– Invoer vleesproducten uit lidstaten van de EG (Stcrt. 1985, 116)
– Besluit verbod stoffen, niet eigen aan vlees, in te voeren stoffen (Stcrt. 1986, 159)
– Aanwijzing eerste kantoor voor keuring van vlees en/of vleeswaren, gesmolten vetten
afkomstig van slachtdieren, gedroogd vlees, bloedplasmapoeder en gedroogde bloedcellen
en aanwijzing percelen van keuring (Stcrt. 1986, 177)
– Regeling opslag en vervoer voorwaardelijk goedgekeurd vlees (Stcrt. 1987, 31, 90, 147)
– Regeling vlees goedgekeurd onder voorwaarde van sterilisatie (Stcrt. 1987, 79)
– Regeling gezondheidsverklaring voor personen werkzaam in de vleesindustrie (Stcrt. 1987, 198)
– Besluit tarieven vlees en vleesproducten (Stcrt. 1993, 99)
– Regeling invoer van vleeswaren uit lidstaten en derde landen (Stcrt. 1993, 121)
– Regeling aanwijzing personen die kunnen worden belast met de controle van veterinaire
documenten voor vlees en vleesproducten verzonden uit derde landen (Stcrt. 1993, 76)
– Besluit aanwijzing autoriteit belast met het in kennis stellen van de Europese Commissie
van onregelmatigheden bij de invoer uit derde landen van vlees en vleesproducten (Stcrt. 1993, 80)
– Regeling kalverlebmagen afkomstig uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen
bestemd voor de bereiding van stremsel (Stcrt. 1993, 81)
– Regeling identificatie en registratie slachtdieren (Stcrt. 1993, 87)
– Regeling nadere voorwaarden voor vlees uit lidstaten van de EG (Stcrt. 1993, 146)
– Regeling nadere voorwaarden voor vleesproducten en vleesbereidingen verzonden uit
lidstaten van de EG (Stcrt. 1993, 146)
– Regeling vlees uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen, bestemd voor
ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1993, 183)
– Beschikking merken 1994 (Stcrt. 1994, 10)
– Besluit toepassing productie en in handel brengen vers vlees (Stcrt. 1994, 10)
– Regeling aanwijzing inspectieposten aan de grens (Stcrt. 1994, 23)
– Regeling vervoer niet volledig gekoeld varkensvlees (Stcrt. 1994, 39)
– Regeling voorwaarden waaronder wordt verstaan dat rund- en varkensvlees wordt uitgesneden
(Stcrt.1994, 39)
– Regeling inzake de invoer van vlees, bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie
(Stcrt. 1994, 127)
– Regeling houdende vaststelling formulier speciale noodslachtingen (Stcrt. 1994, 200)
– Regeling nadere voorwaarden voor vlees uit andere lidstaten (Stcrt. 1994, 209)
– Regeling aanwijzing van bedrijven voor het verwerken, het opslaan, het drogen of
het sorteren van vlees niet bestemd voor menselijk consumptie (Stcrt. 1994, 231)
– Regeling invoer vlees bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 239)
– Regeling nadere voorwaarden inzake vlees uit andere lidstaten (Stcrt. 1995, 77)
– Regeling nadere voorwaarden inzake vleesproducten, vleesbereiding en bepaalde andere
producten van dierlijke oorsprong uit andere lidstaten (Stcrt. 1995, 77)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het aanwijzen van onderscheidings- en herkenningstekens voor daarbij aangewezen
categorieën van ter slachting aangeboden slachtdieren. (Vleeskeuringbesluit, art.
17a, lid 1 (Stb. 1957, 29), Besluit betreffende de productie van ven de handel in vers vlees, art.
10, lid 4 (Stb. 1994, 12));
– het stellen van nadere regels met betrekking tot kennisgevingen inzake vlees en
vleeswaren;
– het aanwijzen van eerste kantoren, inspectieposten en douane entreedepot alwaar
de Rijkskeurmeester (eventueel) vlees controleert.
Waardering: B 1
(61)
Handeling: Het aanwijzen van landen van waaruit (geen) vlees mag worden ingevoerd.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit invoer vleeswaren, art. 2 (Stb. 1922, 395)
Product: o.a.:
– Besluit invoer van vleeswaren uit lidstaten en derde landen (Stcrt. 1921, 121)
– Beschikking landen, waaruit vleeswaren mogen worden ingevoerd (Stcrt. 1957, 164)
– Beschikking invoer van vlees uit o.a.: Argentinië (Stcrt. 1985, 218), Australië (Stcrt. 1985, 233), Uruguay (Stcrt. 1985, 233), Zwitserland (Stcrt. 1986, 220)
Waardering: B 1
(62)
Handeling: Het toelaten van ambtenaren die (her-)keuringen van vlees verrichten en
het stellen van nadere regels inzake de werkzaamheden van deze ambtenaren en diensten.
Periode: 1957–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 20 onder a (Stb. 1919, 524), Vleeskeuringbesluit, art. 51, lid 1, art. 2 (Stb. 1957, 29), Regeling Keuringsdienst 1984 (Stcrt. 1984, 125)
Product:
– Besluit aanwijzing ambtenaren vleeskeuring (Stcrt. 1984, 125)
– Regeling keuringsdienst 1984 (Stcrt. 1984, 125)
– Regeling tot aanwijzing RVV-ambtenaren (Stcrt. 1989, 3)
– Regeling kringindeling RVV 1995 (Stcrt. 1995, 164)
Waardering: B 4
(63)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – toelaten/aanwijzen
van diensten en ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Vleeskeuringswet
het stellen van nadere regels inzake de werkwijze van de diensten en ambtenaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 31 (Stb. 1919, 524)
Product:
– KB houdende aanwijzing van ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1, van de Vleeskeuringswet
(Stcrt. 1952, 218);
– Aanwijzing opsporingsambtenaren Vleeskeuringswet en Destructiewet (Stcrt. 1992, 242);
– Besluit werkzaamheden hoofdinspecteur Veterinaire Inspectie (Stcrt. 1993, 34);
– Regeling aanwijzing ambtenaren belast met toezicht op naleving Vleeskeuringswet
(Stcrt. 139);
– Besluit houdende aanwijzing van ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1, van
de Vleeskeuringswet (Stb. 1995, 551)
Waardering: B 4
(68)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Wet
op de Voedingsraad.
Periode: 1952–
Product: Wet op de Voedingsraad (Stb. 1952, 350)
Opmerking: De wet is bij KB (Stb. 1954, 94) inwerking getreden.
Waardering: B 1
(69)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van het Destructiebesluit
1942.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Verordening No 3/1940, art. 2 en 3; Verordening No 23/1940, art. 1
Product: Destructiebesluit 1942 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: B 1
(70)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of intrekken van ministeriële regelingen inzake
de destructie van vlees en vleeswaren.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 2 lid 5, art. 3, art. 10 lid 2 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: B 1
(71)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Destructiewet.
Periode: 1957–
Product: Destructiewet (Stb. 1957, 84)
Waardering: B 1
(72)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake de destructie van voor menselijke consumptie ondeugdelijk
vlees en vleeswaren.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 7, art. 9 lid 1, art. 13 lid 3, art. 10 lid 6, art.
13 lid 5, art. 14 (Stb. 1957, lid 84)
Product:
– Destructiebesluit (Stb. 1958, 71)
– Besluit van 30 maart 1978, houdende uitvoering van artikel 2, derde lid, onder c,
van de Destructiewet (Stb. 222)
– Destructiebesluit 1996 (Stb. 1996, 126)
Waardering: B 1
(73)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake
(de houders van) destructiemateriaal, de verwerkers en het eindproduct van de verwerking.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 2 lid 2, art. 3 lid 4, art. 4a lid 4, art. 4b lid 1–2,
art. 7, art. 12 lid 1 en 3–4 (Stb. 1957, 84, zoals gewijzigd Stb. 1994, 784); Destructiebesluit, art. 16 lid 2, art. 18 lid 1 en 3, art. 20 lid 1,
22 lid 4, art. 26 lid 1, art. 27, art. 28 lid 1, art. 30 lid 5, 7 -8 en 11, art. 31
lid 3 en 5 (Stb. 1958, 710); Destructiebesluit 1996, art. 16 lid 1, art. 18 lid 2, art. 28 lid 1 (Stb. 1996, 126)
Product: o.a.:
– Regeling eisen eigenaar of hinder van hoog- en laagrisico materiaal (Stcrt. 1995, 77)
– Regeling aanwijzing hoog-risico materiaal (Stb. 1996, 68)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het stellen van (nadere) regels inzake het begraven en verbranden van destructiemateriaal
en de invoer van het eindproduct van verwerking in Nederland;
– het stellen van (nadere) regels aan de eigenaar of houder van laag- en hoog-risico
materiaal;
– het stellen van regels inzake de invoer en uitvoer van laag-risico destructie materiaal;
– het stellen van het (nadere) regels inzake het verhalen van de extra kosten door
de verwerker op degene van wie het destructiemateriaal afkomstig is (het destructiemateriaal
wat hier wordt bedoeld is vermengd met ander materiaal of zodanig verpakt dat de kosten
van destructie aanmerkelijk hoger zijn dan normaal);
– het aanwijzen van dierlijk afval als hoog-risico materiaal.
Waardering: B 1
(75)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – toelaten/aanwijzen
van diensten en ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Destructiewet
en het stellen van nadere regels inzake de werkwijze van de diensten en ambtenaren.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 24 (Stb. 1957, lid 84); Destructiewet, art. 24 lid 2 (Stb. 1994, lid 784)
Product: Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Destructiewet (Stcrt. 1995, 82)
Waardering: B 4
(76)
Handeling: Het ordonneren aan een product-, een hoofdbedrijf- of een bedrijfsschap
van het opstellen van verordeningen inzake destructiemateriaal en het eindproduct
van de verwerking van destructiemateriaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art. 4d lid 1, art. 9 lid 2 (Stb. 1994, 784)
Waardering: B 1
(78)
Handeling: Het goedkeuren van verordeningen van een product-, een hoofdbedrijf- of
een bedrijfsschap inzake destructiemateriaal en het eindproduct van de verwerking
van destructiemateriaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art 4d lid 2, art. 9 lid 3 (Stb. 1994, 784)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken, wijziging, vervallen of soortgelijk van de verordening.
(80)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Wet
grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
Periode: 1978–
Product: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
(Stb. 1978, 430)
Waardering: B 1
(81)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake het grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige
levensmiddelen.
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 12 (Stb. 1978, 430)
Waardering: B 1
(83)
Handeling: Het aanwijzen van instanties die voor de minister de machtigingen verlenen
inzake het in verkeer brengen van levensmiddelen die niet voldoen aan de voor schriften
zoals die staan in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst (Trb. 1972, 112).
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 7 lid 2 (Stb. 1978, 430)
Product: Beschikking van 3 juni 1980, nr. 65613 (Stcrt. 1986, 11)
Opmerking: Door de ministers zijn de Keuringsdienst van Waren en de AID aangewezen.
Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing
(84)
Handeling: Het stellen van nadere regels (aan aangewezen instanties) bij het verlenen
van een machtiging inzake het in verkeer brengen van levensmiddelen die niet vol doen
aan de voorschriften zoals die staan in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst
(Trb. 1972, 112).
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
art. 7, lid 2–3 (Stb. 1978, 430)
Opmerking: Het vaststellen van de vergoeding voor de aanvraag van een machtiging maakt
deel uit van deze handeling.
Waardering: B 1
(99)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – verlenen, wijzigen,
schorsen of intrekken van vergunningen/toelatingen/erkenningen inzake het bereiden,
vervaardigen, behandelen, bewerken, verwerken, verpakken, bewaren of vervoeren van
waren behorend tot een bij AMvB angewezen categorie.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 14b lid 1 sub 2 onder b, art. 5, lid 1, onder b (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573); Zie AMvB’s Warenwet Bijlage I
Product: o.a. erkenning natuurlijk mineraal- en bronwater (Stcrt. 1986, 34 )
Opmerking: Deze handeling kan ook worden verricht door een ander bij AMvB aangewezen
overheidsorgaan zoals bijvoorbeeld de Keuringsdienst van Waren/ zie handeling 100.
Deel van deze handeling maakt uit:
– het weigeren, verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen voor het invoeren/bereiden
van radioactieve stoffen (Besluit radioactieve stoffen, art. 2, lid 1–2, art. 3, lid
1, art. 4, lid 4 (Stb. 1958, 317), Besluit radioactieve stoffen, art. 3, lid 1, art. 4, lid 1 (Stb. 1963, 233)).
– het geven van toestemming aan de vervoerder om in een collo een radioactieve stof
te vervoeren die een hogere waarde heeft dan staat omschreven in het Besluit radioactieve
stoffen 1958/1963 (Besluit radioactieve stoffen, art. 2, lid 1 (Stb. 1958, 317), Besluit radioactieve stoffen, art. 10, lid 4 (Stb. 1963, 233)).
– het toelaten van natuurlijke personen of rechtspersonen die in het bezit mogen zijn
van radioactieve stoffen (Besluit radioactieve stoffen, art. 2, lid 1, art. 3, lid
1 (Stb.1958, 317), Besluit radioactieve stoffen, art. 3, lid 1, art. 4, lid 1 (Stb.1963, 233)).
– het toelaten van (namen op) waren die naar aard en samenstelling gelijk zijn aan
de waren zoals genoemd in AMvB‘s op grond van de Warenwet (Warenwet, art. 14, lid
3 (Stb. 1935, 793), zie ook AMvB’s Warenwet);
– het opstellen van voorschriften die worden verbonden aan een vergunning;
– het verzoeken aan de regionaal inspecteur voor de Gezondheidsbescherming om een
centraal melkdepot of centrum voor standaardisering te erkennen als melkbehandelingsinrichting
of melkverwerkingsinrichting (- Regeling zuivelbereiding, art. 3, lid 1 en 2 (Stcrt. 1994, 243));
– het erkennen een onderneming – waaraan krachtens de Kernenergiewet een vergunning
is verleend inzake ioniserende straling uitzendende toestellen – voor het mogen uitvoeren
van behandelingen van drink- en eetwaren met oniserende straling (Besluit doorstraalde
waren, art. 3, lid 2 (Stb.1992, 205));
– het erkennen van bronnen van natuurlijk mineraal en bronwater (Natuurlijk mineraal-
en bron waterbesluit, art. 2, lid 4–5 (Stb. 1985, 422)).
Waardering: V, 5 jaar na afloop vergunning
(103)
Handeling: Het verlenen (eventueel ook wijzigen of intrekken) van een ontheffing aan
een bedrijf ten aanzien van verplichtingen of verboden welke zijn gesteld op grond
van de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 16 lid 2 (1935, 793)
Product:
– Beschikking ontheffing met het oog op het pellen van garnalen en huisarbeid (Stcrt. 1979, 43)
– Beschikking houdende ontheffing aan Vroom & Dreesman inzake marktrestaurant (Stcrt. 1993, 199)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 145)
– Beschikking houdende ontheffing warenwetbesluit doorstraalde waren (Stcrt. 1994, 173)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 215)
– Beschikking ontheffing warenwetregeling nieuwe voedingsstoffen (Stcrt. 1994, 217)
Opmerking: Bij AMvBkan deze handeling worden overgedragen aan een daarbij aangewezen
instelling (art. 22, lid 4, WW).
Waardering: V, 5 jaar na wijziging en intrekking van ontheffing
(120)
Handeling: Het behandelen van klachten inzake onregelmatigheden met betrekking tot
specificiteitcertificaten.
Periode: 1992–
Grondslag: EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen,, art. 10 en 11 (nr. 2082/92)
Opmerking: De klacht wordt onderzocht en stelt de betrokken lidstaat op de hoogte
van zijn bevindingen. Mochten de betrokken lidstaten niet tot overeenstemming kunnen
komen, dan wordt de klacht gericht aan de Europese Commissie.
Waardering: V, 5 jaar na afhandeling
(122)
Handeling: Het vaststellen van een tarief/keurloon voor de keuring van vlees.
Periode: 1957–
Grondslag: Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het
algemeen, art. 3 (Stcrt. 1957, 34); Vleeskeuringswet, art. 26a lid 1 (Stb. 1984, 109); Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen, art. 10 lid 4 (Stb. 1991, 557); Besluit betreffende productie van en de handel in vers vlees, art. 13a
(Stb. 1994, 12)
Product:
– Beschikking van 9 augustus 1957, nr. 11942 (Stcrt. 1957, 166)
– Beschikking van 11 september 1957, nr. 12769 (Stcrt. 1957, 179)
– Beschikking van 24 september 1957, (Stcrt. 1957, 186)
– Besluit rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleesproducten uit andere landen dan de
lidstaten van de EG (Stcrt. 1968, 50)
– Regeling tarieven keuring vee en vleesproducten (Stcrt. 1993, 99)
Waardering: V, 5 jaar na een hernieuwde vaststelling
(124)
Handeling: Het vaststellen van het maximum aantal keurmeesters.
Periode: 1994–
Grondslag: Besluit betreffende de productie van en het in de handel brengen van vers
vlees, art. 8 onder d sub 4 (Stb. 1994, 12)
Waardering: V, 2 jaar
(126)
Handeling: Het opstellen van leerplannen, cursusschema’s e.d. voor de opleiding van
(aankomende) keurmeesters van vee en vlees.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 6 en 9 (Stb. 1920, 314
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit: het aanwijzen van examens die dienen
te worden afgelegd door de keurmeesters.
Het Ministerie van Landbouw was de bevoegde autoriteit voor het inhoudelijk bepalen
van de examens (opstellen ervan) en het uitgeven van diploma’s.
Waardering: V, 5 jaar
(133)
Handeling: Het afgeven, intrekken en eventueel schorsen van erkenningen en vergunningen
voor inrichtingen zoals slachthuizen, uitsnijderijen en koel- en vrieshuizen.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vleeswaren, art.
4 onder d (Stb. 1922, 395); Vleeskeuringbesluit, art. 9 lid 4, art. 54 lid 1 onder b (Stb. 1957, 29); Besluit invoer van vlees uit het buitenland, art. 6 lid 2 (Stb. 1965, 345); Regeling vlees uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen, bestemd
voor ander gebruik dan menselijke consumptie, art. 2 onder a sub 1-3 (Stcrt. 1993, 183); Regeling kalverleb-magen afkomstig uit andere lidstaten van EG en uit
derde landen bestemd voor de bereiding van stremsel, art. 2 (Stcrt. 1993, 81); Besluit betreffende de productie van en de handel in vers vlees, art.
7 lid 1, art. 9 lid 1 en 3–4, art. 10 (Stcrt. 1994, 12); Regeling productie en handel vlees vrij wild, art. 10 lid 1 (Stb. 1994, 563)
Product:
– Regeling aanwijzing bedrijven voor de opslag en verwerking van vlees niet bestemd
voor menselijk consumptie (Stcrt. 1993, 78)
– Regeling aanwijzing bedrijven voor opslag of het drogen van vlees niet bestemd voor
menselijk consumptie (Stcrt. 1994, 160)
– Regeling aanwijzing van bedrijven voor het verwerken, het opslaan, het drogen of
het sorteren van vlees voor menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 165)
– Regeling aanwijzing bedrijven voor opslag of verwerking van vlees niet bestemd voor
menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 210)
– Regeling aanwijzing bedrijven voor opslag of verwerking van vlees niet bestemd voor
menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 252)
Opmerking: Zie voor vergunningen inzake ritueel slachten, bedwelming en sterilisatie
van vlees de hier opvolgende sub-paragrafen. Deel van deze handeling maakt onder andere
uit:
– het afgeven/opschorten/intrekken van erkenningen van inrichtingen die voldoen aan
het eisen die zijn gesteld in het Besluit betreffende de productie van en de handel
in vers vlees;
– het aanwijzen van bedrijven waar de verwerking of opslag plaatsvindt van vlees niet
bestemd voor consumptie en afkomstig uit landen van buiten de Europese Unie;
– het aanwijzen van bedrijven waar de verwerking van vlees plaats vindt tot voeder
voor gezelschapsdieren, een farmaceutisch product of een technisch product;
– het erkennen van inrichtingen als vrij wildinrichtingen.
Waardering: V, 5 jaar na afloop erkenning/vergunning
(135)
Handeling: Het aanwijzen van slachthuizen waar ritueel geslacht mag worden.
Periode: 1957–
Grondslag: Vleeskeuringbesluit, art. 12 lid 1 (Stb.1957, 29)
Product:
– Beschikking van 17 november 1948 nr. 440E/doss. 3 (Stcrt. 224)
– Regeling inzake de aanwijzing van slachthuizen waar volgens de Israëlische ritus
geslacht mag worden (Stcrt.1957, 252)
– Besluit aanwijzing slachthuizen waar volgens Islamitische ritus mag worden geslacht
(Stcrt. 1988,149)
– Besluit aanwijzing slachthuizen waar volgens Islamitische ritus mag worden geslacht
(Stcrt.1992, 97)
Waardering: V, 5 jaar na afloop aanwijzing
(141)
Handeling: Het verlenen van vergunningen inzake het mogen toepassen van bedwelming.
Periode: 1954–
Grondslag: Besluit tot uitvoering van artikel 18 en 25 van de Vleeskeuringswet, art.
8 (Stcrt. 1919, 424); Vleeskeuringbesluit (Stb. 1957, 29)
Waardering: V, 5 jaar na afloop vergunning
(167)
Handeling: Het toelaten van destructoren voor de destructie van vee, vlees of vleeswaren.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 2 lid 2, art. 4, art. 6 lid 1–2, art. 7, art.
8 (Stcrt. 1942, 48)
Product: Vaststelling werkgebied en toelating van Destructoren (Stcrt. 1951, 85).
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– de schadeloosstelling die bij de intrekking van een toelating wordt uitbetaald;
– het vaststellen/wijzigen van de gebiedsindeling.
Na toelating mogen de destructoren contracten met gemeenten sluiten. Dit contract
kan worden ontbonden als gevolg van een wijziging van de gebiedsindeling. Een gemeente
kan namelijk dan in een gebied komen te liggen van een andere destructor.
Waardering: V, 5 jaar na afloop contract tussen destructor en gemeente
(168)
Handeling: Het goedkeuren van de contracten die destructoren met de gemeenten hebben
gesloten.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 9 lid 2 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: V, 5 jaar na afloop goedkeuring
(169)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen van de verplichting om vee, vlees of vleeswaren
te laten behandelen door een destructor.
Periode: 1945–1957
Grondslag: Destructiebesluit 1942, art. 2 lid 3 (Stcrt. 1942, 48)
Waardering: V, 5 jaar na afloop ontheffing
(176)
Handeling: Het verlenen van ontheffingen aan verboden of verplichtingen gesteld in
de Destructiewet.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 3 lid 1, art. 13 lid 1–3 (Stb. 1957, 84); Destructiewet, art. 4a lid 2 (Stb. 1994, 784)
Product: o.a.. Regeling ontheffing ex artikel 13, eerste lid, Destructiewet
Opmerking: Deel van deze handeling maakt onder andere uit:
– het verlenen van ontheffingen aan verplichtingen gesteld in de gemeentelijke verordeningen
aan de gemeenten en de eigenaren of houders van laag- en hoog-risico materiaal;
– het verlenen van ontheffingen – aan de houder, eigenaar of bedrijf dat voeder voor
edelpelsdieren bereidt – aan verplichting om laag-risico materiaal volgens bij deze
wet bepaalde te verwerken tot ingrediënten van diervoeder;
– het aanwijzen van inrichtingen – welke wetenschappelijk onderzoek verrichten op
hoog-risico materiaal – die de verplichtingen, gesteld aan de eigenaars of houders
van hoog-risico materiaal, niet hoeven toe te passen.
Waardering: V, 5 jaar na afloop ontheffing
(178)
Handeling: Het vaststellen van een tarief voor de vergoeding van de kosten inzake
keuringen of controles van (verwerkt) destructiemateriaal.
Periode: 1994–
Grondslag: Destructiewet, art. 4c (Stb. 1994, 784)
Waardering: V, 3 jaar
(180)
Handeling: Het verlenen van een machtiging aan de transporteur inzake het in het verkeer
brengen van levensmiddelen welke niet voldoen aan de voorschriften zoals die staan
in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst (Trb. 1972, 112)..
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 12 (Stb. 1978, 430)
Waardering: V, 1 jaar na afloop machtiging
(221)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Economische Zaken en de minister
onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake de vervanging van de aanduidingen ‘produkt
met x%’ vlees’ met andere aanduidingen
Periode: 1987–
Grondslag: Vlees- en Vleeswarenbesluit (Warenwet) 1987, art. 7 lid 3 (Stb.1987, 242)
Waardering: B 1
Actoren die onder de Minister van Landbouw ressorteren
Actor: de Algemene Inspectie Dienst (AID)
(180)
Handeling: Het verlenen van een machtiging aan de transporteur inzake het in het verkeer
brengen van levensmiddelen welke niet voldoen aan de voorschriften zoals die staan
in Bijlage II en III van de ATP-overeenkomst (Trb. 1972, 112).
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 12 (Stb. 1978, 430)
Waardering: V, 1 jaar na afloop machtiging
(202)
Handeling: Het opstellen en evalueren van projecten inzake het preventief en repressief
controleren van de houders van waren.
Periode: 1945–
Bron: Interview
Waardering: V, 10 jaar
(203)
Handeling: Het preventief en repressief controleren van de houders van waren.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 5, artt. 18, 19 (Stb.1935, 793), art. 25 (Stb.1988, 360); Vleeskeuringswet, artt. 10 art. 2, 17, 31–45 (Stb.1919, 524); Destructiewet, art. 24 (Stb. 1957, 84 en Stb. 1994, 784); Kernenergiewet, art. 58 t/m 66 (Stb. 1963, 82)
Opmerking: Deze handeling kan een activiteit vormen onder de hierop volgende handelingen,
waaronder die inzake het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk handhaven van de wetgeving
inzake voedsel- en productveiligheid.
Deel van deze handeling maakt uit: het tijdens de controle en/of in een eindbrief
gelasten aan de houders van waren die, naar oordeel van controleurs van de Keuringsdienst
van Waren, een gevaar opleveren voor de gezondheid of veiligheid van de mens, om op
doeltreffende wijze maatregelen te nemen om dit gevaar tot het minimum te beperken.
Waardering: V, 10 jaar na controle
(205)
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan het bestuursrechtelijk handhaven van de
wet- en regelgeving op het beleidsterrein voedings- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar na afloop zaak
(206)
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan het strafrechtelijk handhaven van de wet-
en regelgeving inzake voedsel- en productveiligheid.
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar na afloop zaak
Actor: de Commissie Herstructurering Openbare Slachthuizen
(229)
Handeling: Het onderzoeken welke herstructurering van de openbare slachthuizen zal
plaatsvinden, en welke maatregelen het Rijk eventueel in dit verband dient te nemen.
Periode: 1975–1976
Grondslag: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1975, 41)
Product: Rapport (Stcrt. 1976, 134)
Opmerking: De genoemde herstructurering zou plaatsvinden mede als gevolg van een voorgenomen
afschaffing van de nadere keuring van vlees bij ‘invoer’ in een gebied van een andere
vleeskeuringskring.
Waardering: B 1
Actor: de Commissie Tarieven Keuring Vlees
(230)
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van heffingen voor de financiering van de
gehele vleeskeuring.
Periode: 1975–
Grondslag: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1975, 41)
Product: Interimrapport (Stcrt. 1976, 32), Rapport (Stcrt. 1977, 61)
Waardering: B 1
(231)
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van tijdelijke toeslagen, bestemd voor herstructureringsmaatregelen
t.b.v. openbare slachthuizen.
Periode: 1975–
Grondslag: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1975, 41)
Product: Interimrapport (Stcrt. 1976, 32), Rapport (Stcrt. 1977, 61)
Waardering: B 1
Actor: de Commissie van advies voor de Rijksdienst voor Vee en Vlees
(93)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw en Volksgezondheid inzake de
uitvoerende werkzaamheden van de Rijksdienst voor Vee en Vlees.
Periode: 1983–
Grondslag: Instellingsbeschikking Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees (Stcrt. 1983, 181)
Waardering: V, 5 jaar
Actor: de Examencommissie veeartsen
(130)
Handeling: Het afnemen van examens van (aankomende) keurmeesters van vee en vlees.
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit opleiding keurmeester vee en vlees, art. 17 (Stb. 1920, 314)
Waardering: V, 10 jaar
Actor: de minister onder wie Sociale Zaken ressorteren
(31)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met ministers die het mede aangaat –
voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s op basis van
de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1, artt. 4–7, artt. 11–17, art. 19, art. 22, art. 24, art.
30, art. 31, art. 33 (Stb. 1935, 793)
Product: o.a.
– Besluit van 5 januari 1921 tot uitvoering van artikel 6, 3de lid en artikel 23, 3de lid der Warenwet (Stb. 1921, 5)
– Besluit waren in zin van de wet (Stb. 1921, 638)
– Besluit papier (Stb. 1922, 109)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1924, 96)
– Besluit behangsel (Stb. 1924, 213)
– Besluit specerijen (Stb. 1924, 251)
– Besluit deegwaren (Stb. 1924, 313)
– Besluit vleesextracten (Stb. 1924, 428)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1925, 34)
– Besluit margarine (Stb. 1925, 417)
– Besluit vet (Stb. 1925, 421)
– Besluit brood (Stb. 1925, 478)
– Besluit azijn (Stb. 1926, 214)
– Besluit bier (Stb. 1926, 280)
– Besluit oliën en vetten (Stb. 1926, 339)
– Besluit kaas (Stb. 1927, 396)
– Besluit wijn (Stb. 1929, 137)
– Besluit kapok (Stb. 1930, 22)
– Besluit kapok en beddengoed (Stb. 1930, 65)
– Besluit ansjovis (Stb. 1930, 220)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1932, 57)
– Besluit margarinekaas (Stb. 1932, 327)
– Besluit maanzaadbesluit (Stb. 1933, 514)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
keuringsdiensten van waren (Stb. 1936, 881)
– Besluit jam en limonade (Stb. 1937, 854)
– Besluit vlees- en vleeswaren(Stb. 1938, 865)
– Besluit houdende vaststelling van een – Regeling betreffende de verbindende kracht
van enige bezettingsregelingen tot uitvoering van de Warenwet (Stb. 1945, 326)
– Besluit aroma, jus en soep (Stb. 1947, 635)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1948, I 399)
– Algemeen besluit (Stb. 1949, J. 306)
– Besluit Warenwetrecht (Stb. 1951, 8)
– Besluit meelbesluit (Stb. 1953, 232)
– Besluit likeurbesluit (Stb. 1953, 466)
– Besluit consumptie-ijs (Stb. 1954, 257)
– Besluit melk (Stb. 1955, 155)
– Besluit vulsel (Stb. 1957, 339)
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1958, 317)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1958, 407)
– Besluit honing (Stb. 1959, 218)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1959, 381)
– Besluit smeltkaas (Stb. 1959, 438)
– Besluit kaas (Stb. 1959, 439)
– Besluit honingmerken (Stb. 1959, 509);
– Besluit margarine (Stb. 1961, 398)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1964, 582)
– Besluit honing (Stb. 1965, 431)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1965, 437)
– Besluit houdende aanwijzing van opsporingsambtenaren op grond van de Warenwet (Stb. 1967, 690)
– Besluit conserveermiddelen (Stb. 1967, 691)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1968, 227)
– Besluit cosmetica (Stb. 1968, 615)
– Besluit zout (Stb. 1968, 421)
– Besluit specerijen (Stb. 1969, 214);
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1969, 514)
– Besluit mayonaise en slasaus (Stb. 1971, 78)
– Besluit mosterd (Stb. 1971, 256)
– Besluit gebruik aminozuren preparaat voor de broodbereiding (Stb. 1971, 411)
– Besluit glasartikelen (Stb. 1972, 688)
– Besluit anti-oxydanten (Stb. 1973, 142)
– Besluit textielartikelen (Stb. 1974, 512)
– Besluit melk (Stb. 1974, 669)
– Besluit helmen (Stb. 1975, 517)
– Besluit zetmeel (Stb. 1975, 660)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
– Keuringsdiensten van Waren (Stb. 1976, 3)
– Besluit speelgoed (Stb. 1976, 101)
– Besluit emulgatoren (Stb. 1976, 153)
– Besluit helmen (Stcrt. 1976, 366)
– Besluit jus (Stb. 1976, 664)
– Besluit vleesextract-, aroma en bouillon (Stb. 1976, 665)
– Besluit soep (Stb. 1976, 666)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1977, 41)
– Besluit puddingpoeder (Stb. 1977, 140)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1977, 141)
– Besluit aërosolen (Stb. 1978, 116)
– Besluit consumptie-ijs 1978 (Stb. 1978, 238)
– Besluit honing (Stb. 1978, 655)
– Besluit frisdranken en siropen (Stb. 1979, 100)
– Besluit jam en- geconserveerde vruchten (Stb. 1979, 102)
– Besluit inzake verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische verpakkingen (Stb.1979, 112)
– Besluit geconserveerde aardappelen (Stb. 1979. 176)
– Besluit geconserveerde groenten (Stb. 1979, 219)
– Besluit verpakking- en gebruiksartikelen (Stb. 1979, 558)
– Besluit kokswaren (Stb. 1979, 563)
– Besluit hoeveelheidaanduidingen (Stb. 1980, 223)
– Besluit cosmetica (Stb. 1980, 256);
– Besluit aanduidingen voor bijzondere voeding (Stb. 1980, 658)
– Besluit aanduidingen sigaretten en shag (Stb. 1981, 329)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1981, 506)
– Besluit algemene aanduidingen (Stb. 1981, 621)
– Besluit siervoorwerpen (Stb. 1981, 684)
– Besluit kwark (Stb. 1982, 219)
– Besluit kaas (Stb. 1982, 227)
– Besluit vuurwerk (Stb. 1982, 488)
– Besluit reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 469)
– Besluit jam- en geconserveerde vruchten (Stb. 1982, 693)
– Besluit hulpstoffen smeltkaas (Stb. 1983, 106)
– Besluit vulsel (Stb. 1983, 556)
– Besluit kinderveilige verpakkingen huishoudchemicaliën (Stb. 1984, 688)
– Besluit garnalen (Stb. 1985, 85)
– Besluit natuurlijk mineraal- en bronwater (Stb. 1985, 422)
– Besluit speelgoed (Stb. 1985, 751)
– Besluit meel (Stb. 1985, 757)
– Besluit brood (Stb. 1985, 758)
– Besluit draagbaar klimmateriaal (Stb. 1986, 86)
– Besluit spaanplaat (Stb. 1986, 517)
– Besluit toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stb. 1986, 555)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1987, 243)
– Besluit aanduidingen voedingswaarden (Stb. 1988, 162)
– Besluit eiwitproducten (Stb. 1988, 339)
– Besluit tot toelating van johannesbroodpitmeel en xanthaangom aan halvarine (Stb. 1988, 398)
– Besluit imitatieproducten (Stb.1989, 253)
– Besluit zoetstoffen (Stb. 1989, 548)
– Besluit kinderbedden en -boxen (Sb 1990. 106);
– Besluit speelgoed (Stb. 1991, 269);
– Besluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stb. 1992, 12);
– Besluit etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14);
– Besluit aroma’s (Stb. 1992, 95)
– Besluit veilige verpakkingen van huishoudchemicaliën (Stb. 1992, 106)
– Besluit gastoestellen (Stb. 1992, 124)
– Besluit levensmiddelenadditieven (Stb. 1992, 204)
– Besluit doorstraalde waren (Stb. 1992, 205)
– Besluit producten voor bijzondere voeding (Stb. 992, 222)
– Besluit benzine (Stb. 1992, 339)
– Besluit machines (Stb. 1992, 379)
– Besluit elektrotechnische producten (Stb. 1992, 385)
– Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen (Stb. 1992, 396)
– Besluit brandveiligheid nachtkleding (Stb. 1992, 600)
– Besluit warmtebehandelde melk (Stb. 1992, 639)
– Besluit eiproducten (Stb. 1992, 660)
– Besluit bereiding en behandeling van levensmiddelen (Stb. 1992, 678)
– Besluit uitvoer van waren (Stb. 1993, 314)
– Besluit thee (Stb. 1993, 470)
– Besluit koffie en cichorei (Stb. 1993, 471)
– Besluit voedingswaarde informatie levensmiddelen (Stb. 1993, 483)
– Besluit algemene productveiligheid (Stb. 1993, 499)
– Besluit invoer levensmiddelen uit derde landen (Stb. 1993, 698)
– Besluit producten visserij (Stb. 1994, 46)
– Besluit algemene chemische productveiligheid (Stb. 1994, 105)
– Besluit veilige verpakking van huishoudchemicaliën (Stb. 1994, 106)
– Besluit asbest (Stb. 1994, 674)
– Besluit zuivel (Stb. 1994, 813)
– Besluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stb. 1994, 872)
– Besluit etikettering schoeisel (Stb. 1995, 324)
– Besluit motor- en bromfietshelmen (Stb. 1995, 424)
– Besluit cosmetische producten (Stb. 1995, 519)
– Besluit deponering informatie preparaten (Stb. 1996, 38)
– Besluit puddingpoeders (Stb. 1996, 48)
– Besluit soep, vleesextract en bouillon (Stb. 1996, 118)
– Besluit houdende regels inzake de veiligheid van verpakkingen onder druk (Stb. 1996, 251)
– Besluit toevoeging microvoedingsstoffen aan levensmiddelen (Stb. 1996, 311)
Waardering: B 1
(40)
Handeling: Het aanwijzen van (overheids-) instanties die voor de betrokken ministers
Warenwetbeschikkingen afgeven (w.o. vergunningen, ontheffingen, certificaten etc.)
en het stellen van (nadere) regels inzake de werkzaamheden van deze instanties.
Grondslag: Warenwet, art. 14b lid 2, 14 lid 3 en 5, art. 14i lid 4, art. 14n lid 2–3,
art. 3, art. 7 lid 3 en 5, art. 11 lid 4, art. 14n lid 2–3, art. 16 lid 2–3, art 17
lid 4 (Stb. 1988, 358, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573); EEG-Verordening inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten
en levensmiddelen (nr. 2082/92) art. 7 lid 4; zie ook Warenwet-AMvB’s bijlage I
Periode: 1945–
Product: o.a.:
– warenwetregeling aanwijzing normalisatie- en keuringsinstituten producten (Stcrt. 1992, 164)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie voor verkeershelmen (Stcrt. 1993, 77)
– Beschikking houdende aanwijzing TNO-certificatie reddings- en zwemvesten (Stcrt. 1993, 121)
– Beschikking houdende aanwijzing keuringsinstantie (Stcrt. 1994, 137)
– Beschikking aanwijzing instantie onderzoek veiligheid kinderspeelgoed (Stcrt. 1994, 203)
Opmerking: Het stellen van (nadere) regels m.b.t. de manier waarop aangewezen instanties
hun werkzaamheden verrichten kan een activiteit vormen, onder de andere handelingen
in het hoofdstuk Wet- en regelgeving Warenwet in het RIO. Deel van deze handeling
maakt uit:
– het stellen van regels inzake de wijze van betaling van gelden ter bestrijding van
de kosten van de keuring van waren, niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending
schadelijk kunnen zijn voor veiligheid of gezondheid;
– het stellen van (nadere) regels aan overheidsinstanties die de door de minister
overgedragen bevoegdheid uitoefenen inzake het verlenen van ontheffingen van regels
gesteld in de Warenwet (Warenwet (Stb. 1994, 573), art. 16, lid 2);
– het stellen van regels inzake de betaling voor het verlenen van ontheffingen van
regels gesteld in de Warenwet;
– het aanwijzen van normalisatie en keuringsinstellingen inzake keuringen van waren,
niet zijnde eet- of drinkwaren, die bij aanwending schadelijk kunnen zijn voor veiligheid
of gezondheid;
– het aanwijzen van instanties die EG-type-onderzoeksverklaringen voor beschermingsmiddelen
afgeven zoals bedoeld in artikel 10 van de Richtlijn 89/686/EEG (Besluit beschermingsmiddelen, art. 5, lid 2, sub 3 (Stb. 1992, 376));
– het aanwijzen van een instantie die de registratieaanvraag voor een specificiteitcertificaat
behandelt;
– het aanwijzen van een instantie die een bewijs van oorsprong afgeeft inzake wijn;
– het aanwijzen van instanties die certificaten afgeven inzake voor de uitvoer bestemde
garnalen die voldoen aan bepalingen zoals die staan in de Recommended Code of Practice
for Shrimps and Prawns (Recommended Code of Practice for Shrimps and Prawns is uitgegeven
door de FAO/WHO en bevat onder andere regels ter identificatie van garnalen);
– het aanwijzen van instanties die bedrijfscontrolesystemen erkennen;
het aanwijzen van instanties die technische constructiedossiers registreren en die
EG-type- onderzoeksverklaringen afgeven zoals bedoeld in Bijlage VI van de Richtlijn 89/368/EEG.
Waardering: B 4: richtlijnen en regelingen
V, 10 jaar: overige neerslag
(64)
Handeling: Het erkennen van instellingen die toestellen en installaties voor elektrische
bedwelming testen.
Periode: 1957–
Grondslag: Beschikking, art. 3 (Stcrt. 1957, 105)
Waardering: V, 5 jaar na afloop erkenning
(139)
Handeling: Het goedkeuren van type toestellen en installaties voor elektrische bedwelming.
Periode: 1957–
Grondslag: Beschikking van 10 december 1954, 18395, art. 3 (Stcrt. 1954, 242)
Waardering: V, 10 jaar na afloop geldigheid goedkeuring
(190)
Handeling: Het maken van bezwaar indien andere dan internationale organen of nationale
overheidsorganen inlichtingen uit het register inzake radioactieve stoffen krijgen.
Periode: 1969–2002
Grondslag: Besluit registratie radioactieve stoffen en kosten keuringsdiensten Kernenergiewet,
art. 2 lid 5 (Stb. 1969, 472)
Waardering: V, 2 jaar na uitspraak
(195)
Handeling: Het jaarlijks registreren van verslagen inzake de handelingen en bevindingen
van Colleges van B&W met betrekking tot de uitoefening van hun taken inzake het registreren
voor invoer, aflevering of bereiding van radioactieve stoffen.
Periode: 1969–2002
Grondslag: Besluit registratie radioactieve stoffen en kosten keuringsdiensten Kernenergiewet,
art. 13 (Stb. 1969, 472)
Waardering: B 3 (verslagen zelf)
V, 5 jaar: overige neerslag
Actor: de Minister van Verkeer en Waterstaat
(80)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van de Wet
grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
Periode: 1978–
Product: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
(Stb. 1978, 430)
Waardering: B 1
(81)
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur inzake het grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige
levensmiddelen.
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 12 (Stb. 1978, 430)
Waardering: B 1
(82)
Handeling: Het aanwijzen van een keuringsinstelling die bevoegd is keuringscertificaten
af te geven aan de eigenaar van een voertuig dat voldoet aan de normen die staan in
Bijlage I van de ATP-overeenkomst (Trb. 1972, 112) en het vaststellen van nadere voorschriften
voor deze instellingen.
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,art.
8 lid 2, art. 9, lid 2 en 5, art. 10 onder b (Stb. 1978, 430)
Product: Beschikking van 1 juni 1979, nr. A-1/V26 140 (Stcrt. 1978, 430)
Opmerking: Deel van deze handelingen maakt uit: het aanwijzen van een keuringsinstelling
in een land dat geen deel uitmaakt van de ATP-overeenkomst.
Waardering: B 4
(86)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – toelaten/aanwijzen
van diensten en ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Wet grensoverschrijdend
vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen (Stb. 1978, 430) en het stellen van nadere regels inzake de werkwijze van de diensten en
de ambtenaren
Periode: 1978–
Grondslag: Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen,
art. 6 lid 1 (Stb. 1978, 430)
Product: Ministeriële beschikking van 21 mei 1979, nr. J 1862 (Stcrt. 1980, 126)
Waardering: B 4
(182)
Handeling: Het beslissen op een beroep tegen een besluit van de Rijksdienst voor het
Weg verkeer/de NV Nederlandse Spoorwegen inzake het al dan niet toekennen van een
keuringscertificaat.
Periode: 1978–
Grondslag: Beschikking nr. A-1/V26 140, art. 5 lid 1 (Stcrt. 1978, 430)
Waardering: V, 5 jaar na uitspraak
Actor: de vakminister
(31)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met ministers die het mede aangaat –
voor bereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s op basis van
de Warenwet.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 1, artt. 4–7, artt. 11–17, art. 19, art. 22, art. 24, art.
30, art. 31, art. 33 (Stb. 1935, 793)
Product: o.a.
– Besluit van 5 januari 1921 tot uitvoering van artikel 6, 3de lid en artikel 23, 3de lid der Warenwet (Stb. 1921, 5)
– Besluit waren in zin van de wet (Stb. 1921, 638)
– Besluit papier (Stb. 1922, 109)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1924, 96)
– Besluit behangsel (Stb. 1924, 213)
– Besluit specerijen (Stb. 1924, 251)
– Besluit deegwaren (Stb. 1924, 313)
– Besluit vleesextracten (Stb. 1924, 428)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1925, 34)
– Besluit margarine (Stb. 1925, 417)
– Besluit vet (Stb. 1925, 421)
– Besluit brood (Stb. 1925, 478)
– Besluit azijn (Stb. 1926, 214)
– Besluit bier (Stb. 1926, 280)
– Besluit oliën en vetten (Stb. 1926, 339)
– Besluit kaas (Stb. 1927, 396)
– Besluit wijn (Stb. 1929, 137)
– Besluit kapok (Stb. 1930, 22)
– Besluit kapok en beddengoed (Stb. 1930, 65)
– Besluit ansjovis (Stb. 1930, 220)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1932, 57)
– Besluit margarinekaas (Stb. 1932, 327)
– Besluit maanzaadbesluit (Stb. 1933, 514)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
keuringsdiensten van waren (Stb. 1936, 881)
– Besluit jam en limonade (Stb. 1937, 854)
– Besluit vlees- en vleeswaren(Stb. 1938, 865)
– Besluit houdende vaststelling van een regeling betreffende de verbindende kracht
van enige bezettingsregelingen tot uitvoering van de Warenwet (Stb. 1945, 326)
– Besluit aroma, jus en soep (Stb. 1947, 635)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1948, I 399)
– Algemeen besluit (Stb. 1949, J. 306)
– Besluit Warenwetrecht (Stb. 1951, 8)
– Besluit meelbesluit (Stb. 1953, 232)
– Besluit likeurbesluit (Stb. 1953, 466)
– Besluit consumptie-ijs (Stb. 1954, 257)
– Besluit melk (Stb. 1955, 155)
– Besluit vulsel (Stb. 1957, 339)
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1958, 317)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1958, 407)
– Besluit honing (Stb. 1959, 218)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1959, 381)
– Besluit smeltkaas (Stb. 1959, 438)
– Besluit kaas (Stb. 1959, 439)
– Besluit honingmerken (Stb. 1959, 509);
– Besluit margarine (Stb. 1961, 398)
– Besluit kleurstoffen (Stb. 1964, 582)
– Besluit honing (Stb. 1965, 431)
– Besluit vaste melkproducten (Stb. 1965, 437)
– Besluit houdende aanwijzing van opsporingsambtenaren op grond van de Warenwet (Stb. 1967, 690)
– Besluit conserveermiddelen (Stb. 1967, 691)
– Besluit peulvruchten (Stb. 1968, 227)
– Besluit cosmetica (Stb. 1968, 615)
– Besluit zout (Stb. 1968, 421)
– Besluit specerijen (Stb. 1969, 214);
– Besluit radioactieve stoffen (Stb. 1969, 514)
– Besluit mayonaise en slasaus (Stb. 1971, 78)
– Besluit mosterd (Stb. 1971, 256)
– Besluit gebruik aminozuren preparaat voor de broodbereiding (Stb. 1971, 411)
– Besluit glasartikelen (Stb. 1972, 688)
– Besluit anti-oxydanten (Stb. 1973, 142)
– Besluit textielartikelen (Stb. 1974, 512)
– Besluit melk (Stb. 1974, 669)
– Besluit helmen (Stb. 1975, 517)
– Besluit zetmeel (Stb. 1975, 660)
– Besluit houdende vaststelling van voorwaarden voor de erkenning van provinciale
Keuringsdiensten van Waren (Stb. 1976, 3)
– Besluit speelgoed (Stb. 1976, 101)
– Besluit emulgatoren (Stb. 1976, 153)
– Besluit helmen (Stcrt. 1976, 366)
– Besluit jus (Stb. 1976, 664)
– Besluit vleesextract-, aroma en bouillon (Stb. 1976, 665)
– Besluit soep (Stb. 1976, 666)
– Besluit wasmiddelen (Stb. 1977, 41)
– Besluit puddingpoeder (Stb. 1977, 140)
– Besluit suiker en stroop (Stb. 1977, 141)
– Besluit aërosolen (Stb. 1978, 116)
– Besluit consumptie-ijs 1978 (Stb. 1978, 238)
– Besluit honing (Stb. 1978, 655)
– Besluit frisdranken en siropen (Stb. 1979, 100)
– Besluit jam en- geconserveerde vruchten (Stb. 1979, 102)
– Besluit inzake verpakking voor koolzuurhoudende niet-alcoholische verpakkingen (Stb.1979, 112)
– Besluit geconserveerde aardappelen (Stb. 1979. 176)
– Besluit geconserveerde groenten (Stb. 1979, 219)
– Besluit verpakking- en gebruiksartikelen (Stb. 1979, 558)
– Besluit kokswaren (Stb. 1979, 563)
– Besluit hoeveelheidaanduidingen (Stb. 1980, 223)
– Besluit cosmetica (Stb. 1980, 256);
– Besluit aanduidingen voor bijzondere voeding (Stb. 1980, 658)
– Besluit aanduidingen sigaretten en shag (Stb. 1981, 329)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1981, 506)
– Besluit algemene aanduidingen (Stb. 1981, 621)
– Besluit siervoorwerpen (Stb. 1981, 684)
– Besluit kwark (Stb. 1982, 219)
– Besluit kaas (Stb. 1982, 227)
– Besluit vuurwerk (Stb. 1982, 488)
– Besluit reddings- en zwemvesten (Stb. 1982, 469)
– Besluit jam- en geconserveerde vruchten (Stb. 1982, 693)
– Besluit hulpstoffen smeltkaas (Stb. 1983, 106)
– Besluit vulsel (Stb. 1983, 556)
– Besluit kinderveilige verpakkingen huishoudchemicaliën (Stb. 1984, 688)
– Besluit garnalen (Stb. 1985, 85)
– Besluit natuurlijk mineraal- en bronwater (Stb. 1985, 422)
– Besluit speelgoed (Stb. 1985, 751)
– Besluit meel (Stb. 1985, 757)
– Besluit brood (Stb. 1985, 758)
– Besluit draagbaar klimmateriaal (Stb. 1986, 86)
– Besluit spaanplaat (Stb. 1986, 517)
– Besluit toelating van citroensap in margarine en halvarine (Stb. 1986, 555)
– Besluit vlees en vleeswaren (Stb. 1987, 243)
– Besluit aanduidingen voedingswaarden (Stb. 1988, 162)
– Besluit eiwitproducten (Stb. 1988, 339)
– Besluit tot toelating van johannesbroodpitmeel en xanthaangom aan halvarine (Stb. 1988, 398)
– Besluit imitatieproducten (Stb.1989, 253)
– Besluit zoetstoffen (Stb. 1989, 548)
– Besluit kinderbedden en -boxen (Sb 1990. 106);
– Besluit speelgoed (Stb. 1991, 269);
– Besluit verduurzaamde vruchtenproducten (Stb. 1992, 12);
– Besluit etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14);
– Besluit aroma’s (Stb. 1992, 95)
– Besluit veilige verpakkingen van huishoudchemicaliën (Stb. 1992, 106)
– Besluit gastoestellen (Stb. 1992, 124)
– Besluit levensmiddelenadditieven (Stb. 1992, 204)
– Besluit doorstraalde waren (Stb. 1992, 205)
– Besluit producten voor bijzondere voeding (Stb. 992, 222)
– Besluit benzine (Stb. 1992, 339)
– Besluit machines (Stb. 1992, 379)
– Besluit elektrotechnische producten (Stb. 1992, 385)
– Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen (Stb. 1992, 396)
– Besluit brandveiligheid nachtkleding (Stb. 1992, 600)
– Besluit warmtebehandelde melk (Stb. 1992, 639)
– Besluit eiproducten (Stb. 1992, 660)
– Besluit bereiding en behandeling van levensmiddelen (Stb. 1992, 678)
– Besluit uitvoer van waren (Stb. 1993, 314)
– Besluit thee (Stb. 1993, 470)
– Besluit koffie en cichorei (Stb. 1993, 471)
– Besluit voedingswaarde informatie levensmiddelen (Stb. 1993, 483)
– Besluit algemene productveiligheid (Stb. 1993, 499)
– Besluit invoer levensmiddelen uit derde landen (Stb. 1993, 698)
– Besluit producten visserij (Stb. 1994, 46)
– Besluit algemene chemische productveiligheid (Stb. 1994, 105)
– Besluit veilige verpakking van huishoudchemicaliën (Stb. 1994, 106)
– Besluit asbest (Stb. 1994, 674)
– Besluit zuivel (Stb. 1994, 813)
– Besluit gezondheidscontroles levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stb. 1994, 872)
– Besluit etikettering schoeisel (Stb. 1995, 324)
– Besluit motor- en bromfietshelmen (Stb. 1995, 424)
– Besluit cosmetische producten (Stb. 1995, 519)
– Besluit deponering informatie preparaten (Stb. 1996, 38)
– Besluit puddingpoeders (Stb. 1996, 48)
– Besluit soep, vleesextract en bouillon (Stb. 1996, 118)
– Besluit houdende regels inzake de veiligheid van verpakkingen onder druk (Stb. 1996, 251)
– Besluit toevoeging microvoedingsstoffen aan levensmiddelen (Stb. 1996, 311)
Warenwetbesluit drukapparatuur (Stb.1999, 311)
Warenwetbesluit containers (Stb.1983, 177)
Warenwetbesluit liften (Stb.1996, 444)
Waardering: B 1
(39)
Handeling: Het – eventueel in overeenstemming met andere ministers – aanwijzen van
toezichthoudende diensten/personen en stellen van nadere regels inzake (de werkwijze
van) deze diensten en personen.
Periode: 1945–
Grondslag: Warenwet, art. 18 (Stb. 1935, 793, zoals gewijzigd bij Stb. 1988, 358 en Stb. 1994, 573)
Product:
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1921, 87)
– Beschikking van 29 juli 1926 (Stcrt. 1926, 216)
– Besluit uitvoering artikelen 2 en 33 der Warenwet (Stcrt. 1936, 18)
– Vaststelling vergoeding aan gemeenten van kosten voor inning van Waren-wetrecht
(Stcrt. 1974, 96)
– Instelling Rijkskeuringsdienst van Waren (Stcrt. 1985, 251)
– Besluit gebiedsindeling Keuringsdiensten van Waren (Stcrt. 1986, 251/Stcrt. 1989, 114)
– Regeling specialisatie Rijkskeuringsdienst van Waren (Stcrt. 1989, 9)
– Regeling monsterneming (Stcrt. 1989, 89)
– Regeling van specialisatie Rijkskeuringsdiensten (Stcrt. 1989, 179)
– Beschikking aanwijzing nieuwe deskundigen (Stcrt. 1990, 64)
– Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Warenwet en Vleeskeuringswet (Stcrt.1990, 180)
– Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Warenwet en Destructiewet (Stcrt. 1990, 180)
– Regeling houdende vaststelling warenwetregeling monsterneming (Stcrt. 1992, 86)
– Regeling houdende aanwijzing controlerend orgaan naleving Warenwetbesluit benzine
(Stcrt. 1992, 128)
– Beschikking houdende aanwijzing toezichthoudende ambtenaren artikel 25 Warenwet
(Stcrt. 1994, 46)
– Regeling gezondheidscontroles van dierlijke oorsprong (derde landen)/(Stcrt. 1994, 245)
– Regeling gezondheidscontroles van dierlijke oorsprong (intraverkeer)/(Stcrt. 1994, 245)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit het: het regelen van de taakverdeling
van de ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de Warenwet, art. 2, lid
1, sub. 1 (Stb. 1935, 793).
Waardering: B 4
(48)
Handeling: Het goedkeuren van door bedrijfsorganisaties opgestelde verordeningen en
daarop gebaseerde besluiten en andere voorschriften voor zover deze betrekking hebben
op waren.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, art. 22 lid 1 (Stb. 1965, 368, zoals gewijzigd bij Stb. 1994, 573)
Waardering: V, 5 jaar na intrekken verordening
(59)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – voorbereiden
van de vaststelling, wijziging en intrekking van AMvB’s betreffende vlees en vleeswaren
voor zover deze voortkomen uit de Vleeskeuringswet
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 1 lid 2, art. 2 lid 2, art. 5 lid 2, art. 18, lid
1–3 art. 19 en 19 onder a, art. 20 lid 2, art. 25, art. 27 lid 2, art. 28, art. 30,
art. 30a, c –d (Stb. 1919, 524)
Product:
– Besluit uitvoering artikel 18 en 25 Vleeskeuringswet (Stb. 1920, 285)
– Besluit opleiding keurmeester vee en vlees (Stb. 1920, 314)
– Besluit betreffende het verlenen van rentedragende voorschotten aan gemeenten (Stb. 1921, 637)
– Besluit tot uitvoering van artikel 19 (Stb. 1921, 754)
– Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vlees (Stb. 1922, 225)
– Besluit tot uitvoering van artikel 2, lid 2, onder a (Stb. 1922, 379)
– Besluit algemene voorwaarden gesteld bij de invoer van vleeswaren (Stb. 1922, 395)
– Besluit voorschriften voor het verwerken van vlees tot vleeswaren (Stb. 1924, 448)
– Besluit eisen (Stb. 1926, 233)
– Besluit tot vernietiging raadsbesluit benoeming van W. Graafsma tot hoofd van de
vleeskeuringsdienst (Stb. 1955, 79)
– Besluit vleeskeuring (Stb. 1957, 29)
– Besluit wat niet onder vleeswaren moet worden verstaan (Stb. 1957, 513)
– Besluit tot uitvoering van artikel 2, lid 2, van de Vleeskeuringswet (Stb. 1958, 92)
– Besluit eisen (Stb. 1960, 71)
– Besluit invoer vlees uit het buitenland (Stb. 1965, 345)
– Besluit toepassing op buffels en rendieren (Stb. 1974, 423)
– Besluit aanwijzing ambtenaren belast met keuring (Stb. 1976, 330)
– Besluit vergoeding kosten vleeskeuringdiensten (Stb. 1979, 629)
– Besluit voorwaarden voor vlees verzonden uit andere landen dan de lidstaten van
de Europese Gemeenschap (Stb. 1985, 174);
– Besluit invoer van vleesproducten en vleesbereiding uit andere lidstaten van de
EEG (Stb. 1985, 175)
– Besluit bijzondere slachtplaatsen (Stb. 1985, 421)
– Besluit invoer van vleesproducten uit derde landen (Stb. 1991, 557)
– Besluit betreffende de productie van en de handel in vleesproducten (Stb. 1994, 11)
– Besluit betreffende de productie van en de handel in vers vlees (Stb. 1994, 12)
– Besluit productie en handel vlees van vrij wild (Stb. 1994, 563)
– Besluit aanwijzing ambtenaren als bedoeld in artikel 27, lid 1 van de Vleeskeuringswet
(Stb. 1995, 551)
Waardering: B 1
(60)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – vaststellen
wijzigen en intrekken van ministeriële regelingen inzake de veiligheid van vlees en
vleeswaren ter bescherming van de volksgezondheid.
Periode: 1945–
Grondslag: Zie AMvB’s VleeskeuringswetBijlage I van het RIO.
Product:
– Voorwaarden bij de overbrenging van ingevoerd nog te keuren vlees naar een eerste
kantoor (Stcrt. 1922, 103)
– Voorschriften omtrent verpakking, bewaring, vervoer en merking van door afkoeling
verduurzaamd vlees (Stcrt. 1922, 104)
– Beschikking vaststelling van stempelwerk voor niet door afkoeling verduurzaamd vlees
(Stcrt. 1922, 136)
– Beschikking betreffende de invoer van monsters vleeswaren (Stcrt. 1929, 143)
– Beschikking betreffende de keuring van per post ingevoerde vleeswaren (Stcrt. 1930, 2)
– Beschikking ontheffing van het verbod van invoer van darmen bestemd voor uitvoer
(Stcrt. 1947, 66)
– Beschikking aanwijzing van inrichtingen, waarvan het diploma wordt geëist voor toelating
tot een cursus voor opleiding tot keurmeester van vee en vlees (Stcrt. 1949, 64)
– Beschikking invoer van afgekeurde levers voor farmaceutische doeleinden (Stcrt. 1949, 85)
– Beschikking vaststelling van een leerplan (Stcrt. 1952, 18)
– Besluit aanwijzing ambtenaren belast met de keuring (Stcrt. 1952, 218)
– Beschikking van 10 december 1954, nr. 18395 (Stcrt. 1954, 242)
– Regeling onderzoeksregulatief (Stcrt. 1957, 23, 55)
– Besluit vaststelling van de vergoeding voor de kosten der keuring in het algemene
(Stcrt. 1957, 34)
– Beschikking (Stcrt. 1957, 105)
– Vaststelling vergoeding voor de kosten der kosten der keuring in het algemeen (Stcrt. 1957, 164)
– Besluit houdend vaststelling van het rijksinvoerkeurloon van vlees (Stcrt. 1957, 164)
– Besluit inzake regelen voor de keuring van gesmolten vetten, afkomstig van slachtdieren
(Stcrt. 1957, 167)
– Beschikking merken (Stcrt. 1957, 222)
– Regeling voorschriften inzake elektrische bedwelming van slachtdieren (Stcrt. 1957, 253)
– Voorschriften keuring toestellen en installaties met wisselstroom van 50 Hertz en
aanwijzing van deskundige bureaus voor controle van installaties (Stcrt. 1958, 33)
– Voorschriften voor het vervoer, de aflevering en de behandeling van voorwaardelijk
goedgekeurd vlees (Stcrt. 1958, 5)
– Voorschriften ten aanzien van slachtdieren en vlees (Stcrt. 1958, 19)
– Beschikking slachtdieren en vlees bestemd voor wetenschappelijk onderzoek (Stcrt. 1958, 19)
– Regeling andere bouwtechnische eisen (Stcrt. 1960, 154)
– Nadere voorschriften ten aanzien van hetgeen in vleeswinkels aanwezig mag zijn (Stcrt. 1961, 155)
– Regeling nadere voorschriften ten aanzien van het vervoer van vlees (Stcrt. 1961, 121);
– Regeling verkoop van uit het buitenland ingevoerd geslacht pluimvee in vleeswinkels
(Stcrt.1962, 226)
– Beschikking merking van vleeswaren bij invoer uit het buitenland (Stcrt. 1964, 25)
– Voorwaarden bij overbrenging van uit lidstaten van de EEG ingevoerde vlees naar
een eerste kantoor (Stcrt.1966, 210)
– Nadere voorschriften voor de invoer van vlees uit de lidstaten van de EEG (Stcrt. 1966, 226)
– Besluit houdende vaststelling van rijksinvoerkeurloon voor vlees (Stcrt. 1966, 226)
– Bijzondere voorwaarden bij overbrenging van ingevoerd nog te keuren vlees en vleeswaren
naar een eerste kantoor (Stcrt. 1968, 82)
– Besluit houdende vaststelling van het rijksinvoerkeurloon voor vlees en vleeswaren
(Stcrt. 1968, 47)
– Rijksinvoerkeurloon voor bevroren darmen, organen voor bereiding van farmaceutische
producten en vleeswaren (Stcrt. 1968, 47)
– Beschikking invoer van ortherapeutische doeleinden bestemde organen of delen van
slachtdieren uit België of Luxemburg (Stcrt. 1970, 85)
– Regeling vaststelling van de keuringsstaten (Stcrt. 1972, 244)
– Aanwijzing gedroogde bloedcellen als verduurzaamd vlees (Stcrt. 1976, 74)
– Invoer organen bestemd voor de bereiding van orgaanpreparaten (Stcrt. 1976, 95)
– Regeling nadere bouwtechnische voorschriften op grond van het Eisenbesluit (Stcrt. 1977, 25)
– Regeling bekleding van wanden (Stcrt. 1977, 28)
– Regeling nadere voorschriften t.a.v. luchtoverdruk en luchtcirculatie als bedoeld
in artikel 1 van het Eisenbesluit (Stcrt. 1977, 28)
– Regeling keuringsregulatief (Stcrt. 1978, 201)
– Regeling vaststelling modellen (Stcrt. 1979, 251)
– Invoer vlees (art. 4 van het KB. Stb. 225/1922) (Stb. 1980, 222)
– Invoer van vlees uit andere landen dan de lidstaten van de Europese Gemeenschap
(Stcrt. 1981, 137, 189)
– Regeling eisen verpakking voorverpakt vlees (Stcrt. 1981, 155)
– Regeling aanwijzing gemeenten waarheen voorwaardelijk goedgekeurd vlees mag worden
vervoerd (Stcrt. 1981, 198)
– Regeling invoer- en afleveringsverbod stoffen met hormonale en thyreostatische werking
(Stcrt. 1981, 221)
– Regeling aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1984, 124)
– Besluit aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1984, 125)
– Invoer vleesproducten uit lidstaten van de EG (Stcrt. 1985, 116)
– Besluit verbod stoffen, niet eigen aan vlees, in te voeren stoffen (Stcrt. 1986, 159)
– Aanwijzing eerste kantoor voor keuring van vlees en/of vleeswaren, gesmolten vetten
afkomstig van slachtdieren, gedroogd vlees, bloedplasmapoeder en gedroogde bloedcellen
en aanwijzing percelen van keuring (Stcrt. 1986, 177)
– Regeling opslag en vervoer voorwaardelijk goedgekeurd vlees (Stcrt. 1987, 31, 90, 147)
– Regeling vlees goedgekeurd onder voorwaarde van sterilisatie (Stcrt. 1987, 79)
– Regeling gezondheidsverklaring voor personen werkzaam in de vleesindustrie (Stcrt. 1987, 198)
– Besluit tarieven vlees en vleesproducten (Stcrt. 1993, 99)
– Regeling invoer van vleeswaren uit lidstaten en derde landen (Stcrt. 1993, 121)
– Regeling aanwijzing personen die kunnen worden belast met de controle van veterinaire
documenten voor vlees en vleesproducten verzonden uit derde landen (Stcrt. 1993, 76)
– Besluit aanwijzing autoriteit belast met het in kennis stellen van de Europese Commissie
van onregelmatigheden bij de invoer uit derde landen van vlees en vleesproducten (Stcrt. 1993, 80)
– Regeling kalverlebmagen afkomstig uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen
bestemd voor de bereiding van stremsel (Stcrt. 1993, 81)
– Regeling identificatie en registratie slachtdieren (Stcrt. 1993, 87)
– Regeling nadere voorwaarden voor vlees uit lidstaten van de EG (Stcrt. 1993, 146)
– Regeling nadere voorwaarden voor vleesproducten en vleesbereidingen verzonden uit
lidstaten van de EG (Stcrt. 1993, 146)
– Regeling vlees uit andere lidstaten van de EG en uit derde landen, bestemd voor
ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1993, 183)
– Beschikking merken 1994 (Stcrt. 1994, 10)
– Besluit toepassing productie en in handel brengen vers vlees (Stcrt. 1994, 10)
– Regeling aanwijzing inspectieposten aan de grens (Stcrt. 1994, 23)
– Regeling vervoer niet volledig gekoeld varkensvlees (Stcrt. 1994, 39)
– Regeling voorwaarden waaronder wordt verstaan dat rund- en varkensvlees wordt uitgesneden
(Stcrt.1994, 39)
– Regeling inzake de invoer van vlees, bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie
(Stcrt. 1994, 127)
– Regeling houdende vaststelling formulier speciale noodslachtingen (Stcrt. 1994, 200)
– Regeling nadere voorwaarden voor vlees uit andere lidstaten (Stcrt. 1994, 209)
– Regeling aanwijzing van bedrijven voor het verwerken, het opslaan, het drogen of
het sorteren van vlees niet bestemd voor menselijk consumptie (Stcrt. 1994, 231)
– Regeling invoer vlees bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie (Stcrt. 1994, 239)
– Regeling nadere voorwaarden inzake vlees uit andere lidstaten (Stcrt. 1995, 77)
– Regeling nadere voorwaarden inzake vleesproducten, vleesbereiding en bepaalde andere
producten van dierlijke oorsprong uit andere lidstaten (Stcrt. 1995, 77)
Opmerking: Deel van deze handeling maakt uit:
– het aanwijzen van onderscheidings- en herkenningstekens voor daarbij aangewezen
categorieën van ter slachting aangeboden slachtdieren. (Vleeskeuringbesluit, art.
17a, lid 1 (Stb. 1957, 29), Besluit betreffende de productie van ven de handel in vers vlees, art.
10, lid 4 (Stb. 1994, 12));
– het stellen van nadere regels met betrekking tot kennisgevingen inzake vlees en
vleeswaren;
– het aanwijzen van eerste kantoren, inspectieposten en douane entreedepot alwaar
de Rijkskeurmeester (eventueel) vlees controleert.
Waardering: B 1
(171)
Handeling: Het – in overeenstemming met de ministers die het mede aangaat – al dan
niet verlenen en intrekken van vergunningen voor het inwerking hebben en uitbreiden
van een verwerkingsbedrijf voor destructiemateriaal.
Periode: 1957–
Grondslag: Destructiewet, art. 5 lid 1–4, art. 6, art. 8 lid 1 (Stb. 1957, 84); Destructiewet,
art. 5a 1–2, art. 7, art. 13 lid 1 onder b (Stb. 1979, 443); Destructiebesluit 1996,
art. 13 lid 3 (Stb. 1996, 126)
Product: o.a. Besluit van 29 juli 1972, houdende de beslissing waarbij een vergunning
als bedoeld in artikel 5 van de Destructiewet is geweigerd (Stb. 1972, 435).
Opmerking: Deel uit van deze handeling maakt uit:
– het verlenen van een vergunning voor de opslag en voorbewerking van risicomateriaal;
– het voor vervallen verklaren van een vergunning.
Waardering: V, 5 jaar na intrekken vergunning
Actor: de Minister-president
(32)
Handeling: Het – ten tijde van bijzondere omstandigheden – bij KB inwerking stellen
van artikel 2a van de Warenwet inzake het aanwijzen van gebieden waar de Warenwet
niet van toepassing is op voor militair gebruik bestemde waren.
Periode: 1996–
Grondslag: Warenwet, art. 2 en 2a (Stb. 1996, 366)
Waardering: B 6
Actor: de officier van justitie
(160)
Handeling: Het geven van goedkeuring tot het in beslag nemen en onbruikbaar maken/teruggeven
van vlees door een toezichthouder.
Periode: 1945–
Grondslag: Vleeskeuringswet, art. 17 lid 2–4 (Stb. 1919, 524)
Opmerking: Handelingen inzake strafrechtelijke vervolging komen in een apart RIO te
staan.
Waardering: V, 10 jaar na afloop zaak
Actor: het College van Beroep voor het bedrijfsleven
(49)
Handeling: Het beslissen op een beroep – aangespannen door een bedrijf – tegen een
door een productschap op grond van de Warenwet genomen besluit.
Periode: 1992–
Grondslag: Wet van 4 juni houdende aanpassing van een aantal wetten aan de eerste
tranche van de Algemene Wet bestuursrecht (Stb. 1993, 650)
Waardering: B 5
Actor: het Centraal Orgaan voor Zuivelcontrole (COZ)
(224)
Handeling: het door middel van het uitoefenen van toezicht en keuring bevorderen van
een goede hoedanigheid, sortering, verzorging, verpakking, vorm, afwerking of aanduiding
van melk en melk- en zuivelproducten.
Periode: 1975–1994
Grondslag: Landbouwkwaliteitswet, art. 8 (Stb.1971, 371)
Opmerking: in deze wet is het COZ niet met name genoemd.
Waardering: V, 10 jaar
Actor: het Centraal Orgaan Melkhygiene (COM)
(225)
Handeling: Het bevorderen van de goede kwaliteit van melk, betrokken van veehouders,
vooral door het coördineren van de werkzaamheden van de ROM’s.
Periode: 1945–1994
Grondslag: tot 1958 privaatrechtelijk o.b.v. contracten en vanaf 1958 op basis van
de Zuivelverordening 1958 m.b.t. levering van melk door veehouders aan fabrieken (verordening
van het Productschap Zuivel)
Waardering: V, 10 jaar
Actor: de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ)
(226)
Handeling: het bevorderen van de afzet d.m.v. het handhaven van de door de overheid
in artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet gestelde regelen.
Periode: 1992–
Grondslag: Goedkeuring statuten Stichting COKZ, art. 3 (Stcrt.1992, 63)
Waardering: V, 10 jaar
(100)
Handeling: Het verlenen, wijzigen, schorsen of intrekken van vergunningen/toelatingen/erkenningen
inzake het bereiden, vervaardigen, behandelen, bewerken, verwerken, verpakken, bewaren
of vervoeren van waren behorend tot een bij AMvBaangewezen categorie.
Periode: 1945–
Grondslag: Landbouwkwaliteitswet, art. 3 (Stb.1971, 371), Landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding, art. 7b (Stb.1994, 63)
Opmerking: COKZ is bij of krachtens de Landbouwkwaliteitswet (Landbouwkwaliteitsbesluit
rauwe melk en zuivelbereiding) belast met het toezicht op het gestelde in de Richtlijn 92/46/EEG bij de aangeslotenen van het COKZ, althans voorzover deze richtlijn in Nederland
is geïmplementeerd. In dat kader draagt COKZ zorg voor het erkennen van de zuivelinrichtingen.
Bij niet-aangesloten zuivelinrichtingen heeft het COKZ deze bevoegdheid op basis van
een mandaat van het ministerie van VWS, derhalve niet op basis van de Warenwet.
Waardering: B 5
(104)
Handeling: Het verlenen, wijzigen of intrekken van ontheffingen inzake regels welke
zijn gesteld op grond van de Landbouwkwaliteitswet.
Periode: 1945–
Grondslag: Landbouwkwaliteitswet, art. 3 (Stb.1971, 371)
Waardering: V, 5 jaar na afloop ontheffing
Actor: het Productschap pluimvee en eieren
(47)
Handeling: Het opstellen van verordeningen en daarop gebaseerde besluiten en andere
voorschriften op het beleidsterrein voedings- en productveiligheid.
Periode: 1965–
Grondslag: Warenwet, art. 22 lid 1 (Stb. 1965, 368, zoals gewijzigd bijStb. 1994, 573)
Opmerking: Eventueel kunnen andere productschappen bij deze handeling betrokken zijn.
Waardering: B 1